
Het volk juicht, het heeft veel gelachen. De rasechte Antwerpenaren zitten in de zaal, hun vertolkers staan op het podium. Een volk dat graag van het leven geniet, zelfs als het weet dat het gedrag niet meer van deze tijd is. Of toch?
“Ik zen tweeduizend frank armer!”
“’t zal niet veel schelen”
“Tweeduizend frank, ik moest daar nog tot woensdag mee toekomen.”
“Tweeduizend frank en nog geeneens een tet gevoeld. Die coiffeuse was een echte frigo.”
Verbeelding
Tanja: “Zie ik al visuele dingen gebeuren? Zodat het inspireert en tot de verbeelding spreekt.” Tanja acteert al lang en heeft in verschillende theaterstukken gespeeld, onder leiding van verschillende regisseurs. Dit is het tweede stuk dat ze zelf regisseert. Het eerste was geen goede ervaring. Het is een toevallig gesprek met Marc, die vaak regisseert en de bestuurder van de theatergroep de Stille Hoop is, dat leidde tot het feit dat ze het opnieuw probeerde. Een regisseur moet iets in het hoofd opbouwen. Waar moeten de acteurs staan, welke beweging moeten ze maken?
In het amateurtheater doe je als regisseur ook aan “casting”. Wie zal welke rol spelen? Tanja: “Hoe zie ik dat ook ten opzichte van de mensen met wie wij spelen? Dan start je met enkele lezingen met die mensen en die wisselen dan van rol, want soms weet je het niet en kan je de rol inleven bij de ene persoon of de andere. Op basis van wat je hoort of merkt of voelt bij zo’n lezing beslis je dan na een tijd, “nu weet ik hoe de bezetting er zal uitzien.”
De cast is een begin. Voor dit stuk hebben we vier hoofdacteurs. Er worden vier kostuums, maatpakken, gekocht. De mannen in maatpak spelen ook vrouwenrollen. Deze bewuste “décalage” brengt een humoristische plus maar eist ook meer van de acteurs, een uitdaging. Tanja: “Ze moesten contact zoeken met de vrouw in zichzelf”. Hun stem en bewegingen moeten de toeschouwers onmiddellijk laten zien dat er een gesprek tussen vrouwen gaande is.

Het geheel
De voorstelling is het resultaat van het bestuderen van veel aspecten.
Het decor. Tanja: “Ik vond het heel leuk dat wij een soort disco-bar achtige setting konden maken. Omdat het stuk zich afspeelt in de jaren zeventig en eerder, hebben wij ook in de tekst verwijzingen naar discotheken en winkels die toen bestonden in Antwerpen. Discotheken met disco-lights. Dat vond ik belangrijk om die sfeer een beetje te creëren.”
Tanja: “Ik vind ook de muziek heel belangrijk, en zeker in dit stuk, want we werken met heel weinig rekwisieten”.
Er zijn aandachtspunten die je niet verwacht maar die voor Tanja heel belangrijk zijn: de akoestiek, het zicht en de bar. Dit cultuurcentrum is een onbekende plaats voor Tanja. Je moet zorgen dat de stem van de acteurs goed overkomt, ook dat de plaats van de stoelen het mogelijk maakt dat de acteurs op het podium voor iedereen prima zichtbaar zijn.
En wat met de bar? Tanja: “Ik vind het belangrijk dat de mensen met een drankje kunnen babbelen. In het amateurtheater, komen vrienden, familie, mensen die je kent kijken, een groot netwerk, het is fijn dat de mensen kunnen napraten.”

De technische repetitie
Tanja: ”Dit is een hele belangrijke repetitie. Op papier, in een brochure kun je het stuk heel goed uitwerken. Je schrijft alles op maar je hebt toch mensen nodig om die knopjes te bedienen. Dit is de laatste kans om alle details juist te krijgen. Je weet het niet op voorhand, vandaag kan ik vragen: “Kun jij wat bijlichten? Kan ik het geluid zo hebben?”
De technische repetitie is de laatste voor de generale. Dit betekent dat Tanja zich op het einde van deze repetitie comfortabel moet voelen. “Wanneer denk jij dat het op punt staat?” Tanja: “Op het einde van deze repetitie. Morgen is de generale en dan kan je niet meer tussenkomen. De vorige repetities konden we doorlopen en dat is een luxe. Vaak moet je een voorstelling doorlopen in de week van de première. Nu was dit sneller mogelijk want dit is een kleine bezetting, dan kun je focussen op die vier personen.”

Gedreven
Tanja: “Na covid had iedereen heel veel zin, heel veel goesting om te spelen, te repeteren. Het engagement van iedereen was heel groot. Dat merk je aan de manier waarop ze zich geven tijdens de repetitie. De bereidheid om die ‘extra mile’ te gaan.”
Groeiproces
Tanja “Ik ben op het schooltoneel begonnen met theater te spelen en sindsdien niet meer gestopt. Ik heb met heel veel verschillende regisseurs gewerkt, elke regisseur pakt dat anders aan, daar leer je heel veel van, veel om vertrouwen op te bouwen, veel om acteurs in het avontuur mee te sleuren, veel om het publiek, het volk, hard te laten lachen.”
https://www.facebook.com/destillehoop/
tekst en fotografie Eric Rottée
