Het orkest de Ledebirds gaf op 8 december 2023 een wervelend concert in HA Concerts (de vroegere Handelsbeurs te Gent) en dit ter gelegenheid van haar 15-jarig bestaan.
De Ledebirds zijn een bonte bende met binnen haar leden, een rijkdom aan culturen, met muzikanten en zangers uit Italië, Palestina en Iran tot zelfs helemaal uit Eritrea. Haar stichter is Mattias Laga, een Belgisch saxofoon-en klarinetspeler, met een stevige voorliefde voor wereldmuziek. Én tevens een gedegen jazz-improvisator. Hij speelt in verschillende formaties, die zijn veelzijdigheid nog verder uitdiepen, als Jaune Toujours en Mec Yek. Maar Ledebirds zijn zijn geesteskind. Hij richtte de groep 15 jaar geleden op met de bedoeling de Ledebergse buurt samen te brengen door muziek.
23 jaar geleden kwam Mattias in Ledeberg wonen. Toen hij er al een aantal jaren verbleef en zijn buren nog steeds niet goed kende, besloot hij muziek als bindmiddel te gebruiken. Mensen die hij met een muziekkoffer over straat zag lopen sprak hij aan met de uitnodiging om samen te musiceren . Hij kreeg op die manier een tiental muzikanten bij elkaar en het zaadje was geplant. Het zaadje werd al gauw een stevige plant. Het duurde niet lang of de groep werd gevraagd op podia als de Minard en de toenmalige Handelsbeurs en werd een hype bij de Ledebergenaars. Buurtbewoners begonnen zich spontaan aan te bieden om mee deel uit te maken van het orkest. Debutanten, zowel gevorderden als professionals, iedereen was welkom; ook mensen met vreemde roots voor wie de stap naar een autochtone groep minder evident is. Maar Mattias vond hen, overtuigde hen en deed er alles aan om hen er ten volle bij te betrekken. Mattias noemt de muziek die ze brengen ‘een soundtrack van wat er in de wijk leeft’. Dat gaat van klassiek over opera tot Arabische liederen. Wat toont hoe belangrijk diversiteit voor hem is.
Dick Van der Harst
Vijf jaar geleden al, voor hun 10de verjaardag en nu voor hun 15de werkte Laga samen met de bekende componist en muzikant Dick van de Harst. Van der Harst is een veelzijdig muzikant die verschillende instrumenten als gitaar, banjo, tible (= catalaanse hobo), percussie beheerst. Hij vermengt muzikale stijlen die hem aanspreken (klassiek, jazz, folk) en creëert er iets nieuws mee. Zo komt hij tot composities die zijn onmiskenbare stempel dragen. Dicks muziek is uiterst ‘menselijk’ en laat een grote vrijheid aan de muzikanten die ze uitvoeren. In 2001 kreeg Van der Harst de Louis Paul Boon prijs ‘voor zijn maatschappelijk engagement en de binding met de mens die in zijn hele oeuvre te vinden is’. Dick is dus de gedroomde man om mee samen te werken, een zielsgenoot, voor Mattias en zijn ploeg.
DEEL 1
Het concert in de HA gebeurde in 2 episodes, eerst het eigenlijke concert op het podium, het strikt geplande, het serene, meer statische:
Op het podium in de HA
met bijzondere muziekinstrumenten eigen aan diverse culturen als de bendir en de darbouka, en een nieuw eigenhandig gecreëerd percussie-instrument dat de naam ‘polli’ kreeg.
Vooraan van links naar rechts: Dick van der Harst (Nederland), Anika Boros (Hongarije) 2de rij: Kim Roman (Rusland) en Jacomo (Italië)Wim Ricour en Salem Laalilis met darbouka
met solo’s gebracht door gastmuzikanten en ook door vaste leden van de groep.
Soliste Anna Svetlakova bracht een middeleeuwse melodie
Elena Lebedeva bracht een zeer oud, Russisch lied, waarvoor ze tot haar eigen verbazing een daverend applaus kreeg zowel van Van der Harst, de orkestleden als het publiek.
Ook de zang van Nadiya Mehdizadeh was prachtig en doorleefd
Gastmuzikante Geertje Karpez bracht op haar snare drum ‘Machine drum’, wat uiterst subtiel begon als het zachte getik van regendruppels op een ruit om dan in volle geweld los te barsten en even zacht weer te eindigen.
Ook de andere solo-artiesten als Leander Vertriest, Francis Cromphout verdienden absoluut hun plaatsje in de spotlights
Leander VertriestFrancis Cromphout , saxofoon maar hier even in solo-zangAndrew Torney (Australië, vast-) en Jacomo (Italië, gastmuzikant) met een blues nummerKatrien van Laere
Elke Van Hevele
Deel 2
Na deel 1 trok de hele bende, met het publiek in haar zog, naar de foyer. Daar werd er gejamd, geïmproviseerd, met veel schwung en vrolijkheid én virtuositeit.
De Ledebirds tijdens deel 2 in de foyer
Mattias die zich bij deel 1, op het podium, bescheiden had opgesteld en de eer aan Dick liet, nam zijn taak als aanvoerder bij deel 2 in de foyer weer op en vuurde zijn muzikanten heel gedreven, met vuur en passie aan. Het publiek ging uit de bol.
Fotografie B. Van de Velde Tekst B. Van de Velde geïnspireerd op de tekst van Lotte Ruysschaert in Het Nieuwsblad dat. 24/11/2023
De Ledebirds repeteren op maandag om 20u in Theaterzaal Ledebergplein
Voor de Ledebergse kinderen creëerde Mattias een afzonderlijke groep: het Takkenorkest. Kinderen zijn welkom om te musiceren en op te treden zonder druk en verwachtingen. Hun kunsten kunnen ze tonen, los en ontspannen, op buurtfeesten, stoeten en ludieke evenementen als de Gentse Feesten.
Als we om 13u de inkom voor de grote zaal in het gemeenschapscentrum Felix Sohie (Hoeilaart) binnenkomen, zijn er al wat mensen in de weer om voor de voorstelling van 15u alles rond de tickets in orde te brengen. We worden hartelijk onthaald door de energieke Isabelle Hardy een van de actrices van Koninklijke toneelvereniging De jonge druivelaar en een van de hoofdrolspelers in het blijspel dat we straks gaan zien, Taxi Taxi! Nadat Isabelle iedereen enthousiast begroet heeft, gaat ze ons voor de zaal in om daar te gaan zitten voor een kort interview. Een blik op het decor maakt direct duidelijk dat we het hier over een toneelgezelschap hebben dat kwaliteit hoog in het vaandel heeft.
Spelen bij de Jonge Druivelaar
We hoeven niet veel vragen te stellen. Isabelle begint met te vertellen dat ze zelf van Overijse is en daar 20 jaar geleden begon met toneelspelen bij de toneelvereniging Tros. Nu speelt ze 5 jaar bij de Jonge Druivelaar. Ze vertelt: “Het is een kleine vereniging met een warm hart. De laatste jaren komen er steeds meer leden bij en Jan van Assche, de vaste regisseur, is een fantastische man. Hij is heel creatief en een heel goede regisseur.”
Elk jaar in het laatste weekend van november speelt de Jonge Druivelaar een stuk in het gemeenschapscentrum Felix Sohie. De data voor volgend jaar liggen alweer vast.
De keuze voor een stuk maken de spelers en de leden van het bestuur samen. Er wordt gekeken naar het aantal spelers dat mee wil doen en de verdeling mannen en vrouwen. Als de keuze gemaakt is, volgt er een eerste lezing en op basis daarvan kiest de regisseur wie welke rol zal spelen. Van dit stuk heeft Isabelle nooit een voorstelling gezien, wel hebben de spelers samen wat stukjes op YouTube gekeken, maar ze willen zich niet te veel laten beïnvloeden en zoveel mogelijk hun eigen versie maken.
Taxi Taxi!
Taxi Taxi! gaat over een taxichauffeur die twee echtgenotes blijkt te hebben en Isabelle speelt een van de twee vrouwen, Marleen.
Isabelle zegt: “Ik was van het begin heel blij met deze rol. De taxichauffeur wordt gespeeld door Eric Stas en met hem speel ik al 20 jaar, ook in het andere gezelschap in Overijse. Eric is niet alleen tekstvast, maar hij speelt ook echt en daardoor is het fantastisch om met hem te spelen.” Ze heeft al dikwijls een rol gehad als zijn vrouw.
Voor de zomer is het stuk gekozen, in augustus hebben de spelers het kunnen lezen en vanaf september zijn ze beginnen repeteren, twee keer per week, meestal op maandag en woensdagavond. Isabelle voegt toe: “Bijzonder was dat bij dit stuk iedereen bijna vanaf het begin kon spelen zonder tekst. Iedereen had heel snel door van waar hij moest opkomen en met welke rekwisieten.”
De drie voorstellingen, vrijdag-, zaterdagavond en zondagnamiddag zijn uitverkocht. Dat is de verdienste van de spelers en alle betrokkenen. Isabelle zelf heeft haar familie en vrienden gemobiliseerd en deze zondag zal een groep collega’s aanwezig zijn. Ze zegt: “Spelen voor een volle zaal is heel dankbaar. Het Hoeilaarts publiek ziet wel het liefst een blijspel zoals Taxi Taxi! Iets ‘shakespeareaans’ zou hier niet aanslaan”. Zelf heeft Isabelle wel ervaring met andere genres.
Het blijft bij deze drie voorstellingen. Ze spelen niet in andere gemeenschapscentra of zalen. Daar zou niet voldoende belangstelling voor zijn, omdat er toch vooral lokaal publiek getrokken wordt.
Waarom spelen bij de Jonge Druivelaar
Isabelle geeft ons haar drie redenen waarom ze bij de Jonge Druivelaar speelt: “Het geeft mij ongelofelijk veel energie, ik vind de regisseur fantastisch; hij kan van iets op papier een heel leuk stuk maken. En de spelers zijn supertof. We creëren hier vriendschapsbanden.”
Over het decor vertelt ze nog dat ze pas sinds vorige zondag in het decor hebben kunnen spelen. Daarvoor oefenden ze in hun repetitiezaal met een paar stoelen en tape om een deur of zo aan te geven.
De regisseur
Isabelle moet zich haasten naar de schmink en wij gaan verder praten met de regisseur Jan Van Assche. Jan is pas geridderd in de Orde van het Gulden Masker (hoofddoel het steunen en promoten van het amateurtheater) en heeft al heel wat voorstellingen op zijn naam staan. Hij wordt een van de creatieve trekkers van de druivenstreek genoemd en niet alleen voor toneel, maar ook op het gebied van muziek.
Hij zegt eigenlijk vanaf zijn 15e al betrokken te zijn bij de Jonge Druivelaar. Het begon met schooltoneel en jeugdmissen en sinds 1987 is hij de vaste regisseur. Het liefst schrijft hij de stukken zelf. Zo heeft hij in 2019-2020 zijn eigen geschreven musical rond Felix Sohie mogen uitwerken met een cast van 500 man. Felix Sohie was de eerste druiventeler van Hoeilaart en stichtend lid van de harmonie De Jonge Druivelaar waar later de toneelvereniging uit voortgekomen is.
Jan draagt De Jonge Druivelaar een warm hart toe. Het is de oudste culturele vereniging van Hoeilaart met een mooi archief. Jan heeft laatst ook een concert gemaakt met de harmoniemuziek en kluchtliederen van het einde vd 19e eeuw.
De cast
Jan is tevreden over het gekozen stuk Taxi Taxi! en vindt de vertaling goed. Hij zegt er wel bij dat hij het stuk naar gelang de repetities vorderden, had willen herschrijven, rekening houdend met de acteurs. Hij vertelt: “Taxi, taxi is van de jaren 70. Het zou vandaag de dag niet meer geschreven worden. De humor is op het randje, maar het is hilarisch en het brengt heel rare herkenbare dingen samen. Het publiek kan ermee lachen.”
Het casten voor een gekozen stuk is moeilijk. Er is geen overschot aan acteurs. Jan vertelt: Je moet roeien met de riemen die je hebt. Jonge mensen zijn moeilijk te motiveren voor actieve kunsten, ook al is er veel talent en zou het goed zijn om dat talent te gebruiken in een omgeving als de toneelvereniging. Mensen zouden moeten inzien dat het op deze plek is dat je jezelf ontdekt, zelfzekerheid kweekt, dat je je weg vindt voor de toekomst.”
Hij vult aan: “Met talent moet je het podium op, je moet het naar buiten brengen, anders kom je er niet. Onder de douche zingen is niet voldoende.” Jan vindt het jammer dat het nu vaak gebeurt dat jongeren tot hun 18e aan de academies zingen, muziek maken of toneel spelen en dat het stopt als ze eenmaal gaan studeren en op kot gaan wonen door een overschot aan activiteiten.
En dat is een probleem voor verenigingen als de Jonge Druivelaar. Toneelverenigingen hebben de neiging om oud te worden, als cast, bestuur en publiek. Oudere acteurs trekken ouder publiek, jonge acteurs trekken jong publiek.
Jan denkt dat om publiek te trekken social media niet voldoen. Hij vraagt zich af of we niet terug moeten proberen de brievenbus te bereiken, ook al kost dat meer geld.
Volgend jaar
Met het stuk voor volgend jaar is Jan nog niet bezig. Hij zou zelf wel iets willen schrijven, maar hij zou geen blijspel zoals dit kunnen schrijven. Hij zegt daarover: “Je moet een kronkel hebben die ik niet heb. Deze humor is ook niet de specialiteit van de Vlaming. Iets maken wat de mensen doet gieren van het lachen, kan ik niet. Als het geschiedkundig, origineel van benadering moet zijn, graag.”
Over het stuk zelf zegt hij: “Het is een moeilijk stuk, het verspringt constant, hoe sneller het gespeeld wordt hoe beter. De ene dag lacht het publiek wel om een grap en de andere niet. Waarom dat zo is, weet Jan niet.
De voorstelling
Om 15u begint de voorstelling. De zaal loopt vol, het publiek zoekt een plaats en voordat het gordijn opengaat, spreekt de voorzitter van de Jonge Druivelaar ons toe. “In de pauze is er een tombola, formuliertjes daarvoor vindt u daar en daar, …”
Het gordijn gaat open, de muziek begint en we kijken naar wat op het eerste gezicht één woonkamer lijkt, maar als je goed kijkt, zie je dat deze uit twee verschillende delen bestaat, de zetel is aan de ene kant wit en aan de andere kant beige. In het ene deel woont taxichauffeur John met Vera en in het andere deel met Marleen.
Isabelle, oftewel Marleen, opent het stuk en we zijn vertrokken voor bijna 2 uur toneel. Of het publiek lacht om dezelfde grappen als het publiek van gisteren kunnen wij niet beoordelen, maar gelachen wordt er.
een expo met schilderijen van kunstenaar Walter Dermul
Na een drukke stresserende treinrit en een overvolle verstikkende tram is het een verademing binnen te stappen in de wereld van Walter Dermul ‘Introspection-Retrospection’, Galerij Martin Van Blerk te Antwerpen. De kunstenaar Walter Dermul is toevallig geanimeerd aan het praten (over kunst?) met kunstrecensent Kunstflaneur.be. Wat een fijne verrassing Yves Joris de man achter de boeiende kunstenaarsinterviews hier te ontmoeten.
links op de foto Yves Joris, rechts Walter Dermul
De ophanging is heerlijk overladen, doet denken aan de Parijse Salons van de 19de eeuw, geen plekje is onbenut gelaten. De enige discrepantie is deze: de ophanging blijkt niet chaotisch noch beklemmend druk maar is stijlvol en rustgevend. Daar zitten ook de schilderijen van de kunstenaar voor iets tussen: zijn taferelen baden in onverzadigde ingetogen kleuren en de personages zorgen voor vervreemding. Ze doorkruisen het canvas in een decorum van vroegere tijden, de jaren 60? Walter Dermul brengt deze wandelende, springende, zwemmende personen tot stilstand, bevriest de beweging waardoor een zekere melancholie de kijker overvalt. Bij de aanblik, droom ik eventjes weg in het verleden, Ik word er zowaar lyrisch van. Of zit de tijd van het jaar er voor iets tussen?
De meeste van de canvassen zijn bevolkt. Slechts enkele lijken verlaten. En net die kunnen me mateloos bekoren: een blauwige (ziekte)kamer, een leeg (school?)lokaal… Ze zijn puur en geschilderd in een teder blauw kleurpalet. De suggestie van een verhaal ontbreekt, een betekenisvolle leegte overheerst. Alle macht aan de verbeelding.
Walter Dermul vertrouwt me eerlijk toe: ‘ik ben geen goede tekenaar’. Dat verwondert me, de anatomie zit goed. Het gebruik van foto’s verklaart veel. De kunstenaar knipt en plakt tot hij een geschikte collage bekomt, klaar om aan de slag te gaan. Mag ik Walter Dermul een suggestie doen? Verwissel voor één maal penseel met potlood en wie weet verrast dat potlood je en ontdek je nieuwe horizonten en maak je een verrassende creatieve reis door het kunstlandschap. Ik geloof dat in de kunstenaar/schilder een tekenaar zich schuilhoudt.
Als toemaatje hangen naast de schilderijen gedichten van zijn partner Marjan De Boeck
Ik herkauw mijn gedachten, ze zitten in een loop.
Ik letterschrijf mijn woorden, zoek zuurstof in de poel.
Het doolhof blijft gesloten, ’t is lopen zonder doel.
‘Nooit minder mens’ copyright Marjan De Boeck 2022, uitgeverij Boekscout
Het oeuvre van Walter Dermul zullen kunstliefhebbers meestal smaken. Hij werpt geen heilige huisjes omver, is geen wereldverbeteraar maar schept wel een nostalgische poëtische wereld waar het fijn vertoeven is. Deze expo is nog toegankelijk tot 7 januari. Een mooie afsluiter of begin van een nieuw jaar voor de kunstenaar, galeriehouder en hopelijk het grote publiek.
Tekst en foto Kathleen Ramboer
INFO
21 december 2023 tot 7 januari 2024 Vrijdag, zaterdag, zondag van 14u tot 18u
Galerij Martin Van Blerk Mechelse steenweg 28 2018 Antwerpen
Kunsthal Mechelen is het nieuwe huis voor hedendaagse en beeldende kunsten dat tentoonstellingen, kunst in de openbare ruimte en projecten organiseert en presenteert.
Wat betekent het om radicaal te zijn? De term wordt vaak geassocieerd met religieus, ideologisch, of politiek extremisme, wat een negatieve perceptie van geweld en vernietiging met zich meebrengt. Maar radicaal zijn kan ook positief en zelfs noodzakelijk zijn.
Het woord ‘radicaal’ is zelf een etymologische shapeshifter. In de eerste helft van de 20e eeuw kreeg het een negatieve bijklank door onconventioneel of grensoverschrijdend te zijn in Amerikaans Engels slang. De oorsprong van de term ‘radicaal’ kan worden teruggevoerd naar de Latijnse woorden ‘radix’ (wortel) en ‘radicalis’, wat ‘voortkomend uit’ of ‘verbonden met wortels’ betekent. Voor de culturele verschuiving betekende radicaal dus eerder dat je verbonden blijft met je roots, en geworteld bent in empathie, solidariteit, en verzet. Voor veel individuen en gemeenschappen is voortdurend transformeren noodzakelijk om radicaal te zijn in deze originele betekenis.
De kunstenaars in deze tentoonstelling gecureerd door Zeynep Kubat. Met werken van: Alberta Whittle, Antonia Phoebe Brown, Cihad Caner, Inês Neto dos Santos, Marleen Rothaus, Naomi Rincón Gallardo, Tom Hallet en Yeşim Akdeniz. leggen diverse manieren bloot waarop radicale transformaties zowel onszelf als onze omgeving kunnen vormgeven. Ze inspireren ons om positief onstuimig te zijn en gedaanteverwisselaars te worden.
Doorheen het werk van de kunstenaars vind je hun antwoord op de vraag wat het betekent om ‘radicaal’ te zijn.
Kunsthal Mechelen is voortaan de vlag die de lading dekt als het gaat om hedendaagse en beeldende kunsten in Mechelen. Onder die vlag vallen ook de gekende locaties zoals De Garage, de exporuimtes in het Cultuurcentrum en zelfs de werken in de openbare ruimte. “Dit nieuwe concept verwijst niet naar één locatie, maar naar meerdere plekken waar actuele kunst wordt getoond”, De coördinator is Steven Op de Beeck, die we nog kennen van vroegere edities van de Contour Biënnale. Zijn taak is om de drempel naar hedendaagse kunst lager te maken. Ik ben ervan overtuigd dat veel Mechelaars geïnteresseerd zijn in actuele kunst, maar dat ze vaak nog een duwtje nodig hebben om naar een tentoonstelling te komen kijken. Verder willen wij een springplank zijn voor kunstenaars die op de rand staan van een nationale of internationale doorbraak.”
Radical Shapeshifters loopt van 9 december tot 14 april, steeds van donderdag tot zondag van 13-18u in De Garage, Onder den Toren in Mechelen.
Op een regenachtige en frisse herfstdag rijden we naar Asse, parkeren we achter het imposante gemeentehuis van Samson en Gert en staan we voor een groen woonhuis met in grote letters ’t Smiske erop. Aan die letters en de ingang van het huis zie je dat dit huis geen gewone woning is.
Een oude smidse
We gaan door de voordeur en komen op een soort binnenplaats tussen het huis en een gebouw dat er wel uitziet als een plek van samenkomst. Toch gaan we daar niet naar binnen, want we worden vanuit de verbindende ruimte tussen het woonhuis en de zaal geroepen door een man die Reinout blijkt te zijn. Van Reinout weten we dat hij de coördinator is van alles wat er in ’t Smiske plaatsvindt, maar we zijn hier vandaag om eens verder te horen wie hij is, wat hij doet, wat ’t Smiske is en wat daar allemaal gebeurt. We zijn benieuwd.
We voelen dat Reinout het jammer vindt dat we niet direct in de zaal terecht kunnen. De zaal is immers daar waar het gebeurt! Er is op dit moment een samenkomst van een groep gepensioneerden en blijkbaar babbelen ze daar nog wat na. Reinout vraagt ons om in de tussenliggende ruimte plaats te nemen. De ruimte is een doorgang, smal met een tafel een zetel en van alles en nog wat. Dat muziek hier belangrijk is, zie je aan de wand die volledig ingenomen wordt door planken met CD’s. Reinout vertelt dat hier Den Appel was, een CD-winkel met de grootste verzameling folk- en volksmuziek van Europa, maar dat ze de CD’s nu allemaal verkopen. Het is immers het einde van het CD-tijdperk.
Folk en Breughel
Het verhaal van het ’t Smiske zoals het nu is, is 23 jaar geleden begonnen. De ideeën voor de uitbating vinden o.a. hun oorsprong in Gooik, daar waar allerlei initiatieven en stages rond folk georganiseerd werden. Reinout vertelt: “De folkscene is daar terug opgestart. In Gooik kon je op allerlei oude instrumenten leren spelen, het hele folk repertoire werd daar opgevoerd, in een heel familiale sfeer, ons kent ons en de groep muzikanten breidde alsmaar uit. Alle folkies kwamen daar bij wijze van spreken uit de catacomben bij elkaar, uit het ondergrondse milieu. Daarvoor werd bij folk eerder aan Angelsaksische folk gedacht terwijl o.a. op Dranouter bleek dat er eigen streekgebonden Vlaamse muziek was met een eigen timbre en eigenheid”. Reinout verwijst naar de schilderijen van Breughel. Reinout leerde in Gooik op zijn 15e doedelzak spelen en al snel was hij de beste doedelzakspeler van Asse. Hij zegt zelf: “Dat was niet zo moeilijk, want er waren geen anderen.”
Ontstaan van het ‘t Smiske
Naar aanleiding van zijn ervaringen in Gooik bedacht Reinout dat hij meer wilde doen met folk. Hij zegt hierover: “Folk heeft zijn eigen ecologisch getinte filosofie van tradities, vanwaar komen we, hoe groeien we, wat geven we door aan volgende generaties, samen muziek maken, samen dansen, bewegen en beleven.” Hij kreeg een soort visioen over ’t Smiske als ontmoetingsplek. Vier tot vijf jaar lang bleef het bij fantaseren, vaak met anderen, tot diep in de nacht op café. Met een groep vrijwilligers, ‘de bende van Asse’, begon hij de smidse op te ruimen en tot concertzaal om te bouwen. In 2000 begonnen ze met de eerste concerten. Sindsdien waren er twee, soms drie concerten per weekend. In de loop der jaren is de link met folk gebleven, maar ook alle akoestische Nederlandstalige muziek is welkom. Het gebeurt wel eens dat er bijvoorbeeld een heavy metal concert plaatsvindt, maar daar wordt geen promotie rond gemaakt. Er is een brede gemeenschapswerking; gepensioneerden, kinderen in een talentenstage, de appelmoesband (rock ’n roll op kindermaat, Appelmoesband), werkelijk voor alle leeftijden. Café Combinne, een praatcafé waar Nederlandstaligen en anderstaligen elkaar ontmoeten (https://avansa-hallevilvoorde.be/cafe-combinne) is hier ontstaan. Nu is het over heel Vlaams-Brabant verspreid en is de organisatie overgenomen door Avansa. Er is het ‘desdagcafé’ op dinsdagvoormiddag voor allen die de dinsdagmarkt bezoeken, het woensdag- en het zondagcafé.
Oltid Olsan, muziekband uit West-Vlaanderen
Een scene voor muzikanten
Reinout is eigenaar (samen met zijn vader, broer en zus), oprichter, coördinator, maar vooral programmator van ’t Smiske. Zijn netwerk bestaat vooral uit muzikanten. In ’t Smiske zijn dan ook al zo’n 1000 concerten georganiseerd. Reinout vertelt: “Muzikanten kennen het. We betalen niet veel, maar ze komen hier graag voor een try-out of gewoon omdat ze een intiem concert willen. Beginnende muzikanten, waar pareltjes tussen zitten, kunnen vaak niet terecht
in het cultureel centrum, omdat het een grote zaal moet vullen. Hier zijn ze altijd welkom. Spelen voor zo’n intiem publiek is voor muzikanten hevig, intenser. Plankenkoorts is vaak groter.” Om optredens te selecteren zou Reinout graag pro-actief handelen, maar er is te veel vraag naar try-outs en kleine optredens.
Er zijn nu, meer dan 20 jaar geleden, veel meer technisch goede muzikanten die ervan dromen iets meer met muziek te kunnen doen, maar er zijn te weinig locaties en er is te weinig luisterpubliek voor het aanbod. Het zou fijn zijn als samen muziek spelen voor iedereen laagdrempelig zou zijn. Vroeger kon dat. Je pakte een muziekinstrument, probeerde te spelen, ging samenspelen en al doende leerde men. Nu wordt er al op heel jonge leeftijd gestart met opleidingen, waardoor het niveau zo hoog is, dat spontaan muziek maken er niet meer bij is. Reinout: “Programmeren betekent ook blijven volgen. In bepaalde genres doe ik dat niet meer, toch niet heel intensief meer. Er zijn trucs. We organiseren bijvoorbeeld elke laatste zondag van de maand het Kettingbal. De groep die speelt laten we de volgende groep voor de volgende maand programmeren. Zo blijven we goede groepen houden.”
Samenwerking om de toekomst te garanderen
Er is veel samenwerking met lokale verenigingen die ‘t Smiske gebruiken. ’t Smiske maakt reclame voor hen en omgekeerd. Sinds een jaar is er een formele samenwerking met de muziekacademie van Asse. Vroeger was er een aantal heel geëngageerde jazzmuzikanten die leerkracht geworden zijn in de muziekschool. Elke laatste vrijdag van de maand was er jazzcafé. De leerkrachten nodigden jazzmuzikanten uit de omgeving uit, waar heel goede muzikanten bij zitten. De leerkrachten nodigden ook hun leerlingen uit en er werd dan gejamd.
Oorwurm project met Jozefien Vercruysse
Later kwam er de uitnodiging van de muziekschool om hun volwassenenconcert te organiseren. Nu wordt alles geformaliseerd en heeft ‘t Smiske subsidies gekregen waarmee Reinout zijn loon betaald wordt. Reinout is sceptisch. “In de professionele sector zijn steeds meer zaken geformaliseerd. Ik ben bang dat dat te traag gaat, maar misschien is dat nu doordat we in opstart zijn. De jazzmuzikanten kennen hun weg hier, komen zelfstandig binnen, dus die informele sfeer blijft wel. Als we die sfeer kunnen doorzetten naar de anderen binnen de muziekacademie dan komen we er wel. Het moet zelfstandig kunnen draaien.” Reinout vult aan: “Samenwerking met andere kleine locaties is er wel, ook wel met hen die subsidies hebben. Vroeger was dat veel intenser, één groot folkveld. Nu ligt er meer nadruk op de splitsing tussen professionelen en amateurs. Wij zitten er nu wat tussen. Dat is jammer. Niet dat de professionelen niets doen voor de amateurs. Ze vergaderen onderling, maar het is een ander jargon. Ze zijn veel met hun dossiers bezig en versterken vooral elkaar door verwijzingen en samenwerkingen om hun subsidiedossiers te verantwoorden .”
Vrijwilligers aan de basis
Het is over het activeren van vrijwilligers dat Reinout niet zo positief is. De tijdgeest is anders. De vrijwilligers die nu actief zijn in ’t Smiske zijn van alle leeftijden. Het is gemakkelijker om met de ouderen te plannen, omdat zij een maand vooruit hun beurten in ’t Smiske plannen. De jongere generatie leeft meer in het nu en plant soms maar voor de dag zelf.
Opvolging
Reinout
Reinout zoekt opvolging, maar niet in een bepaalde persoon. Hij zou meer en meer betrokkenheid van de vrijwilligers willen, zodat hij het ’t Smiske kan overlaten. Hij streeft naar gedeelde verantwoordelijkheid en zou het samen willen laten beheren. Daarvoor heb je veel vrijwilligers nodig en gewoontes. Op gewoontes kan je bouwen. Terugkomende activiteiten zoals het ‘desdagcafé’, het woensdagcafé, het zondagcafé.
Arte povera, recyclagekunst, ecologische kunst, poëzie, experimentele kunst, hedendaagse kunst, duurzame kunst, textielkunst, filosofie…. De kunst van Juan Jaureguiberry is het allemaal. Maar op de eerste plaats is het kunst die vanuit de ziel komt. Een middag lang kon ik me verdiepen in zijn fascinerende wereld waar verschillende culturen elkaar ontmoeten. Ons gesprek kende geen grenzen.
Kunstpoort Wanneer was de interesse voor kunst gewekt? Heb je nog herinneringen aan je vroegste overweldigende kunstervaring? Juan Jaureguiberry Kunst was voor mij een spel. Als kind bouwde ik huisjes met Argentijnse grond, aarde, in de tuin, op straat… Kunstpoort Eenvoudig materiaal, Arte povera, sprak je blijkbaar toen al aan. Juan Jaureguiberry Van mijn moeder kreeg ik stiften en een groot blad papier maar een muurtekening, graffiti leek me leuker. Met die stiften tekende ik op de muur van mijn oma. Oma tekende een kader rond mijn creatie en zie mijn eerste kunstwerk was een feit.
Kunstpoort Volgde je een kunstopleiding? Waar? Juan Jaureguiberry In Argentinië volgde ik les bij een expressionistisch kunstenaar. De kunstenaar had een immense bibliotheek met boeken over het expressionisme die ik mocht raadplegen. Omdat mijn drang naar kennis groot is, maakte ik daar gretig gebruik van. Ik volgde ook nog schilderkunst aan Sint-Lucas, Gent en les aan de academie, Offerlaan, Gent. Nu bezoek ik het vierde jaar projectatelier aan Sint-Lucas, Gent. Toen ik in de Spaanse Pyreneeën woonde, deed ik vooral aan zelfstudie. In feite ben ik ook grotendeels een autodidact.
Maiko
Kunstpoort Vond je deze opleidingen noodzakelijk om te ontwerpen, te maken wat je nu doet? Juan Jaureguiberry Door de opleidingen verkreeg ik enorm veel noodzakelijke technische vaardigheden en materiaalkennis. Kunstonderwijs heeft zo zijn positieve en negatieve kanten. Door mijn Zuid-Amerikaanse identiteit schilder ik vooral rebels kleurrijk. Dat ligt me goed. De leerkrachten stelden me voor meer met grijstinten, onverzadigde kleuren te werken. Waarom niet? Dit kan een uitdaging betekenen maar tevens verloochen je vaak je persoonlijkheid. Schilderen op een groot formaat canvas is wat ik het liefste doe. De Vlaamse schilders werken volgens mij eerder op klein formaat, dat sluit aan bij de Middeleeuwse miniatuurkunst en de Vlaamse primitieven. Kunstpoort Een voorbeeld van een kleurrijk groot formaat schilderij is het schilderij ‘Maiko’. Het verbeeldt de Japanse Maiko-dans. Zowel het kostuum als de beweging zijn een inspiratiebron voor dit werk.
Kunstpoort Ik bekeek je werk op Instagram. Het is ongelooflijk subtiel, teer en kwetsbaar, naar inhoud en materie. Wat is er eerst, het materiaal of het idee? Heb je een idee en ga je dan op zoek naar je materiaal of is het eerder omgekeerd? Of komen inhoud en vorm simultaan? Juan Jaureguiberry Eerst een woordje over Instagram. Vroeger beschouwde ik Instagram als een ideaal middel om ideeën te sprokkelen. Dit heb ik achter me gelaten. Nu vind ik Instagram prima om mijn werk in the picture te plaatsen.
Ik verzamel enorm veel en divers materiaal. Dit kan om het even wat zijn, een netje waar citroenen in verpakt zitten, plastiek zakken, verdroogde planten, houtstokjes… Het materiaal inspireert me, zet me aan tot creëren. Ik maak een schets en dan pas kan een kunstwerk, assemblage, 2D of 3D, geboren worden. Het is een uitdaging om met het juiste materiaal, de juiste boodschap te brengen. Ook uit bepaalde waarnemingen kan een kunstwerk voortvloeien. Het beeld van een vrouw, doornat van de regen, die aan de Dampoort te Gent haar bus miste, raakte me. Later ontstonden schetsen van deze situatie. Zo inspireerde een blad van een Ginkgo biloba me tot het creëren van een kunstwerk waarin gerecycleerd plastiek en draad verwerkt zijn. Fronsen op een voorhoofd vormen de aanleiding tot tekenen. Een tekening, op werk van de expressionist Egon Schiele geïnspireerd, evolueert naar een creatie op bewerkt plastiek. Mijn werk oogt fragiel maar is het niet, het is enorm stevig en kan tegen een stootje.
“Con” Recycled embroidered plastic
Kunstpoort De schets is er eerst en dan het object. Beschouw je de schets als een apart kunstwerk of een deel van het geheel? Juan Jaureguiberry De schetsen, tekeningen zijn autonome kunstwerken. Zo beschouw ik mijn polaroids van transparanten die ik op elkaar leg ook als reële kunstwerken.
serie Ofrendas, C’hullu
Kunstpoort Je start altijd vanuit een reëel voorwerp, een bepaalde materie, is het een vereiste dat het bronvoorwerp of materiaal herkenbaar blijft? Juan Jaureguiberry Helemaal niet! Voor mijn serie ‘Ofrendas’ maakte ik een schoenobject met bladeren van een plant, plastiek zak, wol en draad gerecycleerd uit een netzak. Het materiaal is onherkenbaar, om dit art object te bekijken en te beoordelen naar vorm en inhoud is het niet vereist het materiaal te onderscheiden. Kunstpoort En toch is het boeiend om weten.
Kunstpoort De titels van je werken refereren naar de precolumbiaanse, Indiaanse culturen zoals die van de Inca’s. Titels* zoals: ‘Ofrendas’ ‘Lacshahuarina’ ‘Chullo/Ch’ullu’ ‘Quipu’, laten me dat vermoeden. De Inca’s zijn blijkbaar een bron van inspiratie. Vanwaar die interesse in de Inca’s? *‘Lacshahuarina’, een berg in het Andesgebergte ‘Chullo/Ch’ullu’ Peruaanse muts met pompon Quipu’s, combinaties van knopen in koordjes gebruikt om getallen aan te geven Juan Jaureguiberry Vooral vanuit mijn educatie ontstond de interesse in de Inca cultuur. Reeds op vroege leeftijd wordt in Argentinië op school interesse gewekt voor Europese culturen en de Inca cultuur. Dit is logisch aangezien de Argentijnen op geboortegrond van de Inca’s wonen. Mijn kennis heb ik dan verder aangescherpt.
serie Ofrendas, Shoes Assemblag, plastic bag, decorative plant, wool.
Bombilla, Mate
Kunstpoort Wat inspireert je nog? Juan Jaureguiberry Het tuimelt in mijn hoofd. Diverse ideeën bieden zich onverwachts en gelijktijdig aan. Alles is inspiratie, van de biochemie, microscopie, microkosmos, natuur tot de diverse culturen. wetenschap, geschiedenis, het sociale en zelfs filosofie. Zo interesseer ik me voor de wijsheden van de filosofische ‘Upanishads’*, teksten die hun oorsprong vinden in het Hindoeïsme. Het werk ‘Bicho canasto’ verwijst naar de cocon van een nachtvlinder en de takjes die de cocon beschermen. Kunstobject ‘Bombilla’ refereert naar de Argentijnse infusie ‘maté’ en de eitjes van waterslakken, gezien onder de microscoop. Maté drinkt men met een bombilla, een theerietje, ook verwerkt in het object. Ik pik uit verschillende wereldculturen en uit mijn herinneringen. Het werk Anosidactilas verwijst bijvoorbeeld naar de figuren Lilith en Eva, respectievelijk namen uit de Joodse mythologie en het scheppingsverhaal. In het object Anosidactilas herken je onder andere een boom. Een slang verleidde Eva om de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten. Lilith heeft vogelpootjes. Papier porselein is de grondstof van het object. Niet mijn inspiratie is belangrijk maar het resultaat. Vorm, inhoud, kleur en compositie moeten een mooi geheel vormen. *Juan Jaureguiberry leest het boek ‘Upanishads voor deze tijd’ van Peter Van Lierde en Linda Brys.
Anisodactilas, papier porselein
Kunstpoort Kan je iets meer vertellen over je reeks ‘Ofrendas’? Juan Jaureguiberry Het werk ‘Necklace’ is een assemblage vervaardigd van jute, gedroogde bladeren van een plant, plastiek voedselzakken… Dit kunstobject is biografisch. Mijn zus had een hersenprobleem. Het geweven deel van de halsketting symboliseert het ruggenmerg. In de bedels maak ik een voorstelling van de hersenhelften en de nekwervels. De Necklace staat symbool voor de offergaven van de Inca’s aan de goden met vraag om genezing. Een ander object in de reeks ‘Shoes’ is een allusie op het offeren van kinderen. Bij de Inca’s betekende het een grote ‘eer’ om te worden geofferd. De kinderen waren immers uitverkoren om boodschappen van de Inca’s over te brengen aan de goden.
Kunstpoort Is je kunst Europees met Zuid-Amerikaanse invloeden of eerder andersom? Of overlappen ze elkaar? Juan Jaureguiberry Ik onderga verschillende invloeden, gebruik vele technieken en schep zo een nieuwe eigen werkelijkheid. Ik verwijs graag naar mimesis. In de kunstfilosofie verwijst de mimesistheorie of mimese naar de nabootsing van de werkelijkheid.
Kunstpoort De titels die je aan je werk toekent, zijn die belangrijk? Juan Jaureguiberry Die zijn voor mij heel belangrijk vooral als je een werk inzendt voor een call, een selectie. Een titel kan een werk maken of kraken.
Kunstpoort Je werkt full time, heb je tijd genoeg om kunstenaar te zijn? Geeft kunst je energie of het tegendeel? Juan Jaureguiberry Kunst geeft me energie, zo kan ik mijn gedachten loslaten, komt er rust in mijn hoofd, kan ik mediteren en me onderdompelen in een eigen universum. Het kind dat speelt komt in me naar boven. In mijn hoofd heerst er chaos, kunst maken brengt structuur.
Kunstpoort Vraag je kunstkenners en artlovers hun mening? Vele kunstenaars keuren het af als je hun werk bestempelt als mooi veeleer moet het boeiend of interessant zijn. Welke reactie is je het liefst? Juan Jaureguiberry Om het even welke feedback is welkom. Als het kunstpubliek voelt dat mijn werk ziel gebonden is, mijn innerlijke reflecteert, dan is mijn boodschap geslaagd. Je mag mijn werk mooi vinden en ervan genieten. Kunst is complex, de achtergrond kennen helpt om kunst, mijn werk, beter te begrijpen.
Kunstpoort Hou je je ver van maatschappijkritische kunst? Moet een kunstenaar zijn tijd en/of zijn eigen persoonlijkheid in vraag stellen? Juan Jaureguiberry Maatschappijkritiek is belangrijk. Zo kan je het werk van de expressionist Otto Dix als een manifest beschouwen. Hij zocht naar een uitdrukkingsmiddel voor zijn verzet. Zijn werk was een aanklacht tegen het na-oorlogse militarisme. Warhol hekelde de consumptiemaatschappij. De donkere abstract expressionistische schilderijen van Rothko zijn heel persoonlijk en filosofisch getint.
Kunstpoort Welke toekomstplannen heb je? Expo’s? Heb je ambitie? Juan Jaureguiberry Welke kunstenaar heeft geen ambitie? Het is belangrijk tentoon te stellen. Ik woonde een lezing bij en daar beweerde iemand: ‘Een werk is pas af als het getoond wordt’. Dat kan ik alleen maar beamen. Gedurende de maand maart 2024 stel ik tentoon met het projectatelier te Gent. Mijn streven is iets nieuws te brengen, origineel en vooral authentiek. Ik wil op een primitieve en natuurlijke manier, zoals onze voorouders dat deden, emoties delen, verbinding maken en mijn zijn uitdrukken.
Kunstpoort Wat is het mooiste dat je meemaakte in je kunstenaars leven? Juan Jaureguiberry Dat ik in 2012 op uitnodiging van de consul van Argentinië mocht tentoonstellen in het Vlaams parlement.
Kunstpoort Heb je zelf twijfels over je persoonlijk werk? Ben je zelf tevreden van het resultaat? Juan Jaureguiberry Ik heb geen twijfels, ik wapen mezelf. Mijn werk is gestoeid op reële feiten, wetenschappelijk, geschiedkundig, sociologisch. Ik breng een correct verhaal.
Op 12 november is het hoogdag in hetpaleis aan het Theaterplein te Antwerpen. Creatieve jongeren tussen 14 en 24 jaar verzamelen er om hun kunnen in de kijker te zetten tijdens het toonmoment van het kunstenfestival GEN-ZIE.
GEN-Zie … een woordje uitleg
Dit festival, georganiseerd door Fameus – een organisatie voor vrijetijdskunstenaars – kent nu haar derde uitgave. Jongeren die zich individueel of in groep aandienden werden geselecteerd in de herfstvakantie en in het paleis verwacht op 10 en 11 november om hun act te delen en het geheel voor te bereiden voor de finale op 12 november. Alle kunstdisciplines waren toegelaten. Naast het reglement en de te volgen richtlijnen konden deelnemers beroep doen op coaches en vrije workshops volgen. Dit jaar liet Fameus zich inspireren door een Stuurgroep, bestaande uit jongeren die in hun vrije tijd bezig zijn met kunst.
Een gesprek met Reinier, lid van de stuurgroep
Reinier heeft een achtergrond in theater en muziek en is lid van de JES studio-stuurgroep. Vorig jaar nam hij voor het eerst deel aan het GEN-ZIE festival. Wat er toen uit voortvloeide was een muziekalbum dat de naam Beestenbull kreeg (https://music-reinier.bandcamp.com)
Dit jaar maakte hij deel uit van de stuurgroep GEN-ZIE en kon zo zijn stempel drukken op het festival.
Zes maanden geleden kwam de stuurgroep voor het eerst samen. De rol van deze dynamische groep was voornamelijk ideeën uitwisselen om zo voorstellen te lanceren over wat mogelijk kon en moest zijn op het festival, nieuwigheden te introduceren en samenwerkingen aan te brengen. De uiteindelijke uitwerking lag in de handen van de productiemedewerkers van Fameus. Zo werd op initiatief van de stuurgroep bijvoorbeeld het logo van het festival aangepast en een ‘ontprikkelruimte’ voorzien waarvan de inrichting vorm kreeg met de hulp van Reinier. Deelnemers zouden zo even uit de drukte van het festival kunnen ontsnappen.
Samenwerking met JES
Ook de samenwerking met de Antwerpse jeugdorganisatie JES kwam er op voorstel van de stuurgroep. Desmond, jeugdwerker bij JES en bekend bij Fameus zette zijn schouders onder het idee van Reinier om een ‘barzbooth’ in te richten, een podium waar jongeren vrij zouden kunnen performen. Dit initiatief dat door beiden vorm werd gegeven bleek een schot in de roos: geen gebrek aan talent dat zich wilde bewijzen.
hetpaleis
In hetpaleis heerste een gezellige drukte. Her en der waren stands die druk bezocht werden. Op het programma stonden muziek, en performances – zowel in de grote als de kleine zaal – waren er exposities te bezoeken en was het aangenaam vertoeven in de ‘ontprikkelruimte’ met rustgevende muziek gecomponeerd door Reinier. Genoeg ingrediënten om een natte herfstzondag aangenaam door te brengen.
Een boeiend gesprek met coach Junior Akwety
In de kleine zaal woonden we een performance bij met diverse artiesten. Later kregen we de coach van deze groep, Junior Akwety, te pakken voor een kort gesprek. In het gewone leven is hij artiest (acteur, zanger, songwriter, community builder,…) en werkt hij samen met de Koninklijke Vlaamse Schouwburg Brussel en het Conservatorium van Antwerpen waar hij jongeren begeleidt. Samenwerking met jongeren is ook niet nieuw voor Junior Akwety gezien hij een theater-traject aanbiedt in verschillende scholen in Antwerpen waarbij jongeren samengebracht worden onder de juiste begeleiding.
Voor het GEN-ZIE festival nam hij de rol van ‘coach performance en regie’ voor zijn rekening. De aanvang was een heftige zoektocht. De deelnemers kwamen met persoonlijke verhalen en teksten, soms intense belevenissen. Ze hadden hun eigen idee over wat ze wilden brengen en hoe het er moest uitzien. Het werd een persoonlijke uitdaging voor de coach om al deze input samen te brengen tot één gemeenschappelijk verhaal en om vanaf de eerste dag een hechte familie te vormen die het verhaal zou dragen. Eenmaal de verschillende inputs een plaats hadden gekregen in het gemeenschappelijke verhaal werd gezocht naar dramaturgische lijnen om de performance behapbaar te maken en werd er samengewerkt met andere coaches en techniekers om via belichting en klank het geheel naar een hoger niveau te tillen.
En het resultaat mocht er zijn: een wervelende opvoering, doordrongen van emotie, energie, gevoeligheid, kleur en klank. Je kon de vertrouwensband tussen de spelers voelen. De doelstelling – hoe de diverse verhalen op het podium brengen en met de persoonlijke aanwezigheid van de bedenkers een soort collage maken – was meer dan geslaagd. De muziekcoach was aanwezig op twee sessies, die elk begonnen met muziek, wat een uitstekend middel bleek om de groep samen te brengen rond het gemeenschappelijke project. De fashion coach verrichtte wonderen: de outfits werden ontworpen en gemaakt in drie dagen tijd. Niet te geloven dat het uiteindelijke resultaat gerealiseerd werd in amper vier dagen.
Nabeschouwing
Een kleurrijk en multicultureel gebeuren was het daar in hetpaleis. Een aangename, kleurrijke en respectvolle sfeer die in schril contrast staat met wat er tegenwoordig op diverse plaatsen in de wereld gebeurt. Vandaag, op deze plek, voelt het leven kleurig en vrolijk en ook veilig aan. Kunnen initiatieven zoals GEN-ZIE een opstap zijn naar een tolerantere maatschappij en hoop geven op een warme en verdraagzame samenleving?
Bij kunstenaar Lucas Van Parys komen de woorden vanzelf. Hij goochelt met namen van filosofen alsof het zijn vrienden zijn. Zij werden metgezellen op een lange reis, een zoektocht naar dé kunst die zijn ware ‘ik’ openbaart. Een namiddag samenvatten, eentje boordevol kunst en vragen, met al of niet filosofische antwoorden, is geen gemakkelijke taak. Laten we beginnen bij de jeugdjaren, daar was de interesse voor kunst al aan het kiemen.
Kunstpoort Hoe lang ben je al met kunst bezig? Volgde je een artistieke opleiding? Of ben je grotendeels autodidact? Je volgt nu een opleiding grafiek in Oudenaarde, wat is de drijfveer? Lucas Van Parys De behoefte aan kunst was in mijn jeugdjaren latent aanwezig. Ik had interesse voor elke vorm van muzische expressie. Van jongs af was ik bekommerd om schoonheid. Mijn moeder had een artistieke ziel, vader toonde interesse voor alles wat ik deed. Bij zelfanalyse merk ik een steeds terugkerende nood tot artistieke expressie. Beeldende kunst is mijn communicatiemiddel bij uitstek. Wanneer ik iets moois creëer, dan overvalt me een hemels gevoel. Ik volgde enkele tekenlessen maar ben toch grotendeels autodidact. Nu volg ik etsen aan de academie van Oudenaarde. Elk medium heeft zijn specifieke mogelijkheden. Ik ontdek nieuwe materialen, een stap naar wie weet andere en verrassende resultaten.
Kunstpoort Ergens las ik ‘Kunst is de vrijheid om te creëren’ Is het die aantrekkingskracht van die vrijheid die je aanzet tot kunst scheppen? Misschien is dit het enigste waar een mens ooit ongeremd vrij in kan zijn, in het maken van kunst? En heb je dergelijke vrijheid nodig om te kunnen leven? Lucas Van Parys Kunst is als ademen, eten en drinken. Als gevoelige mens heb ik nood aan kunst. Er is zoveel chaos en ellende in deze wereld. Elke vorm van lijden, in al zijn facetten, fysisch als psychisch maakt me triestig. Kunst, om het even welke vorm van kunstuiting, kan een antwoord en wapen zijn tegen deze droefenis.
Kunstpoort Verhalen je tekeningen, schilderijen… een eigen innerlijke wereld? Sluipen persoonlijke emoties je werk binnen of is kunst net een middel om die emoties buiten te sluiten? Lucas Van Parys Tekenen geeft me een euforisch gevoel, het is als een drug waardoor het dreigend gevoel van onbehagen wegsluipt. De lijdende mens raakt mij, dit geldt evenzeer voor het lijden van dieren en de natuur. Ik probeer in woord en daad een goed mens te zijn. Veel steun vind ik bij filosofen zoals Epicurus, Michel de Montaigne, Arthur Schopenhauer, Albert Camus. Kunst laat me toe de immense tragiek in de wereld even opzij te zetten.
Kunstpoort Je denken valt niet los te koppelen van je kunst. Kunst is een tegengewicht voor alle ellende. Kunst en gesprekken over kunst staan centraal in de niet te stuiten zoektocht naar het wezenlijke. Wat is kunst voor je? Kan alles kunst zijn? Lucas Van Parys Kunst is afhankelijk van de mate van de authenticiteit van het creëren. Kunst scheppen doe je vanuit een houding van puurheid, ver weg van elk streven naar bekendheid of berekening op materieel en financieel gewin. Wat betekent het beroemd zijn in een wereld, een oceaan van onnoemelijk menselijk leed,
Kunstpoort Mag ik je kunst figuratief of abstract noemen of is het iets tussenin? Lucas Van Parys Het is balanceren tussen abstractie en figuratie.
Kunstpoort In het blogbericht – De spanning van de kromme lijn – Luca Dal Vignale op Kunstflaneur.be*, in een tekst van Yves Joris, lees ik het volgende: Wanneer je naar abstracte kunst kijkt, kun je jezelf onderdompelen in een wereld van verschillende sensaties, die ik gemakshalve omschrijf als de drie v’s. Een van de eerste emoties die abstracte kunst kan oproepen, is een gevoel vanvrijheid... Abstracte kunst kan ook een gevoel van verwondering oproepen…Een ander opvallend aspect, nauw verwant aan verwondering, is de verrassing. *https://kunstflaneur.be/2023/10/13/de-spanning-van-de-kromme-lijn-luca-dal-vignale/ Welke van de drie v’s haalt de bovenhand bij het kijken naar je werk? Of welke emotie wil je graag teweeg brengen? Lucas Van Parys De V van Vrijheid heeft prioriteit. Die V is essentieel om mezelf te ontdekken als mens en als kunstenaar. Een onbevangen benadering van mezelf en de kijker acht ik toren hoog. Als de kijker je werk apprecieert, in alle vrijheid binnentreedt in je eigenste wereld, dan raakt je dat.
Kunstpoort Ik las een mooie omschrijving van je als kunstenaar Hij dweept met Cobra en Art Brut als een schilderfilosoof van wie het werk niet beter begrepen kan worden met behulp van de gebruikelijke kunstkritiek. A-F Haelemeersch Hoort je werk in een specifiek hokje thuis? En ben je bewust of onbewust beïnvloed door de Cobra en Art Brut beweging? Ik zie bijvoorbeeld een asterisk à la Miró op één van je werken. Lucas Van Parys Ik heb een grote adoratie voor de spontaniteit, de overweldigende scheppingskracht van Joan Miró. Het is een diepzinnig kunstenaar die een mythische kijk heeft op de kosmos en de schepping. Daarin voel ik zeker verwantschap. Joan Miró heeft binnen zijn biomorfische schilder- en beeldhouwkunst een unieke speelse en toch emotioneel geladen beeldentaal ontwikkeld. Elke kunstliefhebber kent wel zijn asterisk. Bij hem kan alles aanleiding zijn tot creëren. Een simpele tak van een boom is voor hem een trigger om te gaan tekenen, de tak wordt een lijn, de lijn wordt… Tekenen is ook een spel van associaties. Dit is ook mijn manier van werken. Ik hou ook heel veel van outsiderkunst. Het ‘ontbreken’ van teveel ‘beschaving’ bij deze mensen biedt meer inzicht in de complexiteit van hun ziel, en van de mens in het algemeen. Die waarachtigheid ontroert me.
Kunstpoort Kunstcriticus Haelemeersch opperde dat je ook beïnvloed bent door andere niet-Europese culturen. Stoort het je niet dat er telkens opnieuw naar andere culturen, kunstenaars en stromingen gerefereerd wordt? De kijker probeert je in een hokje onder te brengen. Is dat niet wat vervelend? Lucas Van Parys Etnische kunst, in het bijzonder de kunst van Midden-Afrika fascineert me. Invloeden van de Afrikaanse kunst zie je opduiken in mijn werken. Ik heb niet de pretentie mijn kunst als een compleet eigen vondst te propageren. Raveel beweerde ooit: Wie is niet beïnvloed in het leven? Picasso deelde zonder scrupules mede: als ik iets kan pikken dan doe ik het. Persoonlijk heb ik een open geest, ik ben een zoeker, wil me niet vastpinnen op één welbepaalde stijl. Vele kunstenaars zitten bij wijze van spreken in mij, maar ik ben en blijf mij. Na een intense queeste heb ik het punt bereikt dat ik kan zeggen dat is van mij, niet van Miró, Klee, Kandinsky… maar van mij.
Kunstpoort Je werk is kleurrijk, speels. Maakt kunst het kind in je wakker? Lucas Van Parys Kunst hield me in veel periodes mentaal overeind. Veel kinderen zijn hypersensitief, worden gekwetst, zijn gehavend. Voor deze pijn is een tegengewicht nodig en dat kan fantasierijke kunst zijn. Kunst als therapie, jawel!
Kunstpoort Je maakt gebruik van vele technieken en diverse materialen. Je werkt op niet conventionele ondergronden zoals inpakpapier, muziekpartituren, kladpapiertjes, karton, agenda’s… Waarom? Omwille van het picturale van een ondergrond? Ervaar je recuperatie materiaal als een inspiratiebron of spelen ecologische redenen ook een rol? Mario De Brabandere beweert: Materiaal is de helft van het werk. Lucas Van Parys Er is de angst voor het witte schone blad. Dat zet een rem op me. Maar een ‘vuile’ vlek op een drager brengt me op een idee en zie ik kan vertrekken naar mijn eigen universum waar ik mezelf kan zijn met mijn aquarelblokjes, kleurpotloden, pastelkrijtjes, Chinese inkt, gouache, acrylverf…. Werken met verschillende materialen genereert telkens andere expressiemogelijkheden. Ik heb zelden of nooit tegenslagen. Een werk van me verwijs ik nooit naar de prullenbak. Een resultaat dat je niet voor ogen had, komt tot leven door erop verder te werken. Een tekening van me is als een eigen kind, dat werp je toch ook niet weg?
Kunstpoort Werk je snel en intuïtief? Kan je lang en geconcentreerd bezig zijn? Wanneer is een tekening af voor je? Lucas Van Parys Concentratie is me niet vreemd. Ik werk spontaan, associatief, uit die ene lijn groeit een andere. Een tekening is nooit af en mag zelfs niet perfect zijn, dan is ze doods, niet interessant. Perfectie verhindert de mogelijkheid om de diepere inhoud te ontdekken.
Kunstpoort Is het maakproces, het plezier dat je beleeft bij de creatie van groter belang dan het ultieme resultaat? Lucas Van Parys Het maakproces is een spel waar je op verkikkerd geraakt. Het is een mogelijkheid door middel van een eigen beeldentaal distantie van de wereld te nemen en daarom belangrijk. De vreugde van het maken is zalig maar… kortstondig. Dus, op naar een nieuwe creatie…
Kunstpoort Je bent al jaren bezig met het scheppen van kunst. Wat ervaar je bij het kijken naar je vroege werken? Verrassing? Trots? Voldoening? Lucas Van Parys Wanneer ik mijn eigen werk aanschouw, levert dat veel voldoening op. In mijn schaarse tijd heb ik toch iets gerealiseerd. Ik wil verder gaan op het pad van mens worden en de rotzooi van buitenaf zoveel als mogelijk verbannen. Ik ben niet bekend, noch beroemd, mijn werk is wellicht ook niet betekenisvol voor het nageslacht. Maar ik ken kunstliefhebbers die met respect mijn werk waarderen en mijn eigen fantasiewereld ontdekken. Dat doet deugd.
Kunstpoort Heb je de behoefte om je werk tentoon te stellen? Lucas Van Parys Ik heb niet de drive om mijn werk te presenteren aan diverse galeries. Mocht ik een gepast voorstel krijgen, ja graag.
Kunstpoort Deed je de laatste tijd een ontdekking onder de hedendaagse kunstenaars, voel je enige affiniteit met een kunstenaar van deze tijd, om het even welke discipline? Lucas Van Parys Inhoudelijk voel ik een zekere verbondenheid met de kunst van Thierry De Cordier. Dit is intens diepzinnige kunst, letterlijk en figuurlijk ‘donkere’ kunst. Zijn kunsttaal staat ver van de mijne maar toch voel ik een innerlijke verwantschap, namelijk een bekommernis, een mededogen met de mens die moet leven in een absurde wereld. En elke kunstenaar tracht op zijn/haar manier daartegen verweer te vormen.
Kunstpoort Ik citeer Hans Willemse. Om de uitzichtloosheid van het bestaan te counteren, verbindt Thierry De Cordier zijn werk met een literaire context – via ironische titels en handgeschreven bijschriften – wat een nostalgische hunker naar rust, eenvoud en schoonheid aangeeft. In zijn teksten reflecteert hij over zijn wantrouwen in de huidige maatschappij en de onmogelijkheid om aan de vooruitgang te kunnen ontsnappen. Bij Thierry De Cordier horen we een somber geluid. Lucas van Parys blijft zijn vrolijke en ironische zelve, ook al wantrouwt hij evenzeer deze wereld met zijn oorlogen en uitzichtloze ellende. Lucas Van Parys gaf één van zijn werken de titel ‘Au jardin des petits vagabonds’ Kunstpoort Mogen wij je, Lucas Van Parys; ‘un petit vagabond’ noemen? Lucas Van Parys met plezier!
Au jardin des petits vagabonds – Hommage á mon délicieux ami Jóan Miró
Tekst Kathleen Ramboer Fotografie Kathleen Ramboer en Lucas Van Parys
Alles over het schrijfproces van haar recentste boek Markies
Een auteur interviewen is even fascinerend als in gesprek gaan met een beeldend kunstenaar vooral als hij of zij kleurrijk en beeldend historische feiten kan verhalen. Katrien Van Hecke is zo’n schrijfster. Ze vertelt filmisch over de vriendschap tussen Rémi en de herdershond Markies. Omdat het boek zich afspeelt in een beluik te Gent tijdens de wereldtentoonstelling en de 1ste wereldoorlog, kan je vermoeden dat de jeugdauteur een meeslepend, opwindend verhaal geschreven heeft. Inderdaad, Markies is een meeslepend boek voor lezers vanaf 11 jaar. Zelfs als volwassene las ik dit met pretoogjes.
Kunstpoort Ik denk dat Iedereen leest, Markies, getipt heeft. Klopt dat? Katrien Van Hecke Dat is zo. Iedereen leest is een organisatie gesteund door de Vlaamse Gemeenschap. Iedereen leest bevordert het lezen door campagnes uit te werken zoals: Jeugdboekenmaand, Voorleesweek, Boekstart of de Leesjury. De organisatie stelde dus ook een lijst voor de Voorleesweek op: ’15 boeken uitgelicht voor 12- tot 15-jarigen’. Op die lijst veroverde Markies een plaats.
Kunstpoort Hoe kwam je op het verrassende idee een boek te schrijven over de eerste politiehondenbrigade van de wereld waarvan de oorsprong in Gent ligt? Katrien Van Hecke Ik stootte op het verhaal van de hondenbrigade bij research over dierenbescherming. Een niet gepubliceerde tekst over de Eerste Wereldoorlog vertoefde al een tijdje in mijn wachtkamer. De link was snel gelegd. Bestaande frontscènes kon ik koppelen aan het verhaal van de hondenbrigade. Markies werd geboren.
Kunstpoort Ben je zelf een hondenliefhebster? Katrien Van Hecke Vast en zeker, met honden heb ik een bijzondere band. Wanneer ik ze opmerk, komt de hond me vaak vanzelf begroeten.
Kunstpoort Ik las je beeldige beschrijvingen van het gedrag van Markies, Rémi denkt zelfs een rat te zien. Heb je honden geobserveerd voor je Markies begon te schrijven? Katrien Van Hecke Helemaal niet. Het gedrag van een hond is me niet vreemd omdat een hond lange tijd tot ons gezin behoorde. Tijdens het schrijven van Markies, las ik boeken over het opvoeden van honden, leerde de trucjes. Dergelijke boeken prijken thuis in mijn boekenkast. Hoe dat komt? Mijn toen 6-jarige dochter beweerde dat onze hond slecht was opgevoed en ik daar dringend iets moest aan doen.
Kunstpoort Markies is een leuke naam en niet zo gebruikelijk voor een hond. Hoe kwam je op die naam? Katrien Van Hecke Op zeker ogenblik spreekt de ma van Rémi hem spottend aan met ‘markiesje’. Toen dacht ik: ik geef de hond de roepnaam Markies. Het contrast tussen de wat groezelige hond (hij was in de vaart gesprongen) en de naam Markies vind ik grappig. De hond is wel niet de minste. Hij behoort tot één van de vier Belgische herdershonden. Markies is een Laekense herdershond. In de tijd van het ontstaan van de politiehondenbrigade, rond 1899, probeerde de Brusselse school voor dierengeneeskunde raszuivere Belgische herdershonden te kweken, vier rassen: Mechelse, Tervuerense, Laekense herders en Groenendaelers. Zij hadden aan bepaalde eigenschappen te voldoen. De beste politiehonden waren, volgens de toenmalige Gentse politiecommissaris Ernest Van Wesemael, met stip de Mechelse herder en Groenendaeler.
De politiehondenbrigade, 1900 Foto privéverzameling Freddy D’hont
Kunstpoort En Rémi, van waar zijn naam? Katrien Van Hecke Vóór ik start met schrijven, verzin ik graag de namen. Ik raadpleegde de lijsten met de meest gebruikelijke jongensnamen in het begin van de 20ste eeuw. Rémi leek me geschikt. Het is een gangbare naam bij de arbeidersklasse, toen gehuisvest in de beluiken van Gent.
Kunstpoort Bij het lezen viel me dit op: af en toe sluipen er woorden in het boek, meer passend bij onze noorderburen. pg 6 Ik kukel achterover pg 103 piezelige hapje Je boek verschijnt ook bij onze noorderburen. Heb je bepaalde woorden, uitdrukkingen met de redactie besproken en moeten aanpassen? Katrien Van Hecke Omdat ik veel Jeroen Brouwers en andere Noord-Nederlandse auteurs lees, gebruik ik automatisch Hollands klinkende woorden zoals piezelig. Een proeflezer, 2 schrijvers lezen mijn boeken op voorhand, vond ‘plee’ te Hollands. Ik vond plee wel goed klinken in mijn zin en daarom ook verantwoord. Ik zoek op of de woorden algemeen aanvaard zijn. Wanneer mijn bron verklaart dat het woord te ‘Belgisch’ is, dan gebruik ik het niet.
Kunstpoort Ik veronderstel dat Nederlanders ‘een beluikje’ ook niet kennen? Katrien Van Hecke Neen, een beluik is typisch Gents. Gent springt er in België uit door het verbluffend grote aantal beluiken. Door de vele textielfabrieken, vlasspinnerijen in Gent, sprak men over het Manchester van Vlaanderen. Voor de arbeiders bouwde men nabij de fabrieken piepkleine en vaak goedkope woningen. Deze arbeidershuisjes zijn gegroepeerd in een beluik, meestal doodlopende straatjes of rond een pleintje. Rémi woonde in de tot verbeelding sprekende Goudensterstraat. Dit beluik was gelegen nabij de verdwenen fabriek La Lys. De naam La Lys vermeld ik niet omdat ik de jeugdige lezers niet wil overstelpen met info. De Goudensterstraat en het beluik zijn er nog altijd. Op de eerste pagina’s in mijn boek spreek ik, om de ‘Hollandse’ lezers tegemoet te komen, over een hofje. pagina 5 Ik woon er in het beluik, een hofje. De Konijnenpijp. Maar die naam slaat nergens op. Het is een rattenhol! Er zwermen meer ratten rond dan vliegen op de plee.
Kunstpoort Je recentste boeken spelen zich af in steden zoals Gent, Oostende. Je beschrijft onder meer de levensgewoonten in die steden. Is de stad boeiender voor je om over te schrijven dan het platteland? Katrien Van Hecke Ik ben meer een stadsmens. Toch komen in ‘Oostende is niet ver meer’, passages voor die zich afspelen op het platteland. En mijn boek ‘Joan het heksenkind’ situeert zich in de Schotse Highlands.
Kunstpoort De schrijfstijl is beeldend en verhaalt een rauwe werkelijkheid. De vader van Rémi zit in ‘den bak’, zelden komt er vlees op tafel. Deed je opzoekingswerk om het lief en leed van de volkse bewoners van een beluik goed te kunnen beschrijven? Waar vond je nuttige lectuur? Katrien Van Hecke Thuis heb ik heel wat historische non-fictieboeken. Ook op het internet en in de bibliotheek vind je massa’s informatie. De Krook, een bibliotheek van Stad Gent, bezit talrijke literatuur over de wereldtentoonstelling te Gent (1913) en verder raadpleegde ik het politiearchief in De Zwarte Doos, het archief van Gent.
Kunstpoort Hoe lang schreef je aan Markies? Katrien Van Hecke Markies nam 1 ½ jaar in beslag, van research tot manuscript. Ik kon er wel niet continu aan doorwerken, omdat in die periode diverse projecten aan gang waren.
Kunstpoort Je vermeldt ook het blank zetten van de IJzervlakte, het openen van de sluizen van Nieuwpoort. De IJzervlakte wordt onder water gezet om de opmars van het Duitse leger tegen te gaan. Wek je hiermee de interesse op van de jonge lezers voor de Vaderlandse geschiedenis? Hebben de jonge lezers aandacht voor dergelijke opmerkingen? Denken ze hierover na? Katrien Van Hecke Onbewust maken ze kennis met de geschiedenis van het begin van de 20ste eeuw: de eerste wereldoorlog, de wereldtentoonstelling, de levensomstandigheden van toen. Sommige feiten in het boek zijn waargebeurd. Het boek Markies kan helpen aan een eigen voorstelling van de oorlog, aan een beeld dat later meer vorm krijgt op school, bij een museumbezoek of wat dan ook.
Kunstpoort Het boek is geïllustreerd door Michaël Olbrechts, ze dragen bij tot de rauwe en toch liefdevolle sfeer van het boek. Had je inspraak over de keuze van de tekenaar en de illustraties? Kreeg je ze te zien vóór het drukken? Katrien Van Hecke De uitgever nam contact op met de tekenaar. Michaël Olbrechts studeerde ook geschiedenis, dat is mooi meegenomen. Een fascinatie voor waargebeurde en vergeten verhalen bindt ons. De voorontwerpen mocht ik zien en ik kreeg inspraak over de cover. De getekende kwieke, vinnige hond vertederde me onmiddellijk. Het lijkt of hij vrolijk uit het boek springt. De tekeningen zijn echt een meerwaarde, ik ben blij met de illustraties. info illustrator Michaël Olbrechts http://www.michaelolbrechts.be/
illustratie van Michaël Olbrechts, pg 146
Kunstpoort Een enthousiast lezertje vroeg je als er een vervolg op komt. Wat is het antwoord? Katrien Van Hecke Ja, voor de eerste maal schrijf ik een vervolg op een boek. We zijn benieuwd of het een succes wordt maar ik maak me hierover geen zorgen.
Kunstpoort Een beetje promo kan geen kwaad. Kan je zelf in enkele zinnen je boek aanbevelen aan kinderen vanaf 11 jaar? Katrien Van Hecke Markies is een meeslepend verhaal over een vriendschap die angst en moeilijkheden overwint, over vriendschap onder de mensen en tussen mensen en honden. Avontuur en spanning zijn nooit veraf.
INFO
Markies uitgegeven bij Clavis in alle boekhandels te koop