Mechelse Platenhoezen


videograaf Bert Vannoten

Mechelse Platenhoezen

Bart Pepermans en Jeroen Van der Auwera

Laat mij misschien starten met een uitleg wat aan de basis van deze tentoonstelling ligt. Ik ben een fervent verzamelaar van kunstwerken of kunstuitingen van in de eerste plaats Mechelse kunstenaars of kunstenaars die iets over Mechelen hebben gemaakt. Ik heb zo mijn favorieten, met op de eerste plaats Ray Gilles. Van deze kunstenaar wist ik dat hij voor Eufoda, indertijd het platenlabel van het Davidsfonds, 3 hoezen heeft ontworpen. Hij heeft ook voor een schoolkoor uit Brugge twee singels van een tekening voorzien. Uiteraard kan je nagenoeg alles op Discogs terugvinden, een gigantische databank én wereldwijde verkooplaats, maar rommelmarkten en kringwinkels afschuimen is wat mij betreft veel leuker. Het moet een zoektocht en een jacht blijven. Uiteraard zijn de kringwinkels niet zo goed georganiseerd als platenwinkels en dien ik mij elke keer door tientallen tot honderden platen te wrochten op zoek naar die ‘Ray Gilles’ hoezen. Ik kan de accordeonmuziek, muzette, Neil Diamonds en Nana Mouskouris niet meer aanzien … Maar toch, om de zoveel keer kom ik een ‘Ray Gilles’ tegen. Maar door deze zoektocht kwam en kom ik ook andere platenhoezen tegen die mij kunnen bekoren. Soms voor de muziek, maar veelal voor “The Artwork” zoals dat dan mooi omschreven wordt. Want op zich is een grappig en bijzonder gegeven dat je in platenbakken gaat snuisteren en het visuele beeld je al dan niet doet besluiten een album te kopen, zonder die ook maar beluisterd te hebben.

Beetje bij beetje vond ik platen die een “Mechels” tintje hebben. de Sint-Romboutstoren of de beiaard, jeugdnostalgie met het stadspoppentheater, … zolang het maar een link met Mechelen heeft op één of andere manier … en dat vat ik ruim op. Als ik ergens niet zeker over was, of wat meer duiding wou, dan kon en kan ik beroep doen op Bart Pepermans, wat Vlaamse muziek en wat specifiek de Mechelse scène betreft een wandelende encyclopedie, getuige ook zijn vlogs op youtube en zijn medewerking aan verschillende lokale radioprogramma’s.

Zo begon ook het plan te rijpen of er misschien niet een bescheiden tentoonstelling in zat rond “Mechelse” platenhoezen. Marc Van Camp, het Paradijs en het VOC waren bereid logistiek te ondersteunen, Bart en ik konden inhoudelijk onze gangen gaan ….

Albumhoezen, die we tegenwoordig als vanzelfsprekend beschouwen, gaan terug tot de jaren dertig. Tot eind jaren ‘30 werden platen aangeboden en verkocht zonder gedrukte omslag, in een typische bruine hoes. In het midden was een cirkel uitgesneden, waardoor men het label op de plaat kon zien. In een volgende stadium werden de bruine hoezen bedrukt met louter de informatie van de platenmaatschappij. His Master’s Voice, Decca, enz. Als je een plaat ging kopen vroeg je in de winkel naar een bepaalde uitvoering, je ging niet zoals nu snuisteren in platenbakken.

Als we aan Mechelse plaatjes denken dan kunnen we alvast niet buiten de Sint-Romboutstoren.

Een voorbeeld vinden we in de getekende toren door een onbekende kunstenaar op de hoes van het Angelakoor. Dit koor werd opgericht in 1954 in de Ursulinen Mechelen onde leiding van Madeleine Jacobs. Wat begin als een gelegenheidskoor groeide uit tot succeskoor dat in 1960 onder meer de hoofdprijs won in de prestigieuse wedstrijd “Radioschoolkoor”. Ze wonnen een vleugelpianio die nog steeds in de school staat.

Bij Eufoda, het platenlabel van het Davidsfonds werd begin jaren ’70 een beiaardplaat uitgebracht. Volgens de info op de plaat werd de tekening verzorgd door “Grafiek Whaest”, maar we konden hierover geen info vinden. Piet Van den Broek daarentegen, was de enige Nederlander die zich ooit stadsbeiaardier mocht noemen. Afgestudeerd aan het Lemmensinstituut en de Beiaardschool, werd hij in 1965 de opvolger van Staf Nees als stafsbeiaardier en directeur van de beiaardschool. Hij overleed in 2008 op 92-jarige leeftijd.

Als we over de beiaard spreken kunnen we bijna niet anders dan Jo Haazen vernoemen met één van zijn platen “Jo Haazen bespeelt de beiaard van Mechelen”. De plaat dateert uit begin jaren ’80, is duidelijk ook bestemd voor de Japanse markt én is voorzien van een beiaard van de hand van de Nederlander Anton Pieck. Die is vooral bekend geworden om zijn romantische tekeningen met levendige taferelen uit een geïdealiseerd nostalgisch verleden. Maar vooral ook om zijn sprookjesbos in de Efteling.

Bij de Maneblussers is zo’n Mechels hebbeding. 12 liedjes voor liefhebbers van voetbal, basketbal, volkse leute en eigen schoon. De tekenaar van de toren is ons niet bekend, de uitvoerders onder leiding van Mechelaar Marcel Sterckx uiteraard wel.

Van het Angelakoor van daarnet naar het O-L-Vrouwkoor. Dit koor werd opgericht in 1955 door pastoor Bob Peeraer en in de loop der tijd brachten ze een vijtigtal platen uit. Eentje ervan sprong in het oog met een tekening van Rik Daze. Rik had zijn studies genoten aan het Gentse Sint Lucasinstituut en heeft vooral als zelfstandig fotigraaf en vormgever gewerkt, onder meer voor Chiro, Broederlijk Delen etc. Medewerker aan deze plaat is ook Francis Bay met zijn orkest. Het is exact 20 jaar geleden dat Francis Bay, of Frans Bayetz bij geboorte, overleden is. Hij studeerde aan het Mechelse muziekconservatorium en maakte deel uit van verschillende dansorkesten en timmerde aan een eigen orkest dat begin jaren ‘50 aan de BRT verbonden was. Freddy Sunder en Jo Leemans waren bekende medewerkers. Vanaf de Expo van 1958 gaat het Francis Bay voor de wind: hij sloot een platencontract met het Omega-label die zijn elpees in Engeland en Amerika ging verdelen. Vooral zijn Latijns-Amerikaans getinte elpees deden het in het buitenland ontzettend goed en hij durfde zich gerust te meten met orkesten als die van Edmundo Ros en vooral Perez Prado. In 1958 produceerde Francis Bay zo maar liefst 22 elpees, waaronder de allereerste stereo-opname in Europa.
Vanaf 1959 duikt Francis Bay op als dirigent van de BRT-deelnames aan het Eurovisiesongfestival. Hij zal trouwens vanaf 1961 ook de Cansonissima-preselecties begeleiden. Bay blijft dat volhouden tot aan zijn pensioen wanneer hij in 1979 samen met Micha Marah naar Jeruzalem gaat.

Hula Hoop: Francis Bay and his orchestra (Philips)
Charleston: Francis Bay and the Boone City Blowers
Vlaamse Kermis: Francis Bay
Trekkersliederen: Francis Bay

Jan De Winter, schilder uit de Hanswijkenhoek, verleende zijn medewerking aan een plaat van de Kadullen, een volksmuziekgroep, dat uit de startblokken schiet eind jaren ’60. Jan De Winter is niet de enige Mechelse link, Sjarel Van den Bergh en Bobo Van de Voorde waren dat ook.

Bobo Van de Voorde verzorgde voor een van de 4 LP’s die ze uitbrachten het ontwerp.

Een kunstenaar die mijn persoonlijke voorkeur wegdraagt is Ray Gilles. Een begaafd schilder, maar die door zijn grafisch werk en cartoon in zeer specifieke stijl erg bekend werd vanaf de jaren ’60 tot midden jaren ’80. Van zijn hand zijn – voor zover ik weet – 3 vinylplaten en 2 singles. 1 ervan is nochtans met een foto, maar in een typische Ray Gilles lay-out. Theo Mertens is in Mechelen ook geen onbekende. Hij was verbonden aan het conservatorium.

Mechelaar Ray maakte er ook de prachtige tekening voor liefdespoëzie door Tine Ruysschaert. Die liet me inderijd per mail weten dat ze het een prachtige cover vond, maar dat het de keuze van het label was en ze er niets in de pap te brokken had.

Om bij koren te blijven… Ray verzorgde ook twee singels voor ‘Ons Dorado’, een jeugdkoor verbonden aan het Sint Lodewijkscollege in Brugge. Ray Gilles had verschillende boeken geillustreerd, waardonder pedagogische muziekboekjes voor de lagere school bij een ondertussen teloorgegane uitgeverij in Brugge. Waarschijnlijk is hij zo in contact gebracht met Ons Dorado.

Een tweede single Ons Dorado.

Zoals ik aanhaalde is Ray Gilles vanaf de jaren ’60 een bekende cartoonist geworden. Hij is evenwel niet de enige cartoonist/graficus die zijn medewerking verleende aan albumhoezen. Wies Peleman, geboren Mechelaar, maar overleden in Willebroek, heeft naast zijn boekillustraties, cartoons en later keramiek en juweelontwerp ook enkele mooie platen gemaakt. In de jaren ’50 maakte hij enkele mooie exemplaren voor Buck Clayton en Francis Bay. Hij liet zich inspireren door anderen die vooral in de Jazzplaten hun artistiek kunnen wensten te etaleren. Hij heeft ook ontwerpen gemaakt die niet zijn uitgegeven.

In de jaren ’70 versierde hij nog een plaat van Concordia Tisselt in zijn typische cartoonstijl.

Nu we toch even buiten Mechelen zijn. Gommar Timmermans, zoon van, maar als cartoonist beter bekend als GOTT heeft ook een pareltje gemaakt. ‘Vertellingen voor de jeugd”. Het is de enige plaat die we zowel laten zien in de tentoonstelling aan de voor- en achterkant. Het platenlabel is de Nederlandse pocketplaat. In tegenstelling wat je zou denken betreft het wel degelijk een Belgisch label gesticht in 1960 door Jo Van Eetvelde met vooral aandacht voor Nederlandstalige kleinkunst en poëzie. Jo Van Eetvelde spreekt zelf de teksten in.

Datzelfde label wist ook Marc Sleen te strikken voor Jef Burm en Denise De Weerdt zingen liedjes uit Allo Sjoe. De Mechelse link is Denise De Weerdt, geboren Mecheles en oud-leerling van Pitzemburg.

Een laatste cartoonist die we vanavond aanhalen is Hugoké, pseudoniem voor Hugo De Kempeneer, geboren in Vilvoorde, gestorven in Oostende. Hij heeft op alle grote cartoonfestivals tentoongesteld, boeken geïllustreerd en hij wordt beschouwd als één van de grote cartoonisten die België heeft gekend. Wat minder bekend was is dat hij ook albumhoezen heeft ontworpen. 1 exposeren we hier, één van de Mechelse sjansonié, Kor Van der Goten. Toeval of niet, maar het betreft hier ook weer een album van de Nederlandse pocketplaat. Jo Van Eetvelde wist naast Kor Van der Goten ook Hugo Raspoet te strikken. Beiden gaven meerdere LP’s uit. Het kleine label had daarmee ook de verdienste grote platenlaatschappijen tegen de schenen te stampen en de aandacht voor Nederladstalige muziek aan te scherpen.

Als we Kor Van der Goten vernoemen, kunnen we niet anders dan Louis Neefs erbij nemen. Een waar stadsicoon. Drie bijzondere plaatjes presenteren we. Bij Eufoda verscheen een album rond Tijl Uilenspiegel, waar Louis Neefs 13 luisterliedjes voor inzong. De expressieve tekening is van Frans Ivo Vandamme uit Merksem. Hij studeerde af aan de Antwerpse Academie en specialiseerde zich in allerlei druktechnieken: ets, lino, houtsnede en in het bijzonder ex-librissen.

Louis Neefs verleende ook zijn medewerking aan de sportbienale 70. De singel heeft vooraan en achteraan een cartooneske tekening. De ontwerper hebben we jammer genoeg niet kunnen achterhalen.

Een laatste singeltje van Louis Neefs is in combinatie met een speech van Jos De Saegher, minister van openbare werken begin jaren 70. Een leuke cover maar de tekenaar hebben we niet kunnen achtehalen.

In het rijtje “ik verleen mijn stem aan een plaat …” komen we uit bij de Voetbalplaat van Zjef Vanuytsel. Niet direct een link met Mechelen, ware het niet dat Mechelaar en Pitzemburger Rik De Saedeleer erop te horen is. De mooie sleef van de hand van de voor mij illustere onbekende Jan Van den Bergh. Zijn stijl doet evenwel wel heel erg denken aan de Klare Lijn zoals ze gehanteerd wordt door Ever Meulen en de Nederlander Joost Swarte.

Onder het moto “nodig ook eens een onbekende uit” presenteren we hier Expo58, een plaat uit midden jaren ’80 van de Mechelaar Luc Vanlaere. Theo Mertens heeft er ook trompet op gespeeld. De pasteltekening is van Wim de Bruyne, voor mij ook een nobele onbekende.

Als we dan toch kleinkunst aanboren, dan komen we uit bij Bert De Coninck. Mechelaar die de laatste 30 jaar zich terugtrok in Portugal en exact 1 jaar geleden overleed. Bekend van het prachtige nummer Evelyn, wat eigenlijk een lied is over … overspel. Zijn tweede plaat is getiteld Carpule De Luxe uitgebracht samen met de Brugse zangeres Fran. Gitarist Jean Marie Aerts en toestenist Serge Feys, beiden later doorgebroken met TC Matic van Arno speelden mee. De zus van Fran, Lieve De Geyter, een artieste afgestudeerd aan de academie van Breda maakte de hoes. Voor ik het vergeet, Bert was oud-leerling van Pitzemburg. Binnen twee weken op 13 december wordt er hulde aan hem gebracht in de stadsschouwburg …

Wie ongetwijfeld ook daar veel op het podium heeft gestaan met de warmste stem van Vlaanderen is Francis Verdoodt. Ook hij heeft talloze platen uitgegeven. Twee presenteren we hier: “Pa er zit een dichter in mijn boom”

4 platen en x aantal singels

Hiermee zijn we aanbeland bij het einde van onze albumhoezen.
Jeroen Van der Auwera


Videograaf: Bert VANNOTEN

INFO

MECHELSE PLATENHOEZEN-TENTOONSTELLING
VC De Schakel
Steenweg 32
Mechelen
Gratis te bezoeken: iedere zaterdag van 10u00 tot 14u00 tot en met 13 december 2025

SUBTIEL TEXTIEL

Voorbij de keerzijde

Een expo in deWeverij met textielkunstenaars Katrien Everaert, Trui Demarcke, Janne Gistelinck, Ina Hillewig, Mileen Malbrain en Hilde Windels
curator Lieve Vanmaele
soundscape Eline Vanduyver – E_Mousai

tekst en foto Kathleen Ramboer

Ik ga op pad in deWeverij, kijk voorbij de keerzijde tot de verwondering me overvalt en me onderdompelt in een nieuwe wereld, die van de textiel. De ontdekking van de vele materialen doet me beseffen dat deze textiele wereld nog alle richtingen uit kan, wacht om ontdekt te worden. In deWeverij blaast een nieuwe frisse wind de kunstwereld een geweten. Textiele kunst is te lang in de catacomben gebleven. In deWeverij overstijgt textielkunst het ambachtelijke. Geschiedenis, zelfs cultureel erfgoed gaan hier gepaard met conceptuele kunst. De expo oogt niet alleen ruimtelijk en visueel aantrekkelijk maar vertelt tevens een verhaal, het verhaal van de kunstenaar en van uiteenlopende technieken, van traditioneel materiaal op een eigentijdse manier verwerkt. Textiel bezit een organisch leven, overstijgt de intensiteit van andere materialen. Textiel beroert de zintuigen voelen: ruiken en zien. Daarom is een bezoekje aan ‘SUBTIEL TEXTIEL – Voorbij de keerzijde’ een fysische, tastbare en gevoelsmatige ervaring.

Lieve Vanmaele en
Marc Mestdagh

Aan de expo ging een rijpingsproces vooraf. Februari 2025 bedachten organisator Marc Mestdagh en curator Lieve Vanmaele de eerste krijtlijnen. In april 2025 waren er atelierbezoeken. Daarna volgde een samenkomst met de kunstenaars in deWeverij, de persoonlijke verwerking van het thema plus nog een meeting in deWeverij met try-out, belangrijk voor de plaatsbepaling. Tussendoor waren er nog tal van atelierbezoeken, het vertrouwen groeide, de opstelling kreeg vorm. Later gebeurde de accrochage in samenspraak.

De curator Lieve Vanmaele stelde ik de vraag hoe de selectie tot stand kwam. Wat was hoofdzaak of minder belangrijk? Voor Lieve stond de inhoud vooraan in de rij. Eenzijdig denken daar is ze a priori tegen, je moet ook de keerzijde, de gelaagdheid, willen zien. Dat is te merken aan de opstelling. De curator verlaat het klassieke pad van het presenteren aan de wand, zoekt de ruimte op en brengt een dialoog tussen de werken onderling. Dit gebeurde in overleg met de kunstenaars. Daarnaast gebruikte ze ook haar eigen creatieve geest om het werk van de zes kunstenaars onderling te verbinden. Een pad van gebroken spiegels, spelend met licht, ruimte en de kunstwerken, plus een web van bijna onzichtbare draden, leiden de kijker door deWeverij en de tentoonstelling.

Laten we het gesuggereerde pad volgen. (Later realiseer ik me dat ik mijn eigen pad heb uitgestippeld.)

interventie van Lieve Vanmaele

Bij het binnenwandelen ervaar ik, niettegenstaande heel wat werken aanwezig zijn, een ongelooflijke lichtheid; het resultaat van een inventieve opbouw van de expo.
De batikken en de werken met sisal van Katrien Everaert heten me welkom. De schuine opstelling van ‘It’s looking like a beautiful day’, los van de wand maken indruk. Details en ‘tekening’ van de batik, subtiel belicht door het daglicht, vragen om verder te kijken dan een eerste blik of indruk. Trouwens Katrien Everaert schrijft in haar beschouwing ‘The pure and simple truth is rarely pure and never simple’ Oscar Wilde  Sisal touw, een prachtige materie vervaardigd door vezels uit de bladeren van de agave plant te winnen, is verwerkt in ‘Soon this tears will have cried’. Beide werken vertolken volgens Katrien Everaert, dat aan elke situatie een keerzijde is die de weg effent naar nieuwe inzichten en perspectieven.

Katrien Everaert ‘It’s looking like a beautiful day’

Het werk van Katrien Everaert gaat in gesprek met de ‘Velvet-reeks’ van Ina Hillewig. Deze reeks is sober van kleur en vorm. Minder ruimtelijk siert deze serie in alle stilte de witte muur. Het werk heeft een aaibaar karakter maar vergis je niet, de kunstenaar zet de beschouwer op het verkeerde been. Ze toont de keerzijde, de schaduwzijde van ons comfortabel luxeleven. De ‘velvet-reeks’ is vervaardigd met pluizen uit de droogtrommel. Zo krijgt afvalmateriaal een tweede leven als kunst en schopt Ina Hillewig de kunstliefhebber een geweten. Niet alle restafval verdwijnt in de eeuwigheid of is afbreekbaar.

Ina Hillewig

De sculpturen in zijde van Trui Demarcke hangen in een ongewone opstelling. Het klassieke naast elkaar opstellen is vervangen door een originele, dynamische, verticale ophanging die in dialoog gaat met de ruimte, een goede vondst.
Wat me treft in de sculpturen van Trui Demarcke is hoe ze een feeërieke sfeer creëert met licht en kleur. Ze ogen fragiel en vooral licht. Klei en lijm maken de sculpturen zwaarder. En toch Trui Demarcke vraagt de kijker de keerzijde op te zoeken, de zwaarte naast de lichtheid, drama naast harmonie, twee begrippen die deel uitmaken van de complexe tekening van ons leven. Haar vier meter hoog doek ‘Tsimtsoem Sequel I’ verbeelden het ‘lichte’ en ‘zware’ in onze wereld door een minder opvallende, verfijnde tekening boven een zwaardere, expressieve te plaatsen als symbool voor de zwaartekracht.

Trui Demarcke

Mileen Malbrain is het buitenbeentje, de wetenschapper in het gezelschap. Ze schept een imaginaire wereld, fantaseert over kruisingen, hybriden, het uitbreiden van de biodiversiteit, over natuur die hardnekkig broeikasgassen kan trotseren. Haar handen toveren yoghurtpotjes om tot kweekpotjes. Hoe weeft ze die rode wol? Het blijkt rode ijzerdraad te zijn vernuftig gehaakt tot grillige organische sculpturen, tot kiemmateriaal. Een werkschrift informeert je over het kiemproces. Is Mileen Malbrain een dromer, een idealist, een kunstenaar, een wetenschapper, een conceptueel kunstenaar, een textiel kunstenaar, een natuurminnaar, een wereldverbeteraar…?  In mijn dagdromen is ze een boeiende persoonlijkheid die met kunst de wereld kan redden.

Mileen Malbrain

Van het artistieke labo van Mileen Malbrain is het een kleine stap naar de weefkunst van Janne Gistelinck. De blauwen van Janne Gistelinck vormen een prettig contrast met de rode draad van Mileen Malbrain. Ik zie een majestueus tapijt ‘Terra Incognito’ de muren van deWeverij negerend. Het wandtapijt in Jacquard techniek, een klassieke rechthoek, is vrij opgehangen aan het ijzeren gebinte van de expo ruimte en raakt net niet de grond. Het 2D kunstwerk krijgt zo een bijkomende  dimensie. Op die manier krijgt het publiek de gelegenheid de keerzijde te beschouwen; een vondst van de curator die een meerwaarde voor de expo betekent.
Janne Gistelinck verwerkt foto’s van lichaamsdelen, techniek en natuur in één werk. Maar nu wil ze verder gaan dan illustreren, dan het zien. Ze zoekt om het bevreemdende landschap van lichaamsdelen en technische onderdelen te doorprikken en te kiezen voor de keerzijde: ervaring en beleving.

Janne Gistelinck ‘Terra Incognito’

Het organische dynamische sculptuur ‘Reach out’ van Hilde Windels is de perfecte tegenpool voor het statige rechthoekige wandtapijt van Janne Gistelinck. ‘Reach out’ kroont zich tot meester van de ruimte en moderator van de dialogen. Het materiaal in de handen van Hilde Windels zijn vlasvezels. Textielvezels leiden een eigen intens leven, ze trillen, bewegen en zijn moeilijk te manipuleren. Hilde Windels communiceert met haar materiaal, de vezels nemen de leiding maar de kunstenaar biedt ook weerstand en verzet. ‘Reach out’ is speciaal voor de ruimte en expo gecreëerd.
Ik citeer Hilde Windels: ‘Ik zie mijn werk als een manier om een ruimte opnieuw te laten ademen. … Vaak zoek ik bewust contrasten op: het zachte, vloeiende dat zich tastend een weg zoekt tegenover de strakke lijnen en het onwrikbare van de architectuur.  … Het werk groeit uit tot bemiddelaar, een huid tussen mens en ruimte, die uitnodigt om opnieuw te voelen en de omgeving met andere ogen te ervaren.’ Daar is Hilde Windels wonderwel in geslaagd. Vele malen bezocht ik deWeverij, dit keer zie ik niet alleen de ruimte maar word ik ze ook gewaar, ik voel ze aan. Door de verbinding en confrontatie met de andere werken aan te gaan, wordt de exporuimte voor het publiek tastbaar. ‘Reach out’ reikt de hemel de hand maar blijft toch met de voeten op de grond. Misschien vinden we in de sculptuur de kunstenaar terug?

Hilde Windels ‘Reach out’

Geluidskunstenares en DJ Eline ‘E_Mousai’ Vanduyver zorgde voor een passende ‘Soundscape’: je hoort de kadans van weefgetouwen, het gesuis van draden, het tikken van een spoel… gemengd met geluiden gelinkt aan de kunstenaar: het geluid van het behandelen van vlas door Hilde Windels, stemmen van de kunstenaars… Ook de soundscape benadrukt de ruimte, vult deWeverij.  
Eline Vanduyver in Weefsel 2025/3: ‘De keerzijde laat zich niet zien, maar horen. Want elk doek draagt niet alleen de kleuren en patronen van de hand van de maker, maar ook het ritme van machines, de adem van arbeid, en het gewicht van de tijd.’ Lieve Vanmaele stelt zich de vraag: Kan je ruimte begrenzen en kan je grenzen ruimte geven? De soundscape maakt de beleving compleet, het publiek ervaart hoe het leven en werken in deWeverij ooit moet zijn geweest; we luisteren naar een vleugje nostalgie, nostalgie waar we graag naar teruggrijpen in deze onzekere tijden. Te beluisteren via deze link
https://deweverij.wordpress.com/wp-content/uploads/2025/09/de-keerzijde-fragment.mp3 

De zeven kunstenaars blijken filosofen, nadenkend over kunst, het leven en de kunst van het leven. Hun werk oogt esthetisch, afwisselend warm en koel. Met de tentoonstelling ‘SUBTIEL TEXTIEL –voorbij de keerzijde’ verheffen ze deWeverij tot een unieke belevingsruimte die rust uitstraalt en zo het publiek aanspoort tot nadenken over de chaotische wereld waarin wij leven. Toch raad ik iedereen aan een ogenblik alleen maar te genieten van zoveel schoonheid en dan pas de keerzijde te bekijken, de verborgen betekenissen op te zoeken. De expo zal ongetwijfeld door zinderen in het creatieproces van de deelnemende kunstenaars. 

Tekst en foto Kathleen Ramboer

INFO kunstenaars, curator, geluidskunstenaar

@katrieneveraert @trui.demarcke @jannegistelinck @inahillewig @artmileen 
@hilde_windels @vanmaelelieve https://www.instagram.com/hasiba_e_mousai/

INFO expo SUBTIEL TEXTIEL – Voorbij de keerzijde

deWeverij
Dellaertsdreef 9 – 9940 Evergem (Sleidinge)

Zondagen 2 november en 7 december 2025
10u tot 18u
de kunstenaars zijn aanwezig
https://deweverij.be/subtieltextiel/

Ethnoflanders: “Als ik zing zoals u, word ik zoals u “

tekst en fotografie Eric Rottée

“Erin zijn of niet, in de kring zijn of niet, in de muziek zijn of niet; en wanneer men er is, wat gebeurt er dan, wat gebeurt er?” schrijft Jean During, etnomusicoloog. En hij gaat verder: “Voor veel volkeren spelen vragen rond culturele identiteit zich in de eerste plaats af in de wereld van muziek, zang en dans. (…) Men is zichzelf omdat men op een bepaalde manier zingt; als ik zing zoals jij, word ik zoals jij.”
Welke emotionele en levensverrijkende ervaring kan deelname aan Ethno Flanders brengen voor de muzikanten die dit jaar uit 16 verschillende landen komen? Uit Chili, Palestina, Jordanië, Estland, Nederland, Zweden… Volgend jaar belooft de auteur van deze tekst de deelnemers zelf te interviewen. Dit jaar sprak ik alvast met Pieterjan, de artistieke mentor.


“Geen partituren – alles op gehoor,” vertelt Pieterjan. De weg naar muzikale kennis vergelijkt hij met de film Inception: een wandeling door de noten, soms harmonieus, dan plots een kwarttoon lager of ergens ertussenin – een improvisatie. Een reis waarbij de trappen verschillende hoogten en vormen hebben. Een uitdaging, maar tegelijk een feest voor de zintuigen.
Ethno Flanders voelt als een soort mondialisering van onderuit, zoals rap – in tegenstelling tot K-Pop. Rap kent overal lokale varianten, zelfs in Mongolië. Bij Ethno Flanders gebeurt iets gelijkaardigs: Pieterjan en de muzikanten zoeken samen naar een specifieke variant zodat de instrumenten van iedereen alle muziek kunnen spelen – met de melodie als uitgangspunt.
“Als ik zing zoals jij, word ik zoals jij.” “Het correct uitspreken van de taal van het lied is belangrijk, dat nemen de deelnemers echt serieus. Ze willen begrijpen hoe ze kunnen zingen en jammen – de melodie komt pas later in de week,” legt Pieterjan uit. De deelnemers presenteren niet alleen hun lied, maar ook hun cultuur en de context ervan.

Tien dagen lang samen met één doel: de liederen van elkaar leren en spelen. Dat is de essentie van Ethno Flanders. Dergelijke initiatieven bestaan ook in andere landen, ondersteund door Ethno World. Muzikanten worden ondergebracht, gevoed, er is een repetitieplek en een podium voor de voorstelling. En er zijn de juiste muziekmentoren, die zorgen voor een positieve sfeer. Een huzarenstuk, mogelijk gemaakt door Elisabeth – en zeker ook dankzij de steun van Muziekmozaïek.

“Onze rol is om ervoor te zorgen dat ze vanaf dag één echt kunnen beginnen repeteren, want om alles in een week klaar te krijgen, is niet evident,” zegt Pieterjan. De mentoren helpen alle deelnemers de liederen goed aan te leren. Soms brengen deelnemers partituren mee, maar als die er niet zijn, zoeken de mentoren samen met hen uit hoe de andere muzikanten kunnen meespelen. Hoeveel begeleiding iemand nodig heeft, hangt af van zijn of haar ervaring.

Repetitie is één ding, maar de muziek geschikt maken voor de hele groep is nog iets anders. Soms worden aparte section rehearsals georganiseerd, speciaal voor één groep instrumenten. Uiteindelijk wordt het geheel ook afgestemd op het Europese toonsysteem, anders kunnen sommige instrumenten niet meespelen.
“Sommige deelnemers klagen halverwege de week wel eens: ‘Moeten we nu alweer repeteren? Zo zwaar!’ Maar dat komt omdat de avonden zo plezierig zijn: we blijven samen muziek maken van overal ter wereld. Gisteren hebben we op Palestijnse muziek gedanst – met de typische danspassen, heel vermoeiend maar zo leuk – en daarna volgden typisch Zweedse jams. Het stopt gewoon niet,” lacht Pieterjan.
Er zijn genoeg nummers om meer dan anderhalf uur concert te vullen. Er komt dus een moment waarop keuzes gemaakt moeten worden. “We waren pas om drie uur ’s nachts klaar,” vertelt Pieterjan. “We hebben echt hard moeten schrappen, sommige landen vielen weg. Het was een puur functionele keuze, afgestemd op het publiek. Maar dit jaar wilden we absoluut plaats maken voor Palestina en genoeg tijd geven aan hun muziek. Er zat geen politiek statement achter – alleen muziek en vooral de stem. We konden dit niet laten passeren,” zegt Pieterjan met overtuiging. En inderdaad, het was aangrijpend.

Rudy komt elk jaar naar het concert van Ethno Flanders. Pieterjan bevestigt dat er mensen zijn die telkens opnieuw komen luisteren en dansen. Zoals elk jaar waren er drie concerten gepland. De auteur van deze tekst was aanwezig in Gent en Dranouter. De concerten verschillen van sfeer.

In Gent is de zaal relatief klein, waardoor het optreden intiemer aanvoelt. Pas op het einde wordt er samen gedanst. In Dranouter daarentegen vindt het concert plaats in de grootste tent, met veel ruimte om te dansen (of niet). Het publiek staat daar wel verder van het podium, waardoor de interactie anders is. Maar ze dansten en reageerden enthousiast – zelfs luidruchtig, in de positieve zin.

“Het komt niet zo vaak voor dat wij in Europa echt mensen uit Palestina ontmoeten. Als we over landen spreken, blijft dat vaak iets abstracts. Hier is dat anders,” zegt Pieterjan. “We lijken eigenlijk zoveel op elkaar.”
Empathie is tegenwoordig een modewoord, maar de gebeurtenissen van nu geven er extra betekenis aan. Het Duitse begrip Einfühlung – waar ons woord empathie van komt – verwijst naar het romantisch gedachtegoed van de 17de eeuw. Volgens Alain Berthoz is empathie “een merkwaardig dynamisch proces van beleefde interactie dat tegelijkertijd vereist dat men zichzelf én een ander is, dat men zichzelf beleeft en tegelijkertijd ontsnapt aan dit egocentrische standpunt om een heterocentrisch standpunt aan te nemen” (Berthoz, 2004, p. 254; Noga Arikha, 2019).

Wat Ethno Flanders bereikt, laat zich niet meten. De ervaring spreekt voor zich. “Als ik zing zoals jij, word ik zoals jij” – dat is de kern van de emotie en het plezier.

https://ethno.world/event/ethno-flanders-2025/
https://muziekmozaiek.be
https://www.festivaldranouter.be/nl

Tekst – fotografie Eric Rottée

‘ANIMA HOMINIS ‘

POËZIE – EN KUNSTEVENT
TALE ART GALLERY – VLIERZELE

Boekvoorstelling
Tentoonstelling – curator Jean-Paul van der Poorten

Tale Art Gallery
Vlierzeledorp 12A, 9520 Vlierzele
29/6 tem 6/7/2025
zondag 29/6: 14-18u (vernissage)
zaterdag 5/7: 14-18u
zondag 6/7: 14-18u (finissage)
of na telefonische afspraak 0476/50 49 52
info https://taleartgallery.be/expo-29-06-2025-06-07-2025/

Een event waarbij beeldende kunst, poëzie en muziek met elkaar in dialoog gaan.
Anima hominis is een verkenning van de ziel van de mens. Kunstenaars gaan in dit event op zoek naar het onverklaarbare dat leeft in de mens, naar het ondoorgrondelijke van het innerlijke. Thema’s die aan bod komen zijn het fenomeen antropos, de innerlijke wereld van de mens, archetypen, etnische motieven en artefacten, het menselijk tekort, de zoekende en de weerloze mens.

Kunstenaars
JOS BOLLE, PEDRO BRUGADA, ANDRÉ BRUYLANDT, ANNICK DE HOUWER, LUCAS DELAERE, GINO DERMAUT, BIE GARCET,
INE LAMMERS, MISTRAL-MELIKE, MELISSA MUYS, KRISTEL NAESSENS, TIM ROOSEN, GUY TIMMERMAN EN JEAN-PAUL VAN DER POORTEN
Curator: Jean-Paul van der Poorten

Opening zondag 29 juni 14u

Verwelkoming door galeriehoudster Tanja Leys.
Openingswoord door Tim De Knyf, burgemeester van Sint-Lievens-Houtem.
Woordje van Pedro Brugada.
Paul Jambers leest twee gedichten uit Dag lieve mens.
Jean-Paul van der Poorten stelt de kunstuitgave en het kunstalbum voor.
Magali De Vlaeminck en Hervé Claeys lezen gedichten over het masker en de ziel van de mens.
Pianomuziek door opkomend talent Lander Veelhaver.
Receptie

Finissage zondag 6 juli 14 uur

Verwelkoming door galeriehoudster Tanja Leys.
Pedro Brugada, Magali De Vlaeminck, Tanja Leys, Willy Van Boxstael en Jean-Paul van der Poorten
lezen gedichten over mens en tijd.
Muzikale omlijsting: Lander Veelhaver.
Er wordt een drankje aangeboden.
vernissage en finissage: gratis toegang

Kunstuitgave Anima hominis

De kunstuitgave Anima hominis bevat werk van
Jos Bolle, Pedro Brugada, André Bruylandt, Annick De Houwer, Lucas Delaere, Gino Dermaut, Bie Garcet, Ine Lammers, Mistral-Melike, Melissa Muys, Kristel Naessens, Tim Roosen, Guy Timmerman en Jean-Paul van der Poorten.
De werken gaan over de wisselwerking tussen innerlijk en uiterlijk, over kwetsbaarheid en over de gevoelens van de menselijke ziel.

Een exemplaar van Anima hominis kan worden gereserveerd door storting van 35 euro op rekeningnummer
‘De verwondering’ BE06 7370 6287 3322
met vermelding Anima hominis.
Het exemplaar dient te worden afgehaald vóór de aanvang van de voorstelling en wordt niet met de post toegezonden.

Corsica!

Tentoonstelling, concert en boekvoorstelling

Tekst en foto Kathleen Ramboer

De kunst van Alexandra Cool imponeert in de met zacht zonlicht overgoten Sint-Jacobskerk te Gent.
Haar monumentale natuurfoto’s voelen zich thuis in deze sacrale sfeer. Is de natuur ook niet één groot mysterie? Bij een eerste blik sluipt, heel even maar, het woord spiritualiteit binnen in mijn gedachten. Haar werken zijn verspreid over het interieur van de kerk; foto’s nestelen zich op en tussen de altaren, decoreren de biechtstoel, hangen in de bidgangen. Een waterlandschap met kei verspert zachtjes, niet opdringerig, de middenbeuk, aangenaam dwingend tot kijken.
De meeste hier tentoongestelde kunst vond haar oorsprong in Corsica waar de kunstenaar 30 jaar in een afgelegen vallei verbleef, geheel onthecht, zonder enkele vorm van comfort. Inspiratie zocht ze niet, ze kwam die tegen in de natuur.

TIJD

Alexandra Cool houdt van de pin-hole fotografie; de oudste en meest authentieke vorm van fotografie. Met deze trage manier van fotograferen kan ze de tijd vangen in het voorbijvliedende water van de Ortolo, de kleine rivier die naast haar atelier stroomt in Sartène, Zuid-Corsica.

Wie anders dan een beeldhouwster als Alexandra Cool kan de ongerepte Corsicaanse natuur vastleggen op de gevoelige plaat? De natuur, schatplichtig aan lange periodes van droogte en zon, wordt er gebeeldhouwd door de tijd. Een jungle van takken, verstrengeld, zoekend naar het licht, fotografeert de kunstenaar als één groot kunstwerk. In deze kerk voel ik me klein bij zoveel imponerend natuurgeweld in zwart en wit.

Als beeldhouwster werkte Alexandra Cool in Carrara. Eenmaal in Corsica leek het krachtige zware kappen haar overbodig. Hier heeft de natuur oog voor vorm, ze neemt haar tijd en de erosie doet vele duizenden jaren het grote werk. De expo toont Corsicaans graniet op een sokkel geankerd: de steen, eenvoudig en stil, een brok pure materie, geborgen in de kerk, blijkt een waardig sculptuur dat de weergaloze natuur van de tentoongestelde foto’s, hier nieuw leven inblaast.

Zwart witte landschappen met dramatische luchten, kathedralen van bomen, mastodonten van keien wisselt Alexandra Cool af met zachte lieflijke fel belichte droombeelden, met impressies die Monet monkelend een goedkeurend oog zou gunnen.

VERGANKELIJKHEID EN PROJECTEN

1 HOUR ETERNITY, copyright Alexandra Cool

Alexandra Cool is een veelzijdig kunstenaar. In de expo toont ze ook projectfoto’s.
1 HOUR ETERNITY
Augustus 1998 besloot de kunstenaar elke dag op hetzelfde tijdstip op eenzelfde plek een uur lang stil te zitten. Gedurende deze tijd maakte ze één pinholefoto. Van de 4×5-inch negatieven werden cyanotype afdrukken gemaakt. Die zijn nu te zien tijdens Corsica!
ELLA
Alexandra Cool modelleerde diverse kleiportretten, daarna dompelde ze die onder in het water aan de rand van de rivier. De stroming van het water nam gestaag de fragiele kleibeelden mee, terwijl ze zich in het water een weg baanden. Als een herinnering vervaagden de gezichten. Dagelijks legde ze de transformatie van de portretten vast op foto, tot er uiteindelijk niets meer van hen overbleef. Eindigheid is immers een illusie.

ELLA, copyright Alexandra Cool

ICONEN

Alexandra Cool noemt zichzelf niet religieus maar is wel op zoek naar heiligheid. Het sacrale vindt ze in een eindeloze niet te overtreffen natuur, een natuur ontembaar voor de mensheid, een iconische natuur die ons herinnert aan de wonderen van het leven en gevoelens van rust en verwondering oproept. Daarom gaan haar werken op in het interieur. De levensboom en afbeelding van de door haar uitgeholde steen gefotografeerd op een symbolische gouden achtergrond zijn perfect geïntegreerd. De natuur als icoon inspireerde de kunstenaar tot het gebruik van bladgoud, een verwijzing naar de prachtige Byzantijnse iconen.

HET BOEK

Alexandra Cool leefde met en onder de Corsicanen. Dat verklaart haar immense belangstelling voor de Corsicaanse traditie, haar empathie voor het volk en sympathie voor het eiland. Deze interesse vertaalde ze naar levendige beelden.  
In Gent worden foto’s, zwartwit en enkele flou in kleur, getoond die Alexandra Cool maakte tijdens de boeteprocessie Cattanaciu, die op goede vrijdag in Sartène uitgaat.
Deze foto’s zijn naast vele andere ook te zien in het boek
‘Leven en dood van een Corsicaan’
dagboek van een week.

Leven en dood van een Corsicaan is, zoals de ondertitel het zegt, het dagboek van een week of de verknipte geschiedenis van een eiland, van God en zijn goedgezinden, van buitenstaanders en andere mensen. Je kan het ook een studie noemen, een zoektocht of eenvoudigweg een ongewone roman. Met voetnoten, bijlagen en foto’s, veel foto’s.

bron tekst https://www.kleinboeken.com/

Ondertussen is de vallei waar Alexandra verbleef afgebrand en woont ze terug in België. Het is een afgesloten periode die een mijlpaal betekende voor haar kunstenaarschap. Fijn dat ze ons in deze tentoonstelling laat meegenieten van de pracht van Corsica!
De expo Corsica! bezoeken voelt aan als een voettocht door een kwetsbare wondermooie natuur, is je verliezen in een wereld waar stilte een hoofdrol speelt, een wereld waarin je de tijd wil stopzetten en vergeten hoe vergankelijk alles is. Stenen, sculpturen staan er mooi te wezen, dragen in zich een oerkracht van een ver verleden, van een verloren hemel op aarde.

Tekst en foto Kathleen Ramboer

INFO ALEXANDRA COOL – EXPO

Corsica!
Sint-Jacobskerk, Gent

24 april – 18 mei 2025
dagelijks gratis te bezoeken, niet op maandag
van 14u tot 18u
De kunstenaar is aanwezig op zondag 4 mei en 18 mei van 14u tot 17u
http://alexandracool.com/

HET CORSICA! PROJECT

tentoonstelling – concert – boek

In dit kader komt het koor van Jean-Paul Poletti, met een programma van Corsicaanse polyfonie, naar België en wordt het boek ‘Leven en dood van een Corsicaan’ voorgesteld. 

Drie data
24.04.25 – 19.30 u  /  Sint-Jacobskerk – Gent
25.04.25 – 19.30 u  /  Sint-Carolus Borromeuskerk – Antwerpen
26.04.25 – 19.30 u /  Karmelietenkerk – Brugge
info en tickets  https://www.kleinboeken.com/

HET BOEK

‘Leven en dood van een Corsicaan’
dagboek van een week
auteur Zetti & Bosch
te koop in elke boekhandel

Zetti & Bosch is het pseudoniem van Paul Buekenhout en vijf lees- en schrijfvrienden, met name Petra Broeders, William de Brue, Johan Luyckfasseel, Helena Tweehuyzen en Pieter Vanslembrouck.
bron tekst https://www.kleinboeken.com/

Het Internationaal Comité (IC) viert 35-jarig jubileum

videograaf Bert Vannoten

Het Internationaal Comité (IC)
viert op zaterdag 11 januari 2025 met trots zijn 35-jarig jubileum in het Cultureel Centrum van Mechelen



Tijdens dit feest ligt de focus op de schoonheid en waarde van amateurkunsten.
Het IC werkt al 35 jaar nauw samen met zijn verenigingen en partnerorganisaties om deze diversiteit en gemeenschapszin te versterken.

De artiesten en groepen die optreden, weerspiegelen de verscheidenheid en rijkdom van het cultuurveld.
Elk optreden draagt bij aan het behoud van culturele tradities en het samenbrengen van gemeenschappen.

https://icvzw.be/
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20250112_93396785?fbclid=IwY2xjawH7NAdleHRuA2FlbQIxMQABHTbI7Oy93kjns4RyKiDfjtnthqH4qGivtO77xLAMwneBndB0TSUrs2wJPA_aem_n-GCspGuCF_C00tD0dVz7A

Videograaf: Bert VANNOTEN

CASANOVA aan de DIJLE

videograaf Bert Vannoten

Een complexe en mysterieuze persoonlijkheid

Flamboyante meesterspion en geldbelegger in dienst van de Franse koning, oplichter, gokker, briljant causeur met onder meer Mozart, Voltaire en tsarina Catharina II, … Na een avontuur in Londen in de goot, nooit echt rijk, nooit lang zonder geld om een welgevuld leven te leiden en de hoogste middens te frequenteren, maar nooit vermogend genoeg om een vrouw van standing te trouwen.

Vrijdenker, libertijn, sociaal vaardige en gevaarlijk charmante man met een complexe en mysterieuze persoonlijkheid, vrouwenverleider, en nog zo veel meer.

Overvloedige diners, uitbundige feesten met dans en barokmuziek. En ja… 132 amoureuze avonturen. Behoorlijk vermoeiend, vindt hij zelf ook en hij besluit in te treden in een Zwitsers klooster.  Hilarisch, want na twee weken al bezwijkt hij bij de aanblik van een voorbijkomende dame in ruiterstenue.  Hij beleeft twee grote, passionele liefdes die op dramatische wijze eindigen voor hem. Hij staat zelfs even met zijn handen op de leuning van de brug over de Theems. ‘Dove sei amato bene’ – ‘waar ben je, mijn liefste’… tot de volgende verovering dan.

Casanova’s Europese zwerftocht

Europa aan de vooravond van de Franse Revolutie, de ideeën van de Verlichting waren rond in de salons van de intellectuelen. De rechtstaat is nog onbestaande en de Venetiaan Giacomo Casanova ondervindt dit aan den lijve. Hij belandt in de beruchte Piombi-gevangenis naast het Dogenpaleis. Aanklacht? Bezit van een verboden boek. Proces? Overbodig, het oordeel van het Tribunaal is onfeilbaar. Duur van het gevangenschap? Onbekend. gevangenen kan je maar beter in de illusie laten dat ze morgen misschien al vrijkomen.

Zijn ontsnapping uit de Piombi is een thriller van de bovenste plank en geeft het startsignaal voor zijn decennia durende vlucht langs verschillende Europese steden.

Het verhaal van mijn leven

In het verhaal van mijn leven vertelt Casanova in vierduizend bladzijden zijn turbulente levenswandel. Hij schetst een prachtig beeld van het Europa van de hogere middens aan de vooravond van de Franse revolutie.

https://www.facebook.com/Casanova.aan.de.dijle/
https://www.decamerone.be/casanova-casanova/

Videograaf: Bert VANNOTEN



A-typic brengt een ode aan Wannes Van de Velde

tekst Magdalena Verberckmoes – foto Eric Rottée

In de -Gemeentelijke Academie Beeld Muziek Woord Dans- te Schoten kon je op 30 april het ensemble A-typic aan het werk zien. Op het programma staan liedjes uit het repertoire van Wannes Van de Velde. 
Vanwaar die keuze? Er bestaat namelijk een sterke verbondenheid met de zanger. Waar die vandaan komt, ontdek je verder in de tekst.
Muzikanten zijn Henri Toté (zang), Chitra Cambré (viool), Karin van Geijstelen (diatonische accordeon), Karin Marynissen (dwarsfluit) en Carl Oomes (gitaar). De leiding is in handen van Ann Heynen.

Wannes Van de Velde werd geboren op 29 april 1937 te Antwerpen en overleed er op 10 november 2008. Hij kwam uit een muzikale familie en van jongs af aan zong hij thuis en in cafés Antwerpse liederen. Hij was een veelzijdig artiest. Naast zijn muzikale carrière was hij ook kleinkunstenaar, dichter, beeldend kunstenaar, theatermaker, flamencogitarist, docent en auteur. In de jaren 60 speelde hij een belangrijke rol in de folk revival in Vlaanderen. Hij liet een onuitwisbare indruk na op de Vlaamse muziekscene en wordt nog steeds herinnerd als één van de grootste volkszangers die Vlaanderen ooit heeft gekend

Van studenten die een instrument beoefenen wordt vanaf een bepaalde graad verwacht dat ze deelnemen aan het vak ‘groepsmusiceren’ en jaarlijks een gezamenlijk project uitwerken om zo podiumervaring op te bouwen. Zo ontstond dit ensemble binnen de muren van de academie.  
Deze groep oefent iedere dinsdagavond van 21:00 tot 22:00. Stilaan groeide er een band tussen de muzikanten en iemand bedacht een naam voor het kind. A-typic, refereert aan het samenspel van a-typische instrumenten.


Naast haar hoofdberoep als leerkracht muziek in het Deeltijds Kunstonderwijs, vormt Ann ook een duo met haar echtgenoot Michel Gillain, flamencogitarist, die je samen aan het werk kan zien op diverse concerten. Ann geeft ook les ‘Nyckelharpa’, een Zweeds instrument uit de volksmuziek.
De samenwerking met A-typic is bijzonder op verschillende vlakken. Binnen de academie is het vak “groepsmusiceren” verplicht voor de leerlingen muziek. Ieder schooljaar melden nieuwe studenten zich aan. Daardoor kan de samenstelling van de groep veranderen, maar het niveau wordt wel bewaakt. 
Er bestaan ook geen kant en klare partituren voor een ensemble als A-typic met een bijzondere mix aan instrumenten. Bovendien spelen nog andere beperkingen zoals de stem van de zanger. Ook de diatonische accordeon die niet alle tonen kan voortbrengen geeft aan welke partituren al dan niet te bespelen zijn. Dit maakt dat een creatieve invulling van de arrangementen op basis van de aanwezige instrumenten noodzakelijk is.

De keuze voor het repertoire van Wannes Van de Velde is geen toeval. In november, vorig jaar, bracht A-typic een drietal liederen van deze zanger op een huldeconcert, georganiseerd naar aanleiding van de 15de verjaardag van het overlijden van de zanger. Dit mondde uit in een positieve groepservaring voor de leden van A-typic.
De mogelijkheid bestond om binnen de academie iets groters te brengen. Niettegenstaande de gevraagde inspanningen en impact op de vrije tijd van de muzikanten door repetities en thuisstudie, was iedereen enthousiast en ontstond er een echt engagement. Bovendien was het de dag voorafgaand aan het concert de verjaardag van Wannes Van de Velde, wat maakte dat de timing juist zat om er een volledig “Wannes-programma” van te maken.

Voor Ann heeft de keuze van dit repertoire ook een bijzondere betekenis. Haar vader, Walter Heynen, was tot zijn dood in 1995 fluitist bij Wannes Van de Velde. Hij was bovendien een goede vriend van de zanger en tevens zijn componist. Hij schreef vele liedjes van Wannes en bijna alle arrangementen. Er werd bij hen thuis gerepeteerd, waardoor de jeugd van Ann grotendeels in het teken stond van de muziek van Wannes. Ze zong ook mee in het koor ‘Water en Wijn’ tot Wannes overleed.

De emotionele betrokkenheid komt niet enkel voort uit de familiale band die er was met de zanger, maar ook uit de inhoudelijk geëngageerde teksten die ze omschrijft als subliem: poëzie, maatschappelijk-kritisch, humoristisch of … alles samen.
Vanavond wordt het voor A-typic weer een nieuwe uitdaging met – zoals altijd – zenuwen die een rol zullen spelen, maar dat is volledig normaal. Ieder optreden brengt je een stap verder om die zenuwen in goede banen te leiden.

Voorafgaand aan de opvoering hebben we in de binnentuin van de academie een gesprek  met Henri, de zanger van A-typic.

“Deze avond staat in het teken van een klasconcert. A-typic is één van de vele groepen binnen de academie. Ik vond A-typic een geschikte naam voor ons ensemble. Een diatonische accordeon is een accordeon zonder zwarte toetsen – zoals een mondharmonica – en kan niet alle tonen produceren … een heel moeilijk te bespelen instrument en atypisch voor dit ensemble.”

Henri is een duizendpoot. Hij bouwt muziekinstrumenten, schildert en schrijft poëzie. Maar muziek heeft sinds meer dan 40 jaar een bijzondere plek in zijn leven. Alles begon met koorzang. Hij had als tenor ook belangstelling voor solozang om zo de zangtechniek beter onder controle te krijgen. Eerst begon hij met klassieke muziek, Bach, Vivaldi, Telemann, .. Met de jaren wordt de tenorstem wat afgetopt en waren de hoge noten, nodig voor klassieke stukken, niet meer mogelijk. Zo kwam hij een 10-tal jaar geleden terecht in het Folk-genre.

Henri is al decennialang lid van de academie. Zijn basisinstrument is cello, maar een optreden met dit instrument is voor hem geen optie. Ook zang vormt een grote uitdaging, zeker met het repertoire van vanavond dat uit een 10-tal liedjes bestaat en voor de nodige stress zorgt. Maar al zingend zijn de zenuwen beter beheersbaar.

De verwachtingen voor vanavond zijn hooggespannen. 
“Het gaat hier niet om punten of doelstellingen, maar de performance voor een publiek, waaronder vele kennissen en vrienden, vormt toch een uitdaging. Zo zit de angst er bijvoorbeeld wel in dat de stem het zal laten afweten of dat de teksten onverstaanbaar zouden overkomen door de dialectische wendingen.” 
Naast de zanger heeft ieder instrument een belangrijke rol te spelen om een harmonieus resultaat te bereiken. Dat wordt trouwens uitgedrukt door Wannes in het tweede lied van het programma, ‘Ne zanger is ne groep’. “Alleen staat ge nergens, wat is je lied zonder de muzikanten waarmee ge staat te zingen … dat is al eeuwen zo” zei Wannes.

Dit optreden heeft voor Henri ook een emotionele kant. Een goede vriendin, Gilberte Van den Plas die vroeger viool speelde in de groep van Wannes Van de Velde overleed onverwacht enkele dagen voor dit optreden. Het wordt dus ook wel een ode aan haar. 
“De voorbereiding die toch een 10-tal weken in beslag nam, geeft wel het nodige vertrouwen om met goesting aan het optreden te beginnen.”

Zowat elke stoel in de zaal is benomen. Gekende en minder bekende liedjes volgen, ook het meest populaire nummer ‘Ik wil deze nacht in de straten verdwalen’ komt in beide landstalen aan bod. Enkele instrumentale nummers geven de zanger even de tijd om op adem te komen. Hij praat ook het ene nummer aan het andere met leuke achtergrondinformatie en kleine anekdotes. Zo bijvoorbeeld een anekdote bij het lied ‘Het venster van den tram’. In 1968 heeft Wannes met zijn groep de laatste boerentram, tram nummer 61, uitgewuifd waarbij hij doedelzak speelde.

Enkel na een bisnummer wil het publiek afscheid nemen van het ensemble na een meer dan aangename avond met A-typic.

https://www.schoten.be/academie
https://www.facebook.com/academieschoten
https://www.instagram.com/explore/locations/865928028/academie-schoten/

Tekst Magdalena Verberckmoes
Foto’s Eric Rottée

Concert de Ledebirds in HA Concerts te Gent

Het orkest de Ledebirds gaf op 8 december 2023 een wervelend concert in HA Concerts (de vroegere Handelsbeurs te Gent) en dit ter gelegenheid van haar 15-jarig bestaan.

De Ledebirds zijn een bonte bende met binnen haar leden, een rijkdom aan culturen, met muzikanten en zangers uit Italië, Palestina en Iran tot zelfs helemaal uit Eritrea.
Haar stichter is Mattias Laga, een Belgisch saxofoon-en klarinetspeler, met een stevige voorliefde voor wereldmuziek. Én tevens een gedegen jazz-improvisator.
Hij speelt in verschillende formaties, die zijn veelzijdigheid nog verder uitdiepen, als Jaune Toujours en Mec Yek.
Maar Ledebirds zijn zijn geesteskind.
Hij richtte de groep 15 jaar geleden op met de bedoeling de Ledebergse buurt samen te brengen door muziek.

23 jaar geleden kwam Mattias in Ledeberg wonen. Toen hij er al een aantal jaren verbleef en zijn buren nog steeds niet goed kende, besloot hij muziek als bindmiddel te gebruiken. Mensen die hij met een muziekkoffer over straat zag lopen sprak hij aan met de uitnodiging om samen te musiceren . Hij kreeg op die manier een tiental muzikanten bij elkaar en het zaadje was geplant. Het zaadje werd al gauw een stevige plant. Het duurde niet lang of de groep werd gevraagd op podia als de Minard en de toenmalige Handelsbeurs en werd een hype bij de Ledebergenaars.
Buurtbewoners begonnen zich spontaan aan te bieden om mee deel uit te maken van het orkest.
Debutanten, zowel gevorderden als professionals, iedereen was welkom; ook mensen met vreemde roots voor wie de stap naar een autochtone groep minder evident is. Maar Mattias vond hen, overtuigde hen en deed er alles aan om hen er ten volle bij te betrekken.
Mattias noemt de muziek die ze brengen ‘een soundtrack van wat er in de wijk leeft’.
Dat gaat van klassiek over opera tot Arabische liederen. Wat toont hoe belangrijk diversiteit voor hem is.

Dick Van der Harst

Vijf jaar geleden al, voor hun 10de verjaardag en nu voor hun 15de werkte Laga samen met de bekende componist en muzikant Dick van de Harst.
Van der Harst is een veelzijdig muzikant die verschillende instrumenten als gitaar, banjo, tible (= catalaanse hobo), percussie beheerst.
Hij vermengt muzikale stijlen die hem aanspreken (klassiek, jazz, folk) en  creëert er iets nieuws mee. Zo komt hij tot composities die zijn onmiskenbare stempel dragen.
Dicks muziek is uiterst ‘menselijk’ en laat een grote vrijheid aan de muzikanten die ze uitvoeren.
In 2001 kreeg Van der Harst de Louis Paul Boon prijs ‘voor zijn maatschappelijk engagement en de binding met de mens die in zijn hele oeuvre te vinden is’.
Dick is dus de gedroomde man om mee samen te werken, een zielsgenoot, voor Mattias en zijn ploeg.

DEEL 1

Het concert in de HA gebeurde in 2 episodes, eerst het eigenlijke concert op het podium, het strikt geplande, het serene, meer statische:

Op het podium in de HA

met bijzondere muziekinstrumenten eigen aan diverse culturen als de bendir en de darbouka, en een nieuw eigenhandig gecreëerd percussie-instrument dat de naam ‘polli’ kreeg.

met solo’s gebracht door gastmuzikanten en ook door vaste leden van de groep.

Soliste Anna Svetlakova bracht een middeleeuwse melodie

Elena Lebedeva bracht een zeer oud, Russisch lied, waarvoor ze tot haar eigen verbazing een daverend applaus kreeg zowel van 
Van der Harst, de orkestleden als het publiek.
Ook de zang van Nadiya Mehdizadeh was prachtig en doorleefd
Gastmuzikante Geertje Karpez bracht op haar snare drum ‘Machine drum’, wat uiterst subtiel begon als het zachte getik van regendruppels op een ruit om dan in volle geweld los te barsten en even zacht weer te eindigen.

Ook de andere solo-artiesten als Leander Vertriest, Francis Cromphout verdienden absoluut hun plaatsje in de spotlights

Elke Van Hevele

Deel 2

Na deel 1 trok de hele bende, met het publiek in haar zog, naar de foyer. Daar werd er gejamd, geïmproviseerd, met veel schwung en vrolijkheid én virtuositeit.

De Ledebirds tijdens deel 2 in de foyer

Mattias die zich bij deel 1, op het podium, bescheiden had opgesteld en de eer aan Dick liet, nam zijn taak als aanvoerder bij deel 2 in de foyer weer op en vuurde zijn muzikanten heel gedreven, met vuur en  passie aan. Het publiek ging uit de bol.

Fotografie B. Van de Velde
Tekst B. Van de Velde geïnspireerd op de tekst van Lotte Ruysschaert in Het Nieuwsblad dat. 24/11/2023

De Ledebirds repeteren op maandag om 20u in Theaterzaal Ledebergplein

www.ledebirds.be

https://www.facebook.com/ledebirds

https://www.haconcerts.be/nl

Voetnoot

Voor de Ledebergse kinderen creëerde Mattias een afzonderlijke groep: het Takkenorkest. Kinderen zijn welkom om te musiceren en op te treden zonder druk en verwachtingen.  Hun kunsten kunnen ze tonen, los en ontspannen, op buurtfeesten, stoeten en ludieke evenementen als de Gentse Feesten.

’t Smiske: Als je als muzikant graag muziek maakt, moet je kunnen spelen en kunnen delen

Op een regenachtige en frisse herfstdag rijden we naar Asse, parkeren we achter het imposante gemeentehuis van Samson en Gert en staan we voor een groen woonhuis met in grote letters ’t Smiske erop. Aan die letters en de ingang van het huis zie je dat dit huis geen gewone woning is. 

Een oude smidse

We gaan door de voordeur en komen op een soort binnenplaats tussen het huis en een gebouw dat er wel uitziet als een plek van samenkomst. Toch gaan we daar niet naar binnen, want we worden vanuit de verbindende ruimte tussen het woonhuis en de zaal geroepen door een man die Reinout blijkt te zijn. Van Reinout weten we dat hij de coördinator is van alles wat er in ’t Smiske plaatsvindt, maar we zijn hier vandaag om eens verder te horen wie hij is, wat hij doet, wat ’t Smiske is en wat daar allemaal gebeurt. We zijn benieuwd.

We voelen dat Reinout het jammer vindt dat we niet direct in de zaal terecht kunnen. De zaal is immers daar waar het gebeurt! Er is op dit moment een samenkomst van een groep gepensioneerden en blijkbaar babbelen ze daar nog wat na. Reinout vraagt ons om in de tussenliggende ruimte plaats te nemen. De ruimte is een doorgang, smal met een tafel een zetel en van alles en nog wat. Dat muziek hier belangrijk is, zie je aan de wand die volledig ingenomen wordt door planken met CD’s.  Reinout vertelt dat hier Den Appel was, een CD-winkel met de grootste verzameling folk- en volksmuziek van Europa, maar dat ze de CD’s nu allemaal verkopen. Het is immers het einde van het CD-tijdperk.

Folk en Breughel

Het verhaal van het ’t Smiske zoals het nu is, is 23 jaar geleden begonnen. De ideeën voor de uitbating vinden o.a. hun oorsprong in Gooik, daar waar allerlei initiatieven en stages rond folk georganiseerd werden. Reinout vertelt: “De folkscene is daar terug opgestart. In Gooik kon je op allerlei oude instrumenten leren spelen, het hele folk repertoire werd daar opgevoerd, in een heel familiale sfeer, ons kent ons en de groep muzikanten breidde alsmaar uit. Alle folkies kwamen daar bij wijze van spreken uit de catacomben bij elkaar, uit het ondergrondse milieu. Daarvoor werd bij folk eerder aan Angelsaksische folk gedacht terwijl o.a. op Dranouter bleek dat er eigen streekgebonden Vlaamse muziek was met een eigen timbre en eigenheid”. Reinout verwijst naar de schilderijen van Breughel.
Reinout leerde  in Gooik op zijn 15e doedelzak spelen en al snel was hij de beste doedelzakspeler van Asse. Hij zegt zelf: “Dat was niet zo moeilijk, want er waren geen anderen.” 

Ontstaan van het ‘t Smiske

Naar aanleiding van zijn ervaringen in Gooik bedacht Reinout dat hij meer wilde doen met folk. Hij zegt hierover: “Folk heeft zijn eigen ecologisch getinte filosofie van tradities, vanwaar komen we, hoe groeien we, wat geven we door aan volgende generaties, samen muziek maken, samen dansen, bewegen en beleven.” Hij kreeg een soort visioen over ’t Smiske als ontmoetingsplek. Vier tot vijf jaar lang bleef het bij fantaseren, vaak met anderen, tot diep in de nacht op café. Met een groep vrijwilligers, ‘de bende van Asse’, begon hij de smidse op te ruimen en tot concertzaal om te bouwen. In 2000 begonnen ze met de eerste concerten. Sindsdien  waren er twee, soms drie concerten per weekend. In de loop der jaren is de link met folk gebleven, maar ook alle akoestische Nederlandstalige muziek is welkom. Het gebeurt wel eens dat er bijvoorbeeld een heavy metal concert plaatsvindt, maar daar wordt geen promotie rond gemaakt. Er is een brede gemeenschapswerking; gepensioneerden, kinderen in een talentenstage, de appelmoesband (rock ’n roll op kindermaat, Appelmoesband), werkelijk voor alle leeftijden.
Café Combinne, een praatcafé waar Nederlandstaligen en anderstaligen elkaar ontmoeten (https://avansa-hallevilvoorde.be/cafe-combinne)  is hier ontstaan. Nu is het over heel Vlaams-Brabant verspreid en is de organisatie overgenomen door Avansa. Er is het ‘desdagcafé’ op dinsdagvoormiddag voor allen die de dinsdagmarkt bezoeken, het woensdag- en het zondagcafé.

Oltid Olsan
Oltid Olsan, muziekband uit West-Vlaanderen

Reinout is eigenaar (samen met zijn vader, broer en zus), oprichter, coördinator, maar vooral programmator van ’t Smiske. Zijn netwerk bestaat vooral uit muzikanten. In ’t Smiske zijn dan ook al zo’n 1000 concerten georganiseerd. Reinout vertelt: “Muzikanten kennen het. We betalen niet veel, maar ze komen hier graag voor een try-out of gewoon omdat ze een intiem concert willen. Beginnende muzikanten, waar pareltjes tussen zitten, kunnen vaak niet terecht

in het cultureel centrum, omdat het een grote zaal moet vullen. Hier zijn ze altijd welkom. Spelen voor zo’n intiem publiek is voor muzikanten hevig, intenser. Plankenkoorts is vaak groter.” 
Om optredens te selecteren zou Reinout graag pro-actief handelen, maar er is te veel vraag naar try-outs en kleine optredens.

Er zijn nu, meer dan 20 jaar geleden, veel meer technisch goede muzikanten die ervan dromen iets meer met muziek te kunnen doen, maar er zijn te weinig locaties en er is te weinig luisterpubliek voor het aanbod. Het zou fijn zijn als samen muziek spelen voor iedereen laagdrempelig zou zijn. Vroeger kon dat. Je pakte een muziekinstrument, probeerde te spelen, ging samenspelen en al doende leerde men. Nu wordt er al op heel jonge leeftijd gestart met opleidingen, waardoor het niveau zo hoog is, dat spontaan muziek maken er niet meer bij is.
Reinout: “Programmeren betekent ook blijven volgen. In bepaalde genres doe ik dat niet meer, toch niet heel intensief meer. Er zijn trucs. We organiseren bijvoorbeeld elke laatste zondag van de maand het Kettingbal. De groep die speelt laten we de volgende groep voor de volgende maand programmeren. Zo blijven we goede groepen houden.”

Er is veel samenwerking met lokale verenigingen die ‘t Smiske gebruiken. ’t Smiske maakt reclame voor hen en omgekeerd.
Sinds een jaar is er een formele samenwerking met de muziekacademie van Asse. Vroeger was er een aantal heel geëngageerde jazzmuzikanten die leerkracht geworden zijn in de muziekschool. Elke laatste vrijdag van de maand was er jazzcafé. De leerkrachten nodigden jazzmuzikanten uit de omgeving uit, waar heel goede muzikanten bij zitten. De leerkrachten nodigden ook hun leerlingen uit en er werd dan gejamd.

Oorwurm project met Jozefien Vercruysse
Oorwurm project met Jozefien Vercruysse

Later kwam er de uitnodiging van de muziekschool om hun volwassenenconcert te organiseren. Nu wordt alles geformaliseerd en heeft ‘t Smiske subsidies gekregen waarmee Reinout zijn loon betaald wordt. Reinout is sceptisch. “In de professionele sector zijn steeds meer zaken geformaliseerd. Ik ben bang dat dat te traag gaat, maar misschien is dat nu doordat we in opstart zijn. De jazzmuzikanten kennen hun weg hier, komen zelfstandig binnen, dus die informele sfeer blijft wel. Als we die sfeer kunnen doorzetten naar de anderen binnen de muziekacademie dan komen we er wel. Het moet zelfstandig kunnen draaien.”
Reinout vult aan: “Samenwerking met andere kleine locaties is er wel, ook wel met hen die subsidies hebben. Vroeger was dat veel intenser, één groot folkveld. Nu ligt er meer nadruk op de splitsing tussen professionelen en amateurs. Wij zitten er nu wat tussen. Dat is jammer. Niet dat de professionelen niets doen voor de amateurs. Ze vergaderen onderling, maar het is een ander jargon. Ze zijn veel met hun dossiers bezig en versterken vooral elkaar door verwijzingen en samenwerkingen om hun subsidiedossiers te verantwoorden .”

Het is over het activeren van vrijwilligers dat Reinout niet zo positief is. De tijdgeest is anders. De vrijwilligers die nu actief zijn in ’t Smiske zijn van alle leeftijden. Het is gemakkelijker om met de ouderen te plannen, omdat zij een maand vooruit hun beurten in ’t Smiske plannen. De jongere generatie leeft meer in het nu en plant soms maar voor de dag zelf.

Reinout

Reinout zoekt opvolging, maar niet in een bepaalde persoon. Hij zou meer en meer betrokkenheid van de vrijwilligers willen, zodat hij het ’t Smiske kan overlaten. Hij streeft naar gedeelde verantwoordelijkheid en zou het samen willen laten beheren. Daarvoor heb je veel vrijwilligers nodig en gewoontes. Op gewoontes kan je bouwen. Terugkomende activiteiten zoals het ‘desdagcafé’, het woensdagcafé, het zondagcafé.

Links
https://tsmiske.be
https://www.facebook.com/tsmiske

Tekst Diana Van Bergeijk  
Foto’s Eric Rottée