tekst en fotografie Rik Guns
Deel 2 – Zeng Fanzhi (schilder) en Tadao Ando (architect)
een ‘collateral’ expo
‘Near and Far / Now and Then’
Nog tot 30 september 2024
Scuola Grande della Misericordia
Organisatie: Los Angeles County Museum of Art
ZEN ZIJN IN VENETIË
Zeng Fanzhi (1964) is een van de meest succesvolle kunstenaars van China, zeg maar van heel Azië. Tijdens de Biënnale kan je recent werk van hem bewonderen in een zogenaamde ‘collateral’ expo. Dat zijn tentoonstellingen, 30 in totaal, die los van de officiële selectie, ergens in de stad, in een historisch gebouw, een verlaten kerk of een museum plaats vinden. Voor de expo van Zeng Fanzhi vormde het budget blijkbaar geen probleem. Dankzij het Los Angeles County Museum of Art (LACMA) kreeg hij een megatentoonstelling in de historische Scuola Grande della Misericordia, een prachtig zestiende-eeuws gebouw. De inrichting werd overgelaten aan Tadao Ando (1941), een wereldberoemd Japans architect. Het resultaat van hun samenwerking is grandioos, onvergetelijk voor een onbevangen bezoeker zoals ik, die voordien nog nooit van de schilder of de architect had gehoord. Ik ga naar de Biënnale om te ontdekken, niet om bevestiging te zien.
Tadao Ando is een minimalist die zich kon uitleven in dit enorme gebouw. Het gelijkvloers wordt beheerst door een magistrale zuilengalerij, voor de rest is er niets dan lege ruimte, 46 m lang, 19 m breed en 10 m hoog en, zoals het een minimalist betaamt, deed Ando er ook niets mee, hij liet de ruimte voor wat ze is, hij verduisterde zelfs de meeste ramen, zodat je als bezoeker verdwijnt in het halfduister en je je aandacht enkel kunt richten op een helverlicht, gigantisch schilderij in de verte vóór je. Eens je bekomen bent van het zicht en je je in een natuurlijke reflex omdraait, zie je een tweede werk van dezelfde omvang aan het andere uiteinde. Twee verlichte schilderijen, elk 4,8 bij 4,8 meter, bestaand uit 16 panelen en verder niets, buiten statige zuilen, in die schemering van 874 m2. Ik kan je verzekeren: het raakt je.
Ik was er de eerste bezoeker van de dag en daar alleen in die enorme ruimte had ik een haast mystieke ervaring. Het ene werk: ‘Non-Self’, of ‘anatta’ in de boeddhistische leer, betekent onthechting, noodzakelijk om het Nirvana, de Verlichting, het Tijdloze te bereiken. Het werk aan de overzijde: ‘Ephemerality’ verwijst naar het christelijke besef van tijdelijkheid, van waaruit een geloof naar eeuwig leven ontstaat. Twee complementaire filosofieën in een zuilengang van stilte, rust en contemplatie, ik werd er zen van.


Links, Zeng Fanzhi, ‘Ephemerality’, 2019–2023, olie op canvas, 480 x 480 cm
Rechts, Zeng Fanzhi, ‘Non-Self’, olie op canvas, 2019-2023, 480 x 480 cm
Naarmate ik dichter bij het werk ‘Non-Self’ kwam, leek het op grotwoningen, nissen, impressionistisch geschilderd, kleurrijk maar toch gedempt. Maar toen ik er met mijn neus voor stond, ging er een nieuwe wereld voor me open: pointillistisch, maar impasto, nat-in-nat, met ontelbaar verschillende heldere pigmenten, extreem gecontroleerd geschilderd, geen spat te veel, op sommige plaatsen is het canvas nog te zien, een levende cursus kleurentheorie, een ode aan de materialiteit van de olieverf, de pure abstractie van in elkaar overvloeiende helle pigmenten die vanop afstand een figuratief beeld vormen dat heerlijk zacht is, mystiek en vol diepte. Ik vond en vind het indrukwekkend, telkens ik ernaar kijk.


Links, Zeng Fanzhi, ‘Non-Self’, olie op canvas, 2019-2023, 16 panelen, 480 x 480 cm
Rechts, Zeng Fanzhi, Non-Self, detail, 2019-2023, olie op canvas, paneel van 120 x 120 cm
Er waren al een aantal bezoekers gepasseerd, gelukkig niet veel, toen ik via een natuurlijk verlichte trap – het enige buitenlicht dat kans kreeg naar binnen, de enorme ruimte op de eerste verdieping bereikte, waar Ando de ramen eveneens had afgedekt, om kunstlicht perfect georkestreerd op het werk van Zeng Fanzhi te richten: 21 grote schilderijen en een gigantische compositie, in dezelfde stijl als beneden. Om alles te plaatsen en toch de ruimtelijkheid, de contemplatie te bewaren, plaatste de architect vier grote witte wanden, sculpturen eigenlijk, lateraal achter elkaar, om de 12 meter, zodat een natuurlijk wandelpad ontstaat waardoor de bezoeker rustig de expo kan doorlopen, door niets anders gestoord dan de 4 werken in die gang. De architect slaagt er tegelijk in om een enorme diepte te creëren door in elke wand nissen te maken, waardoor de bezoeker op zijn tocht steeds zicht heeft op het eindpunt, het streefdoel: het gigantische ‘Nirvana’. De weinige aanwezigen, zichtbaar in de volgende gangen, versterken dat dieptezicht nog. Het is ongelofelijk knap gedaan.
De expo begint met het werk ‘Water III’ en eindigt dus in het ‘Nirvana’, een compositie van 16 panelen van totaal 6 bij 6 meter. Op je reis word je geconfronteerd met boeddhistische, christelijke en Chinese geïnspireerde iconografie: ‘Long Taitou’, het Chinees symbool voor regen, als teken van vruchtbaarheid, bij het begin van de lente; ‘Arhat’ (een boeddhistische verlichte geest, die het Nirvana heeft bereikt); ‘Skull’ (de aardse tijdelijkheid van het christendom) en een aantal abstracte werken zonder titel, allemaal geschilderd in dezelfde tijdspanne van 4 jaar (2019-2023). Het zijn schilderijen zonder perspectief maar toch met een grote diepte, abstract, maar toch figuratief. Je kunt ook terugblikken. Door dezelfde rijen nissen, zie je het eerste, kleinere werk van de tentoonstelling: ‘Water III’. Prachtig.

in het midden: Nirvana, 2019-2023, olie op canvas, 600 x 600 cm

in het midden: ‘Water III’, 2019-2023, olie op canvas, 200 x 370 cm
En dan, als je denkt het einde te hebben bereikt, onder de indruk van de grootsheid en de symboliek van dat werk, die kleurenpracht, die architectuur, kom je in een kleinere, langwerpige, sobere ruimte met niets dan monochrome inktlandschappen. Ze zijn ragfijn geschilderd op de natuurlijke patronen van handgeschept papier. Ook hier combineert Zeng
Fanzhi christelijke, boeddhistische en literaire iconografie, maar nu intimistisch. Een Christus aan het kruis is als natuurlijk verbonden met rotsen en oude bomen, traditionele Chinese symbolen van kracht, veerkracht en een lang leven. Adam en Eva krijgen de appel van een slang uit een eindeloze boom die in de structuur van het papier tot aan de hemel reikt. Het lijkt wel geëtst, of is het potlood- of krijtgetekend, geschilderd? Ik weet niet hoe hij het doet, maar het is van een onbeschrijfelijke finesse.
Zelden heb ik een tentoonstelling zo bewonderd als deze. Je kunt geraakt zijn door een kunstwerk, een schilderij, een tekening, maar hier is het de combinatie van beeld en architectuur die het hem doet: het technisch vakmanschap en de emotie van Zeng Fanzhi, de diepte van zijn kleuren en de kwetsbaarheid van zijn monochromen, het respect voor de Westerse en de Oosterse cultuur en tradities, versterkt door het genie van Tadao Ando, meester van licht en diepte, minimalisme en spanning, eindeloosheid en perspectief. Zeng Fanzhi liet in een interview weten dat hij het fijn zou vinden mochten nooit meer dan 30 mensen tegelijk de expo bezoeken, pas dan zouden ze zijn opzet begrijpen. Hij kan gerust zijn: het waren er nooit meer. Wat is Venetië en die Biënnale toch een zegen.
Ik kwam buiten, terug met beide voetjes op de grond, buiten regende het een beetje, niet lang, zachte druppeltjes en helemaal niet koud, op pad, naar de volgende episode.

Scoala Grande de la Misericordia, 2024, Zeng Fanzhi
tekst en fotografie Rik Guns
































