Het boeiende leven van geëngageerd kunstenaar Bart Vanwalle

Het kunstenaarsleven van de 81 jarige Bart Vanwalle is moeilijk samen te vatten. Als interviewer kan ik slechts een fractie van zijn visies, projecten en werk behandelen. Mijn excuses aan de kunstenaar Bart Vanwalle. Ik hoop langs deze bescheiden weg, Kunstpoort, de kunstwereld te beroeren met zijn verhaal.

Een namiddag lang kon ik me verliezen in het universum, clusterdom, van Bart Vanwalle. Een wereld van geëngageerde kunst, van iemand die de gave en de moed opbrengt te denken over de invloed van de plaats van de verbeelding, de patatopia. Observatie van zijn werk brengt meer vragen dan antwoorden. Bart Vanwalle troont me mee naar zijn atelier, kamers volgestouwd met intrigerende kunst, tegen de muren, op de grond… zonder poespas gepresenteerd; werk van een halve eeuw, een archivering dringt zich op.

De aimabele kunstenaar beantwoordt mijn vragen geduldig. Niets doet vermoeden dat deze kunstenaar anarchistisch en bijwijlen provocerend uit de hoek kan komen. Oh ironie van het lot, zijn atelier is gelokaliseerd in een vroegere rijkswachtkazerne te Eeklo.

Kunstpoort Gerhard Richter zei ooit ‘Iedereen begint ermee dat hij een paar kunstwerken ziet en dan net zoiets wil doen’ Kan je deze uitspraak spiegelen aan je beginperiode als kunstenaar? Herinner je de dag waarop je artistieke carrière begon?
Bart Vanwalle Hoewel ik de afdeling Latijns-Grieks volgde, was het evident dat ik een opleiding in de kunst zou ambiëren. Ik was op school al de decorateur van dienst. Niet mijn vader de intellectueel maar mijn moeder stimuleerde me om de richting monumentale aan het Sint-Lucasinstituut, het huidige LUCA/School of Arts, te volgen. Tussendoor studeerde ik 2 jaar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, KULeuven.
kunstpoort: Tijdens zijn opleiding in 1966 ontving Bart Vanwalle de Talens-prijs voor schilderkunst

Kunstpoort Wie was je leermeester? Naar wie keek je op als jonge gast?
Bart Vanwalle Gaspard De Vuyst was mijn leerkracht atelier aan het Sint-Lucasinstituut. Wat je deed moest kloppen en juist zijn, daar drong hij op aan. Verder tolereerde hij diverse stijlen, technieken en richtingen.  https://www.instagram.com/gasparddevuyst/

Kunstpoort Hoe ging het verder na je studies en militaire dienst?
Bart Vanwalle Ik startte onder andere Open Huis ‘Dewittepoppentoren’ te Gent- Knokke-Hasselt (1969-1973). Open Huis was een galerie voor Modern Hedendaagse Kunst met nadruk op alles wat kritisch en vernieuwend was. In 1973 besloot ik militant arbeider te worden. Ik ben gaan werken in de fabriek. De aanleiding was de wereldwijde oliecrisis. Het achterliggende idee was: de kunsten zijn afhankelijk van de infrastructuur van de maatschappij.  Met als gevolg; eerst moet je de maatschappij aanpakken daarna de kunst. Deze ommekeer in mijn leven bracht de ‘pamflet(kunst)’ met zich mee.
Van 1979 tot 1984 doorspartelde ik een persoonscrisis. Vrijzinnig denker, filosoof Leo Apostel (1925-1995) hielp me er bovenop. Een herbronning was het resultaat. In deze periode besefte ik hoe belangrijk de ‘context’ is voor de totstandkoming van een werk (‘tekst’). Ik vatte dit in een eigen topologie. Een gevolg hiervan is het werken onder meerdere aliassen* en projectnamen. Het alias ‘Patatopia Academy’ verwijst naar de pataphysica van Alfred Jarry. De patatopia is de typische plaats van de verbeelding, de plaats die bepalend is voor het waarnemen en de inhoud van de werkelijkheid.

*(Patatopia2.0, Patatopia Academy (2000), b.Art (2000), Patatopia Academy (1998), Dadaling (1993), Bart Vanwalle (1962-1969 °1942 Waregem Be), Bartel-Joris Edmu(o)nd (1970), Pat Aspoot (Patatopos) Independent artist (1980), Club 31-12-1999 (1979)

Vanaf 1980 tot 2005 werkte ik als ‘weekendarbeider’ Deze formule liet me toe tijdens de vrije weekdagen een kunstpraktijk op te bouwen. Het was mijn uiteindelijke bedoeling om als arbeider/kunstenaar totaal onafhankelijk te worden van de toenmalige K-wereld.

Kunstpoort ‘Dadaling’ is ongetwijfeld een Chinese alias, vanwaar de naam?
Bart Vanwalle Mijn Chinese alias is afgeleid van ‘Badaling’ de naam voor de ‘Great Wall’* nabij Beijing, China.
*’Great Wall’ De Chinese Muur of Grote Muur is een uit aarde en stenen opgetrokken verdedigingslinie in het noorden van China. De muur is ruim 21.000 kilometer lang.

Kunstpoort Je hebt een rebels kantje en was één van de gangmakers van Antichambre in 1986, de tegenhanger van Chambres d’Amis, een concept van Jan Hoet.
Vonden jullie het concept van Jan Hoet, het naar buiten treden uit het museum niet oké of waren jullie ontevreden met de aanpak, het beleid of het elitaire karakter ervan?
De locatie was Fabriek voor Entartete Kunst, Drongensesteenweg 281, Gent, België. De naam vind ik persoonlijk een schitterende vondst. Waarom deze naam? Waarom noemden jullie de kunst die er te zien was ‘ontaarde’ kunst?
Bart Vanwalle Jan Hoet, toenmalig museumdirecteur, bezette toen de stad Gent met zijn Chambres d’Amis, dit zonder inbreng van de galerijen. De personencultus rond Jan Hoet vindt hier zijn oorsprong. Samen met kunstenaars Willy Van Sompel, Marc Vanslembrouck (Sleppe) en kunsthistoricus Piet Vanrobaeys riep ik Antichambre in het leven. 186 kunstenaars waaronder zelfs Hugo Claus namen deel aan onze Antichambre. De (pata)topologie kreeg hier vaste vorm. Elke kunstenaar koos zijn eigen locatie in de bezette fabriek en – belangrijk – kon een eigen project uitwerken zonder opgelegde criteria. Deelnemende kunstenaars als Berlinde De Bruyckere en Thierry Decordier werden later door Jan Hoet opgevist voor eigen projecten. Jan Hoet selecteerde Thierry Decordier in 1992 voor zijn Documenta IX.
De slogan ‘No to the One Art, the One Standard, the One Freedom’ vatte het concept samen. In de ‘Anti’ van onze projectnaam was ook de betekenis van ‘wachtkamer’ vervat. Wij richtten ons niet tegen de Hedendaagse Kunst, integendeel.
Tenslotte werden wij organisatoren het slachtoffer van ons eigen succes. Na 2 maanden legden we Antichambre stil. De veiligheid (de bezoekers sloegen er zelfs hun tenten op) kon niet meer gegarandeerd worden. De fabriek was bezet terrein waarvoor wij de eindverantwoordelijkheid droegen.

Kunstpoort In de film – Ander Onderwerp – van Bulls Eye Films, 2023  
https://youtu.be/O5NXUDE1_Ns
zien we werk dat je tentoonstelde tijdens Antichambre: een projectie/onderzoek/studie/installatie naar het beroemde schilderij van Velasquez ‘Las Meninas’ Beschouw je dit als één van je belangrijkste werken en waarom?
Bart Vanwalle Het project ‘Las Meninas’ beschouw ik inderdaad als één van mijn belangrijkste realisaties. Voor de uitwerking kon ik steunen op de medewerking van Carlos Betsens. In 1987 kende het project een vervolg in het kunstencentrum De Warande te Turnhout en nog een jaar later aan de Technische Universiteit van Eindhoven. De installatie is tot mijn grote spijt niet meer compleet: de spiegels van de spiegelkamer werden gestolen. De beelden sieren momenteel mijn atelier te Eeklo.

project ‘Las Meninas’

Kunstpoort Je bent een kunstenaar pur sang, hypersensitief, gevoelig voor wat er gebeurt in de wereld om je heen. Brengt kunst innerlijke rust?
Bart Vanwalle Ik heb leren leven met mijn demonen.

Kunstpoort Je zit in de marge en geeft commentaar op het centrum, dat vertelde je in de film ‘Ander onderwerp’. Wat doet dat met je?
Bart Vanwalle Vroeger verwachtte men van kunstenaars en intellectuelen dat ze ageerden tégen het centrum. Kunstenaars en/of intellectuelen zagen het als hun morele plicht en opdracht om vanuit de marge kritisch tégen dat centrum te reageren. Wie vandaag vanuit de marge in de contramine gaat, beschouwt de burger als een marginaal. De Antichambre, de tegencultuur is dood. We leven in een spektakelmaatschappij waar een lege selfiecultuur oppermachtig is, waar met engagement geld verdiend wordt. De markt regeert.

Kunstpoort Kiki Smith beweerde ooit ‘dat kunstenaars geen binnenhuisarchitecten voor musea zijn’ Je bent sterk gehecht aan je atelier. Je atelier is een privémuseum op zich. Ik veronderstel dat wanneer je ’s morgens je werkplaats binnenstapt, de confrontatie met eigen werk voldoening geeft. Vind je tentoonstellen wel fijn of een noodzakelijk kwaad? Hou je ervan je werk in een museum te zien? Stelde je veel tentoon in wat ze noemen een klassieke galerij? Of doe je dat liever niet, in het commerciële circuit tentoonstellen?
Bart Vanwalle Je hebt rijkdom, christendom, heldendom maar bij mij heerst het clusterdom. Het clusterdom is ontstaan uit de topologie, de locatie, de context die telkens wijzigt. In 1987 stelde ik als B. J. Edmund bijna al mijn werk tentoon in een leegstaande UCO fabriek als een cluster tussen industriële textielmachines. Je moet mijn werk in zijn totaliteit zien: tekst, beeld, muziek, kunst en in een welbepaalde context.
Voor de toekomst dringt zich een digitaal museum, een digitale cluster, op. Ik tip op interactie met het publiek. Elke digitale kijker zal zijn eigen cluster kunnen samenstellen, in feite een eigen werk maken door telkens andere teksten, muziek, beeld en werken te combineren.
Wat tentoonstellen in een klassieke galerie betreft: in Parijs stelde ik tentoon met werk dat hoorde bij de Nieuwe Figuratie (een aan de Pop Art verwante schilderstijl). De galeriehouder had interesse, wou in me investeren. De Nieuwe Figuratie was echter niet mijn habitat, ik had geen zin om verder deze stroming aan te hangen.

drieluik ‘Impression Soleil Couchant’ Galerie Karl Finkler – Parijs

Kunstpoort Je bent internationaal bekend, werkte in Polen, Frankrijk, China… Waarom trek je over de grens?  
Bart Vanwalle Ik wilde 1000 km ver van Gent een nieuw leven beginnen en dat werd Polen. We kochten er een ‘kasteel’ en knapten het op. Kunstenaar Mathieu Ronse, werkte er ook. Naar China* trok ik voor mijn projecten. In 1993 organiseerde ik er het topologisch Malevich-project op drie plaatsen. Ook in Israël* en Palestina stelde ik mijn projecten voor.
*1993 Malevich-project in Beijing
1994 Chineese european art center Brussels-Beijing
1996 Beijing museum, ‘3 generaties Belgische kunstenaars’
1998 Belgium Embassy project Beijing
1998 Permeke project Beijing- Shanghai- Shenzen
*1999 Israël, Golan-project _ Club 31 12 1999
31-12-1999 ‘There is no place for malevich on the golan golan hight’. Israël.
Daheisha camp westbank Palestina

Kunstpoort Je bent niet bang voor een confrontatie met andere culturen. Met de Patatopia Academy had je, zoals reeds vermeld, projecten in China onder andere in 1993 op het Tiananmenplein, het Plein van de Hemelse Vrede. Je legde daar een zwart vierkanten doek neer. Wat was de bedoeling. Kan je er iets meer over vertellen?
Bart Vanwalle  Het was een onderdeel van mijn topologisch Malevich-project ‘There is no place for Malevich’. Omdat ik compleet verschillende topoi zocht voor Malevich, realiseerde ik dit project op drie uiteenlopende locaties in China: een publieke plek, het Tiananmenplein; een ontmoetingsplaats, the September Gallery (wat door de lokale autoriteiten last minute werd geannuleerd) én in een huiskamer in de Xidanwijk; drie topoi die een totaal verschillend beleven van Malevich teweeg brachtten.

MALEVICH project China, Tiananmenplein, 1993 / Patatopia Academy

Kunstpoort Je bent een adept van de pamfletkunst. Zijn je pamfletten noodzakelijk om je kunst te begrijpen en zijn pamfletten wel kunst.
Bart Vanwalle Vanaf 1979 schrijf ik pamfletten, traktaten en vlugschriften. Zo publiceerde ik in 1981 onder het alias B.J.Edmond ‘Pleidooi voor een stijlloze kunst, Open brief aan Jan Hoet’. Persoonlijk zie ik een pamflet niet als een kunstwerk. Het is een reactie tegen de kunstwereld, tegen een bepaalde context. Tijdens mei 68 was er engagement bij de kunstenaar. Protestbetogingen zoals er toen waren tegen de oorlog in Vietnam zie ik nu niet meer gebeuren. Ik merk wel dat er iets beweegt in deze maatschappij. Kassel 2022 was een toonbeeld van nieuw protest: mensenrechten, de collectiviteit en maatschappijkritiek waren aan de orde. Kunst is nu eenmaal een spiegel van wat speelt en beweegt in een samenleving.

Kunstpoort Je hebt al een rijk leven achter de rug. Wie mag je biografie schrijven?
Bart Vanwalle Dit is een moeilijke vraag, zeker niet één van mijn kleinkinderen, zelfs kritisch ingestelde personen die opgroeien in onze huidige cultuur vind ik verre van ideaal; zij leven in een andere wereld. Het liefst zou ik iemand van mijn leeftijd aanwijzen.

Kunstpoort Welk project wil je nog realiseren, waar droom je nog van? Waar werk je op dit moment nog aan?
Bart Vanwalle Ik wil mijn werk loslaten, vind het een plicht mijn kunst, teksten, beelden… digitaal te archiveren. Mijn archief voor het CKV (MHKA) zou ik graag afronden. Verder zoek ik een platform om mijn werk aan de wereld toe te vertrouwen. Het clusterdom staat hier centraal. Mijn eindwerk wordt een digitaal museum. Verder kriebelt het ook om nieuw werk te creëren. Jammer genoeg moet ik mijn atelier verlaten en ben ik genoodzaakt uit te kijken naar een andere werkplaats. Zonder atelier kan ik niet.
Kunstpoort Heeft er iemand onder de lezers atelier tips voor Bart Vanwalle? Die zijn welkom op ons mailadres kunstpoortmail@gmail.com .

beeldcluster

Tot slot publiceren we een doordenker, een bij dit interview passende veelbetekenende tekst, mij aangereikt door de kunstenaar Bart Vanwalle:
Fr. Nietzsche schreef in zijn jeugdwerk ‘Geboorte van de tragedie’ (1872) dat ‘we kunst nodig hebben om niet aan de waarheid te sterven’!
Ik stel de vraag -in alle bescheidenheid- of het uitzetten van contextuele bakens van de ‘tekst’ (de afbeelding) tot meer kunst kan leiden zonder aan waarheid te sterven?!

Tekst Kathleen Ramboer
Fotografie Kathleen Ramboer en @Bart Vanwalle

Jean De Groote stelt tentoon in Het Adornesdomein te Brugge

Het Adornesdomein is een familiaal privédomein, gesticht door de familie Adorno uit Genua en dateert uit de 15de eeuw. Het bestaat uit de Jeruzalemkapel, godshuizen en een herenhuis met een grote aanpalende tuin. Tegenwoordig zetten graaf en gravin Maximilien de Limburg Stirum, de 17de generatie sinds de oprichters, zich gepassioneerd in voor het behoud van dit uitzonderlijke Brugse erfgoed.

In de Pieterszalen in het voormalige koetshuis van het huis van Anselms vader, wordt twee keer per jaar een tentoonstelling van hedendaagse kunst gehouden. Het doel is om Belgische kunstwerken en artistieke trends te ontdekken en met het zeer internationale publiek te delen. Info site www.adornes.org

Van 29 april 2023 tot 9 september 2023 is het de beurt aan kunstenaar Jean De Groote met de expo IT IS
opening op uitnodiging zaterdag 29 april om 17u tot 20u in aanwezigheid van de kunstenaar.
Toespraak van Johan Debruyne om 17u30

The Fallen Madonna, olie op doek, 135x90cm – Foto David Samyn

In een twintigtal werken laat Jean De Groote ons nadenken over de essentie van de dingen, over wat het is te bestaan, te zijn. Zijn eenvoudige onderwerpen op sobere achtergronden vormen een bijzonder soort stilleven, waarin de voorwerpen, zonder enige betekenis of functie, baden in een diepe stilte en volstaan met te zijn. Zo zetten zijn schilderijen aan tot nadenken over zowel het onzichtbare als het zichtbare. Een serene en esthetische kunst, maar wel een die ons kan onderdompelen in metafysische vragen die aan de grenzen van het begrip van ons menselijk brein liggen.

In de tentoonstelling ‘It is’ wordt het werk van Jean De Groote geconfronteerd met de architectuur en de kunstwerken van het landgoed Adornes en de Jeruzalemkapel, die vol geschiedenis en betekenis zijn. Het roept een reeks fundamentele vragen op over de relatie tussen zijn en tijd, conventies, spiritualiteit en doen.

Jean De Groote is schilder-filosoof en woont en werkt in Nazareth (Oost-Vlaanderen). Zijn kunst is al meer dan veertig jaar een passie-obsessie. Info site www.adornes.org

INFO EXPO IT IS

Het Adornesdomein
Peperstraat 3
8000 Brugge

29 april 2023 tot 9 september2023
maandag tot en met vrijdag van 10u tot 17u
zaterdag van 10u tot 18u
gesloten op zon- en feestdagen

Tickets
bezoek aan het Adornesdomein en aan de tentoonstelling IT IS van Jean De Groote
die tevens doorgaat in de Jeruzalemkapel
€10,00 volwassenen
€8,00 senioren
€6,00 jongeren 7 tem 25 jaar
gratis met museumpas
speciale tarief voor Bruggelingen

vernissage op uitnodiging zaterdag 29 april om 17u
inleiding 17u30 door Johan Debruyne

www.jeandegroote.com
www.adornes.org

Info over de kunstenaar op kunstpoort

https://kunstpoort.com/2022/11/14/painting-without-an-alibi/
https://kunstpoort.com/2017/10/14/jean-de-groote-schildert-het-ding-an-sich/
https://kunstpoort.com/2019/12/16/jean-de-groote-ontmoet-emma-van-roey/

Fotografe Carmen De Vos, de vrouw achter de camera

Voor fotografe Carmen De Vos zijn -een nieuwe lente, een nieuw geluid- geen holle woorden. Net voor de lente losbarst, het frisse groen verschijnt, de luchten blauw kleuren, stelt ze haar nieuwe fotoboek -Belly Riot- voor in haar spiksplinternieuwe studio te Antwerpen. Daarbovenop ruilt ze de gemeente Lochristi voor de stad Antwerpen. Voor het eerst in haar leven houdt ze werkplaats en woonhuis gescheiden. Het wordt -another way of living- Wie weet welke weg haar portretten opgaan? Voor Carmen De Vos zijn het ongetwijfeld drukke tijden. Fijn dat ze tijd vrij maakte voor een interview met Kunstpoort. Aan het staartje van het interview waren de rollen eventjes omgekeerd en toonde de fotografe heel veel human interest, een gave die ongetwijfeld van pas komt bij het portretteren.

Kunstpoort Voor de lezers is het interessant wat achtergrond informatie te vernemen. Heb je artistieke studies gevolgd? Fotografie? Ben je onmiddellijk als fotograaf aan het werk gegaan?

Carmen De Vos Ik ben wat je noemt een late roeping. Mijn eerste opdracht kreeg ik op mijn eenenveertigste en die opdrachten zijn blijven komen. Tegenwoordig ben ik freelance fotografe voor De Morgen, Knack, Humo, De standaard …. Mijn passie werd onmiddellijk mijn beroep. Vroeger was ik wat je noemt de beste fotograaf van de straat, fotograaf van familiefeesten, huis- en tuinfotograaf. De bal ging aan het rollen toen ik mij een point-and-shoot camera, een polaroid aanschafte. Het internet deed zijn intrede. Zo kon ik deelnemen aan internationale wedstrijden en won wereldwijd onmiddellijk prijzen. Ik was 40 jaar, had een administratieve job die stilletjes aan begon te vervelen. Mijn tienerdochter had mijn hulp niet meer nodig, ik besloot een sabbatjaar te nemen om mijn foto’s te archiveren. Dat archief verdween op de achtergrond en ik startte het magazine TicKL, een ambitieus gedrukt Engelstalig internationaal magazine met kunstporno. Ik wilde niet de klassieke erotiek brengen met fake modellen en siliconenborsten maar koos resoluut voor ondeugende humor. Ondertussen is het magazine een collectorsitem. Begin 2008 vroeg Cathérine Ongenae, journaliste en antropologe, mijn medewerking voor de serie ‘Man in hemd’ in de bijlage van De Morgen: WAX. Ik had geen ervaring, besloot met heel veel lef mijn eerste stappen te zetten in een mannelijk bastion dat toen het medialandschap was. Ik fotografeerde, sensueel, mannen, BV’s, politici… , in hun onderhemd, niet evident natuurlijk. Heel veel overtuigingskracht werd aan de dag gelegd. Ik vond het belangrijk mijn kans te grijpen, meester te zijn van mijn eigen verhaal.

Kunstpoort Je maakt vrouwelijke portretten, meestal polaroid foto’s, weg van het alledaagse schoonheidsideaal, van de traditionele beeldvorming die we kennen van de magazines. Welk beeld van de vrouw wil je tonen: de kwetsbare vrouw of de zelfbewuste vrouw?

Carmen De Vos Ik wil de vrouw in al haar kracht verbeelden, niet pleasend, niet lief. Ik kies voor een speelse, humoristische, ondeugende, frivole benadering en toon de vrouw in een absurde context, surreëel, niet alledaags. Ze is meer dan het mooie snoetje, buiten haar lichaam heeft ze ook een eigen verhaal.

Kunstpoort Je bent een vrouw achter de camera, sowieso kijk je anders naar een vrouw dan de mannelijke fotograaf. Is dit de reden dat vrouwen zich anders tonen en gedragen voor je lens? Of is het je persoonlijkheid, manier van omgaan met het model?

Carmen De Vos De mannelijke fotograaf kan bij het model als een bedreiging overkomen, als een man in een machtspositie. Bij mij speelt de shoot zich af in een leuke ontspannen theatrale sfeer. Bij een vrouw hoeven ze geen bevestiging dat ze mooi zijn, de keurende blik ontbreekt.

Kunstpoort Ik veronderstel dat naakt fotograferen niet evident is. Hoe ga je tewerk bij het fotograferen? Ken je de modellen, leer je die kennen, zijn er veel voorafgaande gesprekken? Moet je ook niet een beetje psycholoog zijn? Is de eerste vereiste dat het klikt met het model?

Carmen De Vos Vooraf corresponderen we per mail. Als fotograaf ben je inderdaad ook een beetje psycholoog. Heb ik een zelfverzekerde vrouw voor de lens? Zijn er barrières? Poseren kan een therapeutische uitwerking hebben. Ik zorg ervoor dat de vrouw haar grenzen verlegt en vooral niet blokkeert. De naakt shoot moet je opbouwen in een onbevangen sfeer.

Kunstpoort Zijn de foto’s een echo van de ziel? Of zetten je modellen gewoon een masker op? Is het een spel, theater, een soort performance? Is het meer dan een speciaal kiekje? Hangt er soms een verhaal aan vast? Zijn je foto’s een vertaling van persoonlijke emoties en gedachten? Probeer je in je model iets van jezelf te herkennen?

Carmen De Vos Het is niet uitsluitend theater. De ene keer toont de foto mijn verhaal de andere keer dat van het model. De stoutere kant van het model komt aan bod. Er is input van beide. Als fotograaf sta ik open voor improvisatie. Vaak duurt een shoot langer dan gepland omdat er heel wat ideeën opborrelen. Wanneer ik voor de pers fotografeer hou ik rekening met de eigenheid van het medium: krant, magazine of boek. Elk medium vereist een diverse aanpak.

Kunstpoort Aan je foto’s herken ik iemand met een enorme verbeeldingskracht en creativiteit. Ben je al van jongs af bewust van deze talenten?

Carmen De Vos Zelf had ik geen vermoeden van mijn ongebreidelde fantasie. Als werknemer in het bedrijf van mijn schoonouders ontwierp ik zonder enige opleiding een huisstijl: logo, website… Een teken aan de wand?

Kunstpoort Fotografeer je vaak op locatie? Zoek je een locatie of kom je die toevallig tegen?

Carmen De Vos Ik zoek een locatie volgens de persoonlijkheid van het model. Vaak zijn dat hotels B&B ‘s zelfs bij mensen thuis. Ik fotografeer weinig portretten in de studio.

Kunstpoort Wat is je mening over de sociale media, FB bijvoorbeeld, die naakt niet toelaat?

Carmen De Vos Het is jammer dat de moraliserende censuur op Facebook vanuit Amerika ook het FB gebruik in België controleert. Het berispende vingertje is ronduit censuur wat nefaste gevolgen heeft voor mijn werk. Uit noodzaak probeer ik nu braaf te zijn op de sociale media. Er is gebrek aan vrijheid, de jonge mensen leven nu in een wereld met blokjes en balkjes op instagram en FB. De David Hamilton foto’s van de jaren 70, droomachtige, wazige portretten van naakte adolescente meisjes zouden tegenwoordig sneuvelen onder de censuurdrift van FB.

Kunstpoort Je nieuwste boek -Belly Riot- toont zwangere vrouwen in absurde en surreële scenes. Vanwaar komt het idee een boek te maken met foto’s van zwangere vrouwen, vanuit je eigen leefwereld, gezinssituatie of sfeer?

Carmen De Vos Ik had niet bewust het idee zwangere vrouwen te fotograferen voor een boek. Het begon allemaal heel spontaan. Mijn eerste shoots van zwangere vrouwen waren met onder andere Murielle Scherre, Cathérine Ongenae. Na een tijdje bleek ik er een aanzienlijk aantal te hebben en ben ik doelbewust zwangere vrouwen gaan fotograferen in ongewone situaties. Ik fotografeer ze in een stoutere versie van zichzelf, niet de romantische maar wel de zelfbewuste vrouw, de amazones van deze tijd.

Kunstpoort Is het boek een salon- kijkboek of vind je het veel meer dan dat?

Carmen De Vos Ik heb vooral een feministisch statement willen maken met aandacht voor de zwangere vrouw. Vrouwen hebben nog altijd minder jobkansen. Vrouwen zijn nog niet zo lang juridisch beschermd. Het zwangerschapsverlof is pas in 1978 wettelijk geregeld. Een standbeeld van een heldhaftige man, militair, koning of wie dan ook, zie je overal in het straatbeeld, een beeldhouwwerk waarin de vrouw centraal staat is minder evident. Cathérine Ongenae heeft het in haar voorwoord over het ontbreken van de zwangere vrouw in de kunst en over de manier waarop een zwangere vrouw is afgebeeld. Galeries zitten vol met geïdealiseerde portretten van het moederschap, onberispelijke Madonna’s in lange gewaden met de hand zedig op de buik. Mijn boek toont de vrouw op een verrassende manier. Een sensuele en speelse reis naar een wereld van zelfontdekking, vrouwelijke empowerment en grenzeloze verbeeldingskracht. (vertaald citaat uit het Engels op site van Carmen De Vos.)

Kunstpoort Zijn de foto’s in je boek polaroids, digitaal? Bewerk je na de opname je foto’s?

Carmen De Vos De foto’s in -Belly Riot- zijn zowel polaroids als digitaal. Ik bewerk ze achteraf, steek er mijn eigen palet op, geef ze die specifieke kenmerkende Carmen De Vos sfeer.

Kunstpoort Onlangs las ik het volgende citaat van Elizabeth Shannon in The rise of the Photobook in the twenty-first century (2010): Een fotoboek is een autonome kunstvorm, vergelijkbaar met een beeldhouwwerk, een toneelstuk of een film. De foto’s verliezen hun eigen fotografischn karaktier als dingen ‘op zichzelf’ en worden onderdelen, vertaald in drukinkt, van een dramatische gebeurtenis die een boek wordt genoemd. Beschouw je je boek ook als een kunstwerk op zich. Je moet het geheel bekijken en niet de onderdelen?

Carmen De Vos Dat geldt voor sommige fotoboeken. Het geheel is krachtiger dan de onderdelen. De foto’s zie je best in hun totaliteit dan pas begrijp je de bedoeling. Zo is mijn boek geen bundeling van leuke foto’s, het is een statement.

Kunstpoort Is het moeilijk fotograferen in opdracht met eigen werk te combineren? Telkens switchen van onderwerp en aanpak, van analoog/polaroid naar digitaal, moet vermoeiend zijn. Denk je niet vaak tijdens een shoot aan je opdrachten en omgekeerd? Kunnen ze elkaar beïnvloeden?

Carmen De Vos Het is verrijkend met de twee bezig te zijn. Mijn opdrachtfotografie maakt van mij een betere kunstfotograaf. Mensen met bepaalde beroepen hebben voortdurend tijdsgebrek. Het is de boodschap om supersnel tot het beste resultaat te komen. Vandaag had ik een shoot met een regisseur. De deur gaat open, je treedt de privésfeer binnen. In een minimum aan tijd moet je de persoon doorgronden en leren kennen voor je een portret kan maken. Het is een training in snel werken.

Kunstpoort Ben je een reportagefotograaf die kunstfoto’s maakt of andersom? Een kunstfotograaf die ook reportages maakt?

Carmen De Vos De reportagefotograaf heeft de kunstfotograaf nodig en andersom. Het moet in balans zijn. Soms zit ik gevangen in mijn eigen kop. Dan breek ik uit, de afwisseling is interessant.

Kunstpoort Ga je vaak met een journalist op stap?

Carmen De Vos Zelden, dat is nefast voor de foto. Ik verkies zelfstandig te werken. Zo ging ik met Lize Spit alleen op stap naar de gewenste locatie. Fascinerend toch, die wisselwerking tussen geportretteerde en fotograaf. Met een journalist aan je zij kan je niet connecteren en je concentreren.

Kunstpoort Als illustratie van het gezegde lees ik op de instagrampagina Carmen De Vos
Ik had laatst een houten jubileum met Lize Spit. Ik mocht haar voor de vijfde keer fotograferen. Bij hout denk je toch al gauw aan krukken dus nam ik haar mee naar een oud hospitaal in Brussel. De staat van het pand was een stuk minder florissant dan in mijn verbeelding, maar gelukkig huist er nog steeds een speelvogel in ons beider wezen die we desgewenst naar boven kunnen roepen. We gingen op ontdekkingstocht door een labyrint van shabby hospitaalgangen. Terwijl ik Lize in beeld bracht, smolt er iets onverwachts. Avontuur, weet je wel. Niet de verf op de muren, maar ikzelf toen ik door mijn lens een keer teveel in haar grote reeënogen keek.

Kunstpoort Op je site zie ik enkel vrouwelijke portretten. Acht je het ook mogelijk portretten van mannen te maken? Ik zag enkel het portret van Etienne Vermeersch op je site.

Carmen De Vos Voor de pers fotografeer ik wel meermaals mannen. In opdracht van De Morgen had ik een fotosessie met Tania Vander Sanden geflankeerd door 2 mannen, dit naar aanleiding van haar 60ste verjaardag – Pool Party for an Actress-. Bij mijn vrij werk staan bijna uitsluitend vrouwen voor de lens. Met vrouwen is identificatie mogelijk. Een man zwoel en erotisch fotograferen valt moeilijker. Mannen hebben het daar moeilijk mee of er hangt iets meer in de lucht, de context is minder duidelijk.

Kunstpoort In welk fotomuseum of museum zou je ooit willen tentoonstellen of zou voor je de ultieme erkenning zijn?

Carmen De Vos Laat me maar bescheiden blijven: het FOMU in Antwerpen. Als ik het groots mag zien en luidop dromen: het MOMA in New York.

Kunstpoort Wat verkies je, een fotoboek of tentoonstellen in een museum?

Carmen De Vos Tentoonstellen in een museum. Ik stelde 2 maal tentoon in het Stedelijk museum te Zwolle. In een museale context tentoonstellen is tof en verrijkend. Je mag niet bang zijn om te falen. Ik kan jammer genoeg geen tijd spenderen aan het leggen van contacten met musea en/of curatoren.

Kunstpoort Misschien kan dit interview musea en curatoren triggeren?

INFO

https://www.instagram.com/carmendevoss/

cdv@carmendevos.com

Studio Carmen De Vos
Guldenberg 8
2000 Antwerpen

BELLY RIOT

Belly Riot is een revolutionair eerbetoon aan de moed en veerkracht van vrouwen overal ter wereld. Een sensuele en speelse reis naar een wereld van zelfontdekking, vrouwelijke empowerment en grenzeloze verbeeldingskracht.

Join the Belly Riot revolution!

Praktisch

Belly Riot is een bibliofiele uitgave. Er zijn maar 300 exemplaren beschikbaar en daarvan moet de gehele wereld bediend worden. Super gelimiteerd dus!
‘Belly Riot’, Carmen De Vos by Studio Carmen De Vos, 96 pp., 75 euro

Carmen De Vos gaat mee met haar tijd! Ze heeft 25 extra exemplaren laten drukken met 3 andere covers gegenereerd door haarzelf in co-creatie met DALL E-2. De covers zijn een interpretatie van AI prompted door een beschrijving van drie van haar eigen foto’s in het boek. Waarschijnlijk zullen dit de eerste fotoboeken ooit zijn met een door AI gegenereerde cover. Ze zullen verkocht worden als een tastbare en bibliofiele NFT via het nieuwe Belgische platform WAW Street.

Zondag 19 maart 14-18u – bezoek expo + mogelijkheid tot aankoop boek of NFT
Guldenberg 8 – 2000 Antwerpen

Verneem meer over Belly Riot via onderstaande link

Tekst Kathleen Ramboer
Foto’s Carmen De Vos


Kunst maakt vrienden

Expositie Acadisten in het Oud Hospitaal te Oudenaarde

De Acadisten zijn een informele vriendengroep met een gemeenschappelijke passie voor Kunst. Wat ruim vijf jaar geleden op de Koninklijke Academie Beeldende Kunst van Oudenaarde begon met een bemoedigend knikje, een vriendelijke aansporing en een enthousiaste belangstelling voor het werk van een “medestudent”, groeide uit tot een hechte vriendschap buiten de muren van de Academie.

Samen kijken naar kunst en tentoonstellingen bezoeken in binnen- en buitenland zorgt voor artistieke ontdekkingen, nieuwe inzichten, ideeën en esthetische ervaringen.

Hoewel de Acadisten samen optrekken, behouden ze elk hun eigen stijl door de aard van de verschillende disciplines: schilderen, tekenen, beeldhouwen, keramiek, grafisch werk, textiel, fotografie en nature art. Wat bindt is de belangstelling voor kunst en bovenal de passie voor het maken van eigen werk, zowel realistisch, experimenteel als fantasierijk.

Met deze eerste groepstentoonstelling willen de Acadisten laten zien dat creativiteit nooit stopt en willen ze graag hun enthousiasme met de bezoekers delen.

INFO

expositie Oud Hospitaal Oudenaarde
St Walburgstraat
17-18-19 maart
24-25-26 maart
open van 11u tot 18u

tekst Mieke Bailleul

Poëzie in beweging

Interview met Anne Provoost – Alja Spaan
een uitwisseling met MEANDERmagazine

MEANDERmagazine is een blog van onze noorderburen. Toevallig ontdekte één van de recensenten onze blog KUNSTPOORT. MEANDER contacteerde ons en dat resulteerde in een uitwisseling van een publicatie. Graag plaatsen wij het interview met Anne Provoost van MEANDER in de kijker en op hun beurt publiceren zij het KUNSTPOORT interview met dichter Rob Van de Zande.
https://kunstpoort.com/2022/01/25/dichter-rob-van-de-zande-een-romanticus-pur-sang/

MEANDER is een literair e-magazine over poëzie en heeft tot doel literatuur onder de aandacht te brengen van een breed publiek, gebruikmakend van de mogelijkheden van het internet. Ze besteden vooral aandacht aan aankomende dichters, publiceren elke dag beschouwingen, recensies, columns, interviews, hebben verschillende series lopen en nemen ingekomen kopij serieus.
Voor meer info https://meandermagazine.nl/

Wekelijks stuurt meandermagazine een nieuwsbrief naar een ieder die interesse heeft in poëzie. Gratis en voor niks.

INTERVIEW ANNE PROVOOST

‘De dichtkunst drukt het onvermogen uit om ons diepste zelf te verwoorden.’
interviewer Alja Spaan

foto © Mathias D’Haen

Anne Provoost schrijft romans, essays, korte verhalen en sinds kort ook poëzie. Ze is lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Zij won met haar werk de Gouden Uil, de LIBRIS Woutertje Pieterseprijs, twee keer een Zilveren Griffel, twee keer de Gouden Zoen. Haar roman –Vallen- werd verfilmd. Voor -In de zon kijken- kreeg ze de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap, dat is de voormalige Staatsprijs voor Literatuur. Haar werk is in twintig talen vertaald.

Alja Spaan Onlangs verscheen je eerste gedichtenbundel Krop, gefeliciteerd daarmee. Waarom koos je na alle romans, kinder- en jeugdboeken en essays nu voor een gedichtenbundel?

Anne Provoost Ik werk al meer dan tien jaar aan het oorlogsverhaal van mijn grootmoeder in de Belgische Westhoek. Zij werd als klein meisje per trein weggevoerd uit de frontstreek in het jaar 1915 omdat in haar dorp aan het Ieperleekanaal de Duitsers de eerste grote aanval met gifgas inzetten. Onze overheid heeft na die inbreuk op de Conventie van Den Haag vier jaar lang kinderen weggehaald uit de gevarenzone. Ik wist nagenoeg niets van die grootscheepse evacuatie tot de VRT me vroeg om hier samen met Rita Mosselmans een documentaire over te maken voor Canvas. Ik dacht dat het bij die docu zou blijven, maar op een of andere manier heb ik zonder het goed te beseffen dat verhaal vervolgens geïnternaliseerd. Vooral het feit dat de kinderen – het waren er bijna 20.000 – met treinen werden weggebracht zette zich vast in mijn hoofd. De cadans van de stampers van de locomotief en het slaan van de ijzeren wielen op de bielzen werden ineens hoorbaar in mijn zinnen. Ik begon met een dreun te schrijven, alsof ik spoken word maakte, of misschien was het mitrailleurvuur. De dieperliggende reden was allicht dat ik best wel verbijsterd was over de wreedheid van wat zich in mijn geboortestreek heeft voorgedaan zonder dat iemand me er ooit over heeft verteld: kinderen die werden verminkt door granaatscherven, kinderen met een handicap die spoorloos verdwenen, familieleden die stierven. De nadruk op ritme ging zo ver dat ik de inhoud van mijn verhaal begon te wijzigen, in functie van versvoeten, en dat in een prozatekst. Zeker in een roman die op werkelijke feiten is gebaseerd is dat natuurlijk niet de bedoeling. Ik wilde van die cadansstress af, die hang naar klankmaat moest uit mijn systeem, en zo kwamen de gedichten.

Alja Spaan Recensent Herbert Mouwen, Meander, gelooft niet in ‘het gescheiden houden van de verschillende schrijfgenres waarvan een auteur zich bedient.’ Jij wel?

Anne Provoost Voor mij is het onderscheid heel scherp. In een journalistieke tekst is er een obligate één op één verhouding met de werkelijkheid. In een fictietekst wordt die verhouding minder stringent, maar hij is er nog steeds, want dubbelzinnigheid leidt ook daar tot misverstanden. Poëzie doet het omgekeerde. Betekenis is niet langer de essentie. Er gebeuren interessantere dingen in een gedicht dan het overbrengen van beduidenis.

Appelflauwte
Opgedragen aan Herman de Coninck

Degenen die er zo zeker van zijn dat het leven
van hen is mogen over mijn geboortewond praten
terwijl ik nog een beetje drink

Zoals we gedichten niet begrijpen omdat ze
in onze ogen schijnen, blijft alles wat hier staat
behoorlijk geslepen, want Nederlands is mijn
tweede taal en de film van mijn vroege beschaving
kan breken

Mijn heldere gedachten botsen als platen
want een letterlijke vertaling dobbert
als een meerboei in een plas

Mijn oude iconen zijn door Scheideggers geratel
al lang van de plank
hun zuivere intenties tot proppen gedraaid
met hun roep om meer klaarheid

Van dat beeld kan ik niet slapen, ook al
dwaalt er in iedere controverse een waarheid
dus houd ik mijn zachte meesters tussen mijn regels
als tussen smetteloos witte lakens en val regelmatig flauw
maar laat het niet zien

Alja Spaan Waarin verschilt het schrijven van poëzie met al je voorgaande werk?

Anne Provoost Je veroorzaakt een sensatie, eerst bij jezelf, later wellicht ook bij je lezer. Gedichten laten deurtjes in de hersenen openklappen. Je zet al het cognitieve opzij, je haalt de letterlijkheid weg, je hijst de witte vlag en geeft toe dat betekenis meestal tekortschiet, en dat je dus andere middelen zult inzetten om een indruk of een gevoel of een toestand van een zender naar een ontvanger te laten gaan. Meer hermetische verzen invoegen is een manier om net dat aan de lezer duidelijk te maken. Je zegt eigenlijk: ik ben vrij en jij ook, dus laat je meevoeren, kom in mijn krochten, geef je weerstand op, misschien ontmoeten we elkaar dan wel.

Alja Spaan Mouwen haalt uit een radio-interview van je dat ‘het een kwestie was van iets dat eruit moest, het zat opgekropt.’ Is het schrijven noodzakelijk (geweest) voor jezelf of wilde je een algemeen gevoel verwoorden?

Anne Provoost Die gedichten schrijven was voor mij in ieder geval geen hobby. Het voelde meer als een kuur. Ik moet wanneer ik schrijf altijd wel iets kwijt, maar ik moet het daarom niet altijd kwijt aan een publiek. In eerste instantie deelde ik mijn gedichten met intimi, onder meer met kunstenares Annabel Keijzer in Amsterdam, die er dan telkens een heel kleurrijk schilderij bij maakte. Gedichten gaan voor mij om het spel, om de dans, het slaan van de hakken. Ik hoop oprecht dat de lezer van mijn bundel de uitbundigheid voelt van een vrouw van 57 die als een kind de mogelijkheden ontdekt van het dichten.

Alja Spaan Uit dat interview spreekt ook dat je denkt aan de lezer terwijl je schrijft – je wilt ‘de woorden en hun mogelijke betekenissen samen onderzoeken’. Is de taal van de poëzie rijker? Heeft het de interactie met de lezer nodig? Is juist niet bij poëzie de taal omgebogen tot een duidelijke vorm?

Anne Provoost Een schrijver is allicht op zoek naar een lezer, maar hij is ook zijn eigen lezer. Elk menselijk brein heeft altijd wel schizofrene potentie, vermoed ik, en dus kun je als schrijver ook de ontvanger zijn van je eigen gedicht. Gedichten worden de hoogste vorm van taalgebruik genoemd, en dat zijn ze ook. Maar poëzie is daarom nog geen hogere kracht. De dichtkunst drukt het onvermogen uit om ons diepste zelf te verwoorden. Vaak maakt die dus gewoon duidelijk dat we helemaal niet in staat zijn om die woorden ook echt te vinden. We botsen op het onzegbare, en we zoeken er metaforen voor, maar dat betekent niet dat we daarmee een stap dichter bij het onzegbare zijn gekomen, laat staan dat we het hebben geïnterpreteerd of verklaard. Onze geest is nu eenmaal sterk begrensd, onze harde schijf te klein voor een hoop fundamentele inzichten. Poëzie kan daar niet veel aan veranderen. De dichter bezweert zijn gedachten door ze door op papier te zetten, meer niet. Om te leven en te overleven is de wetenschap nuttiger dan de poëzie. Van zodra men poëzie omschrijft als iets esoterisch – ik denk bijvoorbeeld concreet aan de beweringen van Mathias Desmet die nu in Vlaanderen ineens actueel zijn – haak ik af. Een duidelijke vorm? Ik zou zeggen, er is vorm, maar hij is niet altijd duidelijk.

Alja Spaan Mouwen zegt dat hij ‘soms vastloopt in de stapeling van beelden’. Is dat erg?

Anne Provoost Het gedicht lijkt een organisme, maar is het niet. Een organisme groeit uit zichzelf, en een gedicht wordt door een dichter gemaakt. Op een gedicht kun je ingrijpen. Al kan dat ingrijpen ook tegenvallen. Soms probeer ik twintig wijzigingen uit, om dan weer uit te komen bij de allereerste versie. Ik kan zelf ook niet goed tegen stapelingen van beelden. Je moet nooit proberen alle hoeken van de kamer ineens te laten zien. Ik dacht dat ik mijn beelden strak in de hand had, want elk gedicht baken ik af met mentale strepen in het zand. Vanuit één basiskleur vertrekken, en enkel afwijken om te contrasteren, niet om te variëren, is voor mij een belangrijke vuistregel. Maar ik zal vast niet de enige zijn die dichterlijke principes beter kan belijden dan ze in de praktijk omzetten.

Alja Spaan Je dicht over alledaagse dingen, stelt hij. Hoe ga je te werk?

Anne Provoost Het is de cadans die het voortouw neemt. De woorden echoën in mijn hoofd tot ik ze neerschrijf. Ik zoek naar wat woorden in nieuwe combinaties verluiden, en hoe ze dat doen. En ik stel verluiden hier bewust tegenover verbeelden. Beelden zijn maar beelden. In een crisis is naar mijn ervaring het eerste wat je wil doen taal vinden zodat je het overweldigende ervan kunt saucissoneren. Daarzonder ben je in vrije val. Taal is ons meest menselijke houvast. Als de crisis toeslaat vind je de werkelijkheid niet terug, maar je vindt er misschien wel enige taal voor. Het gebeurt dan dat we een gedicht of een dichter iets universeels ‘toedichten’, maar dat is er volgens mij enkel door projectie. Misschien is dat wat Mouwen bedoelt met die ‘alledaagsheid’. Als aan mijn gedichten allerlei universele waarden zouden worden toegekend, dan zou ik me daarvan distantiëren, denk ik. Elk gedicht blijft voor mij anekdotisch. Het is geschreven doordat mij iets is overkomen of opgevallen, niet iemand anders. Een vrouw die dood wordt binnengebracht op de spoedafdeling in Gujrat in Pakistan omdat ze een abortus heeft ondergaan, mijn betovergrootmoeder die werd gedwongen met haar twintig jaar oudere schoonbroer te trouwen nadat haar zus in het kraambed stierf, mijn neef die verongelukte op zijn fiets, mijn ouders die voor het eerst hun achterkleinkind ontmoeten als het al maanden oud is omdat ze het niet hebben mogen zien vanwege Covid, twee vrouwen in Frankrijk die worden vrijgesproken nadat ze hun man hebben vermoord, … de alledaagsheid van leven en dood inderdaad. Ik wilde geen ingesloten of symbolische wijsheden in mijn gedichten stoppen. Anderen mogen dat doen, maar ik ga die interpretaties beamen noch ontkennen. Ik verkoop geen wijsheid. Ik zou veel te ongerust zijn om als betweterig over te komen, of om een aanbieder te zijn van tegelwijsheden. Enkel de wetenschappen zijn een goed kompas als je wijsheid zoekt, want de wetenschap is onze echte gedeelde werkelijkheid. Kunst is zoals de liefde, beide zijn fantastisch om te hebben, maar de poëzie moet niet willen fungeren als een parallelle wereld om dingen op te lossen. Gedichten kunnen misschien een mens genezen, maar ze kunnen de wereld niet genezen. Wie het laatste veronderstelt leeft in een delusie.

Pik-pik-pik

Het einde begint als na een winter van monocultuur kauwen boven het meer
zweven als marionetten aan draden, zich verspreiden in een hoek van de
afbeelding en zich keren tot het straatparlement dat erin slaagt de hele schepping
in één gewichtloze lengte te dragen: ze bijten een hoekworm in helften.

We krijgen koude en broze voeten op deze weg van oud koraal, want we hebben
een kwestie over het hoofd gezien, we zijn in de atlas van broedvogels gaan staan,
apen en andere grondbewerkers hebben de meer realistische kijk gehad: zij
trokken zich terug in de wereld die dan toch niet vergaat zoals aangekondigd in
dat andere gedicht.

De machine die onze leeftijd kan raden verlaat het station als een sneltrein, een
aandeel terug voor elke minuut dat hij is vertraagd, de vooruitgang ebt weg,
het lied van de zangers van diverse pluimage raakt ons met een snavel, drukt ons
verlangen over de rand waar wij lijken te –

Alja Spaan Ook noemt hij dat het voor je prozawerk kenmerkend is dat je pijnlijke kwesties verzwijgt. Je gedichten daarentegen zijn heel direct. Geeft poëzie je daarmee meer kansen dan proza?

Anne Provoost De gedichten zijn een uitlaatklep voor mijn bezorgdheid over onder meer liefdes die groter worden naarmate je beseft dat je ze kunt verliezen. Ze opschrijven voelde echt als het lossen van een ventiel. Het genre was gewoon geschikter dan proza om de totale ontreddering te beschrijven die opsteekt als je èn in een pandemie zit, èn in een klimaatcrisis, èn je daarbij ook nog eens vaststelt dat je in een razend tempo veroudert. Ik kan er niets aan doen, maar dan ga ik op zoek naar handvatten om situaties vast te pakken en te beheersen. De handvatten zitten in het verwoorden, met cynisme en relativering, en in de esthetische ervaring die je krijgt als een versregel goed bolt. Dat laatste altijd onder voorbehoud. In crisistijd wordt de poëzie vanzelf een stuk minder lyrisch.

Zoals je nog zei toen ik stierf

Zoals je nog zei toen ik stierf waren we gewoon
lichamen bezorgd om de wind, chimaera’s
van vreugde en blijheid. We ademden en zuchtten
met de regelmaat van vallende appels.
Ons licht startte in ramen. We moesten
absoluut de klokken verslaan, want er zat geen geluid
in het gerucht. De zon werd een vuurvogel en
we leefden om het antwoord te horen, maar
het probleem werd niet opgemerkt door God de Vader.
Alles is rakelings voorbijgegaan behalve het vergeet-me-niet.
Het ga-niet-weg werd zo gewichtig als de steen
op een graf.

Er stond een boom in het bos met een gat in de bast,
daar woonden internettrollen, ze hadden gebochelde
ruggen en een slavencomplex. We lieten ze slapen, we wilden
niet een heel persoon de oven in duwen, het wordt zo ook
wel donker als een ongeschilde aubergine. De beek raakte lek
en de koeien werden vlekken, en hoogten en diepten hielden
slechts met lijm nog contact.

Dus scheld me nu maar uit met je laatste woorden, want
er is tussen ons iets enorms aan de gang. Maak me
jaloers op mezelf. De herfst heeft een koude ziekte, maar
wij hebben de kinderen, er branden waxinekaarsen
in de palm van hun hand.

Alja Spaan Hoe belangrijk is het fysieke element in je gedichten? Mouwen noemt het soms ‘de erotische laag’.

Anne Provoost De beslissing om poëzie aan te bieden aan de lezer is aan de liefdesdaad verwant. Je mompelt iets onverstaanbaars, en je probeert de ontvanger te verleiden om mee te gaan tot het eind. Dat is voor beide partijen zowel betoverend en beangstigend. Je weet niet wat er gaat gebeuren. Een gedicht kan je veranderen. Die liefdesdaad mag je heel breed opvatten. Zinnen formuleren impliceert bijna altijd uitreiken naar iemand anders, meerdere individuen samenbrengen rondom iets wat potentieel kan worden gehoord en begrepen, en dus gemeenschappelijk wordt.

Alja Spaan Kun je je herinneren wat het eerste gedicht was dat je las?

Anne Provoost Toen ik veertien jaar oud was beantwoordde ik een oproep in de krant. Een zanger vroeg naar teksten om te toonzetten, en ik zond mijn pubergedichten in. Ik kreeg een heel lange brief terug, handgeschreven, want zo ging dat in die tijd. De zanger had boven mijn gedichten streepjes en boogjes gezet. Hij legde uit dat versvoeten noodzakelijk waren als je van een tekst een lied wilde maken. Sindsdien weet ik dat gedichten alles met muziek te maken hebben. Veel jonge mensen vandaag hebben dat veel eerder dan ik begrepen. Ze maken van poëzie een collectieve ritmische bezwerende beweging in plaats van in te zetten op verstilling.
Ik denk overigens dat die hang naar dansmaat en fonetische nadruk eigen is aan een maatschappij onder spanning.

Alja Spaan Op Wikipedia staat dat je begon met schrijven toen je vier was maar dat nog niet echt kon en daarom de verhalen aan je moeder dicteerde. Wat een heerlijke start. Heeft je moeder je altijd gelezen?

Anne Provoost Ze leest me inderdaad nog steeds. Ze leest ook alle recensies. Laatst was haar reactie: ‘Hmm, die begrijpt het denk ik of… de auteur heeft het nog anders bedoeld! Laat ze maar gissen.’ Ze heeft door dat wat dubbelzinnig is, of triple-zinnig of quadruple-zinnig, in even grote mate wordt veroorzaakt door de lezer als door de schrijver. De schuifjes zijn open gegaan, de lezer is aan het ‘verlezen’, in mijn dialect betekent dat sorteren wat nuttig voor je is, en zo hoort het.

De gedichten in dit interview komen uit de bundel Krop.

Schilderijen van Johan Clarysse zeggen meer dan woorden.

Kunstenaar Johan Clarysse troont me mee naar zijn atelier. Vol verwachting en met enige schroom klim ik de trappen op naar een ruimte waar zachte blauwen en aardetinten elkaar op het canvas omarmen. Het atelier baadt in een winterzonlicht, een licht dat de soms ‘donkere’ zwaarmoedige gedachten die zweven rond zijn werk verjaagt. De kunstenaar laat mijn blik dwalen over een groot deel van zijn oeuvre. Zoveel indrukken, zoveel bespiegelingen dringen zich aan me op. Zonder vragen te stellen krijg ik antwoord op prangende vragen die ik voor de kunstenaar klaar had. Terug ‘down to earth’ kan het werkelijke interview beginnen.

Kunstpoort Ik lees dat je voor je naar de academie trok een opleiding filosofie en agogiek genoot. Zijn je werken filosofische bespiegelingen? Zit je opleiding er voor iets tussen dat je begon te schilderen? En wat je schildert?

Johan Clarysse Via taal de werkelijkheid benaderen gaf me geen voldoening. Daarom volgde ik tijdens mijn studies aan de universiteit lessen aan de academie. De taal van het beeld graaft dieper, is genuanceerder. ‘Verf is huid én gedachte. Via het tastbare wordt iets ontastbaars opgeroepen.’
(Parijse notities Johan Clarysse, deel 1,2 en 3)

Kunstpoort Is het mogelijk dat een auteur door middel van een zorgvuldig gekozen taalgebruik kunst beschrijft of omschrijft? Laat het geschilderde beeld niet meer over aan de verbeelding? Niets is zoals het eruit ziet. Ervaar je het als een pluspunt als iemand over je werk schrijft?

Johan Clarysse De essentie van schilderijen is moeilijk te vatten in een tekst, niet in een alledaagse noch in een wetenschappelijke taal. Tegenwoordig schrijft een auteur in eerder filosofische termen over kunst. Kunstrecensies zetten de deur op een kier. Het is aan de lezer/kijker om die deur open te stoten en te verdwalen in een werk. Beschouwingen over kunst triggeren om zich te verdiepen in die kunst. Voorwaarde: een werk moet de kracht in zich hebben om erover te schrijven. Als een recensent dan over een schilderij van mij schrijft dan kan ik het alleen maar toejuichen. Een quote van Willem Elias, filosoof, docent en publicist, is me wat dat betreft altijd bijgebleven: ‘Hoe interessanter de kijker, hoe interessanter het werk.’

Kunstpoort Zijn er bepaalde gebeurtenissen in je leven die je werk/schilderkunst getekend hebben, een evolutie teweeg brachten of een kleine revolutie?

Johan Clarysse Een bezoek aan de concentratiekampen van Dachau deed me grijpen naar de figuratieve kunst. Ik zat vast in een abstracte beeldtaal. Bacon had het bij het rechte eind wanneer hij zei: ‘Ik schilder geen abstract werk want abstracte schilderijen kunnen niet wreed zijn.’ Vanaf toen begon ik naast figuratieve en geometrische elementen, woordbeelden te plaatsen in mijn werk zoals in mijn reeks Lentebeelden, geïnspireerd op Japanse erotische prenten.

werk uit de reeks Lentebeelden

Kunstpoort Wat is de bron van je inspiratie? Wanneer komt die, onder welke omstandigheden?
En ga je dan onmiddellijk aan het werk of laat je gewoon die indrukken eerst bezinken?

Johan Clarysse Ik neem notities, verzamel foto’s in een beeldarchief, dat kunnen foto’s van het internet zijn, eigen foto’s, filmstills… Ik vertrek soms ook van een tekening die ik maakte. Aangezien ik rond thema’s werk, in reeksen, is er niet enkel sprake van inspiratie in het hier en nu. Een schilderij moet je opbouwen, is gelaagd, is een proces in de tijd. Een tekening daarentegen kan wel in een impuls geboren worden.
Inspiratie haalde ik uit suggesties van mijn leraars, bijvoorbeeld: ‘een goed schilderij is een overwinning op zijn eigen onderwerp’ of ‘breng eenheid in je variaties en variaties in je eenheid’. Dat probeer ik nog altijd toe te passen. In een schilderij moet je ondanks de variatie het handschrift van de kunstenaar herkennen.
De kunstgeschiedenis is voor mij een vat vol inspiratie: Goya, Piero della francesca, (ooit volgde ik een route met locaties die hij frequenteerde) Gerhard Richter, dichter bij ons Spilliaert die een meester is in sfeerscheppen… beïnvloeden onbewust mijn werk.
Een residentie in Parijs was door de vele bezoeken aan het Louvre belangrijk voor mijn kunst. Ik verdiepte me er in de 18de en 19de -eeuwse kunst. Het hondje en de twee personen op de achtergrond van mijn schilderij Les charmes discrets du pouvoir, the balcony, 2016 is een knipoog naar Le Balcon van Manet (1868-69).
Tenslotte draagt iedere kunstenaar een eigen rugzak met zich mee. Ervaringen zoals het sterven van mijn vader, liefdes, interesses, (ik ben een filmfreak) houden zich schuil in mijn werk.

Les charmes discrets du pouvoir, the balcony, 2016

Kunstpoort Wat brengen je schilderijen teweeg bij het publiek, troost, emotie, bewondering…

Johan Clarysse Kunst zie ik als een nooit ophoudende dialoog met onze eindigheid. Kunst doorprikt de illusie van het volmaakte, heeft oog voor de niet rationele duistere kanten van ons bestaan.
Schilderijen kan je door verschillende brillen bekijken, hoe meer brillen, hoe interessanter.
Eerst heb je de zintuiglijke, receptieve bril die bij de kijker een onmiddellijke respons losmaakt, die voor ontroering zorgt maar evengoed afkeer of onverschilligheid kan uitlokken.
Kunst kan je ook aanschouwen met een plastische bril, de bril van een kunstenaar waardoor een spanningsveld tussen uitvoering en inhoud ontstaat. Hoe gaat de schilder om met verf, textuur, kleur, compositie, ritme? Hoe organiseert hij zijn verf op het tweedimensionale vlak dat een schilderij is? Ook niet kunstenaars kunnen deze manier van kijken ontwikkelen.
Verder zijn er nog de filosofische en kunsthistorische bril. Deze diverse brillen samen maken een werk alleen maar rijker.

Kunstpoort Het woord ‘suspicious’ komt vaak voor in titels van werken en thema’s van expo’s. Kan je wat meer uitleg geven over het gebruik van dit woord, het waarom?

Johan Clarysse ‘Suspicious’ heeft meerdere betekenissen voor mij. Ik begrijp het als suggestief, dubbelzinnig, meerduidig, vreemd, ambetant, ongemakkelijk… Mijn werk is sowieso gelaagd. Ik plaats de artistieke taal tegenover de wetenschappelijke of alledaagse taal die eenduidigheid nastreeft.

Suspicious movement IV, 2022

Kunstpoort Je laatste werk is onder andere volgens mij sacraal geïnspireerd, een piëta, een kruisafneming… dat zie ik er toch in, of sla ik de bal helemaal mis? Of mag iedereen je schilderkunst vrij interpreteren?

Johan Clarysse Deze schilderijen refereren naar theater- en hedendaagse dansvoorstellingen die geïnspireerd zijn op de werken van Caravaggio. En deze mag je inderdaad vrij interpreteren.

Somebody who could be me II, 2022

Kunstpoort Vroeger voegde je tekst toe op of aan je werk zie onder andere ‘suspicious landscapes’. De tekst had niet altijd betrekking op de inhoud. Nu zie ik grafische vormen toegevoegd aan een portret van Sigmund Freud, aan het schilderij Dance for forgiveness. Dance for forgiveness is feeëriek, behaagt het publiek niet alleen door zijn kleur maar ook door de grafische bolletjes/ovalen. Op de eerste plaats verleiden die vormen het publiek, ze zijn visueel aantrekkelijk maar hebben ze ook een functie? En welke?

Johan Clarysse In mijn schilderijen ontdek je een letterlijke en figuurlijke gelaagdheid. Beeld, lijntekeningen en taal zijn ambigu, verhinderen een eenduidige interpretatie. Voor mijn komende expo schilderde ik portretten van beeldende kunstenaars, schrijvers, wetenschappers… die me fascineren. De grafische elementen ontstonden in mijn hoofd tijdens het schilderproces. Bij het schilderen van het portret van Courbet zag ik het toen provocerende schilderij L’origine du monde voor ogen. De eigenaar, een Turkse diplomaat Khalil-Bey, onttrok het schilderij aan het oog van het publiek door een groen gordijntje – de kleur van de islam- er voor te hangen. Uitsluitend voor genodigden opende hij het gordijn. Het gordijn, getekend op het portret van Courbet, uit een kunsthistorische context gejat, wekt bevreemding op. De vloeiende, zachte penseelstreken van het portret contrasterend met de grafische lijnen van het gordijn verlenen het schilderij een speelse dubbelzinnigheid en zorgen in mijn ogen voor frictie en spanning.

Suspicious minds (Gustav), 2022

Kunstpoort Je werk pendelt tussen het voltooide en het onaffe. Vaak zie je het werkproces, de zoektocht nog op je schilderijen. Je laat de aanzettekening gewoon staan, je moffelt die niet weg. Wat is de bedoeling? Wat beoog je hiermee?

Johan Clarysse Een aanzet, een onderschildering blijft zichtbaar. Zo wint mijn werk aan picturaliteit en gelaagdheid. De haas, die een belangrijke rol speelt in de wereld van Joseph Beuys, schetste ik op het schilderij. Later maakte de haas een sprongetje, kwam en face met Joseph Beuys. Zo won het schilderij aan kracht en lijkt de haas in dialoog te gaan met de kunstenaar.

Suspicious minds (Joseph), 2023

Kunstpoort Je maakt schilderijen als een wereldbeschouwer. Je schildert de mens in zijn omgeving met zijn emoties, gezichtsuitdrukkingen die verraden wat erin hem omgaat. Ben je een schilder die de wereld op afstand bekijkt, weergeeft en schildert of een kunstenaar die empathisch is en een gamma aan emoties en verlangen schildert?

Johan Clarysse Het is een en/en verhaal. Ik bekijk de wereld op afstand en schilder met gecontroleerde empathie. Het lijden van de mens houdt me bezig, ik hou van kunst geankerd in het leven, de mooie en duistere kanten van de mens. Door onder meer gebruik te maken van tekst en symbolen creëer ik afstand, verhinder ik dat empathie omslaat in overdreven sentiment.

Kunstpoort Tekeningen laten de kunstenaar ‘pur sang’ zien, daarom hou ik ook zo van je tekeningen. Zijn dit studies voor je schilderijen? Beschouw je ze als een vorm van inlevingsoefening voor je schilderkunst? Hebben ze eenzelfde thema als je schilderijen? Ben je als je tekent gefocust op het thema van je schilderkunst?

Johan Clarysse De tekeningen staan op zich, ze zijn niet bedoeld als voorstudie. Sommige monden uit in een schilderij. Net als in mijn schilderijen gaan ze over onze condition humaine, de ambiguïteit van onze menselijke verlangens, drijfveren, emoties.

Afternoon walking, 2014

Kunstpoort Heb je ooit zelfportretten geschilderd?

Johan Clarysse Ja, niet het klassieke zelfportret maar met ingrepen. Ik stelde ze niet tentoon. Ooit verkocht ik wel een zelfportret.

Kunstpoort Je hebt een heel speciaal kleurenpalet, geen felle, noch zuivere kleuren. Wil je met dit ingehouden kleurgebruik een intimistische sfeer scheppen? Denk je na over je kleurgebruik of groeit je kleurenpalet spontaan?

Johan Clarysse Ik gebruik mijn kleuren intuïtief. Felle kleuren zoals ik die aanwendde in mijn vroegere abstract werk zouden de ingetogen sfeer verstoren, uitbundige kleuren sluiten niet aan bij mijn thema’s. Ik ben een tonalist, gebruik diverse nuances in eenzelfde palet. De aardekleur die mijn abstract werk van begin de jaren negentig ondersteunde, is wel een constante.

Kunstpoort Met welke kunstenaar: schilder, beeldhouwer, muzikant, choreograaf, schrijver… voel je een verwantschap?

Johan Clarysse Ik kan daar niet één naam uitpikken. Kunstgeschiedenis, literatuur, filosofie, muziek… het boeit en inspireert mij allemaal. Tegelijk ben je als kunstenaar ook een kind van je tijd. Stromingen, groepen, manifesten… zijn niet meer aan de orde in deze postmoderne tijd. We leven in het tijdperk van de post avantgarde. Zeker wat schilderkunst betreft is in de eerste helft van de vorige eeuw bijna alles uitgeprobeerd. Tegenwoordig heeft elke kunstenaar zijn eigen menu. Vandaag de dag zijn kunstenaars meer individuen die in het beste geval hun eigen mythologie, iconografie of universum creëren. In vroegere tijden kon kunst nog subversief zijn, zich afzetten tegen de burgerlijke waarden en normen. Vandaag de dag is dit veel minder het geval. Kunst heeft nu nog weinig politieke impact. Teleurstellend hoe de kunst vermarkt is en object van speculatie werd, op het perverse af.

Kunstpoort Je werken vind ik tijdloos wat techniek en inhoud betreft.
Zou je het fijn vinden als men over pakweg 200 jaar nog over je kunst spreekt? Schilder je voor de eeuwigheid of zegt dat je niet veel?

Johan Clarysse Ik ben daar niet mee bezig. Ik ben geen grensverlegger, heb een fascinatie voor de grote meesters. Ik schilder klassiek en eigentijds. Ik breng graag frictie in mijn schilderijen door bijvoorbeeld de ongebruikelijke combinatie van tekst, symbolen of grafische voorstellingen met het figuratieve beeld.

Suspicious minds (George), 2022

Kunstpoort Wat heeft schilderkunst tegenwoordig nog te betekenen? Het belang van schilderkunst vervaagde door de opkomst van de fotografie. Het digitale tijdperk, een overvloed aan beelden, conceptuele kunst… duwen het schilderij in een hoek. Toch overleeft de schilderkunst en is vooral de figuratieve schilderkunst zoals jij die creëert in opmars. Wat is voor jou de reden hiervan?

Johan Clarysse Schilderkunst is menig maal dood verklaard maar herrijst altijd opnieuw als een feniks uit de as. Waarom? Het is een oermedium. De kunstwereld dacht over het beroemdste en meest kenmerkend suprematistische schilderij het Zwart vierkant van de Russische avant-gardistische schilder Kazimir Malevitsj, dit is het einde. Het Zwart vierkant is de vormgeving van de absolute nul. Maar de kunstenaar vindt de schilderkunst telkens opnieuw uit, geeft schilderkunst een nieuwe moderne invulling.

Kunstpoort  Wat drijft je om te blijven schilderen?

Johan Clarysse  Schilderen is voor mij een daad van zelfbevestiging: ik schilder, dus ik besta. Het heeft iets driftmatigs, op het dwangmatige af. Het is voor mij ook een manier om -al schilderend- meer greep te krijgen op de werkelijkheid rondom mij en in mezelf. De schrijver en essayist Julian Barnes maakt, misschien iets te kort door de bocht, een interessant onderscheid tussen twee types kunstenaars. Het type Picasso en Lucian Freud, het meer extravagante type, ze trekken de aandacht op zichzelf en hun stijl. Het zijn zij die eerst moeten vernietigen om iets nieuws te creëren. Dat zie je ook in hun ietwat verwoestende houding tegenover vrouwen. Daartegenover plaatst hij het type Bonnard, Matisse, Vuillard, de ‘stillere’ kunstenaars die er nood aan hebben de wereld voor te stellen op een interessante manier, die de wereld niet heruitvinden maar wel beter begrijpen door hem te schilderen, dag na dag. Ik vermoed eerder tot die tweede groep te behoren.

Kunstpoort Wat brengt de toekomst volgens je? Schilder je op dezelfde manier verder? Dezelfde thema’s, de mens met zijn duistere kantjes, zijn drijfveren… Of heb je zin om andere disciplines uit te testen? Zoek je naar een vernieuwing, evolutie in je techniek, of zeg je wat komt, komt?

Johan Clarysse De tekeningen met collages die ik nu creëer betekenen een verruiming van mijn schilderkunst. 3D sluit ik niet uit. En wie weet grijp ik ooit opnieuw naar het abstracte? Een kunstenaar zoekt naar de beste manier om zich uit te drukken, om te vertellen wat in hem leeft.

Kunstpoort Heb je tentoonstellingen in het vooruitzicht, zijn er andere plannen?

Johan Clarysse Kortbij is er de tentoonstelling ‘Suspicious minds’ bij galerie S. & H. De Buck. De tentoonstelling is tweeledig. Enerzijds stel ik er portretten tentoon van kunstenaars, wetenschappers, schrijvers, filosofen… die me fascineren, anderzijds schilderijen die een dynamiek en beweging uitstralen: taferelen van straattheater, dans…
In april volgt een expo in o-68 Art Gallery in Arnhem, in dialoog met het fotografische werk van Wanda Tuerlinckx.
In mei volgt de voorstelling van mijn nieuwe monografie ‘This obscure object’, uitgegeven bij MER/Borgerhoff&Lamberigts.
In het najaar volgen nog twee individuele tentoonstellingen: in galerie Pinsart te Brugge en galerie GNG in Parijs.

een hoekje in het atelier van de kunstenaar

INFO

https://johan-clarysse.be/

https://www.instagram.com/johanclarysse.art/

https://www.facebook.com/johan.clarysse.9

expo ‘Suspicious minds’

galerie s & h de buck
Zuidstationsstraat 25
9000 Gent
5 maart tot 1 april 2023
opening 5 maart 15u door Hoogleraar Ignaas Devisch

monografie

‘This obscure object’
Borgerhoff & Lamberigts

tekst Kathleen Ramboer
foto @Johan Clarysse en Kathleen Ramboer

KLEUR IS POËZIE

TOVERZICHT(EN)

Kunstenaar Adi Steurbaut timmert al geruime tijd aan de weg van het constructivisme met af en toe een zijsprongetje bezaaid met action painting en geestige, ludieke droedels.
Kleurige, stijlvol uitgegeven kunstcatalogen houden van tijd tot tijd de kunstliefhebber op de hoogte van de evolutie in zijn werk.

Flirten met de zon 2001, De man die de wolken kleurt 2007, Weg van kleur 2012, Adiagonaal 2018 zijn vrolijke titels die een ongeremd kunstenaarschap illustreren. Adi Steurbaut weet zijn titels te kiezen, de vlag dekt de lading.


Zijn jongste boek KLEUR IS POËZIE – TOVERZICHT(TEN) bied je een selectie werken van 1984 tot 2022.
De ondertitel is er eentje met dubbele bodem:
HET OVERZICHT
’T OVERZCIHT
TOVERZICHT(EN)
‘TOVERZICHT’ betekent zowel een breed maar volledig overzicht als een referentie naar de ‘TOVERZCHTen’ die door Adi Steurbaut in de loop der jaren werden gefantaseerd en op doek gezet. (citaat uit boek pagina 6)
Diverse auteurs / kunstkenners zorgden voor een begeleidende tekst; een persoonlijke visie op de kunst van Adi Steurbaut. Het boek werd voorgesteld op 21 december in de inkomhal van Meubelen MAKRI te Ronse. Schepen van cultuur Joris Vandenhoucke verzorgde graag de inleiding.

Kunstpoortreporter Kathleen Ramboer kreeg de vraag een tekst te leveren voor zijn jongste kunstcataloog KLEUR IS POËZIE.

een greep uit haar tekst – Toverzicht, toveren met kleur, betoveren – naar aanleiding van een atelierbezoek

Het is een jong ogende Adi Steurbaut die voor mij de deur openzet naar zijn schatkamer volgestouwd met kleurrijke persoonlijke kunst. De benedenverdieping van het -stijl- volle huis met de gele ramen is zijn domein, een paradijselijke ‘yellow submarine’ om kunst veilig te bergen. Zijn atelier binnentreden is gelijk aan een Mondriaanse wereld ontdekken, kleuren op je netvlies laten vallen en beseffen hoe harmonieus de wereld van de schilderijen van Adi Steurbaut is. Het is een wereld die ongetwijfeld refereert aan het constructivisme van De Stijl. ….

Primaire kleuren, blauw, rood, geel, plus niet gemengde zuivere kleuren en zogenaamde niet kleuren zwart en grijs vormen belangrijke grondstoffen voor zijn universum. Adi is een homo ludens die schildert met eigen gemaakte spelregels en zichzelf tot winnaar uitroept als hij echt en waarachtig tevreden is over zijn kunst. De Burgerlijk ingenieur-architect in hem speelt technisch nauwkeurig en op gevoel. Voorstudies zijn er niet. Lijnen en vlakken dollen over het canvas en fluiten naar rood, geel en blauw tot ze in de armen van een cirkel vallen. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk. De kunstenaar spreekt de taal van de kleur, kleuren die leiden en verleiden. Een fotograaf schildert met licht, Adi Steurbaut tovert licht en vooral zonlicht op het canvas. …

pagina 20

Een rood schilderij is voor de kunstenaar een ‘Hungarian Rhapsody’, een blauw ‘Rhapsody in Blue’, een geel ‘Yellow Symphony’. Door de manier waarop hij kleuren tegenover elkaar afweegt en ritmisch herhaalt, ontstaan geluidloze, beeldende partituren. Het canvas, een melodieus feest voor het oog, brengt muziek voor een warme zomerdag, een vleugje Vivaldi. De klank van zijn schilderijen is pure poëzie, haiku’s op doek. (serie: The Rhytm of the Haiku) Met deze beeldende universele poëtische taal neemt hij een optie op de eeuwigheid want poëzie is eeuwig en is er altijd geweest zoals de natuur, de lucht en de aarde. …

pagina 18

Na al die jaren sluipt langzaam een evolutie over zijn canvas. De romantiek van wolken, water, regenbogen, bloemen, zon… verdwijnt. Wat overblijft zijn vlakken lijnen, cirkels. Het frivole kleurlint, dat bewust verdween tijdens de pandemie, is terug. De composities zijn verstilder, eenvoudiger, minimalistisch, zelfs contemplatief. En de kleur? Die blijft zegevieren als de rode draad in zijn werk. Zijn schilderijen roepen tegenstellingen op. Er is niet alleen extase door een overweldigend kleurgebruik maar ook rust door minimalistische composities. Er is niet alleen de stilte maar ook een suggestie van muziek. Er is niet alleen de poëzie maar ook een verhaal. De recente canvassen vragen van de toeschouwer enkele moeite, fantasie en kennis. Kijken naar de huidige werken van Adi Steurbaut is een oefening in kunst kijken. …

Tekst: Kathleen Ramboer, juli 2022


Lucas Van Parys leverde een opmerkelijke bijdrage voor de catalogus van Adi Steurbaut met verwijzingen naar de groten der aarde zoals Kazimir Malevich , Plato, Alexej von Jawlensky, Ursula K. Le Guin. Het is een waardige afsluiter voor deze mooie stijlvolle uitgave.

Een greep uit zijn tekst – About a child who loves colors and shapes…

Met woorden de creaties van een kunstenaar belichten blijft een moeilijke oefening. Want hoe omschrijf je, hoe benader je schilderijen zonder in algemeenheden te vervallen?  Belangrijk is voor ogen te houden dat, schrijvend over de scheppingen van een kunstenaar, je niet kan verhinderen dat je facetten van diens persoonlijk leven aan de openbaarheid prijsgeeft. Hierbij zijn respect én voorzichtigheid geboden.

pagina 112

Kazimir Malevich en Adi Steurbaut

Malevich: ‘Als je bezig bent de kosmos te veroveren, waarom zou je dan nog een bos chrysanten schilderen’

Na decennia werken is het duidelijk dat de innerlijke gesteldheid van Adi het best een expressie vindt bij de geometrische abstractie. De door hem bewonderde Kazimir Malevich is één van de  toonaangevende vertolkers van deze kunstrichting waarmee hij een zielsverwantschap koestert. In een volgehouden inspanning vertaalt Adi zijn innerlijke belevingswereld door een streven naar orde, evenwicht en steeds verder uitzuiveren (‘Less is more’), maar  –  niet te veronachtzamen ! – ook een drang tot lichtvoetigheid.

Plato en Adi Steurbaut

Adi’s weg naar ‘vervolmaking’, brengt mij bij een belangrijke gedachte van de Griekse wijsgeer Plato (ca. 427 – 347 vr. Chr.). Zo schrijft deze leerling van Socrates het volgende: 

“Onder schoonheid versta ik niet de schoonheid van mensen, landschappen en dieren, maar de schoonheid van rechte lijnen, cirkels en planimetrische en geometrische figuren die daaruit gevormd kunnen worden; want deze bevatten niet alleen een betrekkelijke schoonheid maar een eeuwige en absolute.”

Met een beperkt plastisch alfabet: cirkel, vierkant, driehoek en rechte lijn, troont Adi ons mee te verwijlen in zijn innerlijke wereld. Via vormen en kleuren – ‘Kleur is poëzie’ –  maken wij kennis  met een picturaal evenwichtskunstenaar.

Met een beetje goede wil kunnen we Plato’s woorden als een voortijdige apologie beschouwen van wat Adi in ‘onze tijd’ concretiseert. Wat zou het mooi zijn, én een blijk van respect, mocht de beschouwer met déze ‘wetenschap’  bereid zijn Adi’s  kunst te benaderen. Heel eventjes de eigen ‘zekerheden’ verbannen én aandachtig schouwen…

Ursula K. Le Guin en Adi Steurbaut

Van deze Amerikaanse schrijfster (1929 – 2018) kwam mij volgend citaat toegewaaid: “The creative adult is the child who survided’.

Elke psychiater die titulatuur waard, zal dit citaat onderschrijven! Adi is een kunstenaar die het innerlijke kind wist te handhaven. Het is geen toeval dat iemand met een niet geringe wetenschappelijk opleiding ook de weg bewandelt en steeds bewandeld heeft die  naar Schoonheid voert. En in die schoonheidsdrang is het spelende kind met zijn nog reine psyche een protagonist.  Adi, mens én kunstenaar, herbergt ernst en spel in een begerenswaardig mentaal evenwicht! De sensibele mens die nood heeft aan schoonheid in een steeds onheilspellender tijdsgewricht.

Tekst: Lucas Van Parys, september 2022

pagina 114
pagina 103

INFO

Adi Steurbaut
adi.steurbaut@gmail.com
www.adisteurbaut.be

https://www.instagram.com/adisteurbaut/

https://www.facebook.com/adi14mar

tekst Kathleen Ramboer – Lucas Van Parys
foto @Adi Steurbaut – Kathleen Ramboer

Een opkikker in deze donkere tijden.

De tentoonstelling ‘mijn realistisch werk vanaf de jaren 70’ van Andre Van Schuylenbergh in Kunstenruimte DISKUS is een opkikker in donkere tijden. DISKUS is een ruime, lichte en luchtige galerij waar kunstwerken goed tot hun recht komen.

Ik kwam terecht in een wereld van licht en kleur, blijheid, familiale warmte, tedere vriendschap maar ook van zotskappen en ‘scooters’ op de kermis, de wereld van André.

Geen drukke beelden, 1 uitzondering: het grote schilderij van de magnolia waar honderden bloemen het doek uitspringen, overdadig bloeiend zoals alleen een magnolia dat kan en Andre het kan weergeven.

Als Kunstpoortreporter was ik op de vernissage op vrijdag 2 december 2022.

De sprekers Willem Elias en Jean-Jacques De Gucht hielden het licht en luchtig, helemaal in de geest van hun pappenheimer André Van Schuylenbergh

Andre Van Schuylenbergh in het midden
Andre Van Schuylenbergh
Andre Van Schuylenbergh

Bedankt Andre voor de mooie avond en veel succes met je expo.

MONOGRAFIE

Naar aanleiding van de 70ste verjaardag van Andre Van Schuylenbergh werd een monografie uitgebracht over zijn realistisch werk van de voorbije decennia.
Dit boek – een hardcover van 160 bladzijden – is voor 45 euro koop tijdens de tentoonstelling in DISKUS.

INFO

Kunstruimte DISKUS
Diepestraat 46 in Aalst

https://www.facebook.com/diskusaalst

EXPO VAN 2 DECEMBER 2022 TOT 1 JANUARI 2023
De expositie is elke vrijdag, zaterdag en zondag open van 14u tot 18u.
Of op afspraak: 0496 81 10 62

Tekst en foto Bip Van de Velde

Connecting Minds

groepsexpo TaLe Art Gallery Vlierzele

Kunstpoort Wat vind je zo mooi aan een galerie runnen?
Tanja Leys De toeschouwer meegeven wat de kunstenaar voelt en waarneemt. Een kunstwerk is pas geslaagd als het weet te ontroeren, het publiek meesleept in het verhaal van de kunstenaar. Ik focus niet alleen op het resultaat, het kunstwerk, maar ook op de kunstenaar met zijn verhaal, zijn passies… Mijn missie is de kunstenaar centraal stellen. Een kunstenaar is zeker zo belangrijk als zijn werk. Tanja Leys in een interview met kunstpoort. zie https://kunstpoort.com/2022/03/31/de-geboorte-van-een-kunstgalerie/

Tale Art Gallery stelt ook in haar derde groepsexpo 5 hedendaagse kunstenaars centraal, ieder met een persoonlijk verhaal, met werk met een ziel. Schilderkunst en beeldhouwkunst komen aan bod.

KUNSTENAARS

HERVÉ MARTIJN
SVEN VERHAEGHE
EDITH RONSE
MARC GALLE
ANNOUK THYS

VERNISSAGE: ZONDAG 20 NOVEMBER 11u > 17u
Receptie en voorstelling kunstenaars
door Stef Van Bellingen (WARP) om 11:30

FINISSAGE: ZONDAG 18 DECEMBER 14u > 17u

LOCATIE
TaLe Art Gallery
nieuwe kunstgalerie in de oude textielfabriek
Vlierzeledorp 12A
9520 Vlierzele
+32 476 50 49 52

Voldoende parking voorzien


PAINTING WITHOUT AN ALIBI

Tentoonstelling schilderkunst
Jean De Groote
Gallery Sofie Van den Bussche

Op de site https://sofievandenbussche.be/nl/
lazen we deze betekenisvolle tekst

De Schilder van de Stilte

Jean de Groote is een Einzelgänger in de Belgische kunstwereld. In het pastorale Nazareth (kan het nog Bijbelser?) trekt hij zich elke dag als een heremiet terug in zijn studio. In deze creative monnikencel probeert hij de essentie van alledaagse dingen te vatten. De kunstenaar verandert in een alchemist die doek en verf distilleert tot het echte goud van deze schreeu-werige eeuw: stilte.

De Groote’s schilderijen laten een serene, zen-achtige impressie na. Ontdaan van elke functionaliteit, worden objecten gereduceerd tot wat ze zijn: dingen. Een roos is een roos is een roos. Een zwarte kraai is gewoon een vogel. Net door dingen te kristalliseren tot hun essentie, ontstaat een merkwaardige transformatie. Een roestige spijker wordt een icoon. Een stuk touw verandert in een relikwie.

In dit proces streeft De Groote geen objectief realisme na. Die rol is al eeuwen weggelegd voor de fotografie. Onderwerpen worden neergepend met krachtige borstelstreken, korstige verflagen en dramatische scha-duwen. “Wie mijn werk mooi vindt, heeft het niet begrepen” voegt hij er zelf aan toe. Maar wie goed kijkt, ziet meer. Dàt is de schoonheid van zijn werk.

Dat Eskimo’s 100 woorden hebben voor sneeuw blijkt een fabel. Maar dat De Groote 100 betekenissen heeft voor de kleur wit is een feit. Op zijn doeken brengt wit rust, maar creëert wit ook leegte. Het zet dingen in de verf of doet ze net verdwijnen. De tint brengt hemelse vrede, maar in een witte hel word je ook blind. Wit vraagt vooral om kleur; een smeekbede die de kunstenaar lustig beantwoordt met giftige tinten kardinaalrood, Napels geel en kobaltblauw.

Een centraal thema in De Groote’s nieuwste werk is de spijker. Op een gigantische wit doek zien we een kromme nagel bengelen aan een roestig snoer. Voor de artiest, een zoveelste poging om het onzichtbare zichtbaar te maken. Voor wie verder kijkt, het ultieme altaarstuk waarin niet het ding, maar de Passie herleid wordt tot de essentie: het lijden zelf, dat zelfs de sterkste zielen ondergaan

… in stilte.

Rik Corijn

Kunstschilder Jean De Groote is voor kunstpoort geen onbekende. We mochten hem interviewen toen zijn carrière niet in eenzelfde stroomversnelling zat als nu.
zie link https://kunstpoort.com/2017/10/14/jean-de-groote-schildert-het-ding-an-sich/

WAAR?

Gallery Sofie Van den Bussche
Barthelemylaan 22, 1000 Brussel
Contact: T : +32 (0) 476 92 06 47
E: sofie@sofievandenbussche.be
https://sofievandenbussche.be/

WANNEER?

20.11 > 18.12.2022
Open elke donderdag, vrijdag en zaterdag van 14u – 18u
& op afspraak.

OPENING

Zondag 20 november
van 14u tot 18u

Om 15u: inleiding door Johan Debruyne
Boekpresentatie ‘Schilderen zonder alibi’ zie afbeelding 
N.a.v. een atelierbezoek bij Jean De Groote, Eke, juli 2022, Frederik Van Laere

In aanwezigheid van de kunstenaar