Langzaam maar zeker. De Slow Art van Joan Hus.

Interview met  filosofe, schrijfster, ‘grafisch’ kunstenaar Martine Lejeune.

Op een mooie na zomerdag ontmoette ik Joan Hus in een toepasselijk kader, het historische Vooruit te Gent. Joan Hus is de artiestennaam van filosofe, schrijfster, ‘grafisch’ kunstenaar Martine Lejeune.

Ze is docente filosofie aan de universiteit Gent. Martine Lejeune/Joan Hus heeft reeds een aantal boeken op haar palmares, fictie en non-fictie. Haar meest recente boek, onlangs uitgegeven draagt de titel:
‘Logica en filosofie van de taal. Voor al wie bezig is met taal en tekst.’
Een boek over het beoordelen van argumentaties, in het dagelijks leven, op school en professioneel. Geen voorkennis vereist.boek
Antwerpen: Uitgeverij Garant, 262 p.

Ook onlangs verschenen
Culture. Philosophical Perspective. Antwerpen: Uitgeverij Garant, 120 p.
Over het begrip cultuur.

Martine Lejeune schrijft ook voor de Engelstalige blog: The Flaneur.
http://flaneur.me.uk/01/food-for-thought-by-joan-hus-guidelines-for-new-creative-work/

Een kopje koffie helpt het gesprek op gang te brengen al is dat duidelijk geen probleem bij Joan Hus.
KR Wat haalt bij jou de bovenhand de filosoof, kunstenaar, schrijver, docent? Hoe wordt je het liefst benaderd?
ML Mijn leven is één grote chaos, alles is filosofie, en kunst, en literatuur, en politiek, en dagelijkse beslommeringen. Hoe ouder ik word, hoe meer vragen en hoe minder antwoorden ik heb. Als kind stimuleerde mijn moeder mij om te tekenen. Zij had ook aandacht voor literatuur en las vaak voor. Ik wilde dan ook schrijfster en kunstenaar worden.
Toen ik een studiekeuze moest maken dacht ik aanvankelijk aan wiskunde. Wiskunde is rust, abstracte zekerheid. Vanuit mijn affiniteit met de wiskunde groeide ten slotte ook mijn Slow Art.
KR Vertel eens iets meer over je Slow Art
ML Aan één enkele tekening, formaat 76x105cm, werk ik heel intensief een zestal maanden met eenvoudige middelen, een pen, inkt en papier.experimentaldrawing_pen_and_ink_76cmx107-cm
KR Waarom deze rustige manier van werken. Ligt dat in je natuur, is het therapeutisch?
ML Het is helemaal niet therapeutisch. Slow Art betekent voor mij ascese. Slow Art is tegen mijn natuur in. Ik doe mezelf geweld aan. Voor mij is het een oefening in zelfbeheersing en discipline. Ik investeer mijzelf, mijn tijd, mijn leven, volledig in die langzaam tot stand komende tekeningen.
KR Je ecologische voetafdruk in je werk wil je ook zo klein mogelijk houden. Hoe ga je tewerk?
MR Mijn kunst is eenvoudig recycleer baar, en gemaakt met beperkte middelen, pen, inkt en papier.
Ik ageer tegen de overproductie van kunst, tegen nutteloze kunst, en tegen kunst voor de prestige zoals bijvoorbeeld Het Nieuwe Havenhuis in Antwerpen. Het spectaculaire ontwerp van de overleden Brits-Iraakse architecte Zaha Hadid, een nieuw landmark voor Antwerpen maar eigenlijk niet meer dan een lege juwelendoos (schip) bovenop het oude 100jarige gerestaureerde brandweergebouw.layered_drawing
KR Kan je met jouw manier van tekenen wel voldoende creatief zijn?
MR Zeker, ik experimenteer voortdurend. Ook maak ik het mijzelf niet gemakkelijk door bijvoorbeeld op moeilijk papier te werken met een onaangepaste pen. Daardoor is het resultaat vaak verrassend. Creatief ben ik ook door andere teken-bewegingen uit te proberen, in lagen te werken en met verschillende kleuren. Ik teken met al mijn zintuigen. Kunst is in de eerste plaats esthetisch, dat wil zeggen zintuiglijk. Ik heb de intentie iets te scheppen wat kostbaar is, uniek en fascinerend, die buitengewone inspanning zou vereisen om het te kopiëren. Ik probeer niet alleen mijn eigen culturele wortels als westers kunstenaar, maar alle cultuur in het algemeen te overstijgen.
KR Hoe wil je dat de toeschouwer naar je werk kijkt? Moet hij er idee achter zoeken? Mag en kan het publiek je werk interpreteren?
ML Ik verkoop geen idee. Mijn werk is zeker geen illustratie van een begrip zoals bij Marcel Duchamp, de vader van de conceptuele kunst. four-ellipses-floating-in-colored-spaceWat mij het meeste plezier doet is wanneer de toeschouwer mijn werk meer dan een keer wil zien. Een tekening waar zoveel maanden aan gewerkt is, kan je niet in één minuut in je opnemen en beoordelen. Zo’n tekening is ook moeilijk te beoordelen via het web, op een computerscherm. Je moet het lijfelijk zien.
KR Moet kunst een beeld van de maatschappij geven?
ML Dat moet niet, en dat kan kunst zeker niet. Kunst is geen wetenschap. Bij de aanvang van de westerse kunst, bestond kunst uit het illustreren van de bijbel, later werd kunst een illustratie van macht en machtsverhoudingen, religieus en profaan. Nog later haalden het educatieve, hedonistische en nationalisme de bovenhand. Bij de impressionisten zagen we een verschuiving in de richting van het zintuiglijke, het esthetische. Uiteindelijk kwam Marcel Duchamp met kunst die de illustratie werd van een idee dat moet geïnterpreteerd worden. Mijn kunst is iets anders dan een idee. Het is zintuiglijk, esthetisch, precieus, speels, experimenteel, en persoonlijk.
KR Moet kunst gesubsidieerd worden?
ML Kunst hoeft helemaal niet gesubsidieerd te worden. Gezondheid en onderwijs dat zijn de dingen die moeten worden gesubsidieerd, maar niet de kunst. Overigens, is het de taak van het onderwijs om de creativiteit te stimuleren. Kunst wordt monddood gemaakt door subsidies. Kunst wordt staatskunst. Ten tijd van de grote depressie in Amerika, lanceerde President Roosevelt in het kader van The new Deal het Federal Art Project. Hij subsidieerde kunstenaars, die in ruil daarvoor de waarden van de Amerikaanse cultuur in beelden vastlegden. 250.000 werken zijn er zo gemaakt onder andere door Willem de Kooning, Jackson Pollock, Arshile Gorky, Mark Rothko… Kunst als illustratie van de cultuur waarvan kunst zelf een onderdeel is… Kunst die in haar eigen staart bijt, zeg maar.
KR Kan je creativiteit aanwakkeren?
ML Verveling bevordert bij kinderen de creativiteit. Ze hebben te veel tijd, en die tijd moeten ze ‘doden’. Kinderen hoef je niet te entertainen, geen tablet in handen te stoppen… Bezorg hen geen afleiding. Geef hen ‘vrije’ tijd, zorg dat ze tijd hebben om zich te vervelen, zo zorg je voor creativiTIJD.
KR Heb je een favoriete kunstenaar?
ML Ik bewonder het werk van de Italiaanse jong gestorven kunstenaar Piero Manzoni (13 juli 1933 – 6 februari 1963) die afstamde van oude adel uit Milaan. Zijn later werk wordt door velen gecatalogeerd onder installatiekunst waarbij het idee centraal staat, maar ik vind hem vooral een poëet, een beeldend dichter. Wereldberoemd werd hij met het inblikken van zijn eigen poep: ‘merda d’artista’. Vooral zijn werk ‘Le soccle du monde’ vind ik zijn mooiste creatie. Hij maakte een lege sokkel die de aarde als kunstwerk draagt.
KR Is je werk binnenkort te zien op een tentoonstelling?
ML Gedurende de maand februari 2017 stel ik tentoon in Blanco, Nucleo Gent. De exacte datum is nog niet gekend.
KR Bedankt voor je bevlogen antwoorden, je enthousiaste medewerking aan dit interview. Het zal me zeker bijblijven en we kijken uit naar je tentoonstelling in 2017.
Info en portfolio Joan Hus
http://www.artslant.com/global/artists/show/285785-joan-hus

tekst; Kathleen Ramboer
fotografie:  EME

Clicklik: The Big Day voor “Une sacrée putain de fête: ieder huisje draagt zijn kruisje”

Une sacrée putain de fête: ieder huisje draagt zijn kruisje

Adres voor vandaag is niet minder dan het Paleis voor Schone Kunsten aan de Kunstberg in Brussel. Het is een van de eerste mooie lentedagen die het seizoen ons biedt. De stad is gevuld met jong en oud dat aangetrokken wordt door de diverse evenementen die Brussel vandaag aanbiedt. Ook het Paleis voor Schone Kunsten pikt een graantje mee van deze gezellige drukte.

Bij de acteurs gaat het er opvallend rustig aan toe. Geen stress of zenuwachtigheid te bespeuren. Alleen in de theaterzaal gaat het er wat rumoerig aan toe. Er wordt een pre-party georganiseerd. Mogelijk wordt er geklonken op de voorstelling die al eerder op de dag plaatsvond. Een geschikt moment om even m’n oor te luisteren te leggen.

Katia, Anne en Renate hebben zich van de feestende bende afgezonderd en zitten met z’n drietjes in een loge voor een kamerbrede spiegel. Ze keuvelen wat terwijl ze zich aandachtig in de spiegel bekijken en hier en daar een wolkje poeder op de neus aanbrengen, een lijntje onder het oog bijwerken of de lippen accentueren met een fancy kleurtje. DSCF2502 reworkedTwee Vlaamse en een Waalse actrice, geen taalbarrière, je twijfelt er niet aan dat ze al jarenlang goede vriendinnen zijn. Nochtans, niets is minder waar. Het is dit toneelstuk dat hen samenbracht.

DSCF2498 reworked

Als ik hen vraag hoe de eerste voorstelling van de dag is verlopen, blijven ze opmerkelijk kalm. Maar de vonkjes in hun ogen geven wel aan dat die schijnbare rust op dit ogenblik, enkele momenten voor de tweede voorstelling, maar in ere gehouden wordt omwille van de noodzaak: de concentratie aanhouden voor de tweede opvoering van de dag.

De belangrijkste ervaring die ze uit de première haalden was het plezier. Als amateur-acteurs zoeken ze in het toneel een stuk ontspanning, pret en gezelligheid. Ook vandaag, tijdens de première, in een locatie om u tegen te zeggen, waren die elementen ruimschoots aanwezig. Geen last van zenuwen of plankenkoorts, veel vertrouwen in mekaar en in de regisseurs.

Juist dat ene kleine momentje, wanneer je voor het eerst in het stuk het podium op moet, is het even slikken en op de tanden bijten, maar dat gevoel ebt zo weer weg bij het uitspreken van de eerste woorden.

Ook Philippe, regisseur samen met Patrick, blijft opmerkelijk rustig wanneer ik hem enkele vragen stel. De première was voor hem de bekroning van het vele werk van de voorbije maanden. Er is zeker nog één en ander te corrigeren en bij te sturen voor de aanstaande optredens maar dat is vanavond niet aan de orde want het resultaat was boven verwachting, ronduit een prima opvoering. Ook voor hem was het een heel leuk moment.

Ik neem plaats in de theaterzaal waar de rust is teruggekeerd. Alleen de deejay is nog op het podium en begint de ene single na de andere te draaien terwijl het publiek binnenkomt en probeert een goede plek te bemachtigen. Direct ontstaat een levendig sfeertje en komen de acteurs en brengen hun act.

Het verhaal speelt zich af in een feestzaaltje achter een café. Kiki geeft een feestje en cafébezoekers komen en gaan. Ieder leven wordt op één of ander moment gekenmerkt door één of meer moeilijke situaties.

petra

Juliette en Mara spreken over hun mannen, hoe ze hen hebben ontmoet. Mara wordt surrealistisch wanneer ze vertelt over haar ontmoeting met de ex van haar man. “Ik doe mijn broek uit, ik heb de benen van Sharon, Ik doe mijn kleren uit; hier staat Sharon… Die wil trouwen, die wil een kind.” Sharon spreekt over Sven, Mike, William. Als toeschouwer word je  meegesleept in het verhaal van een mythische man. Juliette van haar kant speelt de Sint-Bernard met hem en zoals ze zegt: “ik hing vast aan hem”. Achttien jaar samen. Toch wanneer Juliette en Mara samen praten is haar man wel lang weg, om Sabine slechts vijf straten verder terug te brengen. Meer zullen wij niet te weten komen..

DSCF1949 reworkedBertrand spreekt met Kristof over de ontmoeting met Kristofs jongste dochter. Langzaam komt hij tot het onderwerp dat hij wilde aansnijden: de fragiliteit van Kristofs vrouw.

Ontrouw en bedrog, wraak zonder mededogen, onvermogen om volwassen te worden, idiotie. De gesprekken zijn eerlijk. Vrienden in een bar kunnen zich blootgeven. Dit is een soort van therapie, om hun frustratie weg te nemen.

De toeschouwer neemt dat mee om er na de voorstelling verder over te mijmeren. Niet onmiddellijk gemakkelijk, dit onderwerp. Misschien kunnen we ons beter de vraag stellen: “waarom gaan de meeste liedjes, die op de radio worden gespeeld, over liefde?”

Een boeiend theaterstuk en dus een aangename avond.

DSCF3644 reworked

Volgende voorstellingen:

Charleroi, Palais de Beaux-Arts, op de 23,24,25 en 27 September.

Tekst Magda Verberckmoes

Foto’s Eric Rottée

 

MOOI GESCHILDERD! DAAR MOET JE WAT MEE DOEN!

KUNSTPOORT is blij deze interessante tekst van Lucas de Waard te mogen publiceren
theaterschrijver, columnist en prozaïst,
http://www.zoalsdewaardis.nl/
Deze tekst is geschreven in opdracht van Kunstbalie naar aanleiding van de campagne iktoon – kunst van iedereen –  WAK (week van de amateurkunsten) in Nederland
www.kunstbalie.nl
De tekst illustreert perfect hoe er soms gedacht wordt over Amateurkunsten.


foto: Eric Rottée

Amateurkunst wordt omgeven door de nodige vooroordelen. Er hangt een zweem van knulligheid rondom het woord, al is het alleen maar vanwege de eerste helft: “amateur”. Maar is dat terecht? Wil amateurisme automatisch zeggen dat iets niet goed is? En zijn amateurkunstenaars per definitie amateur omdat het ze aan talent ontbreekt?

Het begrip ‘amateurkunst’ roept bij veel mensen associaties op met goedbedoelde keramiekwerkjes, aarzelige fotografie en schilderijen zonder idee. Amateurkunst is iets dat je prima kunt beoefenen, maar vraag ons in godsnaam niet ernaar te komen kijken. Laat staan ervoor betalen.

Wat is een amateur? Het woord heeft in ieder geval een licht negatieve connotatie. In feite betekent het woord ‘amateur’ niet meer dan: iemand die een zekere vaardigheid uitoefent zonder daar geld voor te krijgen. In de ogen van de Nederlandse goegemeente is de amateurkunstenaar dus iemand met minder talent dan zijn professionele medebeoefenaars. De vraag is of dat terecht is. Want wat ook mogelijk is, en daar hoor je zelden iemand over: het is iemand die geen behoefte heeft aan het vakmatig bedrijven van zijn of haar kunstvorm.

VIND JE HET LEUK GENOEG?

Mijn buurman is kok. In zijn vrije tijd sleutelt hij aan een game; een computerspel waar niemand van weet of het ooit daglicht zal zien. Cas Hutten (38) studeerde in 2002 af aan de kunstacademie. Na jaren professioneel actief te zijn geweest als kunstschilder raakt hij inmiddels zelden nog een kwast aan. Hij kookt. En programmeert zoals gezegd een game, geheel autodidactisch. Als amateur dus.

Waarom zou iemand die erin is geslaagd van zijn hobby zijn werk te maken, dat willen terugdraaien? Hutten: ‘Het idee van ‘de linkse hobby’, dat kunstenaar zijn alleen maar erg leuk is, is natuurlijk onzin. Iedereen die zijn geld met kunst verdient moet heel veel niet-leuke dingen doen. De wereldjes zijn te klein om zomaar vrolijk doorheen te banjeren. Dus dan is de vraag: vind je het leuk genóeg?’

Niet dus, zou je in het geval van Hutten kunnen stellen. Na zijn afstuderen ontving hij een kunstenaarsstipendium. In totale financiële vrijheid kon hij gaan maken wat hij wilde. Maar die feitelijke vrijheid was gevoelsmatig vooral benauwend. ‘Ik hoefde niks, maar dan wordt dus ineens duidelijk hoeveel verantwoordelijkheid er bij jezelf komt te liggen.’’

Wat me fascineert is het uitgangspunt dat professionalisering van je talent iets is dat je zou moeten willen. Ben je een goede zanger, dan is het wachten op de gevleugelde woorden ‘daar moet je wat mee doen’. Dat is het wijdverbreide idee dat talent niet verspild mag worden.

Hutten: ‘Dat is eigenlijk heel raar. Jij doet iets, je maakt iets, zegt: “Kijk, ik heb iets gemaakt.” En dan is de reactie: “Daar moet je wat mee doen”. Ja zeg, dat heb ik net gedaan! Maar dat is het uitgangspunt dat je hoort te mikken op commercieel succes. Iets mag niet gewoon volbracht zijn.”

AMBITIE

Wie kunst maakt op professionele basis, krijgt met veel meer te maken dan de kunst alleen. Ondernemerschap, onzekerheid, en niet te vergeten “het wereldje”. Hutten: ‘Ik voelde al snel dat ik met dat wereldje niet veel had.” Jaargenoot van Hutten, Maarten Beckers (39), is eveneens volledig gestopt met het professioneel beoefenen van kunst. Naast zijn fulltimebaan voor Amnesty International is hij, in zijn vrije tijd, DJ.

Na de academie viel de beroepspraktijk Beckers tegen. ‘Het zwarte gat, waar je zo vaak over hoort, misschien was dat wel het wegvallen van de veiligheid. Ook was er algauw financiële druk, want mijn kunst was nogal prijzig om te maken, materiaaltechnisch. En dus ging ik werken om de kunst te bekostigen, en raakte diezelfde kunst daardoor in de verdrukking.’

DAAR MOET JE WAT MEE DOEN

De verhalen van Hutten en Beckers staan in veel opzichten haaks op elkaar, maar ze hebben toch zeker één ding gemeen: de professionele kunstwereld heeft ze niet gebracht waar ze op hoopten. In de amateurkunst hebben ze hun plezier teruggevonden.