Jean-Paul van der Poorten: een woordkunstenaar die zich begeeft op het pad van de beeldende kunst

tekst Kathleen Ramboer

De stille grijze morgen brengt rust. In de woonkamer van kunstenaar Jean-Paul van der Poorten omarmen woord en beeld mij langzaam. Blij verwonderd ontdek ik een bakermat van vrolijke kunst, kunstige uitgaven, gedichten… De kunstenaar tovert een morgen lang deze ruimte om in een klein museum en jawel ook in een podium. Voor de welgevulde boekenkast met een aanzienlijk aantal persoonlijke uitgaven citeert hij met veel passie, voor de raap, de bril in de hand, enkele gedichten. Hier huist een theaterman, dichter, kunstenaar, organisator, uitgever… een artistieke duizendpoot.

Dichter en beeldend kunstenaar

Jean-Paul van der Poorten is een woordkunstenaar die zich begeeft op het pad van de beeldende kunst. De dichter leeft samen met de beeldende kunstenaar, ze vormen een hecht paar, hebben elkaar nodig, twee identiteiten in één. De kunstwerken zijn als zingende strofen met een kleurrijke regel voor en na. Verzen verbergen een kleurrijk en vrolijk beeld.

Het begon allemaal figuratief

De liefde voor woord en beeld was er al van bij de geboorte. Vader, Firmin van der Poorten, had een passie voor de letteren. Hij was jarenlang redactiesecretaris van het tijdschrift Nieuwe Stemmen*. Moeder, Philomena De Decker, was modiste en ontwierp hoeden.
Zoals de maskers en prullaria in het winkeltje van Ensors moeder een inspiratiebron bleken voor meesterlijke canvassen, zo inspireerden de hoeden, ontwerpen van de moeder van Jean-Paul de kunstenaar tot gekke, vrolijke, melancholische vrouwelijke portretten op papier. Later verdween het figuratieve en haalde abstract de bovenhand. Deze speelse, originele, abstracte werken wil ik graag in deze beschouwing een forum geven.

Techniek en formaat

Door de jaren heen heeft de kunstenaar een vrije, persoonlijke techniek ontwikkeld. Jean-Paul van der Poorten hanteert gewoonlijk een klein formaat (doorgaans 15 x 21 cm) en toch bezit zijn kunst een zekere monumentaliteit. Een afbeelding laat niet vermoeden hoe klein sommige werken wel zijn. Jean-Paul werkt bij voorkeur met ecoline op sterk zuigende papiervellen. Dat levert tevens een achterkant op die je kan bekoren zoals de goede muziek met minder hit potentieel op de B-kant van een vinyl single. De verso verbergt ongewild een tweede werk dat doet denken aan de aquarellen en werkwijze van Emile Nolde. Nolde liet de waterverf doordruppelen aan de keerzijde van het papier en bracht opnieuw verf aan op de al natte achterkant: nat in nat.

De werken van Jean-Paul van der Poorten verbergen een niet te achterhalen scheppingsverhaal. Ze zijn een raadsel in kleur. Misschien tast ook de kunstenaar in het duister? Jean-Paul is inventief in zijn materiaalkeuze. Een pipet bijvoorbeeld zorgt voor zwierige, kleurrijke lijnen die gezwind hun weg zoeken, op een pad dat er niet is, naar de randen van het vel papier om dan tijdig af te remmen; de compositie houdt het rustig.

Kleuren, vormen en lijnen

Zijn werk lijkt beheerste spielerei van een volwassene. Op zijn papier is er orde in de chaos, onrust die gaat liggen. Ik kijk als betoverd naar een geometrisch lijnenspel op een achtergrond van naar elkaar zoekende kleuren eindigend in een zachte omarming. Organische vormen tuimelen, buitelen en maken gekke sprongen, vakkundig een botsing ontwijkend, in een zwembad van kleuren. Ze zijn vrolijke figuranten op een malle draaimolen. De kleine vellen papier zijn een wervelend feest voor het oog, een poëtische dans van kleur, vorm en lijn.

Inspiratiebronnen, invloeden

Het bekijken van dit fascinerende werk brengt me in een melancholische bui en herinnert aan een magische kindertijd. De cobrabeweging schuilt in dit werk. Ik herken de schriftuur, de absolute vrijheid, het naïeve en het intuïtieve van de cobra. Met een snuifje Keith Haring street art er bovenop voel je perfect de sfeer aan van de kunst van Jean-Paul van der Poorten.

Ongetwijfeld houdt de kunstenaar ook van traditionele Afrikaanse kunst. De gedachte aan universeel ‘Afrikaans’ textiel dringt zich naar voor. ‘Afrikaanse’ prints, batiks, patronen voor stoffen…, ik zie dit allemaal op deze levendige vellen papier. Lijnen zingen een ‘Afrikaans’ lied, wriemelen druk over op en in elkaar, op het roodbruine, oranje met aardkleuren bedekte oppervlak.

De ziel

Jean-Paul van der Poorten heeft een grote bewondering voor Toon Hermans. Dat mag geen verrassing zijn. Hij creëert kunst zoals Toon Hermans schildert en schrijft, ongecompliceerd, eenvoudig en met een tikkeltje humor. Ik zie een vrolijk, blij mens al is er ook tristesse. Het attractieve oeuvre van de kunstenaar is authentiek en weerspiegelt de blije ziel van de kunstenaar.

Mijn verbeelding slaat op hol, mijn handen jeuken. Ondeugend wil ik zwarte bolletjes schilderen op de kleurrijke vellen, een hoekje omvouwen, randen scheuren, gaatjes prikken…  Ik volg de vlucht van een zwarte vogel langs de wirwar van lijnen en zie hem neerstrijken in de kleurrijke holtes van het donkere oppervlak. Of ik verbeeld me een fladderende vlinder dronken van kleur, één en al vrolijkheid. Zijn werk zet de fantasie van de toeschouwer aan het werk, wekt het kind in ons. Wie kan daar iets op tegen hebben?

* Tweemaandelijks literair tijdschrift Nieuwe Stemmen (1944-1978)
Directeur-hoofdredacteur: A. van den Daele

tekst Kathleen Ramboer
fotografie copyright Jean-Paul van der Poorten

Kunstalbum Schrifturen & vormen.
Lettering titel: Goedele Soetewey.

INFO kunstuitgave

Schrifturen & vormen
een kunstuitgave van
Jean-Paul van der Poorten
met een woord vooraf van Kathleen Ramboer

VOORSTELLING boek

galerij pi kwadraat in Erpe ter gelegenheid van hun 25 jarig bestaan
zondag 2 juni 2024 om 15 uur

TENTOONSTELLING
schrifturen & vormen

tekens & symbolen

met werk van
André Berner, Jos Bolle, André Bruylandt, Annette Defoort, Magali De Vlaeminck, Hans Droesbeke, Ronald Ergo, Linde Fobe, Christel Foncke, Lydia Liekens, MAIMAI, Achiel Pauwels, Marieke Pauwels, Goedele Soetewey, Lies Van Acker, Guy Van Assche, Patrick Van Craenenbroeck, Jan Van der Burght, Jean-Paul van der Poorten, Cathy Vijverman, Els Vos, Carry Wouters, Paul Yperman en Stijn Yperman

Opening
zondag 2 juni 2024 om 15 uur
Openingsuren
van 2 tot en met 23 juni
vrijdag, zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur en na afspraak.
vrije toegang

Beyond Borders: Magic of Mixed Materials 

tekst en fotografie Bip Van de Velde

Clo Dierickx °Zottegem, 1951

Als talentvolle leerling 4de jaar Beeldhouwen aan de Hamse Academie kreeg Claudine Dierickx, alias Clo, de eer om haar werk tentoon te stellen in de exporuimte van het Academiegebouw waar ze les volgt.
Wat zij, onder de noemer ‘Beyond Borders’ exposeert zijn assemblages: eigen en gevonden voorwerpen, kunstig tot één geheel vervlochten. Fijne kunstwerken zijn het, zowel letterlijk als figuurlijk. Zelfs een meer volumineus werk oogt fijn.

In alle werkjes zitten symbolen verborgen, je kan ze als toeschouwer ontdekken of er gewoon een eigen invulling aan geven.

Herken je de symbolen in dit werk?

“Dat is wat zo heerlijk is aan kunst”, zegt Clo, “in alle vrijheid creëren, zonder regels, zonder een patroon te moeten volgen, vrij om gevoelens gestalte te geven. Vaak zijn dat innerlijke gevoelens die niet met woorden uit te drukken zijn. Ook de vrijheid die de toeschouwer heeft bij het interpreteren van een werk. Alles mag, niets moet.”
Clo geeft de toeschouwer een zet, een duwtje en de rest, de invulling, is aan hem/haar.  


Clo werkt intuïtief. Geen vooraf bedacht plan of voorontwerp. Soms werkt ze aan één stuk door, soms blijft het werk een hele tijd liggen, waarna ze het door een plotse ingeving, een andere look geeft en alsnog afwerkt.
Ze is heel bedreven in het werken met kleur. Clo ademt kleur, in haar werk en in haar voorkomen. In een vorig leven was ze mannequin, werkte ze in de modewereld, en ook als kleur- en stijlconsulente .
Clo heeft veel gereisd, veel van de wereld gezien, diverse culturen opgesnoven, er zelfs in geleefd. Maar 4 jaar geleden begon ze aan een heel speciale reis, met name een artistieke, aan de Academie van Hamme, in haar woonplaats.

Eerst volgde ze 2 jaar ‘initiatie’, waarin alles kan uitgeprobeerd worden wat er ook maar in beeldende kunsten gegeven wordt: schilderen, boetseren, tekenen, etsen, grafiek etc.
Daarna koos ze de richting beeldhouwen waar ze nu in het 4e jaar zit. Haar leraar is Wim Van Den Bossche, een ‘crème’ van een leraar, zegt ze. Hij helpt de student met raad en daad en stimuleert hem/haar om zijn/haar eigen stijl te ontwikkelen en geeft hem/haar bovendien het nodige zelfvertrouwen om out of the box te durven komen.

© Clo Dierickx

De academie is pas 2 jaar geleden gebouwd en is super gelegen. Ze heeft mooie grote ruimtes met de nodige accommodatie en veel licht. Clo is blij dat ze daar kan en mag werken. Clo troont me mee naar de grote atelierruimte waar haar beeldhouwwerken vorm krijgen.

Ze boetseert nu een hoofd waarvoor een vrouw met hoofddoek model heeft gestaan. Ook een archaisch uitziende kop en een buste wachten op de laatste toets. 

Clo is een bezige bij, met heel veel interesses. Zij blijft zich vervolmaken in allerlei disciplines. Naast beeldhouwen heeft ze nu ook een opleiding schilderen aangevat.

© Clo Dierickx

De tentoonstelling ‘Beyond Borders’ loopt nog tot 07/05/2024 gedurende de openingsuren van de Academie Hamme, academiezaal, Marktplein 20, 9220 Hamme.
https://www.academiehamme.be/expobeyondborders

Van 10 tot en met 12 mei zijn er 2 werken van Clo te zien op het Kunstenparcours ‘Kunst Onderweg 2024’, parcours dat loopt langs de gemeenten Elversele, Waasmunster en Hamme. Haar werken pronken in Natuuratelier en Orangerie Sombekedries 3, Waasmunster.
https://www.facebook.com/natuuratelier/?locale=nl_BE

clodierickx@gmail.com
https://www.facebook.com/clo.dierickx
https://www.instagram.com/dierickxclo/?hl=nl

Van deze kunstenares  hebben we zeker het laatste nog niet gezien. Er volgen ongetwijfeld nog exposities.

Tekst en fotografie: Bip Van de Velde

Christophe Annys maakt kunst om bij stil te staan.

Tekst Kathleen Ramboer

Kunstenaar Christophe Annys is ontroerd en beroerd door de wereld om zich heen. Met zijn kunst weet hij woordeloos de kijker te treffen, een ervaring mee te geven en een poëtische vinger op de wonden van onze maatschappij te leggen.
De werken van Christophe Annys zijn als puzzelstukken die in elkaar passen met als rode draad de kwetsbaarheid van mens, natuur en maatschappij. Toch staat hij positief in het leven.
Spreken over kunst, over zijn beeldhouwkunst, brengt een risico met zich mee. Door erover te praten gaat de poëzie van een werk vaak verloren. Zijn werk heeft het overleefd.
Zijn kunst ‘is een boek dat nog niet af is’ dixit Christophe Annys
De kunstenaar verhaalde me hoe het allemaal begon en evolueerde. Tijdens het interview maakte ik kennis met een kunstenaar ‘pur sang’.

Kunstpoort Door welk voorval ben je kunstenaar geworden?
Christophe Annys Een goede student was ik niet, ik wilde naar de kunstschool Sint-Lucas te Gent maar stootte op een neen van mijn ouders. Gent dat was te ver van Brugge. Ik behaalde het diploma van drukker maar dat beroep was niet mijn ding. Per toeval ontmoette ikPieter Boudens en leerde bij hem 2 jaar lang het ambacht van letterkapper. Als freelancer werkte ik af en toe bij de beeldhouwer Karel Van Roy van Beernem. Voor mij is hij heel belangrijk geweest. Door hem werd mijn kennis over stenen en technieken aangescherpt. Ik verhuisde naar Gent en startte een eigen zaak als letterkapper. Dat deed ik 25 jaar lang maar de laatste 10 jaar was de fut eruit.

Kunstpoort Bij een gebrek aan uitdagingen?
Christophe Annys Neen dat was het probleem niet. Ik hunkerde naar meer dan alleen het ambachtelijke. Ruimtelijk denken is mij aangeboren, waarom zou ik geen beeldhouwer worden? Mijn job liet ik achter me en ik koos resoluut voor de kunstwereld. Met enthousiasme besloot ik les te volgen aan de academie van Gent, het volwassenen onderwijs, in de Offerlaan. Kunst moet je leren. Sommige krijgen gevoel voor kunst mee van hun ouders die ook kunstenaar zijn, bij anderen stond hun wieg in een kunstminnend nest. Ik verlangde mijn hele leven lang al naar het kunstenaarschap. Pas in de academie leerde ik wat kunst is of kunstenaar zijn betekent.

Kunstpoort Aanvankelijk werkte je figuratief, sculpturen, hoofden… denk je ooit nog terug te keren naar het figuratieve of blijf je bij je installaties, assemblages, eerder conceptuele kunst?
Christophe Annys Ambachtelijk werken dat wou ik achter mij laten. Ik stortte me op de ruwe handelingen van de beeldhouwkunst. Het mocht woest en rauw zijn. Werken met een slijpschijf, sporen nalaten, vechten met steen, ik hield ervan. In de academie creëerde ik 2 figuren met onder meer betonijzer, 2 destructieve figuren in een gevecht verwikkeld. Of ik ooit nog figuratief zal werken, daar heb ik geen idee van, wie weet?

Kunstpoort Van waar komt de liefde voor carrara marmer? Waar haal je die marmer vandaan? Zoek je die persoonlijk uit? Ik weet dat kunstenaars vaak zelf naar Italië trekken om marmer uit te kiezen.
Christophe Annys Het is een logisch gevolg van mijn tegenwoordige job. Ik werk drie dagen in de week bij een firma die stenen tabletten voor keukens vervaardigt. Ik zit dus aan de bron, zo kan ik me industrieel marmer aanschaffen. Het is een job zonder mentale verplichtingen of bekommernissen die me in staat stelt mijn geest vrij houden voor het creatieve proces in mijn werkplaats.

Kunstpoort Je tekent en schildert ook op marmer: ‘painted landscapes’. Had je een landschap voor ogen als je deze werken maakte?
Christophe Annys Eerst waren er de ruimtelijke tekeningen op marmer later de schilderijen. Vorig jaar maakten we een reis door Laos. We trokken door fantastische berglandschappen, de drang om in mijn atelier te werken overviel me. Eenmaal thuis, kreeg ik de ets drukinkt van mijn dochter in het vizier en ging geestdriftig aan de slag. Mijn foto’s inspireerden me. Voor de duurzaamheid fixeer ik de inkt.

‘painted landscapes’

Kunstpoort Is het schilderen op marmer een zijsprong of iets waar je verder mee wil?
Christophe Annys Geen idee.

Kunstpoort Je vervaardigde ook een werk voor een openbare ruimte, voor een kinderdagverblijf te Deurne. Vaak is publiek werk moeilijk omdat je rekening moet houden met de ruimte, voorbijgangers, bezoekers, klimaatomstandigheden, duurzaamheid… Hou je van dergelijke uitdaging?
Christophe Annys Dit werk in de openbare ruimte is een buitenbeentje. Ik diende een voorstel in en men keurde het goed. De ruimte vulde ik met keien in diverse volumes en materialen zoals inox, marmer, steen… en daarnaast kwamen een viertal stapstenen. Op die manier creëerde ik een tactiele omgeving die aanzet tot interactie. De keien en stapstenen prikkelen en stimuleren het kind tot een spel van glijden, klimmen, springen, vallen en opnieuw opstaan.

Kunstpoort Het gebruik van keien doet me denken aan een installatie van je: de iglotenten waar een kei in geborgen ligt. Deze was opgesteld bij IJsberg, Damme voor ‘niemand is een eiland’
Christophe Annys Dit werk was oorspronkelijk niet bedoeld als een blijvend kunstwerk. Het is eerder een therapeutisch werk dat deel uitmaakt van een verwerkingsproces. Na een bezoek aan de vluchtelingen kampen aan de noord Franse kust was ik enorm geëmotioneerd. Als persoonlijk verwerkingsproces drapeerde ik een gouden deken, vervaardigd  van survivaldekens, over een bunker, ooit een onderdeel van de Atlantikwall en nu een stille getuige van een donker verleden.  Enerzijds houdt een survival deken onderkoelde mensen, mensen in nood warm, anderzijds heb je daar ook die gouden glans, goud een symbool van onze rijke westerse wereld.
Ik ontwierp ook kleine tentjes van plastic boodschappentassen, die symbool staan voor een wegwerp- en kapitalistische maatschappij die de ongelijkheid in stand houdt. In de tent deponeerde ik een kei van de stranden waar de vluchtelingen hun kampen opslaan.
link naar video van de installatie
https://www.christopheannys.be/?18
Later kwam een tent op grotere schaal voor Damme.

‘ataraxia’

Kunstpoort In je sculpturen van marmer integreer je telkens opnieuw het survival deken. Zo is er het fragiele kaartenhuis in carrara marmer dat je op een survival deken presenteert. Valt onze wereld uit elkaar zoals een kaartenhuisje? Een rijke grondstof zoals carrara marmer, plaats je tegenover het survivaldeken, een redmiddel om te overleven. Je werken zijn eyeopeners. Kan kunst bijdragen tot een bewustwording van de problemen in deze wereld? Is je kunst sociaal bewogen?
Christophe Annys Ik ben geen rebel, ik sta niet op de barricades. Het is wel de plicht van een kunstenaar de tijd waarin hij leeft mee te nemen in zijn werk. Mijn sculpturen en installaties zijn eerder beschouwend, niet hoogdravend, stellen de wereld van vandaag in vraag.

‘we build this world’

Kunstpoort Op je website lees ik bij ‘fragments’ het volgende
Naast het maatschappelijk thema waarrond ‘fragments’ draait, legt dit werk een verrassend dilemma bloot: maken of kraken? Als kunstenaar ben ik ervan overtuigd dat ik hier iets creëer. Het landschap dat spontaan ontstaat wanneer de steen de grond raakt. Als niet-kunstenaar zie ik een steen vallen en breken. Iets wat wij, jongens, zo geweldig vinden 🙂
Waarom is dit werk en ook wel deze performance, kunst voor jou? Is deze actie niet veeleer destructief, het vernietigen van schoonheid?
Christophe Annys Het gebroken marmer is een ingreep van een kunstenaar, het resultaat van een performance. De stukken marmer verbeelden de Noordpool met zijn smeltende en gebroken ijskappen, veroorzaakt door menselijke gedragingen, hier het resultaat van een performance. Er is ook nog ‘reconstructing’, de gebroken plaat puzzelde ik terug in elkaar, de stukken schuurde ik glad als kussentjes en kleefde die op een survival deken.

‘reconstructing’ vervolg op ‘fragments’

Kunstpoort In het geheel van je verhaal zie ik sporen van fatalisme en optimisme. Wat haalt de bovenhand?
Christophe Annys Ik ben heel zeker niet fatalistisch en toon kunst in een context.

Kunstpoort Wanneer ik je website en de sociale media raadpleegde, vielen me enkele werken op:
‘are we still OK?’, ‘The other side of the window’  plus ‘ataraxia’ de installatie met iglotenten in recup materiaal. Ze stralen niet alleen kwetsbaarheid uit maar zijn ook heel poëtisch.
Vind je zelf je kunst poëtisch?
Christophe Annys Ik probeer poëtische kunst te creëren die op zijn minst aanspreekt, aantrekkelijk en verrassend is.  ‘borderless perspective’, een gouden zeil zwevend doorheen de ruimte van de ontwijde kerk van Meulestede, Gent, bracht mijn levendige fantasie aan het dagdromen. In mijn creatieve verbeelding  zie ik een immens, 50m lang gouden zeil opbollen, de hoogte in zwiepen, wiegen op het ritme van de wind, en het publiek in een lyrische vervoering brengen. Misschien vind ik ooit een geschikte, voldoende grote locatie. Nu concipieer ik om praktische redenen kleiner werk.

“are we still OK?

Kunstpoort Hoe wordt een idee, een concept, geboren? Ben je geïnspireerd door een ervaring, een foto, een gebeurtenis… ?
Christophe Annys Alles en iedereen kan me, meestal onbewust, inspireren. Onze reizen voeden een interesse voor andere culturen, een belangstelling die ik met mijn vrouw die modeontwerpster is, deel. Zo waren we ooit op reis in Japan en ik kreeg als geschenk een workshop kalligrafie bij Hiroshi Ueta. zie account @hiroshi_ueta op instagram Toen ik voorstudies aan het maken was, ontdekte ik plots de vlekken van de Japanse kunstenaar.
Ik heb een zwak voor de suggestieve kunst van Sarah Sze. Wie weet sluipt gedachteloos haar kunst in mijn werk. Bij sommige werken speelt emotie een rol zoals bij het visualiseren van het vluchtelingenprobleem. Ervaringen op reis, foto’s kunnen een rol spelen.

Kunstpoort Prikkelt Gent, je thuishaven, je tot het voortbrengen van kunst?
Christophe Annys Niet echt. Op reis kom je in een andere sfeer terecht, weg van het alledaagse, buiten de werksfeer. Dat maakt je ontvankelijker voor creativiteit.

Kunstpoort Als een beeld af is, wat voel je dan? Tevreden? Twijfel? Ben je in je hoofd al bezig met een volgend werk of project?
Christophe Annys Meestal ben ik overtuigd en wanneer niet dan herwerk ik het werk of maak ik een andere versie. Wanneer ik ontevreden ben over een schilderij op marmer, dan kan ik gewoon de inkt afschuren en opnieuw beginnen.

Kunstpoort Vind je het belangrijk om tentoon te stellen?
Christophe Annys Ik werk graag aan mijn kunst en heb behoefte om tentoon te stellen, dat ben ik aan mijn werken verplicht.

Kunstpoort Wat is echte kunst? Heb jij daar een visie op?
Christophe Annys Niemand heeft daar een sluitend antwoord op. Kunst moet je in zijn context zien en vraagt integratie in de maatschappij. Er is ook de vraag, kan je elementen van kunst die horen tot de cultuur van een minderheid zoals de Inuit, de Native Americans of de eerste bewoners van het Australisch continent… aanwenden buiten zijn origineel kader? Culturele toe-eigening kan dat? Wanneer ben je geïnspireerd en wanneer eigen je je iets toe? Kunst moet in hoofdzaak weten te ontroeren, je raken.

Kunstpoort Antony Gormley, antropoloog en beeldhouwer, beweert ‘Eigenlijk is kunst onze manier om de tijd die alsmaar doorgaat stil te zetten. Via kunst zetten we iets in de wereld dat ons als het ware vereeuwigt. Dat ‘iets’ zegt: ‘Dit ben ik, ik ben hier geweest en dit laat ik hier achter om te tonen dat de mens de tijd toch kan stilzetten.’ Kan je  je hierin vinden?
Christophe Annys Ongetwijfeld. Mijn drang is groot om iets achter te laten, om wat te betekenen voor iemand. Bevestiging opzoeken zoals zovele kunstenaars op sociale media, ga ik niet doen.

Kunstpoort TOT SLOT Mocht je één dagje mogen samenwerken met een kunstenaar om een gezamenlijk kunstwerk te scheppen, aan welke kunstenaar denk je dan?
Christophe Annys Ik weet het echt niet. Veel kunstenaars zijn ego trippers dus makkelijk zou dat niet worden, misschien een kunstenaar met een andere discipline? Een performer lijkt me het meest geschikt omdat een performance niet blijvend is en vluchtig, als een soort tegengewicht voor mijn beeldhouwwerk.

Bij het verlaten van het atelier van kunstenaar Christophe Annys besluipt me deze gedachte.
Veel kunst van nu en van vandaag zal vergeten worden. Niet omdat het slechte kunst is, maar omdat niemand erbij stilstaat. Hier woont een kunstenaar die werkt aan een oeuvre waarin alle werken in relatie staan tot elkaar. Het is een coherent geheel, het ene werk wekt associaties op aan een ander, wat vorm, materiaal en vooral wat inhoud betreft. Hier woont een kunstenaar met visie en betrokkenheid tot de maatschappij, een kunstenaar van deze tijd. In de luwte werkt hij verder, verlangend om zijn werk te tonen. Wie weet laat hij kunst na, om het met de woorden van Antony Gormley te zeggen, ‘die aantoont dat de mens toch de tijd weet stil te zetten’. Ik wens hem een oeuvre dat niet verdwijnt op de bodem van de geschiedenis, een oeuvre dat hem vereeuwigt.
Zijn kunst houdt in elk geval deze gedachte levendig.

INFO

https://www.christopheannys.be

https://www.instagram.com/christophe.annys

https://www.facebook.com/christophe.annys

EXPO
we ask because nothing is certain

Van woensdag 1 mei tot en met zondag 2 juni
vernissage 1 mei om 14u, inleiding 14u30
vrijdag, zaterdag van 9u tot 18u
zondag van 9u tot 14u.

Galerie Drie
Sint-Amelbergastraat 3a
9000 Gent

Tekst Kathleen Ramboer Fotografie © Christophe Annys en Kathleen Ramboer

LUC DE ROECK over schilderen en overschilderen

Tekst en fotografie Rik Guns

Luc De Roeck (1956) is een kunstenaar ‘pur sang’, die technisch talent heeft kunnen koppelen aan een verbluffende theoretische en praktische kennis van de schilderkunst. Maar in de eerste plaats is hij iemand met een onverzadigbare drang naar creëren. Zijn hele oeuvre – honderden doeken, duizenden studies – is een zoektocht, een spel van verrassen en verrast worden, van verschijnen en verdwijnen. Zijn doeken lezen als gelaagde verhalen, intrigerend en fascinerend. Maak kennis met een man die kunst ademt en geniet mee van enkele werken die zelden of nooit getoond zijn (gebruik een groot scherm).

MINIMAL CAR (2004-1989-1986-1985)

Ik kijk naar een schilderij in zijn woonkamer. Het dateert van 2004 maar heeft een rijke voorgeschiedenis. Het diepe maar subtiele coloriet doet denken aan colour field painting maar het beeld is onrustiger dan het contemplatieve bij Mark Rothko of Barnett Newman. Kleurenveld (colour field) past hier overigens letterlijk. Het beeld is geschilderd vanuit het perspectief van een vogel die hoog boven de Mojavewoestijn, in de Valley of Fire vliegt. Het vlak wordt doorbroken door een recht afgeplakte zwarte lijn van de autoweg die eindeloos eentonig door het landschap snijdt. Er rijdt een minuscuul zilverkleurig autootje op, met een stofwolk achter, het is de kunstenaar op zijn tocht, zich bewust van zijn nietigheid in dat onmetelijk panorama. De titel van het werk (Minimal Car) is ook een subtiele verwijzing naar minimal art. Het is heel gevoelig geschilderd, door een kunstenaar die zich terug in dat surreële landschap droomt en opgaat in de glooiende ongereptheid ervan. Zijn auto heeft hij pal op de gulden snede gecapteerd, kunstenaarsplezier, maar ook een teken van respect voor de indiaanse cultuur, waarin evenwicht van mens en natuur fundamenteel is. “Wij zijn het land, de aarde is de geest van de mensen, zoals wij de geest van de aarde zijn” schreef Paula Gunn Allen (Amerikaans dichteres, schrijfster, activiste…). Voor indianen is de aarde geen middel om te overleven, geen setting voor zaken, maar een onderdeel van ons zijn. De aarde, dat zijn wij. Luc is al heel zijn leven aangetrokken tot de indiaanse cultuur, hij vindt er essentie in terug.

Gefascineerd kijk ik naar het schilderij. Dan toont Luc me een grijze voorstudie uit 1985. “Picasso”, zeg ik spontaan. Hij lacht: “Dan is dit is mijn Guernica”. Ik herken een vogel linksboven, de indiaan op het paard in het midden, een hand en twee rode stippen in een groot centraal masker; rechts: een hoofd, gefragmenteerd in profiel en frontaal en verder overal indiaanse symboliek. Het geheel is geometrisch perfect in evenwicht. De punten boven-onder-links-rechts (NZOW) kregen extra aandacht. Ze creëren een ruimte, waarin je op ontdekking gaat en je jezelf verliest.

De voorstudie was de basis van een eerste schilderij (nu onderschildering) uit 1986: één en al kleur. De vogel linksboven is opgegaan in het landschap, de gemaskerde ruiter is verenigd tot een vogel (een raaf?), het paard is ook versmolten in het beeld maar kijkt ons nu frontaal aan, terwijl de gevederde indiaan rechts nu in driekwartzicht getoond wordt; de centrale indiaan met de bebloede hand komt uitdrukkelijker in beeld…. Vanop afstand blijf je de diagonale, horizontale en verticale verdeling herkennen, het evenwicht in de chaos.

Vier jaar later: het schilderij bestaat nog, maar het is verdwenen, overschilderd. “Het was niet af”, zegt de kunstenaar. “Ik vond de voorstelling te exotisch, te paradijselijk, terwijl de werkelijkheid toch wat anders was.” Hij heeft het o.a. over de conquista van Zuid-Amerika. In de overschildering laat hij in uitgespaarde contouren een schip voorbijvaren op de golven vanhet landschap dat met een roodbruine beits-glacislaag verzinkt in de aarde. Het nieuwe beeld verwijst zowel naar de kolonisatie als naar de zeevaartkennis van de indianen zelf.  “Schepen hebben een opdracht” luidt de titel van zijn tentoonstelling in 1989.

En nog is het werk niet af. Na reizen in o.a. Navajoland (VS) en Ecuador, overschildert Luc het verhaal een laatste keer, zoals hij zich toen voelde: nietig in dat onmetelijk landschap, onder de indruk van de indiaanse culturen, de kleuren, de geometrische patronen, de traditie en het respect voor de aarde.  Om de eindeloosheid nog meer in de verf te zetten heeft hij het werk platter afgesneden. Het resultaat is prachtig, gelaagd, rijk, kwetsbaar en mysterieus, zoals de geologische lagen van de grond waar het doek naar verwijst.

Hoe langer ik ernaar kijk, hoe meer het me meevoert. Ik ga nu dichter staan en zoom in op details, eerst linksonder. Ik zie het plamuursel, een tactiele referentie aan de aarde (een knipoog naar Antoni Tàpies, vermoed ik, een schilder die hij ook bewondert). Ik geniet van het ritme, de complexe gelaagdheid, dat prachtig warm coloriet. Herken ik nu een zeilschip op de golven links? Of laat ik me meedrijven in een droom?

Dan verschuif ik mijn focus naar een fragment rechtsboven, naar het autootje dat door het stoffige landschap scheurt. Ik herken de bebloede hand in het midden en ik voel de confrontatie van de eenzame reiziger met dat onmetelijk landschap dat de geschiedenis van een volk in zich draagt. Beide fragmenten zijn kunstwerken op zich.

OVER SCHILDEREN

Luc De Roeck tekent en schildert al langer dan een halve eeuw. Vroeger combineerde hij drie carrières: een academische als docent; een commerciële, als illustrator in opdracht; en een carrière als kunstenaar. Op zijn 67ste wijdt hij zich enkel nog aan de kunst, zonder kan hij niet. Hij wordt oprecht gewaardeerd door collega’s en ex-studenten, maar daarbuiten is hij relatief onbekend. Hij zoekt de publiciteit niet op. Je vindt op het internet welgeteld één tentoonstelling over hem en hij blijft weg van de sociale media. “Er zijn te veel beelden”, zegt hij. Ik ben het met hem eens, er is te veel vluchtige beeldconsumptie, zeg maar visuele pollutie.

Ik ben benieuwd of hij zich tot een kunststroming rekent. Zijn antwoord is even kort als veelzeggend: “Kunst is een vrijstaat”. De kunstenaar laat zich graag beïnvloeden, hij bestudeert, analyseert, maar hij laat zich niet in een keurslijf dwingen. Hij is soeverein. Er staan meer dan 800 kunstboeken in zijn atelier, alfabetisch gerangschikt. Hij neemt er een uit, het volledige oeuvre van Mondriaan, hij doorbladert het samen met mij en becommentarieert: “Kijk naar al die werken: realisme… impressionisme… fauvisme… kubisme… pure abstractie… en uiteindelijk ‘De Stijl’ waarvan Mondriaan bekend is, maar kijk dan, een paar jaar later: het veel speelsere ‘Victory Boogiewoogie’, zonder die zwarte lijnen, zonder die grote vlakken en in een ruit, geen vierkant of rechthoek meer. Mondriaan bleef zoeken, evolueren, veranderen, enkel zijn dood kon hem stoppen. Tot welke stroming behoort hij dan?” Het is een retorische vraag. Luc heeft gelijk. Wat is de relevantie gecatalogeerd te worden tot een kunststroming?

Toch kan je niet om de tijdsgeest heen, we zijn allemaal kinderen van onze tijd, antwoord ik. Hij studeerde af eind de jaren ’70, in een periode van werkloosheid, onzekerheid, defaitisme. “De grote verhalen zijn dood” schreef de Franse filosoof Jean-François Lyotard over het postmodernisme: de maatschappij was niet maakbaar, universele waarden waren zinloos, het individu is allesbepalend. Ik vraag hem of die periode zijn kunst heeft beïnvloed. Hij weet het niet. We zijn het er beiden eens over dat Lyotards wereldbeeld bewaarheid is geworden als we naar het doorgeslagen individualisme van vandaag kijken. Misschien daarom dat ik geen fan ben van popart, antwoord ik, ik vind het vlugge consumeerkunst, zogezegd uit protest, maar in wezen is het conformistisch eigenbelang, gemaakt om te behagen. Luc is het niet met me eens. Hij toont hij me een boek van Jasper Johns. Ik moet mijn mening bijstellen: werken als ‘Alphabets’ (1957), ‘False Start’ (1959), ‘Racing Thoughts’ (1983) …zijn ongemeen knap in al hun eenvoud en eerlijkheid.

 “Als je een beeld wil maken, moet je in iets geloven” zegt hij, “zo niet trap je in het ijle”. Schilderen is voor hem een engagement, een zoektocht, een proces van ontdekken, van analyseren, van beleving en van communicatie. Hij is zich bewust van zijn technisch talent, waardoor hij zich ongehinderd kan uiten op doek, maar daarnaast gaat hij ook op zoek hoe hij verworven vaardigheden een hak kan zetten, kan loslaten, hoe hij de beheersing uit handen geeft om verrast te worden. Hij is een kunstenaar die graag de grenzen opzoekt, plezier vindt in de uitdaging. Het is alsof hij de creatieve onrust nodig heeft om tot rust te komen.

Vijftig jaar schetsen en schilderen, duizenden vellen papier en honderden doeken: zijn oeuvre is omvangrijk en divers. “Het wordt tijd dat ik mijn werk begin te inventariseren” zegt Luc, “nu ik me nog alles herinner. Ik zou het jammer vinden dat al die verhalen, al die processen, de kern van al dat werk vervagen of verloren gaan. Terwijl hij dit zegt bladert hij door een van zijn ontelbare schetsboeken. We houden halt bij een reeks portretten uit 1984, van bekende kunstenaars, geschetst in Oost-Indische inkt: Eugène Delacroix, Franz Mark, Paul Gaugain, Pablo Picasso, Juan Miró, Nicolas de Staël, Mark Rothko, stuk voor stuk prachtige beelden, met stijlelementen die kenmerkend waren voor elk van de betrokken kunstenaars. “Intussen heb ik vele andere, recentere kunstenaars leren kennen en appreciëren, ook tijdgenoten en mensen dichter bij huis”, zegt hij. Het typeert de kunstenaar die nooit ophoudt met zoeken en ontdekken.

Van Rothko maakte hij ook een geschilderd portret, buitengewoon mooi: die vastberaden blik, zacht verdwijnend in het canvas, contemplatief, maar geschilderd in verticale borstelstreken. Ik zet er een foto van Luc naast. Het is alsof Rothko, de man die twintig jaar lang enkel zachtjes rafelende horizontale kleurenvelden schilderde, hem aankijkt: “Did you do this”?  Typisch Luc De Roeck, denk ik: hij bewondert maar hij is geen slaaf. Hij aapt niet na.

FEEDBACK

Feedback” is een ‘work in progress’ van 16 schilderijen, elk 1,8 meter hoog met een reusachtige gitaar, niet meer dan dat. Een aantal doeken zijn klaar.  Als ze alle 16 af zijn zou de kunstenaar ze graag tentoonstellen als een galerij waartussen de bezoeker kan wandelen, als in een stroom van visueel geluid, oorverdovend stil. De beelden verwijzen naar gitaren van Neil Young, voor wie Luc een grote bewondering koestert.

De schilder voelt zich verwant met de muzikant die graag buiten de lijntjes kleurt en die nieuwe muzikale oorden blijft opzoeken. Young werd wereldberoemd met zijn rock en folk-ballades maar hij smeet zich met even veel overtuiging op country (“Old Ways”), blues (“This note’s for you”) en rockabilly (“Everybody’s rocking”); ooit omschreef hij zichzelf als “a maker of noise”; hij componeerde en speelde filmmuziek (“Dead Man”); hij omarmde techno (in “Trans”, waarin hij zich o.a. liet beïnvloeden door Kraftwerk) …  Minstens even baanbrekend is zijnactivisme: voor Farm Aid; tegen de Keystone XL pijpleidingen door indiaans gebied; tegen Spotify toen die weigerden een podcastcontract op te zeggen met een notoir covid-ontkenner (onlangs kwam dat contract ten einde en Young zit terug op Spotify); tegen Ticketmaster, dat grof geld verdient aan het opdrijven van ticketprijzen… Het hoeft niet te verwonderen dat een kunstenaar als Luc De Roeck inspiratie vindt bij een kunstenaar als Neil Young.

Eind 2009 zag Luc de legendarische film The Neil Young Trunk Show, een concert waarin demuzikant na het eerste deel met akoestische ballades en zachte songs onverwacht overschakelde naar een radicaal elektronische jamsessie, waarin hij, als in trance, met rauwe, oorverdovende grooves, in zijn ziel liet kijken, alsof hij een statement wilde maken: “Jullie dachten me te kennen? Fuck all! Hier ben ik!” Action painting op gitaar. Zo ging de muzikant op een bepaald moment op het podium in dialoog met de feedback van Old Black, zijn iconische 1953 elektrische Gibson Les Paul. Dat was een bron van inspiratie voor Luc voor een project waaraan hij nu al langer dan tien jaar werkt. Het concept erachter zou je animistisch kunnen noemen, het herkennen van een ziel in een voorwerp: de gitaar op het podium van Neil Young (die het instrument een naam geeft, een identiteit, waarmee hij communiceert) en de gitaar op canvas van Luc De Roeck.  Om de pret van de première niet te vergallen, toon ik in deze preview maar één van de zestien schilderijen volledig. Voor de rest beperk ik me tot een paar fragmenten.

Het is onbegonnen werk om de inhoud van elk doek te analyseren, daarvoor zou je in het hoofd van de kunstenaar moeten kunnen kruipen op het moment dat hij het schildert. Sommige schilderijen ogen turbulent en rauw, maar niet onbesuisd, de schilder kladt er niet gewoon op los. Alles is weldoordacht via studies en schetsen. Maar eens de schilder zich op het canvas gooit, laat hij zich leiden door gevoel, ritme en verrassing. (Ik herinner me een opmerking die hij maakte tijdens de lunch: “Jackson Pollock danste rond zijn canvas, hij liet zich verrassen door het resultaat van zijn bewegingen, maar hij wist wat hij deed, heel bewust”).

Ook in ‘Feedback’ valt de gelaagdheid op, de oude glaceertechniek. Lyrisch abstracte penseelstreken overschildert hij met strak geometrische vlakken. De onderwerpen daarvoor zijn gebaseerd op snapshots: een raam uit een kamer in Parijs, de binnenplaats van de Academie, een station in Praag, een kat op een ladder… banale beelden, die hij in schetsen synthetiseert tot een minimalistisch spel van lijnen en vlakken, van licht en donker, vooraleer ze kleur te geven op het canvas. Ik vraag hem: “Vanwaar die weerkerende geometrie in je werk?” Hij is gepassioneerd door de schoonheid van wiskunde, zegt hij, de gulden snede, Fibonacci, het evenwicht, de essentie.

Op, of beter ‘in’ de gitaren zie ik ook handen geschilderd, in heel expressieve vormen, soms als bovenste laag, soms onder een vlak. Hij heeft er een dik schetsboek aan besteed, tientallen bladzijden, alleen maar handen in alle mogelijke houdingen, eerst natuurgetrouw getekend en daarna gestileerd als bloem, blad, boom, dier… Bruikbare resultaten heeft hij boven zijn werktafel gehangen.

Ten slotte schildert hij alles wat zich rond de vorm van de gitaren bevindt weg, in een tint van wit, grijs of donker. Op sommige doeken brengt dat rust, op andere schemeren beelden door, een decor van ervaringen, met elkaar verweven maar vervaagd. Enkel de gitaren zijn niet gedempt, niet overschilderd, zij geven hun “feedback”, ongefilterd.  Zoals ‘Old Black’ met Neil Young communiceerde via de versterker, communiceert elk doek nu met de schilder via de gitaar. In beide gevallen is de toeschouwer een getuige die zich kan laten meevoeren door de ziel van het werk.

En zelfs daar stopt het creatief proces niet. De vorm van de gitaar heeft nog een betekenis. In een schetsboek zie ik dat Luc tekeningen gemaakt heeft van dogū (oervormen van moederfiguren, zoals de Jōmon Venus (3000-2000 v.C.). De contouren van de schetsen lijken op de rondingen van een gitaar. De suggestie is gemaakt: Luc laat de steel van elke gitaar eindigen in een vrouwenhoofd.

‘Feedback’ is een bizar en intrigerend schouwspel. Ik ben nu al benieuwd om ooit door die galerij van gitaren te wandelen. Wanneer? Dat weet de kunstenaar nog niet. Hij laat zich door niets of niemand opjagen. Kunst is een vrijstaat.

Rik Guns

27.03.2024

STIEN MIGNAUW en ORDE IN DE CHAOS

Tekst en fotografie Kathleen Ramboer

Het atelier bezoeken van Stien Mignauw is één groot avontuur. Al staat de deur op een kier, in een fractie van een seconde vang je een glimp op van haar immens oeuvre. Haar huis, van onder tot boven, bergt schatten die je niet voor mogelijk houdt. Ze vragen om ontdekt te worden. Dat doe ik dan ook 2 uur lang en val van de ene verbazing in de andere. Ondertussen volgt de kater ons aandachtig. Hij is een stille goedkeurende getuige van de kunstminnende verhalen op de achtergrond.
Haar huis blijkt een betoverend pakhuis in een veilige haven met een zee van kunst. ‘Een zee van kunst’ is hier zeker op zijn plaats want de kunstenaar houdt van de opaalkust en die zit veilig verborgen in haar werk. Niet alleen de zee ook bergen, planten, mensen vinden een schuilplaats in haar schilderijen.

SCHILDEREN GEEFT BETEKENIS AAN HAAR LEVEN.

Stien Mignauw: ‘Eenmaal ik er niet meer ben, dan zijn mijn schilderijen waardevolle getuigen van wie ik was, stille getuigen van mijn zijn.’ Ieder werk, dat niet bij een nieuwe eigenaar thuishoort, bewaart de kunstenaar want zegt Stien Mignauw: ‘Ze spreken geschiedenis.’ Schilderen blaast ook alle eenzaamheid naar buiten.
Bij een eerste oogopslag laat niets je vermoeden dat hier een gevoelige, intieme wereld nestelt  onder de vele picturale niet figuratieve lagen. Kruip in het schilderij, worstel je doorheen rasters, lijnen, kleurvlakken… en je bent klaar om thema, inhoud en de betekenis van het canvas te ontdekken. Onder iedere laag schuilt een bijna onzichtbaar verhaal. Haar dochter met een meloen, ma met de kat, bergen, planten… ze verbergen zich onder de rebellie van de voorgrond als een verleden dat verdwijnt in de mist.
De toeschouwer kan het oeuvre van Stien Mignauw op 2 manieren benaderen.
Je kan haar werk in één oogopslag ‘mooi’ vinden of je gaat op zoek naar de weg die is afgelegd, naar het onzichtbare, het onuitsprekelijke. Interpretatie en verbeelding gaan hand in hand. Ze houdt van feedback daarom omarmt Stien Mignauw elke creatieve commentaar als een geschenk. Opteren voor een aandachtgerichte kijkwijze is een must.


HOE HET ALLEMAAL BEGON

Stien Mignauw beheerst een persoonlijk, onnavolgbaar schilderproces. Het verhaal begon met op papier geborstelde stillevens, later kwam het landschap en ook de mens kreeg een plaats op het doek. Nu levert het figuratieve een gevecht met kleurvlakken, met stevige lijnen die het doek doorklieven, kordate drippings zoeken hun weg. Vanwaar komt die stijlbreuk? Is het een uiting van onvrede, een wolk van protest of een rebelse reactie, een ageren op de mening van een toeschouwer? Stien Mignauw bracht me het antwoord.
Ik kreeg kritiek op enkele slierten verf die over mijn doek slingerden. Een kijker opperde: ‘dit lijkt me zonder meer een goedkoop trucje. Teleurgesteld en uit protest drip en drupte ik verder, van links naar rechts, van boven naar onder, het canvas draaiend in het rond, uren lang tot de compositie goed zat. De techniek heb ik verfijnd. Stilaan verdwijnen ook de achtergrondverhalen.

@ Stien Mignauw

SCHILDEREN IS EEN UITBUNDIG PLOETEREN

@ Stien Mignauw

De atelierliving (of is het livingatelier?) is vrij klein maar Stien Mignauw denkt graag groots. Fysisch schilderen is voor haar cruciaal. Ze schuwt het grote gebaar op het witte canvas niet. Aanzienlijke doeken zijn de norm. Is het profileerdrang omwille van haar kleine gestalte? Voelt het aan als action painting dit te lijf gaan van het grote doek? Ze schildert, zonder voorstudies, snel en ongedwongen, vanuit de pols met een vinnig bewegend penseel. Wie weet brengt een nog grotere ruimte, atelier, de speelvogel in haar naar boven en gaat ze een intens gevecht aan met het doek bij het nemen van buitengewone risico’s? Op een voor haar minder geslaagd schilderij zwoegt ze verder tot het resultaat haar bevrijding brengt. Vaak start ze figuratief, een foto van de zee, de bergen… inspireren haar. Later goochelt de kunstenaar het herkenbare weg tot een mysterieus doek verschijnt. Ze kruipt in haar schilderij, ploetert, zoekt en vindt, geeft er nooit de brui aan. Krassen, vegen, schrapen, wegverven, vegen, frotteren… zijn handelingen die het schilderij maken tot wat het is, doorwerkt en doorleefd. Ze verkiest vaak acryl verf boven olieverf omdat die snel droogt en uiterst geschikt is voor haar manier van werken: intuïtief en geconcentreerd. Stien Mignauw erkent en herkent de complexiteit van het abstract schilderen, orde scheppen in de chaos is een doel. De kunstenaar streeft niet naar de perfectie van de oude meesters die met hun techniek tot op het bot gingen. Ze wil niet behagen maar wel vernieuwen, haar grenzen verleggen. De kunstenaar bewijst dat je met abstract werk ook de kijker kan beroeren.
Vaak schildert Stien Mignauw synchroon aan meer dan één werk. Zo ontstaat eenheid in methodiek en kleur.

MUZIKALE, THEATRALE SCHILDERIJEN

Stien Mignauw genoot een theater opleiding, bewegingstheater. Dat verklaart het fysisch schilderen en de grote formaten. Haar kijk op de wereld en op de kunst veranderde door deze opleiding, deelt ze mee. ‘Le seul, le vrai, l’unique voyage, c’est de changer de regard’ Marcel Proust, staat op haar site te lezen. Zonder deze opleiding zou haar werk een andere richting uitgegaan zijn.
Een andere opleiding, een muzikale, zorgt voor melodie in haar schilderijen. Zoals een muzikant muziek componeert en speelt, zo werkt Stien Mignauw. Ze schildert ritmisch en repetitief. De klank van kleur klinkt vaak heftig op haar doeken om dan later weer te gaan liggen. 

# Stien Mignauw

ABSTRACT EXPRESSIONISME

Haar schilderijen verraden haar liefde voor het abstracte expressionisme. Drippings, zoals die Jackson Pollock introduceerde, vinden hun weg op het canvas. Kopieergedrag is het zeker niet. Haar picturale lijnen hebben een andere functie, ze vervagen het figuratieve. Net als bij Mark Rothko en Barnett Newman springt kleur naar voor in haar canvassen. Onbewust is Stien Mignauw beïnvloed door kunststromingen en kunstenaars. Is iedere kunstenaar dat niet? Ja, kijk daar ontdek ik blauw/geel/rode Mondriaan kleurvlakjes op het doek.

ALLES IS INSPIRATIE

Alles kan Stien Mignauw inspireren: het poëtisch beeld van een fiets gezien door het beregend glas van een bushokje, de ontmoeting van ex-president Donald Trump met de Noord-Koreaanse president Kim Jong-un, museumbezoekers bewonderend voor een schilderij van Rik Wouters, het hartverwarmend beeld van het huppelend geëvacueerd Afghaans meisje met gele broek op de Belgische luchthaven … Ze schildert dit op een abstraherende manier waarin het onderwerp niet uitdrukkelijk naar voren treedt.

De passie laait op tot de onrust komt te liggen. Compositie wint het van de chaos. Abstractie dwingt het figuratieve de dieperik in. Wat mogen we nog verwachten van deze kunstenaar met een ziel die een voet heeft in het verleden en huppelt naar de toekomst?

INFO Stien Mignauw

https://www.facebook.com/stien.mignauw
https://www.instagram.com/mindjow/?hl=nl
https://stienmignauw.com/

INFO expo

EXPO SINT – LUCAS ACADEMIE
HEDWIG THYS
INGRID VAN KERKHOVE
JUAN JAUREGUIBERRY zie interview op kunstpoort
https://kunstpoort.com/2023/12/03/de-veelzijdige-multiculturele-en-persoonlijke-kunst-van-juan-jaureguiberry/
MARLIES VAN GELDER zie reportage op kunstpoort
https://kunstpoort.com/2024/02/27/een-ode-aan-de-natuur-in-zwart-wit/
SANDRA TROTTEYN
STIEN MIGNAUW

Vernissage
vrijdag 8 maart 2024
van 19.00 tot 22.00 u
expo
09/10/16/17 maart 2024 van 14.00 tot 18.00 uur
Ijskelderstraat 62 A
9000 Gent

Tekst en fotografie Kathleen Ramboer

EEN ODE AAN DE NATUUR IN ZWART WIT


een kijk op de foto’s van Marlies Van Gelder

tekst kathleen Ramboer

Marlies Van Gelder @ kathleen Ramboer

Mag je Marlies Van Gelder een ‘natuur’ fotograaf noemen? Volgens mij wel maar in de bredere zin van het woord. Fotograferen van landschappen, planten, flora… is voor haar niet de werkelijkheid kopiëren wel een ervaring vastleggen, de ervaring van het wandelen. Haar trektocht is slechts geslaagd als ze haar persoonlijke beleving van de natuur kan vastleggen. Ze neemt de kijker mee op een fascinerende reis doorheen weiden, bossen, meren, dalen…

Te midden van de wildgroei van digitale beelden in ons digitale tijdperk nodigt Marlies ons uit om ‘haar’ kostbare analoge herinneringen te omarmen, de stilte in haar foto’s langzaam te ontdekken en te beleven. Haar foto’s wijzen op een noodzaak om af en toe de vrije natuur op te zoeken voor er nog meer ongereptheid verdwijnt. Probeert Marlies de natuur te doorgronden? Ik weet er geen antwoord op. Door haar fotografie kan ze wellicht doordringen in diepe, mystieke geheimen van een bos, de samenhang tussen de fauna, de flora en de klimaatomstandigheden aanvoelen.

HOE HET ALLEMAAL BEGON

Het begon allemaal met haar vader, amateur/fotograaf, als voorbeeldfiguur. Zijn donkere kamer in de kelder was tot haar grote spijt voor haar verboden terrein. Dit doka verbod wekte ongetwijfeld haar nieuwsgierigheid en sluimerende interesse voor de fotografie. Als haar vader sterft probeert ze tijdens een workshop ‘Stilte’ zijn dood te verwerken in kleurfoto’s. Na de dood van haar vader biedt fotografie troost en wordt een bondgenoot, een hulp bij het verwerkingsproces. Het is een manier waarop Marlies haar gedachten, gevoelens en ideeën uit en deelt.
Met haar drie kinderen bezoekt ze na het overlijden van haar vader drie maal het ouderlijk huis. Ze besluit haar kinderen, zijn kleinkinderen, te portretteren om drie emoties bij een overlijden te belichten: ongeloof, verwerking en verdriet. De foto’s creëren een emotionele en fysieke verbinding tussen de personen die hem lief waren. Het werden fotografische zwart/wit portretten met een emotionele kracht. Opdoemend uit de witte achtergrond wekken ze een beeld op van intense droefenis.

  

@ Marlies Van Gelder

coverfoto: @ Marlies Van Gelder

HUMAN INTEREST FOTOGRAFIE

Deze drie innemende portretten vormen een begin van human interest fotografie. Marlies volgt meerdere personen uit haar omgeving die een pijnproces doorstaan. Met doorleefde digitale foto’s vereeuwigt ze lijden, pijn, wanhoop en moed. Haar foto’s van het lief en leed van buurvrouw Krista Bracke, ex presentator en producer bij Radio 1, in 2009 getroffen door een immuunziekte, getuigen van een immens inlevingsvermogen. Zelf noemt Marlies deze projecten emotionele fotografie. Marlies is trouwens de fotograaf van de cover van het boek ‘Mijn leven op stelten’ van Krista Bracke, en maker van twee foto’s in het boek zelf.

HET FOTOGRAFEREN VAN DE NATUUR

Het pad van de digitale human interest foto’s verlaat Marlies Van Gelder voor een avontuurlijke tocht doorheen de analoge fotografie. ‘Ik wilde de geportretteerde maximaal tevredenstellen, verloor mijn eigen identiteit. Mensen verwachten teveel van je, het was tijd voor fotografie waardoor ik meer mezelf kon zijn.’ ‘Graag vertel ik mijn eigen verhaal in beelden, dat ligt me meer dan spreken.’ deelt ze me vertrouwelijk mee. De natuur biedt haar die mogelijkheid. Dat besefte ze voor het eerst toen ze met haar vader in het jaar 2000 Thailand doorkruiste.
In een breed scala van grijstinten toont ze bomen, plassen, struiken, wolken… alles wat een wandelaar vaak achteloos aan voorbijloopt. Haar poëtische blik neemt grijstinten waar, veegt kleur weg tot de natuur haar gemoed beroert. Ondanks het kleine afdruk formaat zijn haar zwart/wit beelden magistraal en benemen ze de aandachtige kijker de adem.

@ Marlies Van Gelder

WAAROM ZWART/WIT FOTOGRAFIE?

In een tijd dat AI de fotografie binnensluipt, kiest Marlies Van Gelder voor ongecompliceerde, analoge zwart/wit beelden. De computer is niet haar grootste vriend, voor haar analoge fotografie is hij overbodig. Digitale fotografie doodt volgens haar de verbeelding. Ze houdt niet van instant resultaat en laat zich liever verrassen. Zeg nu zelf, een belicht filmrolletje na 3 maanden ontwikkelen houdt toch de verwondering levendig?
Marlies Van Gelder: ‘Kleur foto’s zijn vermoeiend om naar te kijken.’ ‘Met zwart/wit fotografie kan ik meer focussen op mijn onderwerp’ ‘Zwart/wit foto’s zijn rustgevend.’ ‘Zwart/wit foto’s zijn delicater, verfijnder’. Dit kan ik alleen maar beamen.

DE DONKERE KAMER

Marlies Van Gelder legde een lange weg af. Via talrijke opleidingen kent ze de geheimen van de fotografie en in het bijzonder van de donkere kamer. Ze keert terug naar de oorsprong van de fotografie, naar het manuele, het ambachtelijke. Zo kan je letterlijk en figuurlijk de foto’s naar je hand zetten. Ontwikkelen en afdrukken, daar houdt ze van. De doka brengt haar rust, stilte en tijd voor zichzelf. In het rode of gele licht lijkt de tijd stil te staan. Ze is er alleen maar niet eenzaam. Het experiment schuwt ze niet: een ontwikkelbad blijkt een vat vol bevreemding; nabelichten, doordrukken… Ze doet het gecontroleerd en nauwkeurig, op zoek naar exacte nuances, sfeer en gemoed, naar het artistieke laagje dat haar foto’s speciaal maakt.

HET ONTBREKEN VAN MENS EN DIER

Wat me opvalt bij het bekijken van haar natuur foto’s is het ontbreken van mens en dier. Misschien zouden levende wezens het landschap beschadigen? Het ontbreken van elke referentie biedt een archetypische blik op de natuur. Met haar universele bossen kan ze meer mensen bereiken dan met een anekdotische foto waar mens en dier als figurant ronddwalen.

@ Marlies Van Gelder

WERKWIJZE

Marlies Van Gelder kiest niet voor geënsceneerde fotografie wel voor eerlijke fotografie. Technische perfectie streeft ze niet na wel het overbrengen van emotie bij het zien van wat groeit en bloeit, bij het horen van geluiden, van kabbelend of stromend water, van fluitende vogels of van een ruisende wind. Ze fotografeert intuïtief, wat haar ontroert en legt daarbij het innerlijke bloot. Kadrage en licht, twee sterk beïnvloedende factors, neemt ze in één oogopslag waar voor ze de knop indrukt. Daarin volgt ze Sally Mann, de Amerikaanse fotografe voor wie ze een grenzeloze bewondering heeft.

Bij het bekijken van de zwart/wit fotografie van Marlies Van Gelder merk je een dankbaarheid voor alles wat mooi en goed is. Haar foto’s zijn niet alleen een ode aan het leven maar stralen ook een grote bezorgdheid uit.

INFO

instagram https://www.instagram.com/marlies_vangelder/?hl=nl
facebook https://www.facebook.com/mies.vangelder

Marlies Van Gelder neemt deel aan de expo van het projectatelier van de Sint-Lucas academie DKO
Ijskelderstraat 62A, Gent
Vernissage vrijdag 8 maart 2024 van 19:00 tot 22;00
09/10//16/17 maart 2024 van 14:00 tot 18:00


Tekst Kathleen Ramboer
Fotografie Marlies Van Gelder, Kathleen Ramboer

OPEN CALL voor kunstenaars 2024

Startende kunstenaars gezocht

Ben je een startende kunstenaar met professionele ambities? Stel je dan kandidaat voor de Open Call van Kunst in Huis. Samenwerken met Kunst in Huis bezorgt je zichtbaarheid onder een breed publiek van kunstliefhebbers en een select gezelschap van kunstprofessionals en kan je carrière een boost geven.

In 2024 organiseert Kunst in Huis 2 Open Calls met de deadlines 1 maart en 1 oktober

Kunst in Huis is voortdurend op zoek naar nieuwe kunstenaars om de collectie mee uit te breiden. Daarvoor wordt er actief gescout naar nieuw, opkomend talent door een externe jury van experten. Kunstenaars die zich zelf kandidaat willen stellen voor een samenwerking met Kunst in Huis kunnen deelnemen aan de Open Call. Meer gedetailleerde info over de indien – en selectieprocedure vind je hier.

Kunst in Huis streeft naar een kwalitatief hoogstaand, inhoudelijk sterk en visueel divers aanbod. We engageren ons voor de kunstenaars waar we een samenwerking mee aangaan. Daarom beoordelen we kunstenaars op hun oeuvre: op de ontwikkeling die is doorgemaakt in de afgelopen jaren en het potentieel dat we in iemand zien voor de toekomst. We zetten in op beginnende carrières van zowel jong als niet meer zo jong talent. We zijn vooral opzoek naar talent met een professionele ambitie in de beeldende kunsten. Bekijk hier de informatiebrochure voor kunstenaars.

Denk jij dat je in aanmerking komt voor een samenwerking met Kunst in Huis? Mail dan je digitale dossier (portfolio, cv en een voorstel van werken die voor uitleen in aanmerking komen) op uiterlijk 1 maart 2024 naar artistiek@kunstinhuis.be.

info aan Kunstpoort medegedeeld door Kunst in Huis

Ruth Devriendt: een rusteloze ziel, een energieke spring in het veld, met een onvermoeibare drang om te creëren

Tekst en fotografie Bernadette Van de Velde

Ruth Devriendt (° 1991 Brugge)

Ze studeerde cum laude af aan St Lucas in 2018. Tussen bachelor en master in Gent volgde ze 2 jaar les aan de  Hochschule für Grafik und Buchkunst in Leipzig. St Lucas koos ze voor de artistieke begeleiding, Leipzig meer om het ambacht onder de knie te krijgen.
Ruth straalt warmte en passie uit, passie voor haar vak. Zij zou best zonder dat kacheltje in haar atelier kunnen, zo hoog laait het vuur in haar. Ze leeft voor haar kunst. Geen dag zonder creëren, geen dag zonder haar atelier.
Haar kunst is eigenzinnig, niet voor een breed publiek, zeker niet voor de aanhangers van het realisme. Nochtans kan zij dat, realistisch tekenen en schilderen. Zij bezit de kunde en de techniek daartoe, maar het is niet haar ding. Ze wil in de eerste plaats uiting geven aan haar gevoelens en gedachten, aan haar dromen en verlangens en doet dat op haar eigen compromisloze manier, vrij en gedurfd en op het moment dat ze zich aandienen.

Haar oeuvre is divers. Ze maakt tekeningen, schilderijen en constructies. Ondanks die visuele diversiteit gaat het altijd over de mensheid in relatie tot zijn omgeving. Ze verbeeldt de problematische verhouding van de mens tot zichzelf, de andere en het andere.

Haar werken zijn gelaagd op verschillende vlakken:
In tijd en ruimte: soms wachten ze op een af- of herwerking, soms komt er op het doek iets bij of gaat er weer iets af.
Eren wat was, vermengen met wat is, zorgt ook voor een laag.
De doeken hebben een voor, een achterkant en een binnenwerk. Alle delen zijn belangrijk, net zoals dat in het echte organische leven het geval is

Om haar werken kleur en gestalte te geven zijn alle materialen goed: aarde, gruis, lappen stof, draad, alle soorten verf, zaken die anderen weggooien. Ze is tegen de consumptie- en wegwerpmaatschappij.  Als stadsjutter gebruikt ze wat mensen niet meer waarderen en verwerkt dat tot de gelaagde en geleefde drager van haar werk.

In haar nog jonge carrière nam ze aan talrijke exposities deel. De expo waar ze het meest voldoening en de beste herinnering aan heeft is aan de recente groepstentoonstelling in de Black Swan Gallery in Brugge. Kristof Tillieu, de galerijhouder, wil vooral bezielde kunst brengen en mensen andere dingen laten zien dan wat ze gewoonlijk te zien krijgen. Hij is oprecht geïnteresseerd in de kunstenaar met wie hij samenwerkt, bezoekt meerdere malen diens atelier, geeft raad, een richting, volgt op, zonder dwang. Zijn expo’s hebben steeds een thema. Het thema waar Ruth aan deelnam was ‘Skin in the game’. Echt iets voor Ruth en dat had de galeriehouder goed gezien in haar.

Ik bezocht Ruth in haar atelier en bracht volgende fotografische impressie mee:

gelaagd: verknipt, aan elkaar genaaid, doorkliefd, geverfd

voorkant

binnenkant en achterkant, alles is belangrijk

  

INFO

www.ruthdevriendt.com
https://www.instagram.com/ruthdevriendt/?hl=nl

TOEKOMSTIGE EXPO’S

Groepsexpo CAS, Oostende ‘Ensor en sortie’
van 17 februari tot 10 maart 2024
https://cas-zo.be/

Groepsexpo Verduyn Gallery, Moregem, ‘Infamia’
van 10 maart tot 28 april 2024
https://verduyngallery.com/upcomingexhibitions

Tekst en fotografie Bernadette Van de Velde


LENA DEWAEGENAERE het verlangen

tekst Rik Guns I fotografie Bip Van de Velde – Lena Dewaegenaere

Ken je die van die Amerikaanse toerist op bezoek in Brugge die vroeg hoe laat het museum sloot? Hij bedoelde het stadscentrum. We waren onlangs ook op bezoek, maar dan in Brussel, dat is boeiender dan Brugge. Brussel is geen museum. Het is een installatie, aan het Brouckèreplein toch: 40.000 m2 beton, ijzer en staal van wat ooit gebouwen waren en waarvan alleen de gevels nog recht staan, want voor de façade doen we het in België. Het leek op Oekraïne of Gaza, maar met een positieve inslag: hier wordt ook heropgebouwd. We mochten tussen het strijdgewoel fotograferen en toen een van de bouwvakkers mij aansprak met:  “Cinq euro!” dacht ik aan een performance. Maar het was dus een installatie. Achter de bouwwerf, in de Lakensestraat, botsten we op het Banksy museum, een instelling waarmee Banksy niets te maken wil hebben maar waarin zijn street-art gereproduceerd werd voor een permanente tentoonstelling. Pure fake, dus; een aanrader voor wie eens een boodschap met betekenis op een muur wil zien, een valse muur weliswaar, maar ’t is ’t gedacht dat telt. Je kunt er ook souveniertjes kopen, zoals verwacht in een toeristenval: een poster voor nog geen 7 euro, dat is tien- of honderdduizend keer minder dan een schilderijtje van Banksy op BRAFA, al dan niet gecertificeerd, voor mensen die vinden dat hij de grootste kunstenaar is van zijn tijd. Gelukkig gaat de tijd voorbij…

… En belden we precies op het afgesproken uur aan bij het tot-op-de-draad-versleten herenhuis van ‘Au Kalme’, het atelier van Lena Dewaegenaere en elf andere kunstenaars. Ze ontving ons hartelijk in een knus ingericht salon met spullen die dankbaar waren dat ze nog een bestemming hadden gekregen. Haar studio was de kamer ernaast. Binnenkort gaat de sloophamer in het huis om er een installatie van te maken, op zijn Brussels, tot op de grond dus, op de façade na. Je kunt het oude pand nog een laatste keer bewonderen voor de tentoonstelling van Lena van 15 tot 18 februari. Niet twijfelen. Daarna verhuist Au Kalme naar een nieuwe locatie, het beroemde Glazen Huis (het oud bondsgebouw) op de Houba de Strooperlaan in Laken. Banksy zou jaloers zijn.

Foto’s: Bip Van de Velde

Haar werk laat zich niet zo gemakkelijk vatten als dat van hem,  het verschil tussen een gedicht en een slagroomtaart in je gezicht. Lena’s werk is poëzie. In “Are you where you want to be”, een reeks schilderijen uit 2018,  stelt de kunstenares zich de vraag wat ‘thuishoren’ betekent. Is het een fysieke plek of een gemoedsrust, een gevoel van geluk en verbondenheid? Is zich thuisvoelen überhaupt bereikbaar en moeten we ernaar streven of het aan het toeval overlaten? Ze beeldt de vragen uit met mildheid en finesse. Schilderen is een keuze van licht en donker, van kleur en nuance. Lena doet dat subtiel, helder, met oog voor detail en geen spatje redundantie. Het is dromen in kleur. Je kunt ernaar blijven kijken. Kunst waar je naar wil blijven kijken maakt het leven mooier.

“I was waiting for the right time” (123 x 163 cm, acryl en olie op canvas), 2018

“Islands”, 32 kleine werkjes (14 x 20 cm) uit 2019, begon als een studie op canvas dat op hout was gelijmd. Na een aantal van die schilderijtjes raakte de kunstenares geïntrigeerd door de verlijming. Als ze het canvas van de drager stripte, kwamen resten mee van het hout en ontstond er een nieuw beeld op de achterkant van het canvas: eilandjes, verborgen plekken waar men zich thuis kan voelen?

In 2020 en 2021 sloeg corona toe, maar voor Lena was dat geen tijd van kommer en kwel, wel om het gemis van vrienden en geliefden om te zetten in positieve energie. “Take me out” uit 2020 zijn 61 kunstwerkjes van 14,8 x 21 cm, acryl op papier, één per dag, waarin ze haar gemoedstoestand van die dag van zich af schilderde. De beelden zijn een plezier voor het oog, grafisch mooi, om blij van te worden, ook al druipt het gevoel van eenzaamheid, opsluiting en afsluiting er in sommige beelden van af. Men zou er corona haast dankbaar voor moeten zijn. In “Take me out II” van 2021 gaat ze verder met nog eens 27 beelden. Gewoon prachtig, die vormen, dat licht, die kleuren. Heerlijk. Ik dacht even aan Folon, aan Magritte, maar Lena Dewaegenaere heeft een heel eigen verhaalstijl ontwikkeld, beheerst, spannend, assertief.

Uit “Take me out” en “Take me out II” (14,8 x 21 cm, acryl op papier), 2020 en 2021

In 2022 sloeg ze een totaal andere weg in met werk dat toch duidelijk haar stempel draagt. In From what I remember, 11 vierkante schilderijen, stelt de kunstenares zich de vraag hoe ons geheugen onze herinneringen filtert, hoe subjectief beeldvorming is en hoe die verandert in de tijd. Ze interpreteerde oude foto’s van een familiefeest. De toeschouwer wordt als het ware uitgenodigd op het feest om er een eigen verhaal over te maken. Ik geniet van de harmonische kleuren, de spannende vlakverdeling, de expressieve eenvoud.

Uit “From what I remember” (110 x 110 cm, acryl en olie op canvas), 2022

En nu presenteert de kunstenares dus haar nieuwste project: “If only we could see the shore”, waarvan we een beperkte ‘preview’ kregen. Het is weer totaal wat anders en toch zit er een evolutie in haar werk. De zoektocht van vroeger heeft plaats geruimd voor verlangen.  De beelden worden nog stiller precies, warm maar gedempt, afstandelijk en toch speels, met die heldere lijn, de grafische vlakken die rust en spanning creëren, het zachte licht, de gestileerde schaduw,  het verwrongen perspectief… Soms zijn ze heel concreet, soms abstract. Mijn oog valt op een paar kleine abstracte werkjes. Ik vraag haar of de witte vlakken iets betekenen. “Niets en daarom alles” zegt ze, “ze beelden niets tastbaars uit maar ze betekenen wel heel veel.”  Ze schildert het  ‘stiltepunt’: de gemoedstoestand die we ervaren als we ons niet meer naar de toekomst haasten, als we tot rust zijn gekomen in het huidige moment.

Foto’s: Bip Van de Velde

Toen ik de beelden op haar website voor het eerst snel bekeek dacht ik spontaan aan Spiliaert (‘de duizeling’, ‘de dijk’, ‘vuurtoren en dijk’…) en aan het onvertaalbare begrip ‘Sehnsucht’. Nu denk ik aan Lena De Waegenaere en aan het verlangen.

Doe jezelf een plezier en ga haar tentoonstelling bekijken. De wandeling van Brussel Centraal naar de Boudewijnlaan is een ontdekking op zich. Misschien moet ik er eens een fotoreeks over maken: “Het lot van Brussel. Achter de façade.” Boeiender dan Brugge. Zelfs zonder Banksy en BRAFA.

INFO

tentoonstelling

IF ONLY WE COULD SEE THE SHORE

Donderdag 15 februari, van 17 tot 22 uur (opening)
Vrijdag 16 tot zondag 18 februari, van 11 tot 20 uur
“Au Kalme” – Boudewijnlaan 19 – 1000 Brussel

https://www.lenadw.com

https://www.instagram.com/lena__dw/?hl=nl

tekst Rik Guns
fotografie Bip Van de Velde en @Lena Dewaegenaere

De Kaleidoscoop van Tale Art Gallery

TaLe Art Gallery in Vlierzele is stilaan een vaste waarde in de kunstwereld. Telkens opnieuw brengt galeriehoudster Tanja Leys verrassende groepsexpo’s. Deze zijn enorm divers wat thema, stijl, discipline en kunstenaars betreft. Op zeker spelen doet ze helemaal niet. Het siert de galeriehoudster dat ze zich niet wil vastpinnen op een genre. Vele kunstliefhebbers komen er graag terug.

Dit maal presenteert ze vrolijke, kleurrijke schilderkunst onder de toepasselijke titel ‘Kaleidoscoop’.
De vier mannelijke kunstenaars tonen een persoonlijk, feeëriek universum waarbij je heerlijk kunt wegdromen en de fantasie laten werken. Ik ervaar een mengeling van Matisse, Kamagurka en, nu we toch in het Ensor jaar zijn, een vleugje Ensor. Door met grote namen te goochelen doe ik echter afbreuk aan de eigenheid van elk van de kunstenaars. Daarom zet ik ze hier graag op een rijtje.

Geert Koekoeckx °1983

Als natuurliefhebber bestudeer ik met grote belangstelling zijn fauna en flora op het doek. Of hij de natuur in zijn hart draagt, daar heb ik geen weet van, ik heb wel een vermoeden. De kunstenaar wilde archeologie studeren, heeft een passie voor alles wat verweerd is, dat verklaart volgens Geert Koekoeckx zijn basislaag die pasteus en oneffen is. Giraffen met een takken-gewei, lachende walvissen, vreemde wezens buitelen in hallucinante landschappen over een hobbelig canvas. Ik vermoed een cartoonist in de schilder maar ik sla de bal compleet mis. Tekenen doet de kunstenaar niet, zelfs geen voortekening op het doek. Met het penseel in de aanslag voert hij onmiddellijk kleurrijke gevechten met de beestjes op het doek.

@ Geert Koekoeckx

Laurent Dierckx °1976

Zijn werk lijkt één grote chaos, een chaos van kleuren en organische vormen die de kunstenaar weet te temmen op het canvas en tot orde te roepen. De onrust leidt tot introspectie. Schijnbaar onmogelijke kleurencombinaties weet hij om te toveren tot een wervelend kleurenpalet dat ons oog zeker geen geweld aan doet. En tussen al die rebelse kleuren, ontdek ik een man, een vrouw en exotische flora die me doen wegdromen en hopen op een revival van de natuur. Klimaatonrust lijkt plots ver af.

@ Laurent Dierckx

Wim Baes °1977

Misschien doe ik onrecht aan zijn totale oeuvre als ik schrijf dat zijn pink schilderijen me het meeste bijblijven. Na de Barbie revival is deze kleur hot en heb ik een excuus. Eenvoudige lijntekeningen sieren een met appelblauwzeegroene tinten doorspekte roze canvas. Heerlijk! La vie en rose!
Het rijk der planten, eenvoudige bloempotten en vazen zijn voor deze kunstenaar een bron van inspiratie en tevens een eerbetoon aan grootvader en vader. Beide waren kunstzinnige bloemisten. Ze schilderden graag, het kunstvirus zit in de genen. Ik hou van de eenvoudige dikke donkere geabstraheerde bloemen en objecten die stil staan wezen op een blauwe, roze achtergrond met gekleurde vlekken (of zijn het vlakken?). De donkere dikke contouren komen telkens terug en doorklieven het canvas met een sprekende soberheid en stabiliteit. De cactussen zijn zachtaardig, prikken niet maar prikkelen en nodigen uit om deze kunst lief te hebben.

@ Wim Baes

Matthieu Claus °1977

Wat Matthieu gemeen heeft met de andere kunstenaars is het gebruik van uitbundige kleuren. Blauwen en groenen verraden dat de kunstenaar een landschap verbeeldt. Rasters en strakke lijnen doen me denken aan een stedelijk industrieel landschap. Matthieu Claus ploetert op het canvas, is niet tevreden met één enkele laag. Zijn werk vraagt om introspectie. De kunstenaar is niet alleen een schilder maar ook een bouwvakker die construeert, laag na laag, soms aarzelend en vaak trefzeker tot een doorwrocht resultaat uit de verf naar voor treedt en het canvas klaar is voor bewonderende en vragende blikken van de toeschouwer.
Plots zie ik een wolk, is het wel een wolk? Mijn verbeelding slaat op hol. En dit is terug wat Matthieu Claus met de andere kunstenaars gemeen heeft, hij doet beroep op de creativiteit van de toeschouwer.

@ Matthieu Claus

Graag vermeld ik dit nog: de galerie biedt de bezoeker een brochure aan waarin kunstrecensent Yves Joris elke kunstenaar belicht.
blog van Yves Joris https://kunstflaneur.be/

@ TaLe Art Gallery

INFO

Tale Art Gallery
Vlierzeledorp 12/A
9520 Sint-Lievens-Houtem
www.taleartgallery.be

van 2 februari tot 25 februari 2024
Vrijdag-zaterdag: 14u > 18u
Zondag: 11u > 17u

zie ook https://kunstpoort.com/tentoonstellingen/
met tekst van kunstrecensent Yves Joris

Tekst Kathleen Ramboer