Theaterstage JongDOEK tijdens Landjuweelfestival was meer dan toneelspelen

Tekst Diana Van Bergeijk – fotografie Eric Rottée

22 jongeren stranden op een luchthaven. Ze komen uit allerlei windstreken, spreken diverse talen, maar begrijpen allemaal het Engels van de omroepster. Eerst lijkt het alleen om een vertraging van het vliegtuig te gaan. Later worden alle vluchten geannuleerd. Wat doe je dan? Boosheid, frustratie, berusting. Aan alle emoties wordt uiting gegeven, maar dan lijkt er een oplossing. Met materiaal dat ze vinden op de luchthaven maken ze met z’n allen een soort vliegmachine en vliegen alsnog naar hun bestemming.

Dat is het resultaat van 4 dagen jongerenstage in de Tinnenpot in Gent. De stage werd van zaterdag 26 t/m dinsdag 29 oktober 2024 georganiseerd door JongDOEK, de jongerenafdeling van OPENDOEK, tijdens het Landjuweelfestival*. De stage wordt jaarlijks georganiseerd met ca. 15 jongeren. Dit jaar nemen er zelfs 22 acteurs deel aan de stage doordat het Oekraïense theatergezelschap Kalambur aangesloten is. 

Het eerste gesprek is met de coördinator van JongDOEK, Hannah Baudouin. “JongDOEK bestaat al zo’n 8 jaar. Wij organiseren van alles voor jongeren tussen de 13 en 26 jaar en ook regelmatig jongerenstages. De deelnemers van deze stage zijn leden van toneelgezelschappen die een voorstelling hebben ingestuurd voor het Landjuweelfestival, maar als vereniging niet geselecteerd zijn. Ons doel is kruisbestuiving. De Oekraïense groep is betrokken voor ultieme kruisbestuiving.” Volgens Hannah zijn er best veel jongeren en jongerenverenigingen. Er is wel een soort tussenleeftijd, rond de 30, die wegvalt.

We spreken met 5 spelers over hun ervaringen. Ze vertellen dat ze vooral zin hebben om te spelen. De een vertelt dat ze tot haar studie veel aan theater heeft gedaan, via de academie woord en in een toneelgezelschap, maar dat ze sinds haar studie aan het hoger onderwijs niet veel meer heeft gespeeld. Drie speelsters komen uit Lot waar ze zelfs drie afdelingen met jongeren hebben. Er is iemand die zich afvraagt of ze theater wil studeren en gebruikt de stage om haar beslissing te kunnen nemen. Allemaal vonden ze het heel spannend om hieraan mee te doen. “Je kent niemand. Komt hier alleen. Maar direct de eerste dag, zelfs de eerste 10 minuten, was dat over.

Het zijn allemaal toffe mensen.” Wat het vooral spannend maakte was het gaan spelen met de Oekraïners. De Vlaamse acteurs zagen de taal als een barrière en vroegen zich af of ze wel spontaan zouden kunnen acteren. Dat gevoel waren ze eigenlijk al heel snel kwijt. “We begonnen met twee groepen, maar geleidelijk gingen de groepen in elkaar over. We verstonden elkaar ook al spraken we niet allemaal even goed Engels. De regisseurs hebben ons daarin super enthousiast begeleid.”  De vier dagen waren intensief met van 10 tot 16u repetitie, vooral improvisatie en ’s avonds twee voorstellingen van het Landjuweelfestival. Ze hebben veel ideeën kunnen opdoen voor hun eigen vereniging. En iedereen is het erover eens dat ze veel van de Oekraïners hebben geleerd. “Zij doen dat mooi en goed. We willen allemaal terugkomen.”

Ten slotte spreken we met twee van de drie regisseurs Niels Nijs en Silke Claessens.  Silke heeft de regie na twee dagen overgenomen van Elisa Goossens. Niels en Silke vertellen dat ze zich bij het begin heel bewust waren dat de groep Oekraïners in hun eigen land al samen in een gezelschap speelden en de Vlamingen zo goed als niet. De eerste dag hebben ze iedereen samengezet en een soort kennismakingsoefeningen gedaan. “We hebben ingezet op verbinding, samenspelen om op die manier dichter tot elkaar te komen en niet de verschillen speciaal in de verf zetten. De Oekraïners hebben hun verhaal verteld, maar voor hen was het vooral belangrijk om in een veilige omgeving te mogen spelen en met het theatervak, waar ze heel veel van houden, bezig te zijn.”

“De groep functioneerde eigenlijk zoals in het begin met elke andere groep: in de pauzes apart, maar op de vloer was er snel contact. Dag na dag groeide het groepsgevoel. Vanaf dag drie was de groep één geheel. Toen zag je ze ineens samenzitten in de pauzes, telefoonnummers uitwisselen, filmpjes delen. De Vlaamse spelers werd een Oekraïens nummer aangeleerd. Het op zondagavond zien spelen van de Oekraïense groep in het programma van het Landjuweelfestival met de voorstelling ‘Because it’s my home‘ was ook belangrijk om de dynamiek verder te ontwikkelen.” Silke: “De kracht die deze jongeren binnenbrachten, zullen de Vlaamse jongeren ook zeker hebben gevoeld. We zijn onder de indruk. We moeten hier een week van bijkomen. Er is geen nieuwsartikel dat harder binnenkomt dan de verhalen hier.”

Over het stuk zelf vertelt Niels: “We hadden een ideeënconcept: veel mensen hebben het inherente verlangen om te kunnen vliegen. Hiervan hebben we elke dag een ander facet verkent. Welke personages kunnen we opvoeren, welke taal spreken ze, … Elke dag gaven we een improvisatieopdracht en specifieke maakopdrachten, zoals ‘Bouw eens een  machine. Welk lied zouden jullie zingen om die machine in gang te krijgen.’ Het raamwerk hebben wij gebouwd, maar de inrichting, alle planken, alle meubels, alle glazen hebben zij in elkaar gezet. De inhoud hebben zij gedaan. Silke en ik hebben alleen maar gekeken hoe het dan geworden was.”

Het resultaat hebben ze al snel losgelaten. Silke: “Als theatermakers ben je altijd benieuwd naar het resultaat. Hier was het resultaat van ondergeschikt belang.  Het gevoel overheerste dat wat er is, wat er bestaat, zal wel overeind blijven. Het is een groep met zeer veel kwaliteiten. De spelers hebben elke seconde alles gegeven wat ervoor zorgde dat we er vertrouwen in hadden. We hadden het gevoel ‘het zal er wel staan.’” Niels: “Het feit dat zij vier dagen hebben kunnen spelen, was voor hen een groter cadeau dan dat er allerlei lof zou komen over de voorstelling. Het gaat om wat ze hier hebben meegemaakt, de mensen die ze hebben leren kennen, de ervaring waar ze mee vertrekken.”

Complimenten over samenwerking, het ritme, nemen beide regisseurs dankbaar in ontvangst. Op de vraag of ze nog iets toe te voegen hebben, antwoorden ze samen: “Ongelofelijk straf dat Landjuweel de voorstelling van de Oekraïense groep ‘Because it’s my home’ heeft geprogrammeerd en we zijn zeer dankbaar dat we met die groep hebben mogen werken. Het was waanzinnig.” Niels: “Ik hoop met gans mijn hart dat hun voorstelling nog in andere theaters in gans België en zelfs daarbuiten mag spelen. Alleen al zodat die groep terug samenkomt. Iedereen moet dit gezien hebben. Hoe zij hun verhaal vertellen, matuur, met nog steeds een optimistische open houding.” Silke: “Ze hebben zoveel meegemaakt en toch geven ze geen enkel moment het gevoel dat ze je niet vertrouwen. Ze blijven maar geven. Geef deze mensen opnieuw een podium! Ik heb dat nog nooit zo sterk gevoeld als nu.”

* https://www.opendoek.be/beleven/landjuweelfestival

Links:
https://www.instagram.com/theatre_kalambur/
https://www.jongdoek.be
https://www.opendoek.be

Tekst Diana Van Bergeijk – fotografie Eric Rottée

Joke van Leeuwen leest voor: Boekhandel PARDOES

video: Bert Vannoten

Joke van Leeuwen: auteur, tekenaar en performer
leest voor in Boekhandel PARDOES in het teken van het Mechels Poëziefestival MAANDRANG

Joke van Leeuwen (1952) werd geboren in Den Haag. Ze woonde onder meer in Amsterdam, Brussel, Antwerpen, Amersfoort en Maastricht. Momenteel woont ze in het centrum van Antwerpen.
Na het Koninklijk Atheneum Etterbeek (Brussel) studeerde ze Grafische Kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en het Hoger Sint Lucas Instituut in Brussel. Aan de VUB, eveneens in Brussel, studeerde ze Nieuwste Geschiedenis.
In 1978 publiceerde ze haar eerste kinderboek en won ze met haar eerste cabaretprogramma alle prijzen op het Camerettenfestival, waarna ze zes jaar in het officiële circuit rondtoerde. Daarna trad ze vele jaren samen met pianiste Caroline Deutman op tijdens conferenties en studiedagen, om de inhoud van die bijeenkomsten op humoristische wijze van een andere kant te bekijken.




Ze schreef en tekende tientallen kinderboeken, die veelvuldig werden vertaald en bekroond. In de jaren negentig kwamen haar eerste dichtbundel (C.Buddingh’prijs) en roman voor volwassenen uit. Voor de roman ‘Feest van het begin’ kreeg ze de AKO Literatuurprijs. Met ‘Alles nieuw’ had ze al op de shortlist van die prijs gestaan. Met ‘De Onervarenen’ stond ze op de shortlist van de Libris Literatuurprijs. Haar laatste roman ‘Hier’ kwam uit in april 2018. Haar laatste proza voor kinderen en andere mensen is ‘Nu is later vroeger’ een boek over de tijd en ‘Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand’ (9plus).
In 2019 verscheen de bundel nieuwe kindergedichten ‘Hee daar mijn twee voeten’ en het lange gedicht voor volwassenen ‘Levenslust, een gedicht’, in 2020 het kinderboek ‘Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand’, in maart 2021 haar roman ‘Mijn leven als mens’. In 2022 kwam haar lange gedicht met beelden ‘Aan Tafels’ uit, dat de spil vormde van Saint Amour 2023 van Behoud de Begeerte. Verder publiceerde ze de kinderboeken ‘Ik ben HIER!’ (2022), ‘Dát bedoel ik, zei de zalm(2023) en het beeldverhaal ‘De weg naar morgenochtend'(maart 2024). In 2023 kwam de roman ‘Ik dacht dat jij’ uit, die in het Parool en de NRC in de toptien van 2023 stond. Momenteel werkt ze aan weer een historische roman.

Joke van Leeuwen stelde haar werk tentoon, onder meer in Museum M in Leuven. Ze schreef ook meermaals voor theater. De laatste samenwerking was met Hoge Fronten, voor de voorstelling ‘Niet Vergeten’. Eerder regisseerde haar zus Marieke van Leeuwen ‘Iep!’ voor het RO-theater (Rotterdam) en ‘DagDag’ voor HetPaleis (Antwerpen). Vanaf 2004 bracht Joke van Leeuwen verschillende programma’s in theaters, zoals ‘Ozo Heppie’ met Caroline Deutman en het nog beschikbare ‘Toen mijn vader een struik werd’, waaraan ook celliste Anne Korff de Gidts meewerkt. Met gitarist en schrijver Mario Paric bracht ze ‘En/en’. En met cellist Ernst Reijseger bracht en brengt ze ‘Het moet nog ergens liggen’.

Na de voorstelling ‘Heb je mijn zusje gezien?’ van Hoge Fronten, reist ze in 2023-2025 rond met de zesplusvoorstelling ‘Hoeheettut’, samen met actrices Sarah Jonker en Jantien Fick.

In 2000 ontving ze de Theo Thijssenprijs voor haar kinderboekenoeuvre. In 2010 de Gouden Ganzenveer voor haar bijdrage aan het geschreven woord, in 2012 de Constantijn Huygensprijs voor haar hele oeuvre en in 2013 de Duitse James Krüss Preis voor haar kinderboekenoeuvre. Ze kreeg onder meer de Gedichtendagprijs, vele Griffels en Penselen, stond op de shortlist van de VSB-poëzieprijs en werd en wordt genomineerd  voor de Astrid Lindgren Memorial Award.
In 2008 en 2009 was ze stadsdichter van Antwerpen. In 2015 en 2016 was ze Dichter der Nederlanden, in het kader van de herdenking 1815-1830. Van 2014 tot 2018 was ze voorzitter van PEN Vlaanderen (PEN Belgium Flanders). In 2018 werd aan PEN Vlaanderen de ARKprijs voor het vrije woord toegekend.
Vertalingen onder meer in het: Engels, Frans, Duits, Spaans, Catalaans, Italiaans, Sloveens, Litouws, Russisch, Deens, Zweeds, Turks, Japans, Papiaments, Pools, Vietnamees, Hebreeuws, Georgisch, Chinees,
Koreaans, Armeens, Litouws, Taiwanees.


https://www.facebook.com/kinderboekhandelpardoes/
https://www.boekhandelpardoes.be/
https://www.jokevanleeuwen.com/
https://creatiefschrijven.be/

Videograaf: Bert VANNOTEN

Kon.Toneelvereniging De Jonge Druivelaar – Taxi Taxi! Een blijspel in Hoeilaart

Als we om 13u de inkom voor de grote zaal in het gemeenschapscentrum Felix Sohie (Hoeilaart) binnenkomen, zijn er al wat mensen in de weer om voor de voorstelling van 15u alles rond de tickets in orde te brengen. We worden hartelijk onthaald door de energieke Isabelle Hardy een van de actrices van Koninklijke toneelvereniging De jonge druivelaar en een van de hoofdrolspelers in het blijspel dat we straks gaan zien, Taxi Taxi! Nadat Isabelle iedereen enthousiast begroet heeft, gaat ze ons voor de zaal in om daar te gaan zitten voor een kort interview. Een blik op het decor maakt direct duidelijk dat we het hier over een toneelgezelschap hebben dat kwaliteit hoog in het vaandel heeft.

We hoeven niet veel vragen te stellen. Isabelle begint met te vertellen dat ze zelf van Overijse is en daar 20 jaar geleden begon met toneelspelen bij de toneelvereniging Tros. Nu speelt ze 5 jaar bij de Jonge Druivelaar. Ze vertelt: “Het is een kleine vereniging met een warm hart. De laatste jaren komen er steeds meer leden bij en Jan van Assche, de vaste regisseur, is een fantastische man. Hij is heel creatief en een heel goede regisseur.”

Elk jaar in het laatste weekend van november speelt de Jonge Druivelaar een stuk in het gemeenschapscentrum Felix Sohie. De data voor volgend jaar liggen alweer vast. 

De keuze voor een stuk maken de spelers en de leden van het bestuur samen. Er wordt gekeken naar het aantal spelers dat mee wil doen en de verdeling mannen en vrouwen. Als de keuze gemaakt is, volgt er een eerste lezing en op basis daarvan kiest de regisseur wie welke rol zal spelen. Van dit stuk heeft Isabelle nooit een voorstelling gezien, wel hebben de spelers samen wat stukjes op YouTube gekeken, maar ze willen zich niet te veel laten beïnvloeden en zoveel mogelijk hun eigen versie maken. 

Taxi Taxi! gaat over een taxichauffeur die twee echtgenotes blijkt te hebben en Isabelle speelt een van de twee vrouwen, Marleen.

Isabelle zegt: “Ik was van het begin heel blij met deze rol. De taxichauffeur wordt gespeeld door Eric Stas en met hem speel ik al 20 jaar, ook in het andere gezelschap in Overijse. Eric is niet alleen tekstvast, maar hij speelt ook echt en daardoor is het fantastisch om met hem te spelen.” Ze heeft al dikwijls een rol gehad als zijn vrouw. 

Voor de zomer is het stuk gekozen, in augustus hebben de spelers het kunnen lezen en vanaf september zijn ze beginnen repeteren, twee keer per week, meestal op maandag en woensdagavond. Isabelle voegt toe: “Bijzonder was dat bij dit stuk iedereen bijna vanaf het begin kon spelen zonder tekst. Iedereen had heel snel door van waar hij moest opkomen en met welke rekwisieten.”

De drie voorstellingen, vrijdag-, zaterdagavond en zondagnamiddag zijn uitverkocht. Dat is de verdienste van de spelers en alle betrokkenen. Isabelle zelf heeft haar familie en vrienden gemobiliseerd en deze zondag zal een groep collega’s aanwezig zijn. Ze zegt: “Spelen voor een volle zaal is heel dankbaar. Het Hoeilaarts publiek ziet wel het liefst een blijspel zoals Taxi Taxi! Iets ‘shakespeareaans’ zou hier niet aanslaan”. Zelf heeft Isabelle wel ervaring met andere genres. 

Het blijft bij deze drie voorstellingen. Ze spelen niet in andere gemeenschapscentra of zalen. Daar zou niet voldoende belangstelling voor zijn, omdat er toch vooral lokaal publiek getrokken wordt. 

Isabelle geeft ons haar drie redenen waarom ze bij de Jonge Druivelaar speelt: “Het geeft mij ongelofelijk veel energie, ik vind de regisseur fantastisch; hij kan van iets op papier een heel leuk stuk maken. En de spelers zijn supertof. We creëren hier vriendschapsbanden.”

Over het decor vertelt ze nog dat ze pas sinds vorige zondag in het decor hebben kunnen spelen. Daarvoor oefenden ze in hun repetitiezaal met een paar stoelen en tape om een deur of zo aan te geven.

Isabelle moet zich haasten naar de schmink en wij gaan verder praten met de regisseur Jan Van Assche. Jan is pas geridderd in de Orde van het Gulden Masker (hoofddoel het steunen en promoten van het amateurtheater) en heeft al heel wat voorstellingen op zijn naam staan. Hij wordt een van de creatieve trekkers van de druivenstreek genoemd en niet alleen voor toneel, maar ook op het gebied van muziek.

Hij zegt eigenlijk vanaf zijn 15e al betrokken te zijn bij de Jonge Druivelaar. Het begon met schooltoneel en jeugdmissen en sinds 1987 is hij de vaste regisseur. Het liefst schrijft hij de stukken zelf. Zo heeft hij in 2019-2020 zijn eigen geschreven musical rond Felix Sohie mogen uitwerken met een cast van 500 man. Felix Sohie was de eerste druiventeler van Hoeilaart en stichtend lid van de harmonie De Jonge Druivelaar waar later de toneelvereniging uit voortgekomen is. 

Jan draagt De Jonge Druivelaar een warm hart toe. Het is de oudste culturele vereniging van Hoeilaart met een mooi archief. Jan heeft laatst ook een concert gemaakt met de harmoniemuziek en kluchtliederen van het einde vd 19e eeuw. 

Jan is tevreden over het gekozen stuk Taxi Taxi! en vindt de vertaling goed. Hij zegt er wel bij dat hij het stuk naar gelang de repetities vorderden, had willen herschrijven, rekening houdend met de acteurs. Hij vertelt: “Taxi, taxi is van de jaren 70. Het zou vandaag de dag niet meer geschreven worden. De humor is op het randje, maar het is hilarisch en het brengt heel rare herkenbare dingen samen. Het publiek kan ermee lachen.”

Het casten voor een gekozen stuk is moeilijk. Er is geen overschot aan acteurs. Jan vertelt: Je moet roeien met de riemen die je hebt. Jonge mensen zijn moeilijk te motiveren voor actieve kunsten, ook al is er veel talent en zou het goed zijn om dat talent te gebruiken in een omgeving als de toneelvereniging. Mensen zouden moeten inzien dat het op deze plek is dat je jezelf ontdekt, zelfzekerheid kweekt, dat je je weg vindt voor de toekomst.” 

Hij vult aan: “Met talent moet je het podium op, je moet het naar buiten brengen, anders kom je er niet. Onder de douche zingen is niet voldoende.” Jan vindt het jammer dat het nu vaak gebeurt dat jongeren tot hun 18e aan de academies zingen, muziek maken of toneel spelen en dat het stopt als ze eenmaal gaan studeren en op kot gaan wonen door een overschot aan activiteiten.

En dat is een probleem voor verenigingen als de Jonge Druivelaar. Toneelverenigingen hebben de neiging om oud te worden, als cast, bestuur en publiek. Oudere acteurs trekken ouder publiek, jonge acteurs trekken jong publiek. 

Jan denkt dat om publiek te trekken social media niet voldoen. Hij vraagt zich af of we niet terug moeten proberen de brievenbus te bereiken, ook al kost dat meer geld. 

Met het stuk voor volgend jaar is Jan nog niet bezig. Hij zou zelf wel iets willen schrijven, maar hij zou geen blijspel zoals dit kunnen schrijven. Hij zegt daarover: “Je moet een kronkel hebben die ik niet heb. Deze humor is ook niet de specialiteit van de Vlaming. Iets maken wat de mensen doet gieren van het lachen, kan ik niet. Als het geschiedkundig, origineel van benadering moet zijn, graag.”

Over het stuk zelf zegt hij: “Het is een moeilijk stuk, het verspringt constant, hoe sneller het gespeeld wordt hoe beter. De ene dag lacht het publiek wel om een grap en de andere niet. Waarom dat zo is, weet Jan niet. 

Om 15u begint de voorstelling. De zaal loopt vol, het publiek zoekt een plaats en voordat het gordijn opengaat, spreekt de voorzitter van de Jonge Druivelaar ons toe. “In de pauze is er een tombola, formuliertjes daarvoor vindt u daar en daar, …”

Het gordijn gaat open, de muziek begint en we kijken naar wat op het eerste gezicht één woonkamer lijkt, maar als je goed kijkt, zie je dat deze uit twee verschillende delen bestaat, de zetel is aan de ene kant wit en aan de andere kant beige. In het ene deel woont taxichauffeur John met Vera en in het andere deel met Marleen.

Isabelle, oftewel Marleen, opent het stuk en we zijn vertrokken voor bijna 2 uur toneel. Of het publiek lacht om dezelfde grappen als het publiek van gisteren kunnen wij niet beoordelen, maar gelachen wordt er. 

Links:
www.hoeilander.be
https://www.jongedruivelaar.be
https://www.facebook.com/profile.php?id=100054610922556
https://www.instagram.com/dejongedruivelaar/

Tekst Diana Van Bergeijk  
Foto’s Eric Rottée

’t Smiske: Als je als muzikant graag muziek maakt, moet je kunnen spelen en kunnen delen

Op een regenachtige en frisse herfstdag rijden we naar Asse, parkeren we achter het imposante gemeentehuis van Samson en Gert en staan we voor een groen woonhuis met in grote letters ’t Smiske erop. Aan die letters en de ingang van het huis zie je dat dit huis geen gewone woning is. 

Een oude smidse

We gaan door de voordeur en komen op een soort binnenplaats tussen het huis en een gebouw dat er wel uitziet als een plek van samenkomst. Toch gaan we daar niet naar binnen, want we worden vanuit de verbindende ruimte tussen het woonhuis en de zaal geroepen door een man die Reinout blijkt te zijn. Van Reinout weten we dat hij de coördinator is van alles wat er in ’t Smiske plaatsvindt, maar we zijn hier vandaag om eens verder te horen wie hij is, wat hij doet, wat ’t Smiske is en wat daar allemaal gebeurt. We zijn benieuwd.

We voelen dat Reinout het jammer vindt dat we niet direct in de zaal terecht kunnen. De zaal is immers daar waar het gebeurt! Er is op dit moment een samenkomst van een groep gepensioneerden en blijkbaar babbelen ze daar nog wat na. Reinout vraagt ons om in de tussenliggende ruimte plaats te nemen. De ruimte is een doorgang, smal met een tafel een zetel en van alles en nog wat. Dat muziek hier belangrijk is, zie je aan de wand die volledig ingenomen wordt door planken met CD’s.  Reinout vertelt dat hier Den Appel was, een CD-winkel met de grootste verzameling folk- en volksmuziek van Europa, maar dat ze de CD’s nu allemaal verkopen. Het is immers het einde van het CD-tijdperk.

Folk en Breughel

Het verhaal van het ’t Smiske zoals het nu is, is 23 jaar geleden begonnen. De ideeën voor de uitbating vinden o.a. hun oorsprong in Gooik, daar waar allerlei initiatieven en stages rond folk georganiseerd werden. Reinout vertelt: “De folkscene is daar terug opgestart. In Gooik kon je op allerlei oude instrumenten leren spelen, het hele folk repertoire werd daar opgevoerd, in een heel familiale sfeer, ons kent ons en de groep muzikanten breidde alsmaar uit. Alle folkies kwamen daar bij wijze van spreken uit de catacomben bij elkaar, uit het ondergrondse milieu. Daarvoor werd bij folk eerder aan Angelsaksische folk gedacht terwijl o.a. op Dranouter bleek dat er eigen streekgebonden Vlaamse muziek was met een eigen timbre en eigenheid”. Reinout verwijst naar de schilderijen van Breughel.
Reinout leerde  in Gooik op zijn 15e doedelzak spelen en al snel was hij de beste doedelzakspeler van Asse. Hij zegt zelf: “Dat was niet zo moeilijk, want er waren geen anderen.” 

Ontstaan van het ‘t Smiske

Naar aanleiding van zijn ervaringen in Gooik bedacht Reinout dat hij meer wilde doen met folk. Hij zegt hierover: “Folk heeft zijn eigen ecologisch getinte filosofie van tradities, vanwaar komen we, hoe groeien we, wat geven we door aan volgende generaties, samen muziek maken, samen dansen, bewegen en beleven.” Hij kreeg een soort visioen over ’t Smiske als ontmoetingsplek. Vier tot vijf jaar lang bleef het bij fantaseren, vaak met anderen, tot diep in de nacht op café. Met een groep vrijwilligers, ‘de bende van Asse’, begon hij de smidse op te ruimen en tot concertzaal om te bouwen. In 2000 begonnen ze met de eerste concerten. Sindsdien  waren er twee, soms drie concerten per weekend. In de loop der jaren is de link met folk gebleven, maar ook alle akoestische Nederlandstalige muziek is welkom. Het gebeurt wel eens dat er bijvoorbeeld een heavy metal concert plaatsvindt, maar daar wordt geen promotie rond gemaakt. Er is een brede gemeenschapswerking; gepensioneerden, kinderen in een talentenstage, de appelmoesband (rock ’n roll op kindermaat, Appelmoesband), werkelijk voor alle leeftijden.
Café Combinne, een praatcafé waar Nederlandstaligen en anderstaligen elkaar ontmoeten (https://avansa-hallevilvoorde.be/cafe-combinne)  is hier ontstaan. Nu is het over heel Vlaams-Brabant verspreid en is de organisatie overgenomen door Avansa. Er is het ‘desdagcafé’ op dinsdagvoormiddag voor allen die de dinsdagmarkt bezoeken, het woensdag- en het zondagcafé.

Oltid Olsan
Oltid Olsan, muziekband uit West-Vlaanderen

Reinout is eigenaar (samen met zijn vader, broer en zus), oprichter, coördinator, maar vooral programmator van ’t Smiske. Zijn netwerk bestaat vooral uit muzikanten. In ’t Smiske zijn dan ook al zo’n 1000 concerten georganiseerd. Reinout vertelt: “Muzikanten kennen het. We betalen niet veel, maar ze komen hier graag voor een try-out of gewoon omdat ze een intiem concert willen. Beginnende muzikanten, waar pareltjes tussen zitten, kunnen vaak niet terecht

in het cultureel centrum, omdat het een grote zaal moet vullen. Hier zijn ze altijd welkom. Spelen voor zo’n intiem publiek is voor muzikanten hevig, intenser. Plankenkoorts is vaak groter.” 
Om optredens te selecteren zou Reinout graag pro-actief handelen, maar er is te veel vraag naar try-outs en kleine optredens.

Er zijn nu, meer dan 20 jaar geleden, veel meer technisch goede muzikanten die ervan dromen iets meer met muziek te kunnen doen, maar er zijn te weinig locaties en er is te weinig luisterpubliek voor het aanbod. Het zou fijn zijn als samen muziek spelen voor iedereen laagdrempelig zou zijn. Vroeger kon dat. Je pakte een muziekinstrument, probeerde te spelen, ging samenspelen en al doende leerde men. Nu wordt er al op heel jonge leeftijd gestart met opleidingen, waardoor het niveau zo hoog is, dat spontaan muziek maken er niet meer bij is.
Reinout: “Programmeren betekent ook blijven volgen. In bepaalde genres doe ik dat niet meer, toch niet heel intensief meer. Er zijn trucs. We organiseren bijvoorbeeld elke laatste zondag van de maand het Kettingbal. De groep die speelt laten we de volgende groep voor de volgende maand programmeren. Zo blijven we goede groepen houden.”

Er is veel samenwerking met lokale verenigingen die ‘t Smiske gebruiken. ’t Smiske maakt reclame voor hen en omgekeerd.
Sinds een jaar is er een formele samenwerking met de muziekacademie van Asse. Vroeger was er een aantal heel geëngageerde jazzmuzikanten die leerkracht geworden zijn in de muziekschool. Elke laatste vrijdag van de maand was er jazzcafé. De leerkrachten nodigden jazzmuzikanten uit de omgeving uit, waar heel goede muzikanten bij zitten. De leerkrachten nodigden ook hun leerlingen uit en er werd dan gejamd.

Oorwurm project met Jozefien Vercruysse
Oorwurm project met Jozefien Vercruysse

Later kwam er de uitnodiging van de muziekschool om hun volwassenenconcert te organiseren. Nu wordt alles geformaliseerd en heeft ‘t Smiske subsidies gekregen waarmee Reinout zijn loon betaald wordt. Reinout is sceptisch. “In de professionele sector zijn steeds meer zaken geformaliseerd. Ik ben bang dat dat te traag gaat, maar misschien is dat nu doordat we in opstart zijn. De jazzmuzikanten kennen hun weg hier, komen zelfstandig binnen, dus die informele sfeer blijft wel. Als we die sfeer kunnen doorzetten naar de anderen binnen de muziekacademie dan komen we er wel. Het moet zelfstandig kunnen draaien.”
Reinout vult aan: “Samenwerking met andere kleine locaties is er wel, ook wel met hen die subsidies hebben. Vroeger was dat veel intenser, één groot folkveld. Nu ligt er meer nadruk op de splitsing tussen professionelen en amateurs. Wij zitten er nu wat tussen. Dat is jammer. Niet dat de professionelen niets doen voor de amateurs. Ze vergaderen onderling, maar het is een ander jargon. Ze zijn veel met hun dossiers bezig en versterken vooral elkaar door verwijzingen en samenwerkingen om hun subsidiedossiers te verantwoorden .”

Het is over het activeren van vrijwilligers dat Reinout niet zo positief is. De tijdgeest is anders. De vrijwilligers die nu actief zijn in ’t Smiske zijn van alle leeftijden. Het is gemakkelijker om met de ouderen te plannen, omdat zij een maand vooruit hun beurten in ’t Smiske plannen. De jongere generatie leeft meer in het nu en plant soms maar voor de dag zelf.

Reinout

Reinout zoekt opvolging, maar niet in een bepaalde persoon. Hij zou meer en meer betrokkenheid van de vrijwilligers willen, zodat hij het ’t Smiske kan overlaten. Hij streeft naar gedeelde verantwoordelijkheid en zou het samen willen laten beheren. Daarvoor heb je veel vrijwilligers nodig en gewoontes. Op gewoontes kan je bouwen. Terugkomende activiteiten zoals het ‘desdagcafé’, het woensdagcafé, het zondagcafé.

Links
https://tsmiske.be
https://www.facebook.com/tsmiske

Tekst Diana Van Bergeijk  
Foto’s Eric Rottée

 

GEN-ZIE, een smeltkroes van kunstvormen en kunstenaars

Op 12 november is het hoogdag in hetpaleis aan het Theaterplein te Antwerpen. Creatieve jongeren tussen 14 en 24 jaar verzamelen er om hun kunnen in de kijker te zetten tijdens het toonmoment van het kunstenfestival GEN-ZIE. 

GEN-Zie … een woordje uitleg

Dit festival, georganiseerd door Fameus –  een organisatie voor vrijetijdskunstenaars – kent nu haar derde uitgave.
Jongeren die zich individueel of in groep aandienden werden geselecteerd in de herfstvakantie en in het paleis verwacht op 10 en 11 november om hun act te delen en het geheel voor te bereiden voor de finale op 12 november. 
Alle kunstdisciplines waren toegelaten. Naast het reglement en de te volgen richtlijnen konden deelnemers beroep doen op coaches en vrije workshops volgen. 
Dit jaar liet Fameus zich inspireren door een Stuurgroep, bestaande uit jongeren die in hun vrije tijd bezig zijn met kunst.

Een gesprek met Reinier, lid van de stuurgroep

Reinier heeft een achtergrond in theater en muziek en is lid van de JES studio-stuurgroep. Vorig jaar nam hij voor het eerst deel aan het GEN-ZIE festival. Wat er toen uit voortvloeide was een muziekalbum dat de naam Beestenbull kreeg (https://music-reinier.bandcamp.com)

Dit jaar maakte hij deel uit van de stuurgroep GEN-ZIE en kon zo zijn stempel drukken op het festival.

Zes maanden geleden kwam de stuurgroep voor het eerst samen. De rol van deze dynamische groep was voornamelijk ideeën uitwisselen om zo voorstellen te lanceren over wat mogelijk kon en moest zijn op het festival, nieuwigheden te introduceren en samenwerkingen aan te brengen. De uiteindelijke uitwerking lag in de handen van de productiemedewerkers van Fameus. Zo werd op initiatief van de stuurgroep bijvoorbeeld het logo van het festival aangepast en een ‘ontprikkelruimte’ voorzien waarvan de inrichting vorm kreeg met de hulp van Reinier. Deelnemers zouden zo even uit de drukte van het festival kunnen ontsnappen.

Samenwerking met JES

Ook de samenwerking met de Antwerpse jeugdorganisatie JES kwam er op voorstel van de stuurgroep.
Desmond, jeugdwerker bij JES en bekend bij Fameus zette zijn schouders onder het idee van Reinier om een ‘barzbooth’ in te richten, een podium waar jongeren vrij zouden kunnen performen. Dit initiatief dat door beiden vorm werd gegeven bleek een schot in de roos: geen gebrek aan talent dat zich wilde bewijzen.

hetpaleis


In hetpaleis heerste een gezellige drukte. Her en der waren stands die druk bezocht werden. Op het programma stonden muziek, en performances – zowel in de grote als de kleine zaal – waren er exposities te bezoeken en was het aangenaam vertoeven in de ‘ontprikkelruimte’ met rustgevende muziek gecomponeerd door Reinier. Genoeg ingrediënten om een natte herfstzondag aangenaam door te brengen.

Een boeiend gesprek met coach Junior Akwety

In de kleine zaal woonden we een performance bij met diverse artiesten. Later kregen we de coach van deze groep, Junior Akwety, te pakken voor een kort gesprek. 
In het gewone leven is hij artiest (acteur, zanger, songwriter, community builder,…) en werkt hij samen met de Koninklijke Vlaamse Schouwburg Brussel en het Conservatorium van Antwerpen waar hij jongeren begeleidt.
Samenwerking met jongeren is ook niet nieuw voor Junior Akwety gezien hij een theater-traject aanbiedt in verschillende scholen in Antwerpen waarbij jongeren samengebracht worden onder de juiste begeleiding.


Voor het GEN-ZIE festival nam hij de rol van ‘coach performance en regie’ voor zijn rekening. 
De aanvang was een heftige zoektocht. De deelnemers kwamen met persoonlijke verhalen en teksten, soms intense belevenissen. Ze hadden hun eigen idee over wat ze wilden brengen en hoe het er moest uitzien. Het werd een persoonlijke uitdaging voor de coach om al deze input samen te brengen tot één gemeenschappelijk verhaal en om vanaf de eerste dag een hechte familie te vormen die het verhaal zou dragen.
Eenmaal de verschillende inputs een plaats hadden gekregen in het gemeenschappelijke verhaal werd gezocht naar dramaturgische lijnen om de performance behapbaar te maken en werd er samengewerkt met andere coaches en techniekers om via belichting en klank het geheel naar een hoger niveau te tillen.


En het resultaat mocht er zijn: een wervelende opvoering, doordrongen van emotie, energie, gevoeligheid, kleur en klank. Je kon de vertrouwensband tussen de spelers voelen. De doelstelling – hoe de diverse verhalen op het podium brengen en met de persoonlijke aanwezigheid van de bedenkers een soort collage maken – was meer dan geslaagd.  
De muziekcoach was aanwezig op twee sessies, die elk begonnen met muziek, wat een uitstekend middel bleek om de groep samen te brengen rond het gemeenschappelijke project.
De fashion coach verrichtte wonderen: de outfits werden ontworpen en gemaakt in drie dagen tijd. Niet te geloven dat het uiteindelijke resultaat gerealiseerd werd in amper vier dagen.

Nabeschouwing

Een kleurrijk en multicultureel gebeuren was het daar in hetpaleis. Een aangename, kleurrijke en respectvolle sfeer die in schril contrast staat met wat er tegenwoordig op diverse plaatsen in de wereld gebeurt. Vandaag, op deze plek, voelt het leven kleurig en vrolijk en ook veilig aan. Kunnen initiatieven zoals GEN-ZIE een opstap zijn naar een tolerantere maatschappij en hoop geven op een warme en verdraagzame samenleving?

Links

https://www.fameus.be/gen-zie
https://www.fameus.be
https://www.jes.be
https://music-reinier.bandcamp.com
https://www.instagram.com/junior_akwety/

Tekst Magda Verberckmoes 
Foto’s Eric Rottée

Majoretteketet: Omdat we vroeger niet mochten

Op deze mooie zonnige dag zijn alle stoelen op het terras van cc De Markten bezet. Vooraan staat het podium klaar. Niet alle gasten komen voor het Feest!, maar als er een optreden is, geniet iedereen daar met volle teugen van.

Het Feest! is het jaarlijkse slotfeest van cc De Markten waar een overzicht gegeven wordt van wat er gedurende het werkjaar allemaal in het cultureel centrum gebeurt. Wij komen voor Majoretteketet, maar voorafgaand genieten we van een optreden van de dansgroep Watan Watan Dabke.

We verwachten de danseressen van Majoretteketet om 14u. Het eerste wat we aan voorbereidingen te zien krijgen, zijn de muzikanten van Café Marché die zich klaarmaken. Café Marché is een Brussels fanfareorkest van een twintigtal muzikanten (violen, saxen, trompetten, trommels, enz.) die sinds 4 of 5 jaar de vaste begeleiders zijn van Majoretteketet. Het is een gezellige groep uitgedost in opvallende outfits. Ze stellen zich op het podium op. Van Majoretteketet zien we nog niets, maar als Café Marché eenmaal begint met een vrolijke beat zien we zeven dames in majorettekostuums met witte botjes, hoedjes, rood gestifte lippen en een baton naar voren marcheren. Het is een swingend gebeuren waarbij het publiek, jong en oud, enthousiast meedanst. Er wordt muziek gespeeld als ‘Living in a material world’ en ‘Hit the road Jack’. Na een paar nummers wordt de baton ingewisseld voor een rode pompon.

Na het optreden hebben wij het genoegen om met Barbara Luypaert en Nele Vandenbempt van Majoretteketet te spreken en ze wat vragen te stellen.

Hoe is Majoretteketet ontstaan?

We bestaan 15 jaar. 15 jaar geleden hadden de vrouwen van het eerste uur gesprekken op café over de majorettes van vroeger die in elk dorp of stad wel aanwezig waren. Ze leken onbereikbaar, want niemand mocht erbij van haar papa of mama. De wereld van de majorettes stond veraf. Toen ontstond het idee: ‘waarom starten we niet een eigen dans- en majorette groep?’ En zo geschiedde. We gingen op zoek naar een fanfare en omdat niemand ‘majorette-onderlegd’ was, hadden we hulp nodig van ervaren majorettes. We hebben contact gezocht met de majorettegroep van de Marollen, de Mignonettes, die al zo’n vijftig jaar bestaat. We hebben les gekregen van ‘echte oud-majorettes’.

De fanfare die ons de eerste jaren begeleidde was Fanfare Les Fanfoireux. Een Brusselse professionele fanfare die fanfaremuziek maakt met een twist. Toentertijd speelden zij met alleen maar mannen en één vrouw en waren ze Franstalig terwijl wij met alleen vrouwen en één man waren en juist Nederlandstalig zijn. Door cc De Markten hebben we Café Marché leren kennen en treden we nu bijna altijd met hen op. Het is een fanfare die past bij ons als majorettegroep, met ook een hoek af, met een twist in alles wat ze doen.

We hebben ondertussen les gehad in veel verschillende disciplines zoals tapdans, salsa, breakdance, burlesque, theater, straattheater, hedendaagse dans, allemaal om onze eigen dansen te beïnvloeden.
We bestaan dus al vijftien jaar en Nele en ik zijn er van jaar twee bij. De mensen van jaar één dansen niet meer mee, maar waren er vandaag wel. Ze stonden in het publiek.
Vanaf het begin heeft cc De Marketen ons ondersteund en konden we beschikken over repetitieruimte.

Hoe vaak repeteren jullie en doen jullie veel optredens?

We repeteren elke week hier in De Markten en bij mooi weer op straat.
Door de jaren heen zijn wij overal geweest voor optredens, bij veel verschillende gelegenheden. We waren bijvoorbeeld bij de klimaatmars in Parijs en zijn tot in Vietnam geraakt. Een hele belevenis.
Meestal treden we gewoon op straat op. Dat zijn de mooiste optredens. Zo waren we in Aalst, Charleroi, en dus Brussel, Parijs,… overal waar we gevraagd worden.
We bereiden ons voor op een optreden met repetities en workshops, zoals een workshop haar en schminken. Voor vandaag hadden we ook repetities met de fanfare.

Wat kan je vertellen over jullie kleding?

We hebben al een tijdje hetzelfde kostuum. Dit is ons derde.
We hebben al eens meegemaakt dat onze kostuums gestolen waren uit een auto. We hebben toen een crowdfundingactie gedaan met kaartjes en daarvan gelukkig nieuwe kostuums kunnen kopen. Er is een ex-majorette die de kostuums maakt en die al heel veel voor ons gedaan heeft.
We hebben door de jaren heen een groot majorettenetwerk om ons heen gekregen van mensen die betrokken zijn en die ons helpen met allerlei zaken. Dat is zeer waardevol.

Wie maakt de choreografieën?

De choreografieën maken we meestal samen en er is iemand die ons daarbij helpt. We leggen de ideeën samen, kiezen het thema en gaan daarop verder. Er zijn een paar trekkers onder de nieuwe generatie majorettes. Die heb je nodig. Iemand die zegt: ‘oké, we doen het zo’.

Hebben jullie een missie?

Jazeker, maar, even denken, wat zijn de belangrijkste elementen: witte botjes, rode onderbroeken, baton, Brussel, dans met een hoek af, twist, verrassing, mensen doen lachen, de straat, interactie met publiek, mensen moeten er blij van worden, een ander contact met de mensen, positiviteit, …
‘Die ‘hoek af heeft mij ook overtuigd’, vertel Barbara. ‘Mijn man had Majoretteketet zien dansen op autoloze zondag met in plaats van een baton een fietspomp. Nele en ik hebben dan een cursus gevolgd en zijn direct daarna lid geworden.
De leeftijden van de dansers zijn uiteenlopend. En terwijl ze zwaait naar een jonge vrouw die vertrekt, vertelt ze dat die vrouw de jongste danseres is. Ze is komen dansen in haar pauze tijdens het studeren. Dat kan omdat ze maar op 10 minuten afstand woont. De dansers zijn allemaal van Brussel of omgeving. In ieder geval hebben ze altijd wel een band met Brussel.

Peter Pype van Café Marché komt naar onze tafel. In gesprek met Barbara en Nele bevestigt hij dat ze al vijf jaar samen optreden. Hij vindt het een heel fijne combinatie en zegt: “Voor ons is het visuele een mooie aanvulling en voor hen de live muziek. Het is een win-win.

Kan je iets zeggen over de financiering?

Wij proberen een minimaal aantal optredens te doen om van de opbrengst de kostuums, een weekend, allerlei kosten te betalen. Niemand betaalt lidgeld, maar iedereen staat altijd klaar. We werken alleen met vrijwilligers.
Nele merkt nog op: “We merken de besparingen in de culturele sector. Heel jammer. We worden wel geboekt voor Pukkelopo, maar de culturele centra hebben het duidelijk moeilijk.

Wat wil je zelf nog aanvullen?

Iedereen die ons wil boeken, die ons wil uitnodigen voor een straatfeest, stuur een mail. We komen met heel veel enthousiasme jullie straatfeest, festival opluisteren. E-mail: majoretteketet@gmail.com

En dat geloven wij helemaal. Weinig mensen die bij het zien van Majoretteketet kunnen blijven stilzitten op hun stoel. Het is een feest om Majoretteketet bezig te zien en met een optreden is succes van straatfeest of festival verzekerd.

Majoretteketet: https://www.facebook.com/majoretteketetbrussel
Café Marché: https://www.facebook.com/orkest.cafe.marche

Diana van Bergeijk Tekst
Eric Rottée Foto’s

Shakespeare en Ik


Shakespeare en ik

Woordkunstenaar Jacob Perceval heeft een monoloog geschreven en brengt die in gezelschap van beeldend kunstenaars en muzikanten in de passende omgeving van Kasteel Borluut.

De monoloog wordt ook zaterdag en zondag om 15u opgevoerd. 

Het thema ‘Shakespeare en ik’ wordt door sterke kunstenaars geïnterpreteerd binnen hun eigen oeuvre en met hun eigen onderzoeksmethode.

Dit event is zorgvuldig georganiseerd door een jong kunstenaarskollektief uit Gent ‘Creato ex anima’.

https://www.instagram.com/creatoexanima/

https://www.facebook.com/profile.php?id=100009131499352

https://www.facebook.com/Vereeck

https://www.facebook.com/claudia.rothstein.10/

ook info op de kunstpoortpagina
https://kunstpoort.com/tentoonstellingen/

Videograaf; Bert VANNOTEN

Verjaardagseditie van Spots op West van start!

Op donderdag 7 juli startte de feesteditie van locatietheaterfestival Spots op West in Westouter. Het festival bestaat namelijk 20 jaar. ‘Na twee jaar van alternatieve activiteiten omwille van de coronapandemie doet het extra deugd om het festival terug in volle ornaat te mogen organiseren’ zegt organisator Hannelore Vandezande van OPENDOEK. ‘De ticketverkoop loopt super goed en we hebben een enthousiast team van vrijwilligers dat helemaal klaar is om het publiek te ontvangen.’

De theatervoorstelling Beautiful Monster van De Figuranten uit Menen mocht Spots op West 2022 openen. Nadien werd in de Spiegeltent, de kern van het festival, het glas gegeven op de 20ste verjaardag. Speeches van Frank Verdru, mede-organisator, burgemeester Wieland De Meyer en voorzitter van OPENDOEK Reginald Wietendaele maakten het gebeuren officieel. Om ze te bedanken voor hun jarenlange inzet werden Frank Verdu en Sofie Pattyn, die er al van in het begin bij waren en nog steeds een drijvende kracht zijn, in de bloemetjes gezet.

Nog tot zondag 10 juli gaat Spots op West verder in Westouter. Je kan er in de eerste plaats theater beleven in verschillende vormen. Zo komt er bijvoorbeeld een acteursduo uit Amerika, kan je een poëtische DJ-performance volgen, of improvisatietheater en toon-momenten zien. Wie nog een voorstelling wil meepikken moet snel zijn, er zijn er namelijk al heel wat uitverkocht. Voor en na het theater kan je genieten van de leuke gratis randanimatie. Wie een hart heeft voor muziek en/of een dansje wil placeren in de Spiegeltent kan genieten van gratis muziekoptredens onder begeleiding van straffe bands.

OPENDOEK
OPENDOEK faciliteert en ondersteunt het theater in de vrije tijd, waardoor iedereen met een passie voor podiumkunsten zich kan ontplooien. Hierin staan samenhang, solidariteit en ontmoeting centraal. Een van de manieren waarop OPENDOEK deze ontmoeting wil stimuleren en speelkansen aanbieden, is door de organisatie van festivals. Het festivalseizoen van OPENDOEK wordt traditiegetrouw ingezet door Spots op West in het pittoreske Heuvelland. Het volledige programma van Spots op West vind je op www.opendoek.be/spotsopwest

bron persbericht open doek

Tanja, regisseuse: “raakt het stuk mij?”

Het volk juicht, het heeft veel gelachen. De rasechte Antwerpenaren zitten in de zaal, hun vertolkers staan op het podium. Een volk dat graag van het leven geniet, zelfs als het weet dat het gedrag niet meer van deze tijd is. Of toch? 
“Ik zen tweeduizend frank armer!” 
“’t zal niet veel schelen”
“Tweeduizend frank, ik moest daar nog tot woensdag mee toekomen.”       
“Tweeduizend frank en nog geeneens een tet gevoeld. Die coiffeuse was een echte frigo.”

Verbeelding

Tanja: “Zie ik al visuele dingen gebeuren? Zodat het inspireert en tot de verbeelding spreekt.” Tanja acteert al lang en heeft in verschillende theaterstukken gespeeld, onder leiding van verschillende regisseurs. Dit is het tweede stuk dat ze zelf regisseert.  Het eerste was geen goede ervaring. Het is een toevallig gesprek met Marc, die vaak regisseert en de bestuurder van de theatergroep de Stille Hoop is, dat leidde tot het feit dat ze het opnieuw probeerde. Een regisseur moet iets in het hoofd opbouwen. Waar moeten de acteurs staan, welke beweging moeten ze maken? 
In het amateurtheater doe je als regisseur ook aan “casting”. Wie zal welke rol spelen? Tanja: “Hoe zie ik dat ook ten opzichte van de mensen met wie wij spelen? Dan start je met enkele lezingen met die mensen en die wisselen dan van rol, want soms weet je het niet en kan je de rol inleven bij de ene persoon of de andere. Op basis van wat je hoort of merkt of voelt bij zo’n lezing beslis je dan na een tijd, “nu weet ik hoe de bezetting er zal uitzien.”
De cast is een begin. Voor dit stuk hebben we vier hoofdacteurs. Er worden vier kostuums, maatpakken, gekocht. De mannen in maatpak spelen ook vrouwenrollen. Deze bewuste “décalage” brengt een humoristische plus maar eist ook meer van de acteurs, een uitdaging. Tanja: “Ze moesten contact zoeken met de vrouw in zichzelf”. Hun stem en bewegingen moeten de toeschouwers onmiddellijk laten zien dat er een gesprek tussen vrouwen gaande is.

Het geheel

De voorstelling is het resultaat van het bestuderen van veel aspecten.
Het decor. Tanja: “Ik vond het heel leuk dat wij een soort disco-bar achtige setting konden maken. Omdat het stuk zich afspeelt in de jaren zeventig en eerder, hebben wij ook in de tekst verwijzingen naar discotheken en winkels die toen bestonden in Antwerpen. Discotheken met disco-lights. Dat vond ik belangrijk om die sfeer een beetje te creëren.”
Tanja: “Ik vind ook de muziek heel belangrijk, en zeker in dit stuk, want we werken met heel weinig rekwisieten”.  
Er zijn aandachtspunten die je niet verwacht maar die voor Tanja heel belangrijk zijn: de akoestiek, het zicht en de bar. Dit cultuurcentrum is een onbekende plaats voor Tanja. Je moet zorgen dat de stem van de acteurs goed overkomt, ook dat de plaats van de stoelen het mogelijk maakt dat de acteurs op het podium voor iedereen prima zichtbaar zijn.
En wat met de bar? Tanja: “Ik vind het belangrijk dat de mensen met een drankje kunnen babbelen. In het amateurtheater, komen vrienden, familie, mensen die je kent kijken, een groot netwerk, het is fijn dat de mensen kunnen napraten.” 

De technische repetitie

Tanja: ”Dit is een hele belangrijke repetitie. Op papier, in een brochure kun je het stuk heel goed uitwerken. Je schrijft alles op maar je hebt toch mensen nodig om die knopjes te bedienen. Dit is de laatste kans om alle details juist te krijgen. Je weet het niet op voorhand, vandaag kan ik vragen: “Kun jij wat bijlichten? Kan ik het geluid zo hebben?”
De technische repetitie is de laatste voor de generale. Dit betekent dat Tanja zich op het einde van deze repetitie comfortabel moet voelen. “Wanneer denk jij dat het op punt staat?” Tanja: “Op het einde van deze repetitie. Morgen is de generale en dan kan je niet meer tussenkomen. De vorige repetities konden we doorlopen en dat is een luxe. Vaak moet je een voorstelling doorlopen in de week van de première. Nu was dit sneller mogelijk want dit is een kleine bezetting, dan kun je focussen op die vier personen.”

Gedreven

Tanja: “Na covid had iedereen heel veel zin, heel veel goesting om te spelen, te repeteren. Het engagement van iedereen was heel groot. Dat merk je aan de manier waarop ze zich geven tijdens de repetitie. De bereidheid om die ‘extra mile’ te gaan.”

Groeiproces

Tanja “Ik ben op het schooltoneel begonnen met theater te spelen en sindsdien niet meer gestopt. Ik heb met heel veel verschillende regisseurs gewerkt, elke regisseur pakt dat anders aan, daar leer je heel veel van, veel om vertrouwen op te bouwen, veel om acteurs in het avontuur mee te sleuren, veel om het publiek, het volk, hard te laten lachen.”

https://www.facebook.com/destillehoop/

tekst en fotografie Eric Rottée

Seeftheater, na 40 jaar springlevend.

Seeftheater, Seefhoek, … deze plaatsnamen roepen een zekere sfeer op van volkse gezelligheid. Een bescheiden vitrine, links een inkomdeur. Het is de eerste keer dat ik voor de deur van dit cafétheater sta aan het nummer 34 van de Diepstraat in Antwerpen, een kleurrijke, levendige buurt met tal van oriëntaalse winkels en restaurants.
Ik kom niet rechtstreeks in het theater terecht maar wel in een lange pittoreske gang die toegang verleent tot het theater en enkele huurwoningen. Ik stap binnen in een kleine ontvangstruimte met daarachter een bar en het theater.
Mijn gastheer is Michel Halin, artistiek coördinator van het Seeftheater. Een interessant gesprek met een bezielend persoon.

Terug in de tijd..

De geschiedenis van het Seeftheater vindt haar oorsprong in 1980 en staat kort beschreven op haar internetpagina, zeker de moeite waard om te exploreren. Meer informatie over de figuren die aan de basis van het ontstaan van het theater lagen, is jammer genoeg niet beschikbaar. 
De geschiedenis van Michel Halin, de huidige drijvende  kracht achter het Seeftheater, leggen we bij deze vast voor het nageslacht.
Michel rolde in 1985, rond zijn 30ste levensjaar, de theaterwereld in. Een groepje vrienden die een theatergezelschap vormden was op zoek naar een secretaris. Michel werd altijd al gedreven door alles wat met secretariaat te maken had en zag hierin een mooie opportuniteit. Als jongste van de ploeg wou hij vernieuwing brengen door modernere stukken te programmeren, andere regisseurs aan te stellen, … maar dat werd niet getolereerd.
Dan maar een eigen theatergroep oprichten die gedoopt werd tot ‘Het Jonathan Theater’. Plots was hij de oudste in een groep van kennissen (onder meer studenten van het Herman Teirlinck-instituut). Dit avontuur duurde ongeveer 3 jaar. Ondertussen kreeg hij rollen toebedeeld in het toenmalige Antwerps Amateurtheater. Het bekijken van video-opnames van zijn optredens overtuigde hem om cursussen te volgen. Daarna kwam hij terecht in het Noord Theater. In de periode 1994-1995 richtte hij weer een eigen groep op, het NKT. Daar leerde Michel de knepen van het theatervak. Hij ontpopte zich als een ware duizendpoot.

Kort na de eeuwwisseling werd hij opgebeld met de vraag om het gezelschap bij Seeftheater te vervoegen voor de productie ‘Zusje trouwt en dan is er champagne’. Deze samenwerking duurde een decennium lang. Daarna was het tijd om de theaterboot even af te houden.
Via een kennis bij het Noord Theater werd Michel gevraagd om een rol op zich te nemen, en kwam de bal weer aan het rollen en is hij dezer dagen de artistiek coördinator van het Seeftheater. Samen met Luc Van Nunen, voorzitter, neemt hij de leiding van deze organisatie op zich.
Het Seeftheater was van bij het ontstaan een cafétheater en dat concept werd nooit aangepast.
Het draait volledig op vrijwilligers en dat geldt zowel voor de acteurs als voor de logistieke medewerkers. Een acteur beperkt zich niet noodzakelijk tot acteren. Die springt eveneens in achter de bar of bij de opbouw van een decor. De organisatie van het geheel vraagt om een sterk management. 
Een blik achter de schermen …

Plannen is vooruitdenken

Bij het opzetten van de planning wordt rekening gehouden met diverse factoren. De acteurs, die in de meeste gevallen beroepsactief zijn, hebben nood aan wat vrije tijd tijdens het weekend. Vakantieperiodes en feestdagen zijn momenten waarbij publiek minder makkelijk gemobiliseerd raakt.

De programmatie vraagt een vooruitziende blik. De planning voor het komende seizoen – de namen van de stukken en van de acteurs, de beschrijving van de stukken –  is volledig beschikbaar op de website. Meer nog, de programmatie tot een eind in 2027 staat reeds grotendeels op papier.

Financiële slagkracht om verder te gaan

Het Seeftheater is volledig zelfbedruipend. Dat betekent dat alle facturen zoals huur, gas- en elektriciteitsrekeningen, … dienen betaald te worden van de inkomsten die enkel voortvloeien uit de verkoop van tickets en de inkomsten van de bar.
In een lang verleden kreeg het theater subsidies, maar dat behoort tot het verleden.

Een productie kiezen

Het Seeftheater wil zich vandaag profileren als ‘theater van de lach’. Corona heeft het leven voor veel mensen een stuk moeilijker gemaakt en de nood aan luchtig amusement doen toenemen. Een komedie trekt hierdoor meer publiek aan dan een drama, wat uiteraard belangrijk is voor het overleven van het theater.
Eenmaal die keuze gemaakt, gaat men op zoek naar een gepast stuk. Hiervoor bestaan gespecialiseerde websites. Michel: “Na een tijdje begin je de namen van auteurs te kennen. De meesten hebben een eigen website. Er zijn ook groepen, bv. op facebook, waarop die schrijvers bijeenkomen en hun nieuwe stukken publiceren. Bij belangstelling kan je gratis een leesexemplaar aanvragen. Ik heb ook contact met een 30-tal franse auteurs via een kantoor in Parijs. Op de vraag of ze akkoord waren met mijn voorstel om hun stukken te vertalen om ze dan in ons theater als creatie te brengen, kwam een positief antwoord. Deze piste is tot op heden nog niet in de praktijk gebracht.” 

Eenmaal een productie gekozen, kan het echte werk beginnen.

Een ploeg samenstellen

Wie zijn die vrijwilliger-acteurs? Velen hebben een professionele opleiding gevolgd maar oefenen het acteren niet beroepsmatig uit. Anderen hebben dan weer elders ervaring kunnen opdoen. Ook beginners krijgen hun kans bij het Seeftheater, meestal in een bijrol als opstapje in de theaterwereld.

Het theater kan beroep doen op een 60-tal acteurs die contacteerbaar zijn via een globale Whatsapp groep. Dit kanaal wordt gebruikt om de diverse stukken aan te kondigen met opgave van de speeldata en rollen. Geïnteresseerden kunnen zich als kandidaat melden. Op basis van die aanmeldingen wordt een tide-casting aangemaakt: wie komt best in aanmerking voor welke rol?
Wanneer de groepen zijn samengesteld wordt voor iedere productie een specifieke Whatsapp groep aangemaakt en kunnen de repetities georganiseerd worden.

Het is noodzakelijk dat het bestand van auteurs up-to-date gehouden wordt. Er is altijd een natuurlijke afvloeiing waardoor de zoektocht naar nieuw bloed een belangrijk aspect is.
Bovendien gaat het om vrijwilligers die geen eigendom zijn van het theater. Voor die mensen kan het leerzaam zijn om ook elders te gaan spelen. Sommigen verdwijnen tijdelijk en komen op een gegeven moment weer terug. 
Enkele keren werd samenwerking met andere theaters getest. Zoiets kan bv. nuttig zijn bij een crisissituatie, maar ervaring leert dat dit niet zo evident is als het lijkt.
Bij nood aan een regisseur of acteur kan dat op de website van Opendoek – waarvan Seeftheater lid is – gepubliceerd worden. Dan is het wachten of er respons komt.

Het publiek

Het publiek van het Seeftheater bestaat uit vaste en toevallige bezoekers.
De matinee-voorstellingen, op zondagmiddag, worden voornamelijk door ‘habitués’ bijgewoond.
De kennissenkring van de spelers maakt ook een belangrijk deel uit van het publiek. Stukken met grote bezetting zorgen dan ook voor een grotere opkomst. En bij deze laatste groep ziet men ook dat bezoekers op termijn evolueren naar het vaste publiek. Er wordt geen moeite gespaard om nieuw publiek aan te trekken. Alle bezoekers van vroegere producties krijgen regelmatig de Nieuwsbrief toegestuurd.
Twee a drie weken voor de première van een productie wordt ook de folder ruim verspreid.

Vandaag gebeurt de marketing ook meer en meer via de pers (Radio Minerva, Radio Express, ..) en gespecialiseerde culturele programmabladen (Antwerp Events, Uit in Vlaanderen, …). Michel bespeelt eveneens de social media als een ware pro: Facebook, Instagram, Twitter, Youtube, … niets van deze kanalen heeft nog geheimen voor hem.

Heeft het cafétheater een toekomst?

Michel heeft een duidelijke visie waar het theater binnen drie a vijf jaar moet staan: het publiek en de opvoeringen moeten elkaar bestuiven.

Het Seeftheater kan bij een voorstelling 47 bezoekers huisvesten. Er zijn geen plannen om het theater te verhuizen naar een ruimere plaats. De corona periode heeft een zware tol geëist onder meer op financieel vlak. Daarom is het belangrijk dat het publiek minstens gehandhaafd blijft maar – liever nog – uitbreidt. Momenteel wordt een productie ongeveer vijftien keer vertoond. Hoe meer vraag vanuit het publiek, hoe meer er kan gespeeld worden…. leuk voor de acteurs en beter voor de kassa.

Ook variatie in de programmatie kan hiertoe bijdragen. Zo zal in de zomer een Revue gebracht worden die Michel zelf regisseert en zal bestaan uit een aantal sketches, afgewisseld met muziek en interventie van een ‘stand-up comedian’.  Marco Ramirez, beroepszanger en ook organisator van Revues, komt dan meespelen en zingen. Het wordt een productie met 22 spelers.

Voor liefhebbers van cafétheater … niet twijfelen! Neem nu contact op met het Seeftheater en reserveer je tafeltje … gezelligheid gegarandeerd!

Een beginnend acteur met potentieel

Na de generale repetitie van de productie “Plasje doen?”, waarvan ik met volle teugen genoot, krijg ik Jacqueline, de toiletjuffrouw in de openbare genderneutrale toiletten van een station, in het vizier en strik haar voor een kort gesprek.

Haar echte naam is An Van Opstal. Ik sta perplex wanneer ik verneem dat ze met de hoofdrol in deze productie voor het eerst optreedt in een echt gezelschap.
Tijdens haar jeugd deed ze wel kleine opvoeringen en volgde ze in de Academie ‘Woord en Kunst’, maar dit alles viel stil, onder meer door familie-uitbreiding.
Later, na een ziekte kwam de vraag naar boven: “wat heb ik gemist in mijn leven?” Op die vraag kwam spontaan een duidelijk antwoord: op de planken staan! 
En alsof het in de sterren geschreven stond, viel haar oog op een oproep op Facebook: Seeftheater zoekt nog mensen. Veel nadenken hoefde ze niet te doen. “Ik spring gewoon.”
En dat is wat ze deed. Samen met haar 16-jarige zoon is ze in dit nieuwe avontuur gerold en beiden beleven de tijd van hun leven.

https://www.seeftheater.be
https://www.facebook.com/Seeftheater
https://www.instagram.com/seeftheater/

Tekst Magda Verberckmoes
Foto’s Eric Rottée