LUC DE ROECK over schilderen en overschilderen

Tekst en fotografie Rik Guns

Luc De Roeck (1956) is een kunstenaar ‘pur sang’, die technisch talent heeft kunnen koppelen aan een verbluffende theoretische en praktische kennis van de schilderkunst. Maar in de eerste plaats is hij iemand met een onverzadigbare drang naar creëren. Zijn hele oeuvre – honderden doeken, duizenden studies – is een zoektocht, een spel van verrassen en verrast worden, van verschijnen en verdwijnen. Zijn doeken lezen als gelaagde verhalen, intrigerend en fascinerend. Maak kennis met een man die kunst ademt en geniet mee van enkele werken die zelden of nooit getoond zijn (gebruik een groot scherm).

MINIMAL CAR (2004-1989-1986-1985)

Ik kijk naar een schilderij in zijn woonkamer. Het dateert van 2004 maar heeft een rijke voorgeschiedenis. Het diepe maar subtiele coloriet doet denken aan colour field painting maar het beeld is onrustiger dan het contemplatieve bij Mark Rothko of Barnett Newman. Kleurenveld (colour field) past hier overigens letterlijk. Het beeld is geschilderd vanuit het perspectief van een vogel die hoog boven de Mojavewoestijn, in de Valley of Fire vliegt. Het vlak wordt doorbroken door een recht afgeplakte zwarte lijn van de autoweg die eindeloos eentonig door het landschap snijdt. Er rijdt een minuscuul zilverkleurig autootje op, met een stofwolk achter, het is de kunstenaar op zijn tocht, zich bewust van zijn nietigheid in dat onmetelijk panorama. De titel van het werk (Minimal Car) is ook een subtiele verwijzing naar minimal art. Het is heel gevoelig geschilderd, door een kunstenaar die zich terug in dat surreële landschap droomt en opgaat in de glooiende ongereptheid ervan. Zijn auto heeft hij pal op de gulden snede gecapteerd, kunstenaarsplezier, maar ook een teken van respect voor de indiaanse cultuur, waarin evenwicht van mens en natuur fundamenteel is. “Wij zijn het land, de aarde is de geest van de mensen, zoals wij de geest van de aarde zijn” schreef Paula Gunn Allen (Amerikaans dichteres, schrijfster, activiste…). Voor indianen is de aarde geen middel om te overleven, geen setting voor zaken, maar een onderdeel van ons zijn. De aarde, dat zijn wij. Luc is al heel zijn leven aangetrokken tot de indiaanse cultuur, hij vindt er essentie in terug.

Gefascineerd kijk ik naar het schilderij. Dan toont Luc me een grijze voorstudie uit 1985. “Picasso”, zeg ik spontaan. Hij lacht: “Dan is dit is mijn Guernica”. Ik herken een vogel linksboven, de indiaan op het paard in het midden, een hand en twee rode stippen in een groot centraal masker; rechts: een hoofd, gefragmenteerd in profiel en frontaal en verder overal indiaanse symboliek. Het geheel is geometrisch perfect in evenwicht. De punten boven-onder-links-rechts (NZOW) kregen extra aandacht. Ze creëren een ruimte, waarin je op ontdekking gaat en je jezelf verliest.

De voorstudie was de basis van een eerste schilderij (nu onderschildering) uit 1986: één en al kleur. De vogel linksboven is opgegaan in het landschap, de gemaskerde ruiter is verenigd tot een vogel (een raaf?), het paard is ook versmolten in het beeld maar kijkt ons nu frontaal aan, terwijl de gevederde indiaan rechts nu in driekwartzicht getoond wordt; de centrale indiaan met de bebloede hand komt uitdrukkelijker in beeld…. Vanop afstand blijf je de diagonale, horizontale en verticale verdeling herkennen, het evenwicht in de chaos.

Vier jaar later: het schilderij bestaat nog, maar het is verdwenen, overschilderd. “Het was niet af”, zegt de kunstenaar. “Ik vond de voorstelling te exotisch, te paradijselijk, terwijl de werkelijkheid toch wat anders was.” Hij heeft het o.a. over de conquista van Zuid-Amerika. In de overschildering laat hij in uitgespaarde contouren een schip voorbijvaren op de golven vanhet landschap dat met een roodbruine beits-glacislaag verzinkt in de aarde. Het nieuwe beeld verwijst zowel naar de kolonisatie als naar de zeevaartkennis van de indianen zelf.  “Schepen hebben een opdracht” luidt de titel van zijn tentoonstelling in 1989.

En nog is het werk niet af. Na reizen in o.a. Navajoland (VS) en Ecuador, overschildert Luc het verhaal een laatste keer, zoals hij zich toen voelde: nietig in dat onmetelijk landschap, onder de indruk van de indiaanse culturen, de kleuren, de geometrische patronen, de traditie en het respect voor de aarde.  Om de eindeloosheid nog meer in de verf te zetten heeft hij het werk platter afgesneden. Het resultaat is prachtig, gelaagd, rijk, kwetsbaar en mysterieus, zoals de geologische lagen van de grond waar het doek naar verwijst.

Hoe langer ik ernaar kijk, hoe meer het me meevoert. Ik ga nu dichter staan en zoom in op details, eerst linksonder. Ik zie het plamuursel, een tactiele referentie aan de aarde (een knipoog naar Antoni Tàpies, vermoed ik, een schilder die hij ook bewondert). Ik geniet van het ritme, de complexe gelaagdheid, dat prachtig warm coloriet. Herken ik nu een zeilschip op de golven links? Of laat ik me meedrijven in een droom?

Dan verschuif ik mijn focus naar een fragment rechtsboven, naar het autootje dat door het stoffige landschap scheurt. Ik herken de bebloede hand in het midden en ik voel de confrontatie van de eenzame reiziger met dat onmetelijk landschap dat de geschiedenis van een volk in zich draagt. Beide fragmenten zijn kunstwerken op zich.

OVER SCHILDEREN

Luc De Roeck tekent en schildert al langer dan een halve eeuw. Vroeger combineerde hij drie carrières: een academische als docent; een commerciële, als illustrator in opdracht; en een carrière als kunstenaar. Op zijn 67ste wijdt hij zich enkel nog aan de kunst, zonder kan hij niet. Hij wordt oprecht gewaardeerd door collega’s en ex-studenten, maar daarbuiten is hij relatief onbekend. Hij zoekt de publiciteit niet op. Je vindt op het internet welgeteld één tentoonstelling over hem en hij blijft weg van de sociale media. “Er zijn te veel beelden”, zegt hij. Ik ben het met hem eens, er is te veel vluchtige beeldconsumptie, zeg maar visuele pollutie.

Ik ben benieuwd of hij zich tot een kunststroming rekent. Zijn antwoord is even kort als veelzeggend: “Kunst is een vrijstaat”. De kunstenaar laat zich graag beïnvloeden, hij bestudeert, analyseert, maar hij laat zich niet in een keurslijf dwingen. Hij is soeverein. Er staan meer dan 800 kunstboeken in zijn atelier, alfabetisch gerangschikt. Hij neemt er een uit, het volledige oeuvre van Mondriaan, hij doorbladert het samen met mij en becommentarieert: “Kijk naar al die werken: realisme… impressionisme… fauvisme… kubisme… pure abstractie… en uiteindelijk ‘De Stijl’ waarvan Mondriaan bekend is, maar kijk dan, een paar jaar later: het veel speelsere ‘Victory Boogiewoogie’, zonder die zwarte lijnen, zonder die grote vlakken en in een ruit, geen vierkant of rechthoek meer. Mondriaan bleef zoeken, evolueren, veranderen, enkel zijn dood kon hem stoppen. Tot welke stroming behoort hij dan?” Het is een retorische vraag. Luc heeft gelijk. Wat is de relevantie gecatalogeerd te worden tot een kunststroming?

Toch kan je niet om de tijdsgeest heen, we zijn allemaal kinderen van onze tijd, antwoord ik. Hij studeerde af eind de jaren ’70, in een periode van werkloosheid, onzekerheid, defaitisme. “De grote verhalen zijn dood” schreef de Franse filosoof Jean-François Lyotard over het postmodernisme: de maatschappij was niet maakbaar, universele waarden waren zinloos, het individu is allesbepalend. Ik vraag hem of die periode zijn kunst heeft beïnvloed. Hij weet het niet. We zijn het er beiden eens over dat Lyotards wereldbeeld bewaarheid is geworden als we naar het doorgeslagen individualisme van vandaag kijken. Misschien daarom dat ik geen fan ben van popart, antwoord ik, ik vind het vlugge consumeerkunst, zogezegd uit protest, maar in wezen is het conformistisch eigenbelang, gemaakt om te behagen. Luc is het niet met me eens. Hij toont hij me een boek van Jasper Johns. Ik moet mijn mening bijstellen: werken als ‘Alphabets’ (1957), ‘False Start’ (1959), ‘Racing Thoughts’ (1983) …zijn ongemeen knap in al hun eenvoud en eerlijkheid.

 “Als je een beeld wil maken, moet je in iets geloven” zegt hij, “zo niet trap je in het ijle”. Schilderen is voor hem een engagement, een zoektocht, een proces van ontdekken, van analyseren, van beleving en van communicatie. Hij is zich bewust van zijn technisch talent, waardoor hij zich ongehinderd kan uiten op doek, maar daarnaast gaat hij ook op zoek hoe hij verworven vaardigheden een hak kan zetten, kan loslaten, hoe hij de beheersing uit handen geeft om verrast te worden. Hij is een kunstenaar die graag de grenzen opzoekt, plezier vindt in de uitdaging. Het is alsof hij de creatieve onrust nodig heeft om tot rust te komen.

Vijftig jaar schetsen en schilderen, duizenden vellen papier en honderden doeken: zijn oeuvre is omvangrijk en divers. “Het wordt tijd dat ik mijn werk begin te inventariseren” zegt Luc, “nu ik me nog alles herinner. Ik zou het jammer vinden dat al die verhalen, al die processen, de kern van al dat werk vervagen of verloren gaan. Terwijl hij dit zegt bladert hij door een van zijn ontelbare schetsboeken. We houden halt bij een reeks portretten uit 1984, van bekende kunstenaars, geschetst in Oost-Indische inkt: Eugène Delacroix, Franz Mark, Paul Gaugain, Pablo Picasso, Juan Miró, Nicolas de Staël, Mark Rothko, stuk voor stuk prachtige beelden, met stijlelementen die kenmerkend waren voor elk van de betrokken kunstenaars. “Intussen heb ik vele andere, recentere kunstenaars leren kennen en appreciëren, ook tijdgenoten en mensen dichter bij huis”, zegt hij. Het typeert de kunstenaar die nooit ophoudt met zoeken en ontdekken.

Van Rothko maakte hij ook een geschilderd portret, buitengewoon mooi: die vastberaden blik, zacht verdwijnend in het canvas, contemplatief, maar geschilderd in verticale borstelstreken. Ik zet er een foto van Luc naast. Het is alsof Rothko, de man die twintig jaar lang enkel zachtjes rafelende horizontale kleurenvelden schilderde, hem aankijkt: “Did you do this”?  Typisch Luc De Roeck, denk ik: hij bewondert maar hij is geen slaaf. Hij aapt niet na.

FEEDBACK

Feedback” is een ‘work in progress’ van 16 schilderijen, elk 1,8 meter hoog met een reusachtige gitaar, niet meer dan dat. Een aantal doeken zijn klaar.  Als ze alle 16 af zijn zou de kunstenaar ze graag tentoonstellen als een galerij waartussen de bezoeker kan wandelen, als in een stroom van visueel geluid, oorverdovend stil. De beelden verwijzen naar gitaren van Neil Young, voor wie Luc een grote bewondering koestert.

De schilder voelt zich verwant met de muzikant die graag buiten de lijntjes kleurt en die nieuwe muzikale oorden blijft opzoeken. Young werd wereldberoemd met zijn rock en folk-ballades maar hij smeet zich met even veel overtuiging op country (“Old Ways”), blues (“This note’s for you”) en rockabilly (“Everybody’s rocking”); ooit omschreef hij zichzelf als “a maker of noise”; hij componeerde en speelde filmmuziek (“Dead Man”); hij omarmde techno (in “Trans”, waarin hij zich o.a. liet beïnvloeden door Kraftwerk) …  Minstens even baanbrekend is zijnactivisme: voor Farm Aid; tegen de Keystone XL pijpleidingen door indiaans gebied; tegen Spotify toen die weigerden een podcastcontract op te zeggen met een notoir covid-ontkenner (onlangs kwam dat contract ten einde en Young zit terug op Spotify); tegen Ticketmaster, dat grof geld verdient aan het opdrijven van ticketprijzen… Het hoeft niet te verwonderen dat een kunstenaar als Luc De Roeck inspiratie vindt bij een kunstenaar als Neil Young.

Eind 2009 zag Luc de legendarische film The Neil Young Trunk Show, een concert waarin demuzikant na het eerste deel met akoestische ballades en zachte songs onverwacht overschakelde naar een radicaal elektronische jamsessie, waarin hij, als in trance, met rauwe, oorverdovende grooves, in zijn ziel liet kijken, alsof hij een statement wilde maken: “Jullie dachten me te kennen? Fuck all! Hier ben ik!” Action painting op gitaar. Zo ging de muzikant op een bepaald moment op het podium in dialoog met de feedback van Old Black, zijn iconische 1953 elektrische Gibson Les Paul. Dat was een bron van inspiratie voor Luc voor een project waaraan hij nu al langer dan tien jaar werkt. Het concept erachter zou je animistisch kunnen noemen, het herkennen van een ziel in een voorwerp: de gitaar op het podium van Neil Young (die het instrument een naam geeft, een identiteit, waarmee hij communiceert) en de gitaar op canvas van Luc De Roeck.  Om de pret van de première niet te vergallen, toon ik in deze preview maar één van de zestien schilderijen volledig. Voor de rest beperk ik me tot een paar fragmenten.

Het is onbegonnen werk om de inhoud van elk doek te analyseren, daarvoor zou je in het hoofd van de kunstenaar moeten kunnen kruipen op het moment dat hij het schildert. Sommige schilderijen ogen turbulent en rauw, maar niet onbesuisd, de schilder kladt er niet gewoon op los. Alles is weldoordacht via studies en schetsen. Maar eens de schilder zich op het canvas gooit, laat hij zich leiden door gevoel, ritme en verrassing. (Ik herinner me een opmerking die hij maakte tijdens de lunch: “Jackson Pollock danste rond zijn canvas, hij liet zich verrassen door het resultaat van zijn bewegingen, maar hij wist wat hij deed, heel bewust”).

Ook in ‘Feedback’ valt de gelaagdheid op, de oude glaceertechniek. Lyrisch abstracte penseelstreken overschildert hij met strak geometrische vlakken. De onderwerpen daarvoor zijn gebaseerd op snapshots: een raam uit een kamer in Parijs, de binnenplaats van de Academie, een station in Praag, een kat op een ladder… banale beelden, die hij in schetsen synthetiseert tot een minimalistisch spel van lijnen en vlakken, van licht en donker, vooraleer ze kleur te geven op het canvas. Ik vraag hem: “Vanwaar die weerkerende geometrie in je werk?” Hij is gepassioneerd door de schoonheid van wiskunde, zegt hij, de gulden snede, Fibonacci, het evenwicht, de essentie.

Op, of beter ‘in’ de gitaren zie ik ook handen geschilderd, in heel expressieve vormen, soms als bovenste laag, soms onder een vlak. Hij heeft er een dik schetsboek aan besteed, tientallen bladzijden, alleen maar handen in alle mogelijke houdingen, eerst natuurgetrouw getekend en daarna gestileerd als bloem, blad, boom, dier… Bruikbare resultaten heeft hij boven zijn werktafel gehangen.

Ten slotte schildert hij alles wat zich rond de vorm van de gitaren bevindt weg, in een tint van wit, grijs of donker. Op sommige doeken brengt dat rust, op andere schemeren beelden door, een decor van ervaringen, met elkaar verweven maar vervaagd. Enkel de gitaren zijn niet gedempt, niet overschilderd, zij geven hun “feedback”, ongefilterd.  Zoals ‘Old Black’ met Neil Young communiceerde via de versterker, communiceert elk doek nu met de schilder via de gitaar. In beide gevallen is de toeschouwer een getuige die zich kan laten meevoeren door de ziel van het werk.

En zelfs daar stopt het creatief proces niet. De vorm van de gitaar heeft nog een betekenis. In een schetsboek zie ik dat Luc tekeningen gemaakt heeft van dogū (oervormen van moederfiguren, zoals de Jōmon Venus (3000-2000 v.C.). De contouren van de schetsen lijken op de rondingen van een gitaar. De suggestie is gemaakt: Luc laat de steel van elke gitaar eindigen in een vrouwenhoofd.

‘Feedback’ is een bizar en intrigerend schouwspel. Ik ben nu al benieuwd om ooit door die galerij van gitaren te wandelen. Wanneer? Dat weet de kunstenaar nog niet. Hij laat zich door niets of niemand opjagen. Kunst is een vrijstaat.

Rik Guns

27.03.2024

Artmut Galerie exposeert…

video Bert Vannoten

ENKEL DIT WEEKEND!! Zaterdag 16 en zondag 17 maart, van 11 tot 18u … van Harte Welkom bij Galerie Artmut! Juwelen van Inge Morel, Mozaïek van Marq Rawls, Schilderijen en krijttekeningen van Harald Calle en schilderijen en tekeningen (portretten) van Baghdasar Yan.

Pareipoelstraat 3, Mechelen
www.artmut.be

Marq Rawls woont en werkt in Dinant (aka Marc Crauwels en voormalig directeur van het mimefestival). Hij richtte in 2009 zijn mosaicstudio.eu op. Hij ontwerpt originele handgemaakte mozaïeken volgens eeuwenoude Byzantijnse & Romeinse tradities en ambachtelijke technieken, ook gecombineerd met hedendaags design. De replica van een bestaande mozaïek of restauraties zijn eveneens zijn vak. De tentoonstelling toont mozaïekpanelen die kunnen ingewerkt worden in de muur of die ook als een schilderij opgehangen worden. Er is een videoprojectie waar je kan kennis maken met het ambacht en de stap per stap evolutie van creaties. Tot slot worden zes kant- en klare projecten voorgesteld waar U kan kiezen uit bestaande collecties, kleine en grote. 


Inge Morel is een hedendaagse juweelontwerpster die werkt binnen de traditie van de klassieke edelsmeedkunst. Ze werkt uitsluitend met edelmetalen en edelstenen. Grote concepten moet je achter haar creaties niet zoeken. Niet dat haar ontwerpen geen verhalen vertellen, integendeel. Maar ze laat het werk voor zich spreken.

Dat klassieke meesterschap, het authentieke, ambachtelijk vakmanschap is haar op het lijf geschreven. Toch kan je haar juweelontwerpen moeilijk “klassiek” noemen. Ze zijn nieuw, fris en onmiskenbaar hedendaags, zonder avantgardistisch te zijn. De ene keer een tikje frivool, de andere keer strak. Nu eens fragiel en fijn, dan weer robuust en ruw. Ze lijken bedrieglijk eenvoudig en getuigen van persoonlijkheid.

https://www.facebook.com/people/ArtMut/10002474024515
https://www.facebook.com/profile.php?id=100077056691367
https://beeld.be/nl/kunstenaars/marq-rawls
https://www.facebook.com/baghdasaryan.baghdasar
https://www.facebook.com/kunstvanharaldcalle/


Videography: Bert VANNOTEN

Ridders van de orde van het Gulden Vlies

Video Bert VANNOTEN

Ridders van de orde van het Gulden Vlies
een schitterende mythe ontrafeld

De Ridders van het Gulden Vlies is een exclusieve ridderorde.
De leden worden vliesridders of toisonisten genoemd. In de katholieke Oostenrijkse tak behoren ze allen tot de Europese adel. De Spaanse tak is al sinds lange tijd een orde van verdienste.

De orde werd op 10 januari 1430 in Brugge ingesteld door Filips de Goede, hertog van Bourgondië, bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal.

Met de instelling van deze orde wilde Filips de Goede verschillende doelen bereiken, zoals de verering van God en de verdediging van de christelijke godsdienst. Daarnaast gaf het zijn dynastie meer aanzien om aan het hoofd te staan van zo’n exclusieve orde.

Maar vooral was het een manier voor de hertog en de adellijke elite om de banden aan te halen en invloed op elkaars beslissingen uit te oefenen. De orde had dus ook een politieke functie.

https://www.facebook.com/hofvanbusleyden/
https://www.hofvanbusleyden.be/

INFO

LOCATIE
Museum Hof van Busleyden – Frederik De Merodestraat 65, Mechelen, 

OPENINGSUREN

Maandaggesloten
Dinsdaggesloten
Woensdag10.00 – 17.00 uur
Donderdag10.00 – 17.00 uur
Vrijdag10.00 – 17.00 uur
Zaterdag10.00 – 17.00 uur
Zondag10.00 – 17.00 uur



Videograaf: Bert VANNOTEN

Mode als inspiratie

video Bert Vannoten

Mode als inspiratie

Conny Verellen staat bekend om haar levendige en kleurrijke schilderijen, waarbij ze zich laat inspireren door de vrouw, beweging en mode.
Haar werk weerspiegelt de dynamiek van de modewereld, zoals ze zelf zegt: “Het kleurenpalet van een vrouwenkleerkast volgt het coloriet van de Parijse catwalks als een volleerde kameleon. Altijd in beweging. De modewereld stopt nooit.
Influencers, vloggers en bloggers dragen het nieuwe ‘cool’ de wereld rond. Hoekige, strakke lijnen hebben de Rubensiaanse rondingen verdrongen in het ideaaldenken van dit momentum.
De mode als inspiratie stuurt de lijnen van mijn penseel, en draagt opbouw en sfeer van mijn werken.”

“Ik droom in zomerse frisse kleuren en hou van zachte pastelbeelden. Maar op het einde zorgt mijn interactie met het doek meestal voor felgekleurde uitingen van temperament”.


https://www.facebook.com/events/1640538249814913/
https://www.facebook.com/conny.verellen/
https://www.facebook.com/people/Gemeenschapscentrum-De-Oude-Pastorie/100068088961458/

Videograaf: Bert Vannoten

STIEN MIGNAUW en ORDE IN DE CHAOS

Tekst en fotografie Kathleen Ramboer

Het atelier bezoeken van Stien Mignauw is één groot avontuur. Al staat de deur op een kier, in een fractie van een seconde vang je een glimp op van haar immens oeuvre. Haar huis, van onder tot boven, bergt schatten die je niet voor mogelijk houdt. Ze vragen om ontdekt te worden. Dat doe ik dan ook 2 uur lang en val van de ene verbazing in de andere. Ondertussen volgt de kater ons aandachtig. Hij is een stille goedkeurende getuige van de kunstminnende verhalen op de achtergrond.
Haar huis blijkt een betoverend pakhuis in een veilige haven met een zee van kunst. ‘Een zee van kunst’ is hier zeker op zijn plaats want de kunstenaar houdt van de opaalkust en die zit veilig verborgen in haar werk. Niet alleen de zee ook bergen, planten, mensen vinden een schuilplaats in haar schilderijen.

SCHILDEREN GEEFT BETEKENIS AAN HAAR LEVEN.

Stien Mignauw: ‘Eenmaal ik er niet meer ben, dan zijn mijn schilderijen waardevolle getuigen van wie ik was, stille getuigen van mijn zijn.’ Ieder werk, dat niet bij een nieuwe eigenaar thuishoort, bewaart de kunstenaar want zegt Stien Mignauw: ‘Ze spreken geschiedenis.’ Schilderen blaast ook alle eenzaamheid naar buiten.
Bij een eerste oogopslag laat niets je vermoeden dat hier een gevoelige, intieme wereld nestelt  onder de vele picturale niet figuratieve lagen. Kruip in het schilderij, worstel je doorheen rasters, lijnen, kleurvlakken… en je bent klaar om thema, inhoud en de betekenis van het canvas te ontdekken. Onder iedere laag schuilt een bijna onzichtbaar verhaal. Haar dochter met een meloen, ma met de kat, bergen, planten… ze verbergen zich onder de rebellie van de voorgrond als een verleden dat verdwijnt in de mist.
De toeschouwer kan het oeuvre van Stien Mignauw op 2 manieren benaderen.
Je kan haar werk in één oogopslag ‘mooi’ vinden of je gaat op zoek naar de weg die is afgelegd, naar het onzichtbare, het onuitsprekelijke. Interpretatie en verbeelding gaan hand in hand. Ze houdt van feedback daarom omarmt Stien Mignauw elke creatieve commentaar als een geschenk. Opteren voor een aandachtgerichte kijkwijze is een must.


HOE HET ALLEMAAL BEGON

Stien Mignauw beheerst een persoonlijk, onnavolgbaar schilderproces. Het verhaal begon met op papier geborstelde stillevens, later kwam het landschap en ook de mens kreeg een plaats op het doek. Nu levert het figuratieve een gevecht met kleurvlakken, met stevige lijnen die het doek doorklieven, kordate drippings zoeken hun weg. Vanwaar komt die stijlbreuk? Is het een uiting van onvrede, een wolk van protest of een rebelse reactie, een ageren op de mening van een toeschouwer? Stien Mignauw bracht me het antwoord.
Ik kreeg kritiek op enkele slierten verf die over mijn doek slingerden. Een kijker opperde: ‘dit lijkt me zonder meer een goedkoop trucje. Teleurgesteld en uit protest drip en drupte ik verder, van links naar rechts, van boven naar onder, het canvas draaiend in het rond, uren lang tot de compositie goed zat. De techniek heb ik verfijnd. Stilaan verdwijnen ook de achtergrondverhalen.

@ Stien Mignauw

SCHILDEREN IS EEN UITBUNDIG PLOETEREN

@ Stien Mignauw

De atelierliving (of is het livingatelier?) is vrij klein maar Stien Mignauw denkt graag groots. Fysisch schilderen is voor haar cruciaal. Ze schuwt het grote gebaar op het witte canvas niet. Aanzienlijke doeken zijn de norm. Is het profileerdrang omwille van haar kleine gestalte? Voelt het aan als action painting dit te lijf gaan van het grote doek? Ze schildert, zonder voorstudies, snel en ongedwongen, vanuit de pols met een vinnig bewegend penseel. Wie weet brengt een nog grotere ruimte, atelier, de speelvogel in haar naar boven en gaat ze een intens gevecht aan met het doek bij het nemen van buitengewone risico’s? Op een voor haar minder geslaagd schilderij zwoegt ze verder tot het resultaat haar bevrijding brengt. Vaak start ze figuratief, een foto van de zee, de bergen… inspireren haar. Later goochelt de kunstenaar het herkenbare weg tot een mysterieus doek verschijnt. Ze kruipt in haar schilderij, ploetert, zoekt en vindt, geeft er nooit de brui aan. Krassen, vegen, schrapen, wegverven, vegen, frotteren… zijn handelingen die het schilderij maken tot wat het is, doorwerkt en doorleefd. Ze verkiest vaak acryl verf boven olieverf omdat die snel droogt en uiterst geschikt is voor haar manier van werken: intuïtief en geconcentreerd. Stien Mignauw erkent en herkent de complexiteit van het abstract schilderen, orde scheppen in de chaos is een doel. De kunstenaar streeft niet naar de perfectie van de oude meesters die met hun techniek tot op het bot gingen. Ze wil niet behagen maar wel vernieuwen, haar grenzen verleggen. De kunstenaar bewijst dat je met abstract werk ook de kijker kan beroeren.
Vaak schildert Stien Mignauw synchroon aan meer dan één werk. Zo ontstaat eenheid in methodiek en kleur.

MUZIKALE, THEATRALE SCHILDERIJEN

Stien Mignauw genoot een theater opleiding, bewegingstheater. Dat verklaart het fysisch schilderen en de grote formaten. Haar kijk op de wereld en op de kunst veranderde door deze opleiding, deelt ze mee. ‘Le seul, le vrai, l’unique voyage, c’est de changer de regard’ Marcel Proust, staat op haar site te lezen. Zonder deze opleiding zou haar werk een andere richting uitgegaan zijn.
Een andere opleiding, een muzikale, zorgt voor melodie in haar schilderijen. Zoals een muzikant muziek componeert en speelt, zo werkt Stien Mignauw. Ze schildert ritmisch en repetitief. De klank van kleur klinkt vaak heftig op haar doeken om dan later weer te gaan liggen. 

# Stien Mignauw

ABSTRACT EXPRESSIONISME

Haar schilderijen verraden haar liefde voor het abstracte expressionisme. Drippings, zoals die Jackson Pollock introduceerde, vinden hun weg op het canvas. Kopieergedrag is het zeker niet. Haar picturale lijnen hebben een andere functie, ze vervagen het figuratieve. Net als bij Mark Rothko en Barnett Newman springt kleur naar voor in haar canvassen. Onbewust is Stien Mignauw beïnvloed door kunststromingen en kunstenaars. Is iedere kunstenaar dat niet? Ja, kijk daar ontdek ik blauw/geel/rode Mondriaan kleurvlakjes op het doek.

ALLES IS INSPIRATIE

Alles kan Stien Mignauw inspireren: het poëtisch beeld van een fiets gezien door het beregend glas van een bushokje, de ontmoeting van ex-president Donald Trump met de Noord-Koreaanse president Kim Jong-un, museumbezoekers bewonderend voor een schilderij van Rik Wouters, het hartverwarmend beeld van het huppelend geëvacueerd Afghaans meisje met gele broek op de Belgische luchthaven … Ze schildert dit op een abstraherende manier waarin het onderwerp niet uitdrukkelijk naar voren treedt.

De passie laait op tot de onrust komt te liggen. Compositie wint het van de chaos. Abstractie dwingt het figuratieve de dieperik in. Wat mogen we nog verwachten van deze kunstenaar met een ziel die een voet heeft in het verleden en huppelt naar de toekomst?

INFO Stien Mignauw

https://www.facebook.com/stien.mignauw
https://www.instagram.com/mindjow/?hl=nl
https://stienmignauw.com/

INFO expo

EXPO SINT – LUCAS ACADEMIE
HEDWIG THYS
INGRID VAN KERKHOVE
JUAN JAUREGUIBERRY zie interview op kunstpoort
https://kunstpoort.com/2023/12/03/de-veelzijdige-multiculturele-en-persoonlijke-kunst-van-juan-jaureguiberry/
MARLIES VAN GELDER zie reportage op kunstpoort
https://kunstpoort.com/2024/02/27/een-ode-aan-de-natuur-in-zwart-wit/
SANDRA TROTTEYN
STIEN MIGNAUW

Vernissage
vrijdag 8 maart 2024
van 19.00 tot 22.00 u
expo
09/10/16/17 maart 2024 van 14.00 tot 18.00 uur
Ijskelderstraat 62 A
9000 Gent

Tekst en fotografie Kathleen Ramboer

Warriors of Beauty

video Bert Vannoten

Warriors of beauty

Katrien Nijs leeft en werkt in Mechelen.
Ze studeerde af als Master in de Beeldende Kunsten aan de Koninklijke Academie van Antwerpen in 2022 en als interieurarchitecte aan de U Hasselt in 1998.

‘Warriors of beauty’ is de overkoepelende titel van 2 reeksenschilderijen, gebaseerd op collages en uitgewerkt in acrylverf op canvas.

De kunstenaar vertelt hier een hoogstpersoonlijk verhaal en neemt je mee in haar fascinatie voor theatrale en extravagante kostuums. Tijdens haar onderzoek op klein formaat goochelt Katrien graag met verschillende referenties uit de kostuumgeschiedenis. Ze mixt knipsels
van tijdschriften, posters en brochures met afbeeldingen van historische kostuums.
Ze scheurt, plakt en spiegelt tot er een nieuw figuur verschijnt dat haar interessant lijkt
om tot leven te wekken onder de vorm van een schilderij.
De enige regel waar ze zich aan houdt is: overdaad schaadt niet.

In een eerste reeks krijgen we 6 levensgrote figuren te zien met identieke egale achtergrond-
kleur en afmetingen. Hun eclectische outfit bevat steeds een onderdeel van de jurken in Empirestijl van Josephine Bonaparte, tegendraads en vernieuwend voor haar tijd.
Door de hoofden te verbergen achter de motorhelmen wil de kunstenaar hun stoere rebelse
karakter letterlijk in de verf zetten.
Deze 6 werken krijgen een eigennaam toe bedeeld die refereert naar sterke fuguren uit de Oudheid  die ieder op hun eigen manier archetypes van vrouwelijke kracht geworden zijn.

Voor de 2e reeks liet Katrien zich inspireren door de specifieke langwerpige exporuimte van ’t Blikveld. Ze ontwierp barokke figuren op candy-kleurige achtergronden die met veel bravoure in een bonte stoet paraderen als op een catwalk. In verschillende werken komen dezelfde herkenbare elementen terug zoals de typische 4-vingerige handschoenen en gestrikte muiltjes van minnie mouse, de antropomorfe muis waar de kunstenaar heel haar jeugd dol op was.

Tijdens het onderzoek naar een nieuw beeld maakt Katrien zich bedenkingen zoals: ’Hoe kan ik oude en hedendaagse modebeelden mij eigen maken zonder te kopiëren? Waarom trekt dit mijn aandacht, wat laat ik weg, wat kan ik toevoegen aan de geschiedenis en waar blijf ik beter vanaf? Wat doet dit nieuwe beeld met mij en past het bij de persoon wie ik ben? IN wie kan ik mezelf de dag nog herkennen’.
Met deze ‘Warriors of beauty’ wil Katrien geen antwoord bieden op deze vragen, integendeel, ze gooit de vraag op het canvas.

INFO

EXPO KATRIEN NIJS
warriors of beauty

GC ’T BLIKVELD
Jacques Morrensplein 2
2820 Bonheiden

ZA 24 FEBRUARI ’24 11.00 UUR TOT ZO 28 APRIL ’24 18.00 UUR


www.katriennijs.be
https://www.facebook.com/katrien.nijs/
https://www.blikveld.be/expo-katrien-nijs


Videography: Bert Vannoten