Sven GUNDLACH

Who cares?

Tekst en fotografie Rik Guns

Ik wilde weten wie die ‘Sven 87’ was van een schilderij dat al 32 jaar in onze gang hangt. Het werd een ontdekking van de avant-gardekunst in de laatste jaren van de Sovjet-Unie aan de hand van een kunstenaar die hier totaal onbekend is, maar in Rusland gelauwerd en gevreesd werd, een echte cultfiguur.

Sven Gundlach werd geboren op 25 mei 1959. Nauwelijks twintig jaar jong, was hij een belangrijke speler in de underground-scene en een frontman van de artistieke rebellie in zijn land. Als lid van de kunstgroep ‘Mukhomor’ (Russisch voor ‘vliegenzwam’) confronteerde hij de highbrow conceptuele kunstenaars van Moskou met een actie door een schuttingswoord te vormen van lichamen in de sneeuw. Bij een andere actie, een parodie op de “collectieve acties” van Monastyrski en Kabakov (twee ‘concept’-goeroes) liet hij zich levend begraven in een kist in een park in Moskou. Videodocumentatie van de gebeurtenis toont een bebrilde Gundlach die op wonderbaarlijke wijze uit de grond tevoorschijn komt nadat hij bijna was gestikt.  Kort nadien pakt de groep weer uit met een actie, deze keer een schijnexecutie, gevolgd door een strenge verbale veroordeling van hun eigen optreden.

Gundlach was non-conformistisch, met zijn vrienden schopte hij graag tegen de schenen van de ‘gevestigde orde’, of dat nu de Sovjetoverheid betrof of de gevestigde namen van de onofficiële kunst, dat maakte niet uit. Hij lachte met alles en iedereen (ook met zichzelf), onschuldig maar messcherp, niet met goedkope kritiek vanuit de marge, maar door zelf voluit te gaan met acties, performances, installaties, schilderijen, gedichten en optredens.  De Vliegenzwammen waren een combinatie van Monty Python, Banksy en Pussy Riot in één. Ze aanvaardden geen enkele grens in artistieke expressie, niet vanzelfsprekend in een land dat gebukt ging onder een harde repressie. Door hun kunstacties, die een ruim publiek bereikten, waren ze een bepalende factor in de deconstructie van de oude Sovjet-Unie.

Gundlach stond wantrouwig tegen elke vorm van gezag, ook van kunstgezag. Hij weigerde een kunstenaar te zien als de eenzame, verheven creatieve geest. Hij ervoer de jaren ’70, zo vertelde hij achteraf als een crisis, “… beginnend met de neiging om kunst om te vormen tot een pseudoreligieuze praktijk en eindigend met de emigratie-epidemie”. Veel zijn collega’s, emigreerden inderdaad tussen 1978 en 1988 en maakten naam in het Westen. Gundlach bleef in Moskou.  

Hij nam deel aan hij clandestiene performances en installaties in appartementen (APTART), waar honderden nieuwsgierigen op afkwamen. In 1982 maakte hij met Mukhomor een ‘Gouden Plaat’: 40 erotische, absurdistische, blasfemische gedichten, gerapt op een achtergrond van fragmenten uit klassieke muziek, rock, jazz en popsongs (officieel verboden muziek), maar ook op Arabische klanken, restaurant- en liftmuziek en zelfs de Kremlinbeiaard. De plaat werd zo populair in Moskou dat Gundlach opgepakt werd voor opruiing en antisovjet agitatie en verplicht werd tot een legerdienst op het eiland Sakhalin, 6500 km van zijn vrouw en hun tweejarige dochter.

Hij kon terugkeren dankzij de perestrojka, maar hij was allesbehalve gekalmeerd. Hij stichtte een rockband van ‘simulatieve’ (playback) muziek, ‘een coöperatieve voor de productie van songs, gemaakt met de afval van sovjetmuziek’ zoals hij het zelf noemde.  Daarmee surfte hij mee op de nieuwe rage van de rock, nu die eindelijk toegelaten was, maar tegelijk stak hij de draak met al die grote geesten die nu de grote alternatievelingen aan het spelen waren, maar gisteren nog braaf in het gareel liepen.  Met zijn groep ‘Central Russian Upland’ (Het Centraal Russisch Plateau) gaf hij een legendarisch optreden in Kuznetsky Most (de tempel van mode en kunst in Moskou) dat door Artemy Troitsky, volgens de New York Times toen dé specialist van de Russische rock-scene, bestempeld werd als het beste wat ooit door een Russische rockband was gedaan. Het waren geen mooie liedjes, ook geen boze punk, maar poëzie vol politieke satire over de Sovjettijd, literaire avant-garde.

Intussen bleef Gundlach tekenen, schilderen en installaties maken. Door de perestrojka verwierf hij internationale bekendheid en vanaf 1987 begon hij te reizen voor groeps- en solotentoonstellingen, naar Duitsland, Engeland, Zweden, Hongarije, Nederland, de VS, Australië… Hij werkte met deed alles: acryl op papier, op hout, olie op doek, zeefdruk… En plots, even snel als het succes, stopte hij met kunst. Hij had er genoeg van: de platte commercie, de copy-cats, de ‘behagers’ zonder inhoud, hij was het beu.

Hij ging in zaken, verdiende goed geld en trok zich totaal terug uit de kunstwereld. Veel van zijn werken gingen verloren, een aantal gooide hij zelf weg, veel werd verkocht door galerieën en op veilingen (voor aardige sommen). Sven Gundlach zelf had geen enkele ambitie om als kunstenaar voort te leven in de toekomst, in tegenstelling tot de grote Kabakov. Die lag er wakker van, zoals in zijn wereldberoemde installatie ‘Not Everybody Will Be Taken Into the Future’. Mocht Gundlach hebben kunnen antwoorden, hij had wellicht gezegd: “Who cares?”  En dus werd hij niet ‘wereldberoemd’. Hij trok het zich niet aan. Maar zijn naam mag gerust in een adem genoemd worden met Kabakov, Monastyrski, Prigov, Bulatov, Zakharov, Nakhova, Alekseev, Pivovarov, Rubinstein, Komar & Melamid… de grote namen uit het Moscow-conceptualisme.

In 2005 trad hij nog een keer uit de schaduw, samen met zijn dochter Christina, voor de installatie ‘Womb of a Dream’ in een Russische galerie.  Daarna werd het definitief stil rond Sven Gundlach. Hij trok zich terug op het platteland en hield zich voornamelijk bezig met een online encyclopedie over de cultuurgeschiedenis van zijn geliefde Rusland.

De laatste jaren van zijn leven bracht hij door in een kleine parochie op 130 km van Moskou, waar hij de priester van de plaatselijke kerk bijstond, weg van het openbare leven, onthecht, op zoek naar innerlijke rust. In 2020 raakte hij besmet met het covidvirus. Sven Guidovich overleed op 14 december als Simeon Egorovich, ongetwijfeld met een Gundlach op de mond.

Als je graag meer weet over deze merkwaardige kunstenaar en een idee krijgt van zijn werk, dan kan je de pdf van 19 blz downloaden, zie onderaan deze reportage. Het is een flinke boterham maar de moeite van het half uurtje lezen meer dan waard.

Veel plezier.

Rik  Guns

P.H.Jen – Het verlangen naar vrijheid.

tekst Kathleen Ramboer fotografie Kathleen Ramboer en copy right P.H.Jen

P.H.Jen, alter ego voor Philippe Vereenooghe, blijft al jaren onder de radar van de kunstwereld. Jaren, maanden, dagen, uren… werkt hij in zijn landelijk atelier, enkele werkruimtes, verborgen in het groen. Hier is zijn thuis, voelt hij zich thuis ver van alle culturele drukte. Op een middag in de lente mag ik mij urenlang verliezen in de verborgen kamers van zijn kleurrijk, poëtisch universum. Ik ontmoet er vreemde, doorleefde voorwerpen met patine uit een vaag verleden, een feest voor het oog.

Ontelbare canvassen, groot en klein, beschilderd en blanco, ingepakt of niet… getuigen van een ontembare drang zijn verbeelding aan het doek toe te vertrouwen. In dit  ‘pakhuis’ voor kunst met kunst en tot kunst verheven voorwerpen laat ik me vervoeren. Deze droom met P.H. Jen als reisgezel zal ik me blijvend herinneren.
Hopelijk blijft dit ‘heiligdom’ goed afgeschermd voor vreemde ‘elementen’, opdringerige bezoekers, die het eigenzinnig karakter van zijn werk kunnen of willen beïnvloeden.
De canvassen en 3D werk van P.H.Jen reizen geregeld naar zijn galerie te Knokke-Heist en andere locaties om ze bloot te stellen aan het oog van het kunstpubliek.

HET AUTHENTIEKE KARAKTER VAN DE KUNST VAN P.H.JEN

Goût du Bonheur, copy right P.H.Jen

In een tijd waarin AI de wereld verovert, omarmt de kunstliefhebber in mij de authenticiteit van P.H.Jen. Zijn werkt roept reminiscenties op aan Picasso, Art brut, Corneille, Lucebert, diverse Cobra kunstenaars. Kunst brengt nieuwere kunst voort. Om het even uit welk vat P.H.Jen tapt, zijn schilderijen en installaties blijken onvervalst eerlijk. Ze zijn mentale, emotionele, poëtische selfies en etaleren een universum waarin de kunstenaar de hoofdrol speelt en waarin een ‘Goût du Bonheur’1 zich van het canvas meester maakt. P.H.Jen blijft stoïcijns doof voor de roep van de massamedia, voor een verstikkende beeldcultuur. Hij gaat zijn eigen weg, schildert een persoonlijk iconische wereld.
Als toeschouwer laat ik de canvassen verhalen vertellen, communiceer met de figuranten op het kleurrijke doek en ontdek een wereld die ik tot de mijne maak.
Avontuurlijk kijken naar deze canvassen, dat raad ik elke kijker aan. Stap in het imaginair karretje voor een ‘Voyage vers le futur’2.

Voyage vers le futur, copy right P.H.Jen

HOE ZIJN KUNSTGENAARSLOOPBAAN BEGON

Reeds vroeg groeit het besef niet geschikt te zijn voor een loopbaan in onze competitieve, harde maatschappij. De run naar commercieel succes is niet aan hem besteed.
Phillippe Vereenooghe is muzikaal begaafd maar in het leven moet je keuzes maken en P.H.JEN kiest resoluut voor de schilderkunst, voor de academie: het KASK te Gent. Hij krijgt er les van kunstenaars als Karel Dierickx, Roger Wittewrongel … Jean Bilquin ontdekt de poëet in hem. Via deze ‘meesters’ leert hij het metier, dat steekt hij niet onder stoelen of banken.  Zijn muzikale jaren, 7 jaar viool en 4 jaar piano laten ook sporen na, dit getuigen de vroege schilderijen met vloeiende kleurvlakken als melodieën en assemblages met repetitieve elementen3.
De canvassen van de laatste vier jaar hebben iets jazzy, speels, improvisatorisch en experimenteel.
Zijn oeuvre is een visuele symfonie. Luister naar zijn werk en je vangt echo’s op van emotionele demonen, je ontmoet een boeiende persoonlijkheid.

DE ASSEMBLAGES, INSTALLATIES, de meeste gemaakt vóór 2013

Er zijn van die kunstenaars waar je van de ene verbazing in de andere valt. P.H.Jen is er zo één.
Zijn creativiteit is zonder grenzen. Zoals een strandjutter materiaal bijeenraapt na de storm, zo struint P.H.Jen graag rond in kringloopwinkels, rommelmarkten, vintage winkels. Zijn fantasie slaat op hol bij een onderdeel van een propeller, een deel van een straaljagervleugel, een oude pop, hoefijzers, pingpongballetjes3… Het materiaal spreekt tot hem, betekent inspiratie. Noem het ‘gevonden composities’ die uitdagen tot een fysieke fantasierijke interactie, gedoemd om verder te leven. Wegwerpartikelen geeft P.H.Jen een ziel, tastbaar in het ‘pakhuis’ van zijn dromen, zijn universum.

HET SPEL

Het creëren van 3D kunst is voor de kunstenaar een spel en de kijker… die geniet mee.
Zijn installatie ‘Raket’4 prikkelt de zintuigen, nodigt uit tot interactie. Het rotatieve element maakt het kind in ons wakker en verbindt de kunstenaar met zijn publiek.
De gelakte pingpongballetjes op de garagepoort5, getransformeerd tot kunst, zijn van een speelse schoonheid, een spiele-rei, een spel op een rij. Het 3D werk ‘Oneindigheid’6 verraadt uren geconcentreerd werken. Het lijkt eenvoudig toch is hier over nagedacht. Aan het kunstwerk gingen repetitieve, meditatieve handelingen vooraf, wellicht neigend naar het spirituele. Uit een schijnbaar zinloze activiteit groeit kunst.

Raket

Kleinstructuur • Garagepoort, gelakte pingpong balletjes, copy right P.H.Jen
Afrikaans relikwie copy right P.H.Jen

GASTON CHAISSAC – ART BRUT – OUTSIDER KUNST

In het werk van P.H.Jen herken ik de intuïtieve stijl, uitbundige creativiteit, de oerkunst van Gaston Chaissac. Voor deze aan Cobra verwante kunstenaar heeft hij een tomeloze bewondering. Het gebruik van een Afrikaans masker, ‘Afrikaans relikwie’7 , verraadt eenzelfde zoektocht naar een oerkracht in de kunst en schepping, een zoektocht naar het spirituele. ‘Kunst is religie’, beweerde ooit Thomas Mann.
De kunst van P.H.Jen is verwant aan het primitieve van de Art Brut kunstenaars. Niet beïnvloed door een stroming, in totale isolatie, scheppen zij pure onbezoedelde kunst. Een installatie zoals ‘Anatomie van het geheel’8 refereert naar deze authenticiteit.

VROEGE SCHILDERIJEN vóór 2013

Talrijke kunstenaars schilderen oorspronkelijk figuratief om abstract te eindigen. Bij P.H.Jen is het net andersom. Kleurrijke vlakken als uitdeinende waterplassen9 verdringen meer timide vlakken. Ze leunen tegen elkaar aan, zoekend naar evenwicht in de chaos. Kronkelende, kolkende lijnen spelen een spel tot ze een evenwicht bereiken. Een oogverblindende witte onderlaag versterkt de kleuren. Welke verf gebruikt de kunstenaar voor dit specifieke wit? Daar wil P.H.Jen niets over kwijt.
Zoals vele kunstbeschouwers bega ik de fout een dubbele bodem te zoeken, een verborgen betekenis. Beweeglijke kleurvlakken als water dat een uitweg zoekt, staan die niet symbool voor het individu dat zich een weg baant in een constant evoluerende wereld? Bij onze kennismaking waarschuwde de kunstenaar me niet naar dubbele bodems te zoeken. Titels aan deze schilderijen geeft hij niet, die zijn te bepalend en verhinderen de toeschouwer een eigen invulling aan het werk te geven. Het is een oproep mee te denken met de kunstenaar.

LATERE SCHILDERIJEN, 2013-2024 

La Magicienne, copy right P.H.Jen

De lyrisch zwemmende kleurvlakken evolueren stilaan naar een narratieve vitale kunst. Op deze doeken zegeviert de vrijheid, het bestaansrecht van de kunstenaar.
De natuur, prominent aanwezig rondom woon- en werkomgeving, ontbreekt op het doek. De uitbundigheid en het ontembare van die natuur maakt zich integendeel wel meester van het canvas.
P.H.Jen schildert spontaan, in een creatieve roes, alsof elke inspanning hem vreemd is. De verfborstel fungeert als magische toverstof die exuberante, vreemde, kleurrijke figuren op het canvas laat dansen en feesten. ‘La magicienne’10 is een bondgenoot.
Het zijn ‘cobraneske’ doeken, de cobra kunststroming daar houdt P.H.Jen van. Op de canvassen koketteren zeemeerminnen, nestelen vogels, vertoont de kat sterallures, racet een cartooneske bolide het onbezorgde leven, een ‘vie insouciante’11, tegemoet.
Als volwassene kijk ik met het plezier van een kind dat nog in sprookjes gelooft.
Aan de titels die P.H.Jen de canvassen geeft, (h)erken ik een creatieve kunstenaar met fijne humor, ironie, fantasie… Ik word er instant vrolijk van.
En toch, is het leven enkel rozengeur en maneschijn?

RECENT WERK

Pierrot, copy right P.H.Jen

Zijn recente schilderijen laten vermoeden dat er nog een andere kunstenaar in hem huist. De kleuren zijn minder verzadigd, valer. Er is spanning tussen abstractie en figuratie. Ogen staren je aan en vragen onderzoek. De werken zijn van een bedrieglijke eenvoud. De canvassen met één figuur, één hoofd, vertolken eenzaamheid, het zwaarmoedige. Het leven is niet één en al feest. Zoals ieder mens kent kunstenaar P.H.Jen zijn ups en downs.
Zelf spreekt P.H.Jen van rijper, krachtiger, gelaagder en persoonlijker werk. Hij waagt zich aan experimenten met het doek, laat delen onbeschilderd wat het picturale ten goede komt.
De Pierrot12, bij P.H.Jen een vrouw met ronde, grappige lippen, rode mond, geometrische neus en ogen,…  is doordachter en met een knipoog geschilderd. Betekent dit het afscheid van de vrolijke, imaginaire droomwereld, een vaarwel aan een rijke beeldtaal?Persoonlijk hopen we op een evenwicht tussen het blijmoedige en de ernst.

Op de site https://www.phjen.com/ valt deze quote te lezen
‘lopen over het water zonder ooit de horizon te bereiken’
Creëert P.H.Jen ooit het ultieme meesterwerk dat zijn complete oeuvre overbodig maakt?
En heb ik woorden gezocht voor woorden die niet nodig zijn?
De fijngevoelige, poëtische en subtiele kunst van P.H.Jen zal ook in de toekomst voor zich spreken.
Dit zijn de woorden van P.H.Jen: ‘Mijn werk heeft eigenlijk niets van betekenis… ik doe maar wat.’ Alsof hij zeggen wil: ‘Kijk er naar en geniet pretentieloos’.

Tekst Kathleen Ramboer Juni 2024


1       Goût du Bonheur • Acryl op papier – 114 x 175 cm
2       Voyage vers le futur • Acryl op papier – 114 x 159 cm
3       Kleinstructuur • Garagepoort, gelakte pingpong balletjes – 193 x 235 x 4,5 cm
4    Raket, 2022 • Assemblage van verschillende elementen, materialen: metaal & hout
5       Kleinstructuur • Garagepoort, gelakte pingpong balletjes – 193 x 235 x 4,5 cm
6       Oneindigheid • Lak en plakband op MDF-paneel – 245 x 122 cm
7    Afrikaans relikwie • Afrikaans masker en kunststofpaneel in houten kist met deur
8    Anatomie van het geheel • Assemblage van verschillende elementen (hout, bewerkt koper) –
     216 x 71 x 71 cm
9    abstracte werken zonder titel • Olie op canvas? diverse formaten, vóór 2013 – afgebeeld schilderij 70 x 90 cm
10   La magicienne • Aquarel op papier – 60 x 80 cm
11     Vie insouciante • Acryl, zwarte inkt en aquarel op papier – 114 x 158 cm
12   Pierrot • Olie op doek – 50 x 60 cm

INFO

artgalleryvereenooghe@gmail.com
https://www.phjen.com/

er is permanent werk te zien in
Art Gallery Vereenooghe
Zeedijk 684
Knokke-Heist

Zaterdag, zondag en feestdagen 14u – 18u
op afspraak
0474 76 99 28
0489 30 58 85

Betty Glorieux

Tekst en foto’s : Bernadette Van de Velde

Schilderes en keramiste
Energieke en gepassioneerde dame
Met haar 91 lentes is ze het levende bewijs dat er op creëren geen leeftijd of grens staat.

Toen ze in 1988 op 55-jarige leeftijd als docente voedingsleer met pensioen ging, zegden haar zoons: ‘Mama hoe ga jij die zee van vrije tijd opvullen? Wij geven je een raad: je tekent graag, schrijf je in aan de Academie!’. Haar echtgenoot was dezelfde mening toegedaan en zo geschiedde.
7 jaren volgde ze les aan de Academie van Wetteren, haar woonplaats: te beginnen bij tekenen over schilderen tot uiteindelijk keramiek.
Het vergde moed en volharding want de leraren destijds geloofden niet in de creatieve capaciteiten van een oudere dame (toen pas 55!) en richtten hun aandacht liever naar hun jongere leerlingen. Zij voelde zich vaak gepasseerd, ‘quantité négligeable‘ als het ware.
Maar Betty zette door. En hoe! Ondanks de tegenwerking studeerde ze cum laude af.
Naderhand hebben directeur en leraren zich bij haar verontschuldigd omdat ze haar verkeerd hadden ingeschat en onheus behandeld.
Betty ontvangt me bij haar thuis waar ook haar atelier is.
Ze vertelt hoe haar creaties tot stand komen, hoeveel vreugde haar kunst haar verschaft, hoe het haar jong en actief houdt zowel naar geest als naar lichaam. Dat alles straalt ze ook uit. 91 is ze nu, onvoorstelbaar energiek is ze!

Vooreerst toont ze me de werken die in haar living staan en hangen. Het zijn deze die haar het nauwst aan het hart liggen en het beste passen bij haar interieur.
Zo is er een driehoekige vaas, haar lievelingsvaas, een uitdaging om die te maken, het kostte energie en tijd, maar het resultaat mag er zijn en daarom zal ze er nooit afstand van doen.
Al haar creaties hebben een verhaal. Iets in haar omgeving treft, intrigeert of triggert haar, ze gaat er in gedachten mee spelen, geeft er een twist aan en maakt die tastbaar in een werk.
Zo is er het verhaal van de knoop op een winterjas. Die knoop had een diepte. Zij heeft die knoop uitvergroot. Zij dacht: dat is iets om in te kruipen, ik zet er een figuurtje bij, deze kan op de rand zitten of erin tuimelen. Figuurlijk betekent dat dan: in de put zitten en er weer uitkruipen.

Maak je een voorontwerp? vraag ik haar.
Min of meer. Ze krijgt een ingeving, maakt een vlugge schets en gaat ermee aan de slag. Terwijl ze bezig is kan het idee veranderen en iets totaal anders worden als wat ze oorspronkelijk in gedachten had. Er komen stukken bij of af. Soms wordt iets omvangrijks later een mini kunstwerkje of andersom.
Elk kunstwerk bevat een kiem voor een volgende en soms komen ideeën samen in een nieuwe creatie.

Voorontwerpen met bijgekleefde foto’s van het afgewerkt product

Ze werkt graag abstract. Spelen met lijnen en vormen. Onconventionele vormen, zeker geen alledaagse. Zo maakt ze driehoekige serveerkommetjes i.p.v. van ronde en tekent ze geen bloemetjes, ‘die kunnen beter groeien en bloeien in ’t echt dan op een afbeelding’

Van de living troont ze me mee naar een bijgebouwtje waar haar computergestuurde keramiekoven staat en het nodige materiaal om klei te bewerken en te kleuren. Ze leert me wat ‘engobe’  en wat een ‘mirette’ is.

Bokalen met engobe en 2 mirettes

Betty werkt met natuurklei en wil dat men de ruwe klei, die staat voor ‘binding met de aarde‘, kan voelen en zien. Daarom combineert ze vaak in haar werkjes gepolijste en blinkende keramiek met ruwe gedeeltes.

Een ruwe kop in een geglazuurde krans en daarachter een schilderij

Resultaten van een les model  en waarnemingstekenen aan de academie

Betty wil nog kwijt dat ze seriewerk haat, 100 keer hetzelfde maken is niet aan haar besteedt. Al haar werken zijn uniek. En nog dit : keramiek maken is een ambacht. Men moet dit ambacht onder de knie hebben om een kunstwerk te kunnen maken maar niet elke ambachtsman is kunstenaar en niet elke kunstenaar is het ambacht machtig.
Van het tuinhuis gaan we terug het huis binnen, de trap op naar de zolder. Daar schildert ze en stelt ze haar werken tentoon. Het huis had vroeger een plat dak maar wegens de nood aan meer ruimte werd een puntdak geplaatst. Hier bewaart ze tekeningen en schilderijtjes uit haar academietijd maar ook recente schilderijen en keramieken.

Haar eerste schilderijtjes waren in olieverf, later schakelde ze over op acryl.


Ik zie een grote variatie in het tentoongestelde werk. Vele  kunstenaars kennen  verschillende periodes, elk gekenmerkt door een andere vormgeving, interpretatie, kleurgebruik, enz… zo ook bij Betty.

                   

2 schilderijen, in gezelschap van keramieken kunstwerkjes

Na het bezoek aan de zolder babbelen we nog wat na in de living en aanpalende ruimtes.
Ze toont me de map met voorontwerpen en notities.
In de hall het schilderij waar Betty bij poseert (zie bij de inleiding van dit artikel)
Ook: 2 zware koppen, bedoeld als steunen voor grote boeken, met daarboven een schilderij van een zeelandschap. Alles made by Betty.

Een map met recensies en foto’s van gemaakte werken waaronder de foto van een baby op een schelp, in opdracht gemaakt. De schelp als attribuut om de baby op te presenteren op het geboortekaartje.

Tot hier mijn bezoek aan deze bijzondere kunstenares en warme persoonlijkheid.

KUNSTBIËNNALE
INFO BETTY GLORIEUX

Betty is sinds 2 jaar lid van Lakart, een collectief van kunstenaars uit  Laarne, Kalken en Wetteren. Deze vereniging viert op 15-16 juni  2024 haar 10-jarig bestaan met een Kunstbiennale onder de noemer
‘Project X’
zaal Skala
Colmanstraat 51
Laarne
34 leden/kunstenaars waaronder Betty nemen eraan deel.
Zaterdag 15 juni van 13 tot 19 uur, zondag 16 juni van 11 tot 18uur

Wil u meer weten over Lakart, zie : www.lakart.be
Betty wordt op de website als eerste en -in leeftijd- oudste lid voorgesteld door Christel Foncke in ‘Ontmoet de kunstenaars’
https://www.lakart.be/kunstnieuws/1627172_ontmoet-onze-kunstenaars-betty-glorieux
Glorieux Betty | Lak@rt (lakart.be)

Tekst en foto’s: Bernadette Van de Velde

CANVASSEN MET EEN GESCHIEDENIS

De kunst van Wim Baes

tekst Kathleen Ramboer fotografie Kathleen Ramboer en Wim Baes

De canvassen van Wim Baes kan je door hun eenvoudige heldere taal ‘lezen’ als het gedicht ‘Marc groet ’s morgens de Dingen’ van Paul Van Ostaijen. Ze kijken je aan, stemmen je vrolijk, klaar om de dag tegemoet te treden.

Dag oranje vlekje op het roze canvas
Dag zwart streepje naast de boom
Dag bloempot op het blauwe oppervlak
Dag cactus met de groene stekels

HET VERLEDEN OP DOEK

De kleine Wim is sterk aanwezig op de meeste doeken: de jongen die ronddwaalde in de bloemenwinkel van grootvader en later in het tuincenter van zijn pa. De canvassen tonen een wereld waar hij nog geen afscheid van nam. De kunstenaar tuiniert op het doek: vrolijke bloemen in sterk gestileerde, eenvoudige potten sieren het canvas, kleurvlakken blijken voedzame grond voor de tot hemel reikende bomen, boomstronken, bomen zonder blad, bomen zonder top…

De schilderijen lijken intuïtief, kinderlijk spontaan, toch is over elk vlekje, streepje, vlak, tekening nagedacht. De zwarte forse lijntekeningen, in een stijl verwant aan de cartoon, staan rotsvast verankerd op de perfecte plaats.

TERUG NAAR DE ABSTRACTIE?

De camera van Wim staat niet altijd op scherp, letterlijk en figuurlijk. Soms dwaalt hij af, laat de blik los, gebruikt het penseel als een onbestuurbaar projectiel, vecht met spuitbussen, oliepastels… niet bevreesd voor wanorde op het witte doek. Deze werkwijze werkt helend en veroorzaakt op het canvas een bom van expressie. Een haast kinderlijk geweld maakt zich meester van het oppervlak: amorfe vormen in felle kleuren domineren het canvas.

 Er is ook een ‘Fuck Balance’ reeks waarin de verwondering om de schoonheid van de kleine dingen zoek is.
Wim Baes is een expressief schilder. Zijn doeken zijn dragers van een gemoedstoestand, leggen de ziel van de kunstenaar bloot. Ze zijn een open boek, een spiegel voor de diverse periodes in zijn leven.
De liefde voor kleur evenals de ontwapende eenvoudige stillevens, potjes, vazen, cactussen, bomen, boomstronken, de schijnbaar oppervlakkige werken… misleiden de kijker. Het leven lacht hem niet altijd toe. In moedeloze tijden blijkt in het kunstenaarsleven de balans op vlucht. Dan stopt de zoektocht naar het ‘mooie’, naar de perfecte compositie, naar treffende kleurcontrasten en het vakkundige gebruik van licht en donker. Dan werpt hij alle klassieke schoonheidsnormen over boord en opteert niet alleen voor ‘lelijke’ (bestaat ‘lelijke’ kunst?) maar vooral voor bevrijdende kunst. ‘FUCK BALANCE’ is dé gepaste titel voor een heftige reeks die ondanks het negeren van alle esthetiek een bepaald publiek weet te bekoren en te charmeren. Wellicht is dit niet de bekommernis van Wim Baes. Deze FUCK BALANCE brengt bevrijding, geeft de kunstenaar de kracht schoon schip te maken  en geeft hem de kans om opnieuw aan de slag te gaan met oog voor esthetiek. Dan maakt hij gebruik van graffiti voor een vernieuwde queeste naar schoonheid. De spuitbus met verf is een uitlaatklep om orde te scheppen in de chaos, om de onrust te doven die ronddwaalt in zijn hoofd. Net zoals het tuinieren tussen zijn geliefde planten, dan pas komt zijn ziel helemaal tot rust.

WERKWIJZE

De kunstenaar is een artistieke reiziger, hij vindt, in de wereld van de schilderkunst, zijn weg tussen diverse technieken en werkwijzen. ‘Schilderen is ploeteren, het juiste evenwicht vinden’ ‘is werken in volle concentratie’ vertrouwt hij me toe. Uit onvrede met het resultaat maakt Wim Baes nu en dan onverstoord tabula rasa en overschildert resoluut bepaalde delen of het volledige doek. Zoals na het optrekken van de mist, de natuur zich schoorvoetend in volle glorie openbaart, zo komt een schilderij van Wim, na acties als vegen, schrapen….. opnieuw tot leven. Hij ontbloot de onderschildering. In dit creatief proces omarmt Wim het onvoorspelbare, de toevalsfactor en schuwt het onvolmaakte niet: een vlek, veeg, streep maakt zijn canvas uitermate boeiend. Wim experimenteert graag met zelf geproduceerde verf bestaande uit pigment en acrylhars. Met deze persoonlijke verf verschijnen penseelstreken zichtbaarder op het doek. Ze verlenen het canvas een doorleefd gevoel. Het is aan de beschouwer de ontstaansgeschiedenis al of niet te doorgronden.

De werken van de kunstenaar zijn instinctief, rechtuit, zonder plan. Schilderen is voor hem een spel. Kleuren tuimelen over en in elkaar zoekend naar evenwicht. In die bonte wereld spelen eenvoudige voorwerpen op de rand van het banale… de hoofdrol. Wim Baes schuwt gemakkelijke kunst. Na een tijdje gaat dit spel de kunstenaar vervelen, het spontane neemt de vlucht, onrust overmant de kunstenaar, het is tijd voor een nieuwe uitdaging. Hij treedt graag uit zijn comfortzone, verlaat de veilige weg en bewandelt met graagte het pad van de visuele uitdaging.

copy right Wim Baes

Dan ruilt hij het penseel voor een paletmes, dan spuit kleur zwierig uit een bus en knipt hij bonte vormen. Graffiti en collage overmeesteren het spel als schilderen met verf hem niet meer prikkelt. In zijn collages kan Wim Baes emoties en treurnis kwijt. De knipsels brengen een hommage aan zijn overleden pa. Zoals zijn pa natuur verwerkte tot kunstige bloemstukken, zo verknipt, schikt en lijmt de kunstenaar restanten van vorig werk tot een nieuw planten en stilleven universum, tot zelfstandige kunstwerken, parallel aan zijn schilderkunst. Sluit als kijker ook hier niet je ogen voor toevallige imperfectie zoals lijmvlekjes, het gevolg van plakkerige handen, of een kleine veeg… Schoonheid vind je niet alleen in het kleurrijke voorplan maar ook in het onvolmaakte op de achtergrond.

KLEUR

Wim studeerde glaskunst. Is dit de oorzaak dat kleur een hoofdrol rol speelt in zijn oeuvre?
De bewondering voor de expressionisten en Matisse zindert door in zijn werk.
Hij debuteerde met abstracte landschappen en portretten in een coloriet dat doet denken aan werk van Der Blaue Reiter kunstenaar Alexej von Jawlenksky. Hij wilde abstraheren maar de dood van zijn pa bracht een ommezwaai naar stillevens met zich mee. Tot op vandaag schildert hij alledaagse voorwerpen en botanische vormen in wervelende kleuren waarin je de echo van zijn vader hoort.



Eerst waren er stillevens zoals de Matissiaanse rode kannen met tas gepositioneerd op een blauwe/groene ondergrond, nu is er vegetatie op een hoofdzakelijk roze achtergrond. Het huidige onderwerp, de boom, de boomstronk herhaalt zich in subtiele en vaak opmerkelijk wilde variaties en fotografische composities waarbij een deel van een boomstronk buiten het beeld valt. 
Warhol gebruikte voor zijn zeefdrukken graag flashy, fluo kleuren. Ook Wim Baes durft voor deze rebelse kleuren kiezen. Fluo oranje, citroengeel, cyaan, magenta, biljartgroen… dringen zich in zijn tegenwoordig werk aan elkaar op en/of zoeken hun evenwicht op een roze vlak. Wim Baes, de kunstenaar die niet in series werkt, schildert nu onbewust een ‘la vie en rose’ reeks als antwoord op een onverbiddelijke, harde maatschappij. Hij borstelt heftig de Barbie roze verf op het canvas tot de storm komt te liggen.

EVOLUTIE

Wim Baes vindt het boeiend terug te blikken en diverse werken met elkaar te confronteren.
Gevoelige abstractie plaatst hij, als broer en zus, naast vrolijk figuratief, focus verbindt hij met unfocus. Alle canvassen zijn verbonden door een gemeenschappelijke zoektocht naar hetzelfde volmaakte beeld. Ze tonen momentopnames van de ziel, verschillende vonken van creativiteit puttend uit één en dezelfde inspiratiebron, zijn leven, zijn geschiedenis, de voorwerpen die hem omringen.
Daarom beweert de kunstenaar geen evolutie in zijn werk te zien. Wie kan hem ongelijk geven?

Is de kunst van Wim Baes een spel? Is het spel van Wim Baes kunst? De verbeelding slaat bij beide, op hol, beide impliceren het onverwachte. Wim zoekt niet maar vindt op een jongensachtige manier spelenderwijs alle ingrediënten voor een krachtig doek. Zijn authentieke canvassen vieren feest, beloven een heerlijke wereld die donkere nachten verjaagt, waar iedere kunstliefhebber een warm gevoel van krijgt. Zijn kunst kent geen grenzen.
De luchten zijn zwanger van grijze wolken, toch blijft de kleurenpracht van Wim Baes op mijn netvlies hangen. Ze houden de belofte in van een groene lente. Die kleuren, ik vergeet ze nooit.

Tekst Kathleen Ramboer maart 2024

INFO BOEK

The poetic beauty of Flowers & Art
World & Works of Wim Baes

Recent gepubliceerd boek
soft cover 92 pagina’s
te koop aan € 5,95 in
de slegte Voldersstraat 7 Gent
of via webshop de slegte
zie link https://www.deslegte.com/the-poetic-beauty-of-flowers-art-3556895/

copy right Wim Baes

INFO WIM BAES

https://www.instagram.com/wim_baes_atelier/
wimbaes@hotmail.com

A-typic brengt een ode aan Wannes Van de Velde

tekst Magdalena Verberckmoes – foto Eric Rottée

In de -Gemeentelijke Academie Beeld Muziek Woord Dans- te Schoten kon je op 30 april het ensemble A-typic aan het werk zien. Op het programma staan liedjes uit het repertoire van Wannes Van de Velde. 
Vanwaar die keuze? Er bestaat namelijk een sterke verbondenheid met de zanger. Waar die vandaan komt, ontdek je verder in de tekst.
Muzikanten zijn Henri Toté (zang), Chitra Cambré (viool), Karin van Geijstelen (diatonische accordeon), Karin Marynissen (dwarsfluit) en Carl Oomes (gitaar). De leiding is in handen van Ann Heynen.

Wannes Van de Velde werd geboren op 29 april 1937 te Antwerpen en overleed er op 10 november 2008. Hij kwam uit een muzikale familie en van jongs af aan zong hij thuis en in cafés Antwerpse liederen. Hij was een veelzijdig artiest. Naast zijn muzikale carrière was hij ook kleinkunstenaar, dichter, beeldend kunstenaar, theatermaker, flamencogitarist, docent en auteur. In de jaren 60 speelde hij een belangrijke rol in de folk revival in Vlaanderen. Hij liet een onuitwisbare indruk na op de Vlaamse muziekscene en wordt nog steeds herinnerd als één van de grootste volkszangers die Vlaanderen ooit heeft gekend

Van studenten die een instrument beoefenen wordt vanaf een bepaalde graad verwacht dat ze deelnemen aan het vak ‘groepsmusiceren’ en jaarlijks een gezamenlijk project uitwerken om zo podiumervaring op te bouwen. Zo ontstond dit ensemble binnen de muren van de academie.  
Deze groep oefent iedere dinsdagavond van 21:00 tot 22:00. Stilaan groeide er een band tussen de muzikanten en iemand bedacht een naam voor het kind. A-typic, refereert aan het samenspel van a-typische instrumenten.


Naast haar hoofdberoep als leerkracht muziek in het Deeltijds Kunstonderwijs, vormt Ann ook een duo met haar echtgenoot Michel Gillain, flamencogitarist, die je samen aan het werk kan zien op diverse concerten. Ann geeft ook les ‘Nyckelharpa’, een Zweeds instrument uit de volksmuziek.
De samenwerking met A-typic is bijzonder op verschillende vlakken. Binnen de academie is het vak “groepsmusiceren” verplicht voor de leerlingen muziek. Ieder schooljaar melden nieuwe studenten zich aan. Daardoor kan de samenstelling van de groep veranderen, maar het niveau wordt wel bewaakt. 
Er bestaan ook geen kant en klare partituren voor een ensemble als A-typic met een bijzondere mix aan instrumenten. Bovendien spelen nog andere beperkingen zoals de stem van de zanger. Ook de diatonische accordeon die niet alle tonen kan voortbrengen geeft aan welke partituren al dan niet te bespelen zijn. Dit maakt dat een creatieve invulling van de arrangementen op basis van de aanwezige instrumenten noodzakelijk is.

De keuze voor het repertoire van Wannes Van de Velde is geen toeval. In november, vorig jaar, bracht A-typic een drietal liederen van deze zanger op een huldeconcert, georganiseerd naar aanleiding van de 15de verjaardag van het overlijden van de zanger. Dit mondde uit in een positieve groepservaring voor de leden van A-typic.
De mogelijkheid bestond om binnen de academie iets groters te brengen. Niettegenstaande de gevraagde inspanningen en impact op de vrije tijd van de muzikanten door repetities en thuisstudie, was iedereen enthousiast en ontstond er een echt engagement. Bovendien was het de dag voorafgaand aan het concert de verjaardag van Wannes Van de Velde, wat maakte dat de timing juist zat om er een volledig “Wannes-programma” van te maken.

Voor Ann heeft de keuze van dit repertoire ook een bijzondere betekenis. Haar vader, Walter Heynen, was tot zijn dood in 1995 fluitist bij Wannes Van de Velde. Hij was bovendien een goede vriend van de zanger en tevens zijn componist. Hij schreef vele liedjes van Wannes en bijna alle arrangementen. Er werd bij hen thuis gerepeteerd, waardoor de jeugd van Ann grotendeels in het teken stond van de muziek van Wannes. Ze zong ook mee in het koor ‘Water en Wijn’ tot Wannes overleed.

De emotionele betrokkenheid komt niet enkel voort uit de familiale band die er was met de zanger, maar ook uit de inhoudelijk geëngageerde teksten die ze omschrijft als subliem: poëzie, maatschappelijk-kritisch, humoristisch of … alles samen.
Vanavond wordt het voor A-typic weer een nieuwe uitdaging met – zoals altijd – zenuwen die een rol zullen spelen, maar dat is volledig normaal. Ieder optreden brengt je een stap verder om die zenuwen in goede banen te leiden.

Voorafgaand aan de opvoering hebben we in de binnentuin van de academie een gesprek  met Henri, de zanger van A-typic.

“Deze avond staat in het teken van een klasconcert. A-typic is één van de vele groepen binnen de academie. Ik vond A-typic een geschikte naam voor ons ensemble. Een diatonische accordeon is een accordeon zonder zwarte toetsen – zoals een mondharmonica – en kan niet alle tonen produceren … een heel moeilijk te bespelen instrument en atypisch voor dit ensemble.”

Henri is een duizendpoot. Hij bouwt muziekinstrumenten, schildert en schrijft poëzie. Maar muziek heeft sinds meer dan 40 jaar een bijzondere plek in zijn leven. Alles begon met koorzang. Hij had als tenor ook belangstelling voor solozang om zo de zangtechniek beter onder controle te krijgen. Eerst begon hij met klassieke muziek, Bach, Vivaldi, Telemann, .. Met de jaren wordt de tenorstem wat afgetopt en waren de hoge noten, nodig voor klassieke stukken, niet meer mogelijk. Zo kwam hij een 10-tal jaar geleden terecht in het Folk-genre.

Henri is al decennialang lid van de academie. Zijn basisinstrument is cello, maar een optreden met dit instrument is voor hem geen optie. Ook zang vormt een grote uitdaging, zeker met het repertoire van vanavond dat uit een 10-tal liedjes bestaat en voor de nodige stress zorgt. Maar al zingend zijn de zenuwen beter beheersbaar.

De verwachtingen voor vanavond zijn hooggespannen. 
“Het gaat hier niet om punten of doelstellingen, maar de performance voor een publiek, waaronder vele kennissen en vrienden, vormt toch een uitdaging. Zo zit de angst er bijvoorbeeld wel in dat de stem het zal laten afweten of dat de teksten onverstaanbaar zouden overkomen door de dialectische wendingen.” 
Naast de zanger heeft ieder instrument een belangrijke rol te spelen om een harmonieus resultaat te bereiken. Dat wordt trouwens uitgedrukt door Wannes in het tweede lied van het programma, ‘Ne zanger is ne groep’. “Alleen staat ge nergens, wat is je lied zonder de muzikanten waarmee ge staat te zingen … dat is al eeuwen zo” zei Wannes.

Dit optreden heeft voor Henri ook een emotionele kant. Een goede vriendin, Gilberte Van den Plas die vroeger viool speelde in de groep van Wannes Van de Velde overleed onverwacht enkele dagen voor dit optreden. Het wordt dus ook wel een ode aan haar. 
“De voorbereiding die toch een 10-tal weken in beslag nam, geeft wel het nodige vertrouwen om met goesting aan het optreden te beginnen.”

Zowat elke stoel in de zaal is benomen. Gekende en minder bekende liedjes volgen, ook het meest populaire nummer ‘Ik wil deze nacht in de straten verdwalen’ komt in beide landstalen aan bod. Enkele instrumentale nummers geven de zanger even de tijd om op adem te komen. Hij praat ook het ene nummer aan het andere met leuke achtergrondinformatie en kleine anekdotes. Zo bijvoorbeeld een anekdote bij het lied ‘Het venster van den tram’. In 1968 heeft Wannes met zijn groep de laatste boerentram, tram nummer 61, uitgewuifd waarbij hij doedelzak speelde.

Enkel na een bisnummer wil het publiek afscheid nemen van het ensemble na een meer dan aangename avond met A-typic.

https://www.schoten.be/academie
https://www.facebook.com/academieschoten
https://www.instagram.com/explore/locations/865928028/academie-schoten/

Tekst Magdalena Verberckmoes
Foto’s Eric Rottée

ONTIJ – TINE GUNS


tekst Rik Guns

Tine Guns – Deuss Gallery – 16.05 – 06.07.2024

van donderdag tot zaterdag – van 2 tot 6 pm (of op afspraak)
Provinciestraat 11 – 2018 Antwerpen
ingrid@ingriddeuss.be – +32 475 56 22 83

Tine Guns denkt na en doet nadenken; ze is geïntrigeerd en ze intrigeert; ze bewondert en laat bewonderen. Dat doet ze met een fotografische verbeelding, met ontroerend mooi resultaat.
Het is haar tweede solotentoonstelling bij galerie Deuss. Ik ging er langs, een uur of zo vóór de opening, lekker alleen in die grote ruimte. Ik beschrijf wat ik zag, in de volgorde waarin ik het in me opnam.

A Beam – 2023 – 2 x (70×100) – Hahnemühle Fine Art Photo Rag on Dibond 3 mm in EX-25 frame

Tine projecteert woorden, begrippen die er voor haar toe doen. Het zijn persoonlijke bekommernissen en maatschappelijke uitdagingen. Ze toont zich kwetsbaar, dat is het mooie en het moedige van kunstenaars. Het rustige ritme van de projectie geeft me de tijd om de woorden te verwerken, de automatische herhaling stoort niet, integendeel.  De tijd wordt onbelangrijk. Ik kijk naar de beelden links en rechts van de projectie. De woorden, de emoties verbinden beide kanten.

Links is er een tweeluik, een prachtig, contemplatief beeld: stil, intiem, mysterieus, contrastrijk, veel diepte en toch zacht, met kleur in donkere partijen die ruimte laten voor verbeelding. Het ritmische lijnenspel van licht en schaduw op de voorgrond creëert spanning. Het is een beeld dat me blijft intrigeren.

Chance-reeks – 2024 – 60,5 x 31 – Risoprint on Munken Cream framed with passepartout & museumglass

Rechts van de projectie hangt een reeks van vier keer drie foto’s. Op het eerste gezicht lijken het banale snapshots; Tine heeft ze genomen met een smartphone, zoals miljarden mensen miljarden fotootjes ‘nemen’ ter bevestiging van onszelf, op jacht naar instant voldoening.

De beelden lijken banaal maar dat zijn ze niet. ‘Wide White Space Gallery’ en Marcel Broothaers, het onderwerp in de eerste reeks, waren baanbrekend voor de conceptuele kunst. De foto is vluchtig genomen, maar Tine doet er iets prachtigs mee. Ze maakt er ‘riso-prints’ van, die ze in de volgende fragmenten van de reeks combineert met andere smartphone-foto’s. ‘Risografie’ is een van oorsprong Japans drukproces, vergelijkbaar met zeefdruk of stencil, maar ecologisch en energiezuinig. De beelden die Tine ermee gecreëerd heeft zijn 4 keer door de machine gegaan. Het resultaat is gelaagd, letterlijk en figuurlijk, met deels een verwacht, deels een verrassend resultaat. Vandaar de naam ‘Chance’? Ik noem het fotografisch schilderen: prachtig. De inkadering is mooi, nog mooier was het geweest mocht ik het tactiele van de prints hebben kunnen aanvoelen. Ik ben blij de complete ‘Chance-reeks’ te zien. Het verhaal is het mooist als alle fragmenten samen bekeken kunnen worden.

Ik ga in het midden van de galerie staan. De foto’s en de projectie zijn mooi opgesteld. Er is ruimte om alles rustig in me op te nemen. Dan draai ik me om naar de andere kant van het verhaal.

Links: Paradise – 2024 – 80 x 120 – Hahnemühle Fine Art Photo Rag on Dibond in 3 mm in EX-25 frame
Rechts: Whenever in Doubt – 2024 – 120 x 80 – Hahnemühle Fine Art Photo Rag on Dibond in 3 mm in EX-25 frame

Ik word overdonderd door een kleurenpracht en daarnaast zwartwit. Ik bekijk de magistrale zwart-witfoto en ik word me bewust van mijn eigen nietigheid. Ik zoom in op het detail, onduidelijk van op afstand, maar haarscherp van dichtbij, zoals het is in de realiteit en ik denk aan ‘het oog van God’, zoals Jan Van Eyck dat noemde 600 jaar geleden. Ik zet een paar stappen achteruit. De foto blaast me van mijn sokken.

Weer was dit voor Tine maar een aanzet. Het onderscheidt de kunstenaar van de fotograaf. Ze print fragmenten van de natuurfoto’s op ‘cortenstaal’. Blootgesteld aan lucht en vocht, krijgt dit materiaal een eigen leven. De kleuren veranderen en er ontstaan onverwachte effecten. Tine creëert een beeld door haar natuurfoto aan de natuur terug te geven; ze neemt geen foto, ze eigent zich niets toe, ze maakt iets nieuws, in harmonie met een natuurlijk proces. Het resultaat is verbazingwekkend (het Engelse ‘stunning’ geeft mijn emotie beter weer): kleur, diepte, schakering, structuur. De beelden veranderen ook subtiel met wijzigende lichtinval. Buitengewoon. De natuurlijke oxidatielaag van het staal vormt een bescherming tegen verder doorroesten. Daardoor worden de creaties tijdloos.

van links naar rechts
1 Whenever in Love – 2024 – 33 x 50 – Hahnemühle Fine Art Photo Rag Print mounted on Dibond 3 mm in EX-25 frame
2 Whenever in Love – 2024 – 25 x 35 – UV Print on steel, Acids EX-25 frame
3 Whenever in Mist – 2024 – 25 x 35 – UV Print on steel, Acids EX-25 frame
4 Whenever in Doubt, Wheatering Steel – UV Prints on steel, Acids EX-25 frame

In een tijd waarin we overstelpt worden met vluchtigheid, oppervlakkigheid, egocentrisme, nijd, angst en negativisme is er nood aan kunstenaars zoals Tine. Gun(s) jezelf een moment van rust, van reflectie, laat je ontroeren door schoonheid. Ga kijken.

tekst Rik Guns foto Rik Guns foto’s tentoonstelling Tine Guns

Briefverkeer

met auteur Gert-Jan van den Bemd

tekst Kathleen Ramboer

foto Thomas Sweertvaegher

Schrijver Gert-Jan van den Bemd bracht me op de hoogte van zijn nieuwste en vierde roman -Lex- . Gert-Jan is een Nederlandse schrijver die in Breda woont. Ik ontmoette hem in 2022 naar aanleiding van zijn vorige roman Branco & Julia.
zie kunstpoort
https://kunstpoort.com/2022/04/14/een-nederlandse-schrijver-in-oostende/
Voor een kunstpoortreporter is het niet evident naar Breda te reizen voor een interview. Een brief schrijven leek me een logische en originele oplossing. De schrijver zou me zeker één terug sturen. Ja! En wat voor één; een nostalgisch getypte brief, getypt op “Een mosgroene Olympia SM3, een machine uit de late jaren vijftig.” (zie brief Gert-Jan van den Bemd)

Brief aan schrijver Gert-Jan van den Bemd

Gent 2 april 2024

Dag Gert-Jan

Je mailtje verbaasde me niet. Ik had een vermoeden dat er een nieuw boek op stapel stond. Op sociale media postte je regelmatig beelden vanuit je geliefde, vanwege het Ensorjaar door een horde toeristen overspoelde, Oostende. Maar jij komt er als Nederlander al jaren, je houdt van Oostende, de zee, zijn kroegen, zijn bevolking. Je houdt van dat tikkeltje surrealisme dat Oostende rijk is, van zijn verval en van zijn stilaan vernieuwde glorie. Je blog is gevuld met verhalen uit Oostende, ooit de koningin der badsteden. Je schrijft er graag je verhalen, ook je romans, in het voetspoor van beroemde schrijvers: Joseph Roth, Stefan Zweig, James Joyce… Koen Peeters.
Wat me wel verwondert is dat je nieuwe roman zich hoofdzakelijk afspeelt in je home town Breda en maar een ietsje pietsje in Oostende. Hoe en waar groeide dat idee? Als Vlaming ken ik Breda enkel als tussenstop op de treinroute Brussel – Amsterdam. Daar moet ik bewust iets aan doen. Wie weet krijg ik zin in een dagje Breda na het lezen van je boek, misschien kriebelt het dan om de aangehaalde plekjes te ontdekken? Ongetwijfeld zal de ‘couleur locale’ van het boek me bekoren omdat jij een situatie, een tafereel zo beeldend kunt beschrijven, met het oog van een fotograaf. Fotografie is dan ook een van je stokpaardjes. Je schrijft filmisch met het oog van een cameraman maar omdat Lex nu eenmaal een boek is, stel ik voor die te illustreren met enkele van je heerlijke inkt tekeningen. De klank die speelt vanzelf wel door mijn hoofd en dat van de lezers. Dat tikkeltje subtiele humor van je tekeningen zou dat de tekst ondermijnen of precies nog sterker maken? Jij alleen weet het antwoord.
De grafische- en kunstwereld is me lief, dat weet je wel, daarom ben ik zo benieuwd naar de cover, overtuig je het lezers- en koperspubliek met een foto, een tekening, met felle uitbundige kleuren of net niet? Gebruikt de vormgever een schreefletter, een schreefloze, een hippe, een coole, een klassieke letter… om de titel te communiceren? Of heb je daar geen inspraak in? Misschien vind je dat ook niet zo belangrijk. Bezorg je me een afbeelding van de cover? Of is die nog top secret?

Je liet me weten dat ‘Lex’, het hoofdpersonage, in een kringloopwinkel een oude typemachine (een Olympia SM3) op de kop tikt. Hij is ervan overtuigd dat tikken op het klavier van een typmachine hem kan helpen makkelijker te schrijven. De laptop zet hij opzij. Gert-Jan je beloofde me, daar ben ik blij om, als antwoord op mijn schrijven een op ene Olympia SM3 getypte brief. Daarom heb ik een licht vermoeden dat Lex autobiografische trekjes heeft. Corrigeer me als ik het fout heb. Een Olympia SM3 is echt old school. Nostalgie en melancholie horen stilletjes aan bij mijn leeftijd (die verklap ik niet). Ik vind een confrontatie tussen oud en jong wel fijn.

Je vorig boek Branco en Julia dateert van 2 jaar geleden. Wanneer is het zaadje voor je nieuwe boek ‘Lex’ geplant? Welk voorval zette je aan tot het schrijven van deze vierde roman? Welke tijdsspanne deed je erover? Liep het vlot? Werd je vierde roman in Oostende geboren? Of is in Oostende de verleiding te groot om er rond te dwalen, te genieten van een koffietje of drankje met ‘Oostendse’ vrienden zodat het schrijven op de achtergrond verdwijnt. Vele schrijvers werken met de regelmaat van een klok. Ik vermoed dat dit bij jou ook het geval is.

 ‘Lex’ is ongetwijfeld opnieuw een spannende, psychologische roman, waar jij ondertussen een patent op hebt. We zijn razend benieuwd naar de karakterschetsen en het plot. Je komt altijd zo onverwacht uit de hoek.
Zoveel vragen en suggesties… en ik heb er nog eentje: “Wanneer en waar is een boekvoorstelling gepland?”

Een groet van

Kathleen

Kunstpoort reporter

Antwoord per brief van Gert-Jan van den Bemd

Dag Kathleen,

Wat een goed idee, een échte brief! Het schrijven op papier gaat gepaard met meer zorgvuldigheid dan een snel e-mailtje. Het vraagt ook om een geschikt moment, waardoor mijn antwoord wat langer op zich liet wachten. Een fysieke brief sluit perfect aan op mijn nieuwe boek. In ‘Lex’ kampt de gelijknamige hoofdpersoon met een writer’s block. Of misschien is het wel meer dan dat. Hij nam ontslag van zijn werk bij de krant om zich volledig op zijn passie te kunnen storten: het schrijven van thrillers. Maar die beslissing blijkt na enkele maanden niet zo verstandig. Er komt geen letter meer op het beeldscherm van zijn laptop. Tijdens het bezoek aan een kringloopwinkel stuit hij op een oude typemachine. Hij meent dat hij daarmee de blokkade kan opheffen. Een typemachine vereist een andere manier van werken: voor je de toetsen beroert, heeft de zin zich al in het hoofd gevormd, meer dan bij het schrijven met de laptop, waarbij de uiteindelijke zin soms pas na talloze correcties ontstaat.

Ook ik kocht tijdens het schrijven van ‘Lex’ een oude typemachine. Niet met als doel om daarop het manuscript te schrijven, eerder uit een nostalgisch verlangen. Het is een mosgroene Olympia SM3, een machine uit de late jaren vijftig. Het is een prachtig apparaat, dat ook door de mij bewonderde Patricia Highsmith werd gebruikt. Af en toe tik ik er een stukje op, of zoals nu, deze brief. Natuurlijk zie ik ook de voordelen van een laptop, maar soms verlang ik naar het meer fysieke schrijven. Of naar het old school ontwikkelen en afdrukken van foto’s. Ik heb nog een traditionele opleiding in de fotografie gevolgd. De magie van de donkere kamer, daar kan de digitale fotografie niet tegenop! Maar in onze moderne, haastige tijd is er weinig geduld meer. We willen alles nú, liefst zonder al te veel inspanningen. Misschien verklaart dat de terugloop van het aantal lezers. Het ‘consumeren’ van een verhaal door het te lezen vereist nu eenmaal meer energie, concentratie en doorzettingsvermogen dan het kijken naar een beeldscherm.

Ik ben inderdaad net terug van een maand Oostende. Dat is een jaarlijkse traditie. Ik vind het heerlijk om er te dwalen. Ik ken de stad inmiddels beter dan mijn woonplaats Breda. Oostende geeft me een dubbel gevoel. Er zijn mooie wijken, gebouwen, straten, maar vaak worden die ontsierd door gedrochten van beton en glas. Er wordt veel gesloopt, vaak gebouwen die behouden zouden moeten blijven, maar vanwege de verwaarloosde staat is dat meestal onbetaalbaar. Op de lege plek verschijnt dikwijls een oogverblindend appartementencomplex, waarmee tweede-huizenbezitters hun vermogen veiligstellen voor de toekomst. Dat resulteert in veel leegstand in de wintermaanden, dan is Oostende op bepaalde plekken net een spookstad. Hoogzomer is het er daarentegen een gekkenhuis. Toch, of misschien wel vanwege die tegenstellingen, kom ik er graag. Het is geen grote stad, maar ze is dynamisch, er gebeurt van alles. Dat geeft inderdaad de nodige afleiding. Ik heb er dit jaar vooral veel getekend, ik heb er leuke mensen ontmoet, Duvels gedronken… en misschien heb ik er ook wel wat ideeën opgedaan voor een nieuw boek. Ik wil al jaren een verhalenbundel over Oostende schrijven, of een roman, maar zover is het nog niet gekomen. Wel een eerste aanzet: het laatste hoofdstuk van ‘Lex’ speelt zich in Oostende af. Dus misschien is dat de opmaat.

Het verwondert je dat ik mijn woonplaats Breda als locatie voor mijn nieuwe boek heb gekozen, maar eigenlijk is die keuze niet zo vreemd. De aanzet werd gevormd door een waarneming van mijn vrouw. Tijdens haar vaste wandelroute langs de singels van Breda zag ze hoe een man zijn auto parkeerde en een betaalbewijsje uit de automaat haalde. Daarna gebeurde iets merkwaardigs: de man stapte direct weer in zijn auto en reed weg. Had hij zich vergist, was hij iets vergeten? Maar de week erna gebeurde exact hetzelfde. Dat zette mijn brein aan het werk.

De waarneming van mijn vrouw verplaatste ik naar Karla, de vriendin van Lex. Ze vertelt het voorval aan Lex, in de hoop dat hij zijn drive om te schrijven hervindt. Dat gebeurt ook: Lex raakt gefascineerd door de man, hij bijt zich in hem vast. Maar dat had hij beter niet kunnen doen…

De Bredase ‘couleur locale’ maakt ‘Lex’ extra leuk voor de bewoners van deze stad én voor de mensen die Breda bezoeken. Vanwege de prima treinverbinding zijn dat ook veel Vlamingen. Zelf vind ik het altijd heel leuk om een boek te lezen dat gesitueerd is op de plek waar ik verblijf. Ik denk dat veel mensen dat met mij delen, dus ik verwacht dan ook veel belangstelling voor ‘Lex’.

Helaas, de tekeningen moet je er zelf bij denken. Misschien komt er ooit een boek waarin ik wél mijn tekeningen verwerk. Ook zou ik graag een boek maken waarin ik foto’s en teksten combineer. Dat deed ik eerder, in ‘Wachten op de Ronde van Lombardije’, mijn thesis van de kunstacademie. Het schrijven geïnspireerd op foto’s vond en vind ik erg leuk. Je hebt gelijk, ik ben visueel ingesteld, de scenes die ik schrijf, zie ik voor me. ‘Lex’ is een boek dat roept om een verfilming. Dat zou ook voor Breda een mooie kans zijn om onze fraaie stad aan een groot publiek te tonen. Dus regisseurs of producenten, kom maar op!

Ik deel jouw liefde voor de grafische- en kunstwereld. Ik kijk graag naar covers van boeken. Het is interessant om te zien hoe vormgevers lettertypes, kleuren, grafische elementen en fotografie inzetten om een boek een eigen karakter te geven. En op te laten vallen tussen die honderden andere boeken in de winkel. Sommigen zijn daar heel goed in, zoals mijn vormgever Herman Houbrechts. Hij heeft de covers van mijn vorige boeken ook verzorgd. Hij is zeer vakkundig, hij denkt mee met de redacteur, de uitgever en de auteur. Bovendien is hij een aimabel man. Ook dit keer heeft hij een fraai ontwerp gemaakt. (Ik stuur je de afbeelding via e-mail). De cover van ‘Lex’ is misschien niet heel opvallend, eerder ingetogen, hij past uitstekend bij de duistere sfeer van het boek. De drie rode kruizen verwijzen naar het stadswapen van Breda.

De presentatie van ‘Lex’ is op zaterdag 8 juni bij boekhandel Van Kemenade & Hollaers in Breda, om 16.00 uur. Ik hoop dat ik ‘Lex’ ook bij boekhandels in Vlaanderen mag presenteren. Ik vind het leuk om met lezers in gesprek te gaan over mijn boeken. Dus boekhandelaren, leden van leesclubs en organisaties van festivals, stuur me gerust een mailtje: info@grandfoulard.com. Ik kom graag langs!

Kathleen, ik laat je weten als ik weer in de buurt van Gent kom, dan gaan we een Duvel drinken (het mag ook iets anders zijn, hoor!)

Met een Bredase ‘houdoe’,

Gert-Jan van den Bemd

vormgever cover Herman Houbrechts

INFO auteur

info@grandfoulard.com
https://www.grandfoulard.com/
https://www.facebook.com/grandfoulard
https://www.facebook.com/gertjan.vandenbemd
https://www.instagram.com/gertjanvandenbemd/?hl=nl
https://www.instagram.com/grandfoulard/?hl=nl
redacteur van REALmag., magazine
https://www.realmag.nl/

INFO roman LEX– literaire thriller

LEX
uitgeverij Manteau
ISBN 9789022341322
320 pags
24 euro

https://www.grandfoulard.com/lex/

Ann Bonne, een kunstenaar met metier en passie

tekst Kathleen Ramboer

Ann met een vroegwerk uit 1978

Als reporter van kunstpoort is het een feest in dialoog te gaan met Ann Bonne, een kunstenaar die het goed weet te verwoorden en haar uitgebreide kennis graag deelt. Als kunstenaar heeft ze veel metier en dat is zeldzaam in een hedendaags kunstklimaat dat vooral gericht is op concept en minder op creatie. Als leerkracht tekenkunst weet ze ongetwijfeld haar studenten te begeesteren en een balans aan te kaarten tussen inhoud, vorm en functie.

Om gerichte vragen te stellen bestudeerde ik de website van de kunstenaar.
https://annbonne.wixsite.com/arts

Kunstpoort Groeide je op in een gezin met liefde voor de kunst?
Ann Bonne Kunst zit in de genen die ik via moeders zijde meekreeg. Ik ben de achterkleindochter van kunstschilder Leo Steel, toen een befaamd portrettist. Ook zijn zonen Georges, Albert en Etienne (mijn grootnonkels) waren kunstenaar. Toch stootte ik op verzet van thuis toen ik een kunstrichting uit wou. Na een jaar rechten aan de universiteit, ben ik toch vrije grafiek gestart. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik wilde tekenen en dat is mijn leven lang een constante.

Kunstpoort Was je studietijd aan de Sint-Lucas Hogeschool bepalend voor je manier van werken van nu? Zijn er leerkrachten die je kunst beïnvloed hebben, die je veel hebben bijgebracht?
Ann Bonne Leerkracht Dirk De Bruycker was mijn mentor. Hij verlegde grenzen in mijn hoofd. Hij besteedde niet alleen aandacht aan figuratie maar ook aan abstractie.

Kunstpoort Ben je na je studies onmiddellijk beginnen les geven?
Ann Bonne Inderdaad, ik heb het al doende geleerd.

Kunstpoort Kunnen de leerlingen je ook iets bijbrengen. Is er een wisselwerking?
Ann Bonne Er is een dialoog. Mijn studenten, met minder academische vorming, hebben een onbevangen blik waar ik voor open sta. Persoonlijk probeer ik hen een balans tussen concept, vorm, materiaal en techniek mee te geven.

Kunstpoort Twijfel je aan je kunst of ben je overtuigd, wat ik maak is goed.
Ann Bonne Als kunstenaar moet je zoals een wetenschapper geloven in je onderzoek.

Kunstpoort Wat zijn je inspiratiebronnen? Natuur? Muziek? Oude meesters? Het onderbewuste?
De Nederlandse licht installatie kunstenaar Jan Van Munster zegt: ‘Als kunstenaar kom je sowieso niet verder dan je eigen biografie.’ Klopt dat voor je? Ben je ook zo een kunstenaar of kijk je verder dan je eigen leefwereld?
Ann Bonne Natuur, muziek, literatuur… kan me inspireren. Mijn werk is niet biografisch wel omgevingsgericht. Een 17de -eeuwse lievelingsdreef en een liederlijke beek ook daterende van de 17de eeuw zijn dicht bij huis mijn geliefkoosde tekenlocaties. Tekenen is de vorm maar er is ook de bevrijding, het wandelen in de geest. Als kunstenaar moet je indringen in de tijd. Verstilling, de tijd nemen om te kijken en naar de kern gaan, de essentie verbeelden is belangrijk; een luxe, zeldzaam in deze jachtige tijden. Ook de beschouwer vraag ik die attitude. Ik heb nood aan mentale vernieuwing. Om de 15 jaar vernietig ik werk. Een mentaal archief helpt me verder te gaan.
Mijn motto is een tekst van Thomas Mann.
“Ook persoonlijk beschouwd is de kunst immers een geïntensiveerde vorm van leven. Zij maakt dieper gelukkig, zij doet sneller opbranden. Zij kerft in het gezicht van wie haar dienen de sporen van geestelijke avonturen, en zij veroorzaakt, zelfs als het uiterlijk bestaan kloosterachtig stil is, op de duur een verwendheid, oververfijning, afmatting en geprikkeldheid van de zenuwen zoals een leven vol uitspattingen van hartstocht en genot ze vrijwel nooit teweeg kan brengen.”
Uit ‘De dood in Venetië’

Kunstpoort Je ‘Waterschappen’ zijn suggestief, niet echt figuratief te noemen. Hoe noem je ze abstract of figuratief, abstract/figuratief? Mochten deze werken geen titel hebben, dan zou ik stilletjes wegdromen, mijn fantasie laten spreken. Waardeer je het als de beschouwer een eigen interpretatie geeft aan je ‘Waterschappen’?

oud werk: schilderijen met onderwerp: de opaalkust

Ann Bonne Voor mijn reeks ‘Waterschappen’ zoek ik een evenwicht tussen figuratie en abstractie.
Kunstpoort Dit schrijft Ann Bonne over haar reeks ‘Waterschappen’: “De lichtstralen worden avontuurlijke kringelende draden, abstracte draden, wervelende krabbels waaruit het licht tevoorschijn komt.”
Ann Bonne Deze houding is me niet vreemd. Mijn eerste schilderijen met onderwerp de opaal kust, tonen vereenvoudiging, leggen de essentie van een waarneming bloot. Ik probeerde de rust van de zee te vatten, de typische kleur, de transparantie.
Het verhaal mag niet primeren. Een persoonlijke interpretatie van de kijker is zeker welkom.

Kunstpoort Ik veronderstel dat je belang hecht aan techniek, dat je onderzoek doet naar een tekenproces dat het best bij je werk past. Je ‘Waterschappen’ zijn zilvertekeningen. Wat moet ik me daar bij voorstellen? Welk materiaal gebruik je?

zilverpennen

Ann Bonne Met mijn grondstoffen ga ik creatief om, probeer die naar mijn hand te zetten. Voor ik start met de tekening heb ik al wat werk verricht. Het papier, Zerkall aqua- en etspapier, prepareer ik met een kalklaag. Onder de kalklaag maak ik eerst een houtskooltekening. Op de kalklaag teken ik met een zilverpen. Door het gebruik van de zilverpen treedt een bijtende chemische reactie op en komt bij blootstelling aan de lucht, de tekening zichtbaar. Het zilver oxideert. Als bij magie komt de tekening tevoorschijn, eerst zacht, dan donkerder en donkerder tot ze de grens van donkerbruin bereikt.

Kunstpoort Je volgde vrije grafiek daarom heb ik een stil vermoeden dat tekenen met zilverpen verwant is aan het etsen.
Ann Bonne Vergelijk het met droge naald. Met een zilverpen kan je geen contrasten leggen. Zoals bij de droge naald techniek, verkrijg ik door arcering nuances van donker en licht. Het ritme en dynamiek van het vrije arceren vind je terug in mijn oudere droge naald werken.

links WATERSCAPE III 1 2023  zilverpen, krijt op aqua Zerkall 35,4 x 38 cm
rechts WATERSCAPE III 2 2023  zilverpen, krijt op aqua Zerkall 35,6 x 38 cm

Kunstpoort Je werken zijn teer, kwetsbaar, letterlijk en figuurlijk. Fixeer je de tekeningen?
Ann Bonne Ik verpak mijn werk in pergamijn (kristalpapier), vervaardigd op basis van zuurvrije, zuivere cellulose.

Kunstpoort Na het zien op je website van je reeks ‘Mani di Milano’ heb ik het gevoel dat je geboeid bent door de oude meesters. Bestudeer je hun manier van werken, hun techniek? Wie is je grote voorbeeld? Welke oude meester bewonder je?
Ann Bonne Ik kijk op naar Leonardo da Vinci en beschouw hem als een leermeester. Gefascineerd door ‘Het Laatste Avondmaal’ een olieverfschilderij op de pleistermuur van het klooster Santa Maria della Grazie in Milaan, maakte ik een uitgebreide, vergaande studie over de handen voorkomend op het eind 15de -eeuwse muurschilderij. Diverse handen blijken ook op andere schilderijen van Leonardo da Vinci voor te komen, vaak in spiegelbeeld.

mani di GIOVANNI ‘in pettine’  40 x 48 cm  zilver, houtskool, pastel, gesso op kalei-paneel

Ann aan het werk in de abdij van Tongerlo

Kunstpoort Over die handen geeft Anne Bonne een toelichting: De handen van Johannes brengt ‘het rustig in zichzelf gekeerd zijn’, de ‘stille smart’ tot uitdrukking. Da Vinci bereikt met deze handen, de vingers ineenstrengelend, een verstillend moment. Het is deze verstilling die mij ontroerde en inspireerde.
Anne Bonne De handen, de houding, bevatten een onderliggende betekenis. Zo drukken de handen van Petrus verontwaardiging uit. Ik tekende 26 handen, ware grootte,  op 24 panelen, de eerste in 2015, de laatste in 2023.
Als voorbereiding voor de reeks ‘Mani di Milano’ bestudeerde ik, juli 2015, uitgebreid een kopie in de Norbertijnen abdij van Tongerlo. Daar bevindt zich  de wellicht meest getrouwe en ook mooiste replica van ‘Het Laatste Avondmaal’ van Leonardo da Vinci. Het doek is 8,80 meter op 4,60 meter, geschilderd door een lid van de ‘Leonardeschi’ in opdracht van de toenmalige Franse koning, Louis XII. Deskundigen onderzoeken nu of Andrea Solario het doek geschilderd heeft en of Leonardo da Vinci enkele delen voor zijn rekening nam, onder andere het hoofd van Christus.
In de abdij onderzocht  en bestudeerde ik de renaissancistische maten en verhoudingen met behulp van metingen en fotografie.
De reeks ‘Mani di Milano’ bestaat zoals ‘Waterschappen’ ook uit zilvertekeningen. Dit maal is gebruikt gemaakt van geprepareerde panelen. Ik kies ervoor; de geschiedenis, de sporen van het tekenproces te laten meespelen in een gelaagde tekening. De zichtbaar onderliggende lagen versterken het expressieve karakter van de doorleefde handen. De lijnvoering en arceringen zorgen voor tonaliteit, tenslotte komt door oxidatie zoals bij ‘Waterschappen’ een warm timbre naar voren.

mano di GIUDA destra  40 x 40 cm zilver, houtskool, gesso op kalei-paneel

Kunstpoort Je reeks ‘Klankschappen’ ook gezien op je site, vertoont volgens mij een meer expressieve vorm van tekenen, je potlood bereikt op zeker ogenblik een hoogtepunt zoals het Italiaans crescendo, het geleidelijk aanzwellen van de muziek.
Anne Bonne Inderdaad, zoals bij ‘Waterschappen’ is de gestiek, de lijnvoering, de schriftuur belangrijk, het materiaal is expressiever en zet ik naar mijn hand.
De partituren waarop ik teken zijn bewust gekozen, ze zijn de dragers waarop maat, ritme, kleur en ruimte samenkomen. De partituren ondergaan een technisch proces dat, interessant voor de beleving, zichtbare sporen nalaat. Zo werk ik met houtskool, plakkaatverf, gesso… op bladmuziek gemaroufleerd op Japans papier. De vooraf geprepareerde dragers neem ik mee op locatie. De tekeningen vertalen de muziek die ik in mijn hoofd hoor en waar ik zo van hou, liederen van Franz Schubert, mijn lievelingscomponist. Ik tekende op partituren van
Der Wanderer D493 Schubert
Ich komme vom Gebirge her,
Es dampft das Tal,
es braust das Meer.

70 x 100 cm, 8 partituurbladen, gouache en houtskool, marouflage op Japans papier

Wohin? opus 25, D 795 Die schöne Müllerin Schubert

70 x 100 cm, 8 partituurbladen, gouache en houtskool, marouflage op Japans papier

Kunstpoort Beoefen je naast de tekenkunst nog andere kunstdisciplines?
Ann Bonne Door een ongeval ben ik toch wel beperkt in mijn keuze. Zo was ik genoodzaakt het beeldhouwen stop te zetten.

Kunstpoort Wat is en wat betekent kunst voor je?
Ann Bonne Kunst is een bewustzijnsversneller. Kunst zet kunstenaar en kunstbeschouwer aan tot nadenken, tot dieper ingaan op de inhoud, tot interpreteren, tot intenser leven. Kunst bant oppervlakkigheid uit je leven. Goethe beweert: ‘Wie kunst heeft, heeft religie. Wie geen kunst heeft, heeft religie nodig.’ Een kunstenaar heeft een eigen religie, iets bovenzintuiglijk. Ben ik aan het werk, dan hoor ik niets, ruik niets… bepaalde zintuigen vallen uit. In opperste concentratie vergeet ik de wereld om me heen. Graag werk ik gestructureerd, volgens schema, op vaste uren. Eenmaal in mijn atelier, heb ik geen besef van tijd, daarom is het op die ogenblikken raadzaam een wekker op te diepen.

Kunstpoort Ik vind online weinig over je. Ik zie geen werk van je op sociale media. Vind je het niet belangrijk je werk te tonen? Heb je geen ambitie? Of werk je liever in de luwte?
Ann Bonne Ik hou niet van het vluchtige, oppervlakkige van de sociale media. Mijn tekeningen zijn het resultaat van intens werk, zijn doorleefd, daarom hou ik er niet van dat de surfer die in één oogopslag, snapshot, beoordeelt, kan ‘like-n’ of ‘niet like-n’. Weinig tentoonstellen is een bewuste keuze.

Kunstpoort Wat bewonder je bij andere kunstenaars?
Ann Bonne Zoals bij een wetenschapper blijkt voor een kunstenaar het onderzoekvermogen van intens belang, bij een kunstenaar is dat het beeldend onderzoekvermogen naar inhoud en vorm. Dat maakt het verschil met wat we noemen een ‘zondagsschilder’.
Ik waardeer een kunstenaar die zijn kunst steevast heruitvindt. Dit kan alleen in financiële vrijheid.

Kunstpoort Kan je wat meer vertellen over de expo ‘waarschijn – de stilte van het licht’
licht beeldende zilvertekeningen in dialoog met het namiddagatelier tekenkunst SLA
Ann Bonne Mijn studenten stel ik de vraag: ‘Wat betekent inhoudelijk en formeel water voor je?’ ‘Hoe verbeeld je water 2D?’ Ik gaf hen de opdracht thuis te werken, los van alle invloeden. Het leren werken buiten de les, eigen oplossingen zoeken, is betekenisvol. Enkele vertrokken vanuit inhoud, andere vanuit de vorm. Ik gaf iedereen een boekomslag waarmee ze aan de slag gingen. Door dit project maken de leerlingen kennis met het proces van tentoonstellen, met alles wat ermee gepaard gaat.

‘aquaria’ van de leerlingen van het ‘namiddagatelier Tekenkunst Sint-Lucas Academie-Gent’

Kunstpoort Wat zijn je toekomstplannen? Verder les geven?
Ann Bonne Na 42 jaar les geven, werk ik verder in mijn atelier. Als leerkracht wil ik graag mijn kennis doorgeven. Misschien organiseer ik workshops toegespitst op materiaal en techniek, wie weet ook zomercursussen tekenen ‘en plein air’.
Tuin, interieur, kleur zijn ook uitlaatkleppen voor mijn creativiteit. Drie tuinontwerpen zijn van mijn hand.

Kunstpoort Van welke kunstenaar, hedendaags, oude meester, bekend of niet… zou je graag een schilderij in je atelier of woonkamer ophangen zodat je er uren kan naar kijken?
Ann Bonne Ik ga voor een abstract, minder toegankelijk werk. Waarom geen Rothko?

atelier en studies

Kunstpoort Een verrassende keuze voor iemand met een fascinatie voor oude meesters. Of toch niet? Een groene oase, een levend natuur-schilderij, omringt de leefruimte en het atelier van Ann. Mogelijk is hierdoor nood aan abstractie. Schilderijen van Rothko staan buiten de tijd en voelen aan als een wandeling in een stil bos. Bovendien kan je Rothko’s kleurvlakken beschouwen als geabstraheerde landschappen, een raakpunt met de verstilde, geabstraheerde ‘Waterschappen’ van Ann. We hopen niet alleen dat die stilte verder deel uitmaakt van haar kunst maar ook dat de poorten van de kunstwereld voorzichtig openen voor deze tijdloze zilver- en andere tekeningen.

INFO expo

Ann Bonne
waarschijn – de stilte van het licht
licht beeldende zilvertekeningen

Het namiddagatelier tekenkunst Sint-Lucasacademie Gent
aquaria

stellen tentoon in de Sint-Amanduskapel
n.a.v. Ann’s 40 jarig jubileum tekenkunst SLA

Opbouw van de expo waarschijn-stilte van het licht –
Ann Bonne
Aquaria – namiddagatelier tekenkunst SLA

Campo Santo
Sint-Amanduskapel
Joannes Roegierspad
Sint-Amandsberg

Open
24-25-26 mei 2024
31mei-01-02 juni 2024
14 – 18 u

https://www.facebook.com/ann.bonne.5
https://annbonne.wixsite.com/arts

tekst Kathleen Ramboer
foto Kathleen Ramboer en
copy right Ann Bonne

Het verhaal achter Drink and Draw in Brussel

Tekst Diana Van Bergeijk – Foto’s Eric Rottée

Als ik op donderdagavond 25 april om half 8 het Belgisch Stripmuseum aan de Zandstraat in Brussel binnenstap, lijkt het alsof ik niet op de juiste plek ben. Het is stil in de hal van de verborgen parel in Art Deco stijl en het lijkt alsof het museum zoals op andere avonden gesloten is. Aan het onthaal is niemand aanwezig, maar bovenaan de trap die je direct bij binnenkomst ziet, zie ik toch wat beweging. Ik ga de trap op en heb al snel door dat het event Drink & Draw wel degelijk hier plaatsvindt. Op de eerste verdieping zitten rond de balustrade aan de vide zo’n 60 mensen voorovergebogen over hun tekenpapier, schetsblok of schrift en zijn geconcentreerd bezig met een tekening. Ik zie dat de tekenaars gebruikmaken van potloden, stiften en krijt van zichzelf, maar ook van wat er voor hen op tafel is gelegd.

Aan de zijkant van de ruimte staan wat tafels. Achter een tafel zit een DJ die tijdens het tekenen zorgt voor muziek in verschillende stijlen. Er is een kleine bar waar je doorlopend de ‘drinks’ kan kopen. Na een paar minuten stopt de muziek en begrijp ik de gang van zaken. Voor de tafels waaraan de DJ zit, staat organisator Leticia Sere klaar om de tekenaars een nieuwe opdracht te geven waar ze opnieuw een kwartier voor krijgen. De opdracht betreft de opwarming van de aarde en wordt geïllustreerd met een projectie op een scherm achter haar. Daarna is het de beurt aan de gast-illustratoren die voor deze avond zijn uitgenodigd. O.a. Charlotte Dumortier geeft een opdracht en gaat de tafels langs voor tips en bewondering.

Dit is het moment waarop Leticia zich even kan terugtrekken en ik haar wat vragen mag stellen. Veel moeite kost dit niet, want ze vertelt uit zichzelf het verhaal achter Drink and Draw.
Het idee van Drink and Draw is een internationaal concept. Het wordt georganiseerd in verschillende steden in de wereld en elke organisator vult het in op haar/zijn eigen manier. “Het is bedoeld om tekenaars uit te dagen vanuit hun eigen tekenwereld, hun eigen realiteit. Ik nodig professionele tekenaars uit, elke keer anderen en praat het programma aan elkaar. Het concept is altijd hetzelfde. Andere steden organiseren soms ook modeltekenen, in de stad gaan schetsen of zo, de zgn. urban sketchers. Bij ons zijn er altijd Belgische of internationale tekenaars die de sessies begeleiden. De maandelijkse avonden zijn telkens op een andere locatie. Vanavond dus in het Belgisch Stripmuseum en we waren bijvoorbeeld al op de boekenbeurs, in verschillende culturele centra en volgende maand zijn we in het Design museum.”

Op mijn vraag naar wat de drijfveer is van Leticia antwoordt ze dat ze zelf tekenaar en schilder is. “Ik geniet ervan om te tekenen, om met andere tekenaars een fijne avond te beleven, om andere mensen, vaak beginners, in contact te brengen met andere tekenaars. Er gaat een wereld voor ze open en dat is heel belangrijk. Er is geen druk, je hoeft niet goed kunnen tekenen, het is voor alle niveaus. Op het einde gooien we de tekeningen toch weg. Er is niets helemaal afgerond.”
Leticia organiseert de avonden al vier jaar. “De deelnemers zijn vooral vrouwen, maar ook mannen van alle leeftijden. Alle talen worden er gesproken en daarom spreken we Engels. Gemiddeld bezoeken rond de 80 personen de Drink and Draws.” Leticia geniet van zoveel enthousiaste mensen die aan het tekenen zijn. “Het is een activiteit die mindful is, maar ook sociaal. Je trakteert jezelf op een fijn moment. Als je tekent kom je in de ‘zone’ zoals wij dat noemen, je bent dan aan het creëren. Op deze avonden doe je dat in groep.”

De Drink and Draw avonden worden zonder extra financiering georganiseerd. Er is de samenwerking met de plek waar de avond georganiseerd wordt. “Uit de samenwerkingen, vloeien weer andere samenwerkingen, zoals tentoonstellingen. Voor het Anima Festival (het internationaal animatiefestival van Brussel) hebben we stills van tekenfilms uitgegeven als prenten. We willen toe naar partnerschappen waar iets nieuws uitvloeit.”
Het valt me op dat Leticia steeds over ‘we’ spreekt. Ze legt uit dat zij dit allemaal niet alleen doet. “Ik betrek graag andere kunstenaars in mijn avonturen. En we werken ook als illustratiestudio. Zo heb ik voor een opdracht van Cinema Palace 10 tekenaars gevraagd om samen filmposters te maken.”


Op mijn vraag waar zij zich als tekenaar op richt vertelt ze dat haar illustraties helemaal anders zijn dan haar schilderijen. De schilderijen zijn heel serieus en haar tekeningen juist heel vrolijk, kleurrijk. Leticia is van opleiding kunsthistorica. “Ik ben begonnen zonder opleiding in illustratie en heb me bijgeschoold aan de School of Arts in Londen. Ik wou in mijn leerproces ook anderen betrekken en ben daarom begonnen met de workshops.”

Kunst maken, Drink and Draws organiseren én er is de winkel Grafik in Schaarbeek. Leticia vertelt hierover: “Onze winkel is een klein paradijs voor illustratie liefhebbers. Je vindt er alles voor de illustrator. Het is er vol met boeken en prenten. We organiseren tentoonstellingen, workshops, kleine Drink and Draws voor de gemeenschap in Schaerbeek, … “Voor de winkel heb ik vanaf het begin een architect gevraagd om mee na te denken over een multifunctioneel gebruik van de ruimte om zowel projecties te kunnen doen, workshops te organiseren, en winkel te hebben. De winkel kan ik openhouden dankzij stagiaires. Ik begeleid studenten van verschillende kunstscholen met het opdoen van ervaring in de praktijk. Dat kan gaan van het organiseren van evenementen tot het maken van kunst, het ontdekken van technieken. Een vaste opdracht aan de studenten is om een sticker te ontwerpen voor de winkel die ik kan gebruiken voor het netwerken, dus als visitekaartje.”

Heb je dit allemaal met een vooropgesteld plan opgezet? “Veel komt door ervaring gaandeweg. Het is vanaf het begin een bewuste keuze geweest om voor kwaliteit te gaan. Maar het is wel een soort opoffering waar ik aan vast zit. Voor de winkel heb ik moeten investeren en een lening aangaan. Het is heel fijn, want er zijn geen andere mensen die dit aandurven. Mensen reageren heel positief. Ik heb aanvragen vanuit heel Europa. Laatst zelfs een bezoeker vanuit Maleisië.” Leticia beantwoordt nu mijn vraag van het begin: “Ik ben door passie en motivatie gedreven. Dat moet wel, anders lukt het niet.”
Ze zegt het soms ook best zwaar te vinden om zoveel te combineren. Naast de kunst heeft ze nog een halftijdse job, kinderen en moet ze ook nog de tijdrovende administratie doen die bij haar zelfstandige activiteiten komen kijken.  
Ze zegt chaotisch te zijn, maar ik trek dat in twijfel. Leticia zegt daarop dat het echt waar is, maar dat ze geleerd heeft om gestructureerd te werken. Ze moet met lijstjes werken. 

Ik kom nog even terug op de Drink and Draws en vraag wie de special guests van de Drink and Draws zijn. Leticia vertelt dat dit meestal kunstenaars zijn die professioneel met kunst bezig zijn. Het kunnen kennissen of vrienden zijn uit het circuit, maar er passeren ook internationale kunstenaars die ze niet kent. Het is niet dat ze elke keer dezelfde kunstenaars uitnodigt. Er zijn er al heel veel gepasseerd met alle stijlen uit alle landen. Het geeft ze weer kansen. Het is niet zeldzaam dat Leticia na zo’n avond een opdracht aan de gast-tekenaar kan doorgeven.

Ik sluit het interview af met de vraag wat ze graag nog zou willen vertellen. 

‘Wees niet bang om iets te proberen wat je nog nooit hebt gedaan. De meest originele tentoonstellingen kwamen uit probeersels. Zo hebben wij bijvoorbeeld ook eens behangpapier met illustratiewerk gemaakt met superresultaat. En een tentoonstelling met spiegels gedaan rond personages van videogames. Ik kan niet iemand bedenken die dat ook gedaan heeft.
En wat Leticia zeker nog gezegd wil hebben: “Welkom in de winkel Grafik in Schaarbeek!”

Als ik terugkom bij de tafel is mijn collega-reporter Eric geconcentreerd met zijn tekening bezig. Het tekenen roept herinneringen op aan zijn jonge jaren toen hij heel veel tekende. Tegenover ons zit een moeder met haar zoon. De zoon is vandaag 18 geworden en ze nemen samen deel aan de Drink & Draw om de verjaardag te vieren. De jongen vond tekenen altijd al wel leuk, maar is er sinds een jaar serieus mee bezig. En hij kan het. Met relatief simpele figuurtjes maakt hij een mooi verhaal.
En ook zijn moeder is getalenteerd. Vroeger maakte ze tekeningen voor haar kinderen, zodat zij die konden inkleuren. Nu is het iets wat ze voor zichzelf doet. 
Moeder en zoon genieten zichtbaar van het gezelschap met dezelfde interesse.

Rond half 10 roept Leticia op om nog een laatste drankje te gaan kopen omdat de bar nog maar een kwartiertje geopend zal zijn. De tekenaars maken af waarmee ze bezig zijn en babbelen nog wat na. Langzamerhand loopt de zaal leeg. De DJ begeleidt ons met zijn muziek naar buiten.

Ik heb vanavond kennisgemaakt met een zeer gedreven kunstenares met een prachtige missie en ontdekt dat ondanks de digitalisering van de maatschappij tekenen met potlood en krijt voor jong en oud nog altijd een fijne hobby is. 

https://www.grafik.brussels
https://www.instagram.com/grafik1030/
https://www.facebook.com/grafik1030

Tekst Diana Van Bergeijk  
Foto’s Eric Rottée

BOSSPEL

video Bert Vannoten

Expo Barbara Van Dromme: Bosspel

Barbara Van Dromme wordt als schilder aangetrokken tot onze natuur en nodigt de toeschouwer uit om te onthaasten en stil te staan bij het bedreigde wonder. De natuur, tegelijkertijd krachtig en kwetsbaar, blijft fascineren. We moeten haar eren en haar toestaan ons te helen.


Vanuit herinneringen laat Barbara op metersbrede doeken een bos het licht zien. Via de vier elementen water, aarde, lucht en vuur schildert deze Mechelse kunstenares landschappen, waarbij ze samplet uit zelfgenomen of verzamelde foto’s. In de horizontale speelruimte van het doek, krijgt het verticale gewicht, zodat de compositie draagvlak vormt voor het spel van licht en ritme.
De mens die het kind in zichzelf kan horen, wilt spelen. Hij heeft een veilige plek van heelheid nodig, waar ruimte is voor vrijstelling en spel. Door een bos binnen te wandelen, wandel je eigenlijk binnen bij jezelf.  
Na een opleiding audio-visuele beeldende kunsten aan Sint-Lucas , heeft Barbara genoten van een specialisatie schilderkunst aan de academie van Mechelen bij Stefan Annerel. Ze is leraar artistieke vakken aan Ursulinen Mechelen. 

Datum
van 2 mei 2024 tot 28 juni 2024
Waar
Provinciaal Groendomein Vrijbroekpark 
Mechelen

Prijs
Gratis

www.barbaravandromme.wordpress.com
educatie.mechelen@provincieantwerpen.be

Videography: Bert VANNOTEN