Nelson Mandela plein – Sint-Lambrechts-Woluwe
Tekst Diana Van Bergeijk Foto Eric Rottée

Van Sint-Lambrechts-Woluwe naar het atelier in Anderlecht
Als je van het Woluwe shopping center richting de ring rijdt, kan je er niet omheen kijken. De 8 panelen in graffiti stijl fleuren het fraai aangelegde plein Nelson Mandela op. Je denkt dat het graffiti is, maar als je dichterbij komt, blijkt dat de panelen bekleed zijn met touw, een deel geknoopt (macramé) en een ander deel geweven.
Geïntrigeerd door het bijzondere gebruik van textiel en de oude technieken voor een kunstwerk dat ook nog eens buiten staat, zoeken we de kunstenares op in haar atelier in Anderlecht. Louise Limontas ontvangt ons daar hartelijk.
In haar atelier, dat Louise deelt met andere kunstenaars, valt ons meteen op hoe netjes en ordelijk alles is. Met voorbeelden van verschillende technieken en materialen laat ze zien wat ze allemaal kan en doet. Er hangt zelfs een werkje dat met kantklossen is gemaakt, een techniek die we tegenkomen in de kantwinkeltjes op de Grote Markt in Brussel, of die je kent van je overgrootmoeder.
Louise laat ons haar machine zien waarmee ze zelf touw maakt door verschillende diktes en soorten touw met elkaar te combineren. Het touw dat ze verwerkt, koopt ze in bij een leverancier die voornamelijk gerecycleerd materiaal gebruikt.
Het is vooral het maakproces dat Louise interesseert en het experimenteren met verschillende combinaties en dichtheden. Het is voor haar een uitdaging om technische details en technisch design op een artistieke manier te gebruiken. De koorden waarmee geweven werd in het kunstwerk Murmures Épars heeft ze ook zelf gemaakt.
Bij haar weefgetouw toont ze hoe micro ze normaalgesproken werkt. Dit in tegenstelling tot het project in Woluwe. Dat is dan ook helemaal met de hand gebeurd. Ze werkte direct op het kader dat er speciaal voor gemaakt werd.
Inspiratie en werkwijze
Op de vraag hoe haar interesse voor textiel is ontstaan, antwoordt Louise: “Ik wist altijd al dat ik iets met mode wilde doen. Ik volgde ontwerpers die conceptueel werkten, zoals Hussein Chalayam, die zijn kleren begraven heeft om te zien wat er gebeurde met de materie.” Zelf heeft ze mode en textiel gestudeerd. Daarbij vond ze de zoektocht naar de materie het meest interessant, meer dan de kleding zelf, alhoewel ze het ook interessant vond om rond het lichaam te werken, de ruimte, het thema van het huis, alledaagse rituelen.
“Zo’n tien jaar geleden deed ik het afstudeerproject van mijn studie textiel rond Litouwse rituelen. Mijn grootvader was een Litouwer. Ik ben een jaar terug naar mijn roots in Litouwen gegaan. Ik vind de paganistische cultuur daar heel interessant. Ik hertekende Litouwse dekens, drapeerde de motieven en maakte daaruit nieuwe stoffen.”
“Ik vind bijvoorbeeld de stof van een dekbed of een canapé in een huis heel boeiend en hoe die vorm krijgt rond het lichaam. Hoe dat een aanwezigheid kan creëren zonder dat er iets onder is. Het contrast tussen aanwezigheid en afwezigheid van iets, gelinkt met de dood. Wat blijft erachter, de sporen die mensen achterlaten via objecten, via stoffen. Zo kreeg ik ook de gelegenheid om langere tijd in het huis van mijn oma te verblijven dat was leeggemaakt. Er bleven matrassen achter. Wat is daar allemaal mee gebeurd? Dat is een thema dat bij mij veel terugkomt.”
Sinds 2019 doet Louise projecten waarbij ze bij mensen verhalen ophaalt. Die integreert en verwerkt ze vervolgens in een kunstwerk. Ze was drie maanden in Daon in Frankrijk en had daar een atelier met een groot weefgetouw ter beschikking. Ze ging bij de mensen langs voor verhalen, indrukken en objecten en verwerkte die in haar weefgetouw. Ze laat een foto zien van een abstract werk van een nummerplaat van een oude doodsauto. Een beeldhouwer reed daarmee rond en af en toe sliep hij er zelfs in. Hij vertelde veel over wat hij allemaal had meegemaakt.
In Woluwe heeft ze er ook voor gekozen om een participatief project te doen. Ze heeft drie maanden ateliers en workshops georganiseerd met groepen inwoners van Sint-Lambrechts-Woluwe. De vraag was steeds: ‘Wat is vrijheid?’. Als voorbeeld geeft ze dat ze met een groep jongeren van het Franstalig atheneum rond graffiti werkte. “We hebben woorden gezocht en uitgetekend en samen geweven om zo deeltjes van iedereen in het kunstwerk verwerkt te hebben in de hoop dat ze ook fier zijn op het werk. De ateliers hadden ook de bedoeling om de mensen met textiel en vergeten technieken in aanraking te brengen.” Voor de ateliers had ze meerdere weefgetouwen in gebruik gekregen en resten touw van haar leverancier in koorden.
Respect voor objecten
Louise heeft zichzelf die vergeten technieken aangeleerd. Ze had er altijd al een fascinatie voor: “Processen die veel tijd nemen ook half-mechanische technieken, die aan de basis van industriële processen liggen. De link met de industrie vind ik interessant. We leven in een wereld waar alles zo snel gaat. Waar het moeilijk is om tijd te nemen voor iets. Ik heb het idealistische idee dat alles wat ik draag of in mijn huis heb, zelfgemaakt zou moeten zijn. Ik vind het belangrijk dat we weten hoe iets gemaakt wordt. Dat er respect is voor objecten, voor alles, voor materiaal, om iets bij te houden. Ik bewaar en ook mijn familie bewaart veel van het verleden. Er is niet altijd een reden voor, maar er zit veel emotie in. Ook in de dingen die ik maak zit veel emotie en verhalen, van mezelf en van anderen.”
Vormkeuze
Over de keuze van de vorm van het kunstwerk in Sint-Lambrechts-Woluwe zegt Louise: “Ik vind het interessant om te spelen met de ruimte. Iets wat gemeenschappelijk is. Graffiti, is een kunst op zich. Het gaat hierbij om jezelf te uiten, maar ook om het innemen van de publieke ruimte. Iets heel persoonlijks en intiems zet je op een muur die niet van jou is, open en bloot. Met de graffiti muur in gedachten maakten we met 8 panelen een soort waaier. Op de tekening die ik als basis voor het kunstwerk maakte, had ik vooral groenachtige en bruinachtige kleuren met een paar kleuraccenten gekozen. Die kleurkeuze gebeurt vaak intuïtief. Ik ben gebonden aan ongeveer 10 kleuren van mijn kleurenkaart. Omdat het kunstwerk buiten staat, moest ik ook rekening houden met wat het licht doet met kleur. Daarom zit er geen rood in, want dat verbleekt snel. Het viel sommigen op dat er geen geel verwerkt was, maar dat is niet opzettelijk. Wit en zwart zijn het belangrijkste. Dit is ook weer gebaseerd op graffiti waar de vormen door wit en zwart afgebakend worden.” Aan het weven en knopen heeft Louise zes maanden gewerkt. Het weven deed ze alleen. Voor het macramé had ze drie maanden hulp.
“Ik voelde me een soort projectmanager. Het was moeilijk om iemand te vinden die de omkadering kon maken en ook kon plaatsen. Je moet er dan ook wel op kunnen vertrouwen dat het op tijd in orde komt. Het laten passen van de tekening in de kaders was heel spannend. De installatie gaf veel stress door slecht weer.”
Vrijheid
Het Nelson Mandela plein met het kunstwerk Murmures Épars is officieel geïnaugureerd op 11 juni in het bijzijn van de Zuid-Afrikaanse ambassadrice. Over die officiële ceremonie zegt Louise: “De ambassadrice gaf een heel mooie speech. Er waren verrassend veel mensen aanwezig. Het is goed dat er zoveel aandacht voor was. Ik ben blij met het resultaat en vind het kunstwerk zelfs mooier dan ik van tevoren had gedacht. Het is geslaagd door de diversiteit, door de verschillende talen. Dat waar Nelson Mandela voor stond, komt naar voren in het werk. Samen met de mensen heb ik altijd rond Nelson Mandela en het thema vrijheid gewerkt. Ook met de jongeren die ik dan vroeg of ze Nelson Mandela kenden. Toen we startten met de ateliers was net de oorlog in Oekraïne begonnen, dus het onderwerp was heel actueel. De geschiedenis blijft zich herhalen en we leren er niet uit. Het is belangrijk om daar iets mee te doen. Brussel is heel multicultureel. Ik als Brusselse vind dat een pluspunt. Ik vind het belangrijk om dat positief te benaderen, al die verschillende talen en culturen. Ik vind dat inspirerend. In het kunstwerk staat dan ook bijvoorbeeld een Hindisch woord, een Russisch, een Perzisch, …

De naam
De naam Murmures Épars heeft Louise zelf bedacht. Murmures staan voor de fluisteringen tussen de mensen in de workshops en mij. Dingen die ik op een bepaalde manier verwerkt heb. Het zijn ‘onverhalen’. Het is intiem. Het is als een geheime code. Je hebt de tekening ernaast, maar dan nog zijn er woorden in vreemde talen gecombineerd met die graffiti stijl en de gebruikte techniek die niet goed leesbaar is. Het is een beetje flou. Épars betekent verspreid, maar die vertaling is eigenlijk niet poëtisch genoeg. MurMures – spelen met muur, omdat het een soort muur is. Épars staat dan voor geen heel dichte muur.
Wat zijn je ambities en dromen?
“Ik heb meerdere dromen. Als ik fulltime verder kan doen wat ik nu doe, zou ik al superblij zijn. Dat zou ideaal zijn. Ik heb zin om naar plekken te gaan waar technieken gebruikt worden die amper meer gedaan worden. Ik hoop ooit nog in Litouwen projecten te kunnen gaan doen. Ik heb daar een jaar gewoond, ik heb contacten en ik spreek de taal. Het land ligt me nauw aan het hart. Wat ik ook heel leuk vind zijn de workshops die ik met mensen doe. Projecten met menselijke en collectieve aspecten. Daar wil ik naartoe. Alleen al een textielatelier samen met de mensen uit de buurt en ze laten ontdekken wat er mogelijk is, vind ik heel fijn. Daarom ga ik ook in op de vraag van vzw’s of gemeenschapscentra om ateliers te organiseren.”
Het is duidelijk dat we nog wel een en ander mogen verwachten van Louise. Inspiratie genoeg en de ‘vergeten’ technieken worden door haar op een heel bijzondere manier weer modern.
https://www.louiselimontas.com
https://www.facebook.com/louise.limontas
https://www.instagram.com/louiselimontas/

Tekst Diana Van Bergeijk
Foto’s Eric Rottée






















