In 1938 geeft René Magritte een lezing in het KMSKA over zijn visie op de werkelijkheid. Hij bespreekt er de oorsprong en ontwikkeling van zijn kunst, en de geschiedenis van de surrealistische beweging in België. Onder de titel ‘La ligne de vie’ was deze lezing de belangrijkste die Magritte ooit over zijn werk heeft gehouden.
Aldus wordt de expo geïntroduceerd op de website van het KMSKA. https://kmska.be/nl Als Magritte-fan kon ik deze expo niet links laten liggen en ging er zo snel mogelijk naartoe.
Om al maar meteen een open deur in te trappen: laat u niet (mis)leiden door de AI-versie van Magritte om deze expo zeker te gaan bekijken. Het experiment is zo surrealistisch als Magritte zelve. De audio-commentaren zijn doorheen de expo te horen via luidsprekers in de wanden. Dat is wat spijtig want van de expo is een app-guide met audiogeluid alwaar de tekst op de wand wordt voorgelezen…maar niet door Magritte. De app-gids – downloaden – toont ook alle werken van de expo met een woordje geschreven uitleg.
Een expo bezoek je echter omdat je meer wil ervaren, ‘the Magritte-experience’, dan op een klein schermpje. Een werk in het echt zien blijft toch nog altijd anders… De expo loopt door de hele carrière van Magritte. De eerste jaren onder invloed van toen actuele en opkomende kunststromen, de zoektocht naar een eigen identiteit, de frustraties, de moeilijke jaren tot – laat ons niet bescheiden zijn – de keizer van het surrealisme te worden.
Wat mij snel opviel (en waardoor ik begon heen-en-weer door de expo te lopen) was dat Magritte al heel vroeg zijn bekende figuren ontwikkelde: de hoed, de pijp, de boom, het spelen met woorden. Verder zijn er geen grote verrassingen te vinden op de expo. Wie echter – net als ik – helemaal into Magritte is, is dit een zeer interessante expo omwille van de vele werken die momenteel in privébezit zijn en dus anders niet tot nooit te zien zijn.
De AI-Magritte komt op het einde van expo helemaal uit de kast. Daar krijg je een behoorlijk lange powerpoint te zien waar M-AI-gritte vertelt over zijn werken en hoe deze tot stand zijn gekomen of hoe je ze (ook) zou kunnen lezen/bekijken. De lezing is voor de nerdies zeer interessant. Voor wie Magritte naast Rubens, Van Eyck, Bruegel, Van Dyck,… op het schaf zet, zal deze video allicht een leuke gimmick zijn maar hou je ’t allicht niet de hele lezing vol. De AI is en blijft (herhaling) een goede poging om de stem van Magritte tot leven te brengen. Toch mis ik die typische “r” en de rookstiltes in de lezing.
Mijn conclusie: een interessante expo die het overzicht geeft van de kunstcarrière van Magritte. Ben je niet helemaal “diep” into Magritte, ga dan naar het Magritte Museum in Brussel. https://musee-magritte-museum.be/nl Het overzicht daar is vollediger en de audiogids is beter. Maar wacht best nog even tot na de KMSKA-expo zodat de werken terug op hun plek hangen. Wie wél into Magritte is en een “anthology” van de grootmeester wil zien mag deze expo zeker niet missen.
De expo is gratis te bezoeken met de Museumpas. Je moet wel een uurslot reserveren (ook met de pas). Kan je op werkdagen gaan, het zal er allicht wel rustiger zijn dan in ’t weekend. Nog tot 22 februari 2026. In de museumshop zijn allerhande prullen te koop maar ook een boek met het totaaloverzicht van deze expo.
Een groepsexpo naar aanleiding van drie jaar Tale Art Gallery
Tanja Leys, bezieler van Tale Art Gallery, zei in 2022 haar loopbaan als ingenieur in de farmawereld vaarwel om haar passie voor kunst te volgen. Ze opende een kunstgalerie in het kleine dorp Vlierzele, wat een sprong in het ongewisse betekende. Nu drie jaar later organiseert Tanja Leys een expo met 11 kunstenaars van het eerste uur, kunstenaars die deelnamen aan haar eerste tentoonstellingen. Heel nieuwsgierig aanvaard ik de uitnodiging tot een preview.
Eenmaal de deur geopend, valt mijn blik op een explosief kleurrijk werk van Manon De Craene, geflankeerd door een sculptuur van Hilde Van de Walle. Beide houden de belofte in van een kleurrijke, feestelijke expo. De inkomhal en de opvallende benedenruimte, geschilderd in een gewaagd diepblauw gelijkend op Yves Kleins ‘International Klein Bleu’, verwelkomen me met werk van Anne Vanoutryve, Manon De Craene, Hilde Van de Walle, Inge Dompas, Hervé Martijn, Chris Vanderschaeghe. We zijn benieuwd naar wat Tale Art Gallery nog te bieden heeft en nemen de trap naar boven om het werk van nog meer kunstenaars te ontdekken: Johan Clarysse, Kathleen Ramboer, Inge Dompas, Stephanie Gildemyn en Philippe Badert. Daar knoop ik een gesprek aan met Tanja Leys over de voorbije drie jaar en de nieuwe expo RE-ASSEMBLED.
Het gesprek
Kunstpoort Je galerie bestaat drie jaar. Is je kijk op de kunstwereld gedurende deze drie jaren veranderd? Dacht je een andere wereld aan te treffen? Tanja Leys Aanvankelijk focuste ik me vooral op gevestigde waarden, kunstenaars die reeds hun sporen verdiend hebben in de wereld van de kunst. Ik werkte ook af en toe samen met andere galeries. Nu ga ik liever zelf op ontdekking, op zoek naar originele, unieke talenten waarmee ik mijn publiek kan verrassen. Jong talent heeft nood aan aanmoediging, moet en mag een kans krijgen. Om die reden bezoek ik regelmatig het atelier van jonge, pas afgestudeerde kunstenaars. Zij krijgen soms moeilijk de kans tentoon te stellen in een galerie. Op de sociale media presenteert kunst zich in een stroom van afbeeldingen. Deze nieuwe platformen zijn voor mij een unieke mogelijkheid om intrigerende kunstenaars te ontdekken.
Kunstpoort Heb je kunstvormen, kunstenaars, kunstwerken, stijlen… leren appreciëren waar je vroeger minder voor openstond? Tanja Leys Ik sta nu meer open voor abstracte kunst, vooral poëtisch abstract, en conceptuele kunst, kunst buiten een traditionele context. Christine Adam introduceerde me bij een aantal kunstenaars die kiezen voor eenvoud, minimale uitgepuurde kunst, voor een eerlijke abstractie. In de galerie kon het afgelopen jaar de kunstliefhebber abstracte kunst beschouwen.
Kunstpoort De expo RE-ASSEMBLED toont vooral figuratieve kunst. Is dit een bewuste keuze? Tanja Leys Ik vind het belangrijk diverse stijlen te brengen. Een coup de coeur kan mij overkomen bij zowel figuratieve als bij abstracte kunst. Graag wil ik beide vertegenwoordigen.
Kunstpoort Het is ongelooflijk welke boeiende kunstenaars je bracht, kijk je tevreden terug op de voorbije drie jaar? Tanja Leys Absoluut, ik betreur mijn beslissing een galerie te starten zeker niet! Trots ben ik op de 16 expo’s die de revue passeerden, fier op de kunstenaars die ik kon presenteren aan een geïnteresseerd kunstpubliek. Dankbaar kijk ik terug op het vertrouwen dat ik van de kunstenaars kreeg, nodig om knappe, originele tentoonstellingen op te bouwen. Ze lieten me binnen in hun passionele wereld met vele verhalen over inspiratie, technieken, verleden en toekomst.
Kunstpoort Een curator werkt soms mee aan een tentoonstelling, heb je dan het laatste woord? Aanvaard je zijn keuze onvoorwaardelijk? Tanja Leys Ik verkoos 5X met een curator samen te werken. We zochten samen een thema, ook de selectie gebeurde in samenspraak. Het is gewoon fijn met zijn tweetjes een expo te realiseren, visies te delen, feedback te ontvangen. Samenwerken met een curator helpt mij nog beter de taal van de kunst te begrijpen, dat is voor mij een boeiend leerproces. Bij de meeste expo’s nodig ik een spreker uit voor de introductie en het schrijven van een korte tekst over de expo. Dit kan zowel een curator, kunstcriticus of kunstminnend persoon zijn.
Kunstpoort Voor de tentoonstelling RE-ASSEMBLED ben je zelf curator. Het zijn niet alleen 11 kunstenaars die je nauw aan het hart liggen maar ook kunstenaars die sterk uiteen liggen wat stijl en techniek betreft. Een moeilijke opgave? Tanja Leys Ongetwijfeld, de opstelling bleek een uitdaging. Het resultaat mag er zijn. De expo weet te verrassen. Verwondering, bevreemding, verrassing… schuilt om elke hoek. RE-ASSEMBLED is dan ook bewust gekozen. De expo is een dynamische tentoonstelling, een ontmoeting tussen diverse kunstenaars die me gesteund hebben, een assemblage van stijlen en kunstvormen. RE-ASSEMBLED is een expo van gelijkgestemden die niet alleen goede kunst creëren maar ook kunstenaars zijn met een warm hart.
De preview
Wat valt me op bij een eerste kijk op de expo? Ontelbare indrukken komen op me af. RE-ASSEMBLED brengt vooral tijdloze kunst. Is de expo een staalkaart van wat er in de kunstwereld te zien en te beleven is? Enigszins wel. Ik ontdek een magische combinatie van stijlen en kunstenaars. Deze mix wil ik laten bezinken om later, bij een tweede bezoek, de draad terug op te nemen. Bij de ene kunstenaar staat de mens centraal, bij de andere de natuur. En ergens ontstaat er een match made in heaven, toepasselijk bij het koningsblauw van de ruimte bij het binnenkomen.
De kunstenaars
Hervé Martijn
Zijn schilderijen ogen esthetisch, verhullend en onthullend. Ze hebben de kracht om te behagen. ‘Het meisje’ op het canvas intrigeert en ontlokt een innerlijke vraag: ‘Wat wil de kunstenaar ons vertellen?’ Als toeschouwer mag jezelf een verhaal bedenken. De blauwen van de intimistische schilderijen zijn mysterieus en sereen, de roden warm oranje. Rood en blauw contrasteren niet maar vullen elkaar aan in de bedachtzaam geschilderde werken. Als ik kijk laat ik de schoonheid binnen in mijn ziel.
Philippe Badert
Het benadrukken van silhouetten, het compositorisch afbakenen met warm gele lijnen blijft me bij, telkens ik werk van de kunstenaar aanschouw. Hij beklemtoont niet alleen het specifieke van een houding maar het is ook een picturaal aspect dat vrolijk stemt. Dit opvallende gebruik laat hij achterwege in enkele recente schilderijen. De nadruk ligt meer op de inhoud dan op de vorm. Hij onderzoekt de invloed van de sociale media op de mens en specifiek op de kunstenaar. De kunstenaar die wil gezien worden en toch zijn gevoelens, emoties niet wil te grabbel gooien. Hij doet dat met ongekunstelde, gestileerde figuren en gezichten vermomd als pixels.
Chris Vanderschaeghe
Chris Vanderschaeghe schildert zijn mysterieuze ingetogen omfloerste portretten in zachte, poëtische pastel kleuren. De portretten kijken niet vrank en vrij de wereld tegemoet, alsof ze niet recht in de lens durven te kijken. Vaak maakt hij het perfecte plaatje op een zachte stijlvolle manier lichtjes onherkenbaar net of de geportretteerden hun ware gezicht niet willen tonen aan de kijker. Misschien toont niemand zijn ware ik aan de buitenwereld?
Anne Vanoutryve
Anne Vanoutryve interpreteert de natuur expressief, zonder rem op borstel en verf. In haar werk bruist de natuur van leven, voel je de buitenlucht, de wind waaien, de zon branden. Hier schildert een kunstenaar die de natuur en de verf liefheeft. Bekijk daarbij de penseelstreken veroorzaakt door een fors gebaar van de borstel en je moet er geen verhaal bij vertellen. Het is puur genieten.
Johan Clarysse
De werken van Johan Clarysse zijn narratief, hij bekijkt de wereld, schildert de mens, gaat in op sociale issues die de wereld raken. Vaak geven de schilderijen van Johan Clarysse een onaffe indruk. Het werkproces, de onderschildering blijft zichtbaar aanwezig. Zo wint zijn werk aan picturaliteit en gelaagdheid. Zijn tekeningen verwijzen vaak naar de schilderijen. Wat was er eerst, de tekening of het schilderij? Het speelt geen rol, het zijn aparte pareltjes die je los van elkaar kunt zien maar ook samen. Zien we een geschilderde tekening of een getekend schilderij?
Inge Dompas
Inge Dompas observeert en registreert. Ze schildert de stad in al zijn facetten: een vluchtig moment, een weerspiegeling, een reflectie. Ze borstelt dromerig een realiteit, ziet de bizarre schoonheid van een drukke stad. Vaak gebruikt de kunstenaar vogelperspectief waardoor ze afstand neemt van haar onderwerp en de compositie een speelse allure bezorgt.
Stephanie Gildemyn
Stephanie Gildemyn verdiept zich in de mythologie en verwerkt een oeroude beeldtaal in een persoonlijk werkproces. Het resultaat is werk dat de verbeelding prikkelt. De blauwen vallen op en zijn intens. Het werk dat ze hier toont doet me verlangen om nog ander werk van haar te ontdekken.
Anouk Thys
Anouk Thys zorgt voor afwisseling in de expo. Vindingrijke kleine keramieken sieren de witte muur en brengen stilte en rust middenin de kleurenovermacht van de andere kunstenaars. Het is alsof haar wandsculpturen mediteren en samen overleggen luid te roepen: ‘hier zijn we!’ Dit is helemaal overbodig, haar werk dwingt de toeschouwer dichtbij te kijken naar de fijne structuren, speciale natuurlijke kleuren en het gebruikt materiaal. Ik wil ze aanraken maar blijf er toch wijselijk af.
Manon De Craene
Manon De Craene schildert explosief met warme kleuren die elkaar dreigen te verdringen maar toch samen hun eigen plaats veroveren op het canvas. Op haar doeken vind ik een geordende chaos terug. Ik zie vormen en kleuren samen op reis naar een bestemming, het definitieve schilderij. Haar schilderijen lijken me intuïtief en spontaan in één ruk geschilderd. Maar zoals zo vaak het geval is, misschien sla ik de bal volledig mis en schildert ze bedachtzaam, vlak na vlak, streep na streep.
Kathleen Ramboer
Kathleen Ramboer houdt van de natuur en dat merk je in al haar werken. Maakt ze foto’s, schilderijen of tekeningen, alles gebeurt in de buiten lucht, en plein air, zonder vooropgesteld plan. Bomen blijken door de jaren heen haar belangrijkste inspiratiebron. Bomen in het bos, in het park, op de wei, op foto, op doek, op papier, op karton…, getekend met potlood, geschilderd met acrylverf.. in alle seizoenen, onder diverse hemels… het kan allemaal. De kunstenaar schuwt het experiment, noch mislukkingen, dat houdt de drang om te creëren levendig. Haar reeks ‘Grenzeloos’ is daar het levendig bewijs van.
Hilde Van de Walle
Ook Hilde Van de Walle zorgt voor diversiteit. Haar beeldend werk omvat sculpturen in brons en composiet. Blauwgrijze en aardkleurige figuren vullen sierlijk de ruimte, zijn discreet aanwezig. Haar grootse zorg is niet de juiste anatomie nastreven maar door weglaten van lichaamsdelen een boeiende vorm scheppen met een sterke uitstraling. Enkele sculpturen groeien vanuit een bol- of peervorm, alsof de beelden balanceren op de rand van de wereld, op de grens tussen droom en daad. Onbewust maken ze, zonder armen, een evenwichtsoefening die ze met glans doorstaan.
Het is geen uitgesproken stille tentoonstelling. Enkele werken roepen luidop en kleurrijk, andere fluisteren zacht. Ik raad de bezoeker aan zijn intuïtie te volgen, vaak op zijn stappen terug te keren, open te staan voor wat op je afkomt, te genieten van RE-ASSEMBLED met de ogen wijd open maar ze ook even te sluiten om weg te dromen en een verhaal te verzinnen want tenslotte ben je in Tale Art Gallery.
Hervé Martijn Anne Vanoutryve Chris Vanderschaeghe Anne Vanoutryve Johan Clarysse Philippe Badert Stephanie Gildemyn Annouk Thys Manon De Craene Inge Dompas Hilde Van De Walle
opening en receptie vrijdag 21.11 18h > 22h de kunstenaars zijn aanwezig
groepsexpo in Galerie drie met Anne-Marie Dhaluin, Wilma Dijkman, Katrien Everaert, Ariane Verstraete
Tekst en fotografie Kathleen Ramboer
Bestaat er een allesomvattend antwoord op de vraag: ‘Wat is kunst?’ Wat maakt van een creatie, een goed kunstwerk? En wanneer krijgt iets waarde? Helpt een galerie of een expo in een galerie deze pertinente vraag te beantwoorden? Moeilijk, niet echt, denk ik dan. Je ontdekt er wat de kunstwereld beroert of wat de kunstmarkt biedt, een bevredigend antwoord krijg je niet of is er niet. Maar Galerie Drie houdt de kunstliefhebber wakker, of is het andersom? De nog jonge galerie toont kunst rijk aan diversiteit, niet traditionele en minder vanzelfsprekende kunst, ze maken er plaats voor. Dat houdt de vinger aan de pols.
Onlangs las ik een tekst van Yves Joris: Kunst is iets wat gebeurt…. Je kent dat gevoel misschien. Je loopt door een zaal, zonder verwachting, en plots blijft je blik haken aan één werk. Niet het grootste, niet het luidste. Iets kleins, bijna onopvallends. En toch word je even stil. Dat moment tussen herkenning en verbazing is, denk ik, waar kunst begint. Niet in het materiaal, maar in wat het aanraakt…
Langs BINNENWEGEN stel ik me open voor de kunst, het herkennen, voor wat er op me af komt.
Tijdens het leveren van de werken, maak ik kennis met de kunstenaars, Anne-Marie Dhaluin, Wilma Dijkman, Katrien Everaert, Ariane Verstraete en hun werk. Een dialoog laat niet op zich wachten. Voor het viertal is kunst hoe wonderlijk het ook klinkt van levens belang, kunst is meer dan een goed medicijn; roept emoties op, activeert herinneringen en raakt de kunstenaar en zijn publiek diep. In de aha-erlebnis begint de kunst. De expo BINNENWEGEN brengt een pad emoties gekanaliseerd in kunst. De vier kunstenaars beschikken over een arsenaal aan persoonlijke technieken om die beleving intens en zachtjes te verbeelden. Geen rebellie, wilde, felle, agressieve kleuren maar gevoelige, lichtvoetige schoonheid sleept de kijker mee in hun verhaal en in dat van de Galerie. Hun taal is die van de schone kunsten. Het beeld op de uitnodiging zit in de juiste sfeer.
ANNE–MARIE DHALUIN
Het werk van Anne-Marie Dhaluin is me bekend. Ik ben blij haar kunst hier in -’t echt- te mogen beschouwen, weg van de hapklare sociale media winkel. Haar textielwerkjes zijn klein maar oh zo tactiel. Enkele nodigen uit om er heel voorzichtig overheen te strijken, dat mag en kan… geen glas om je af te remmen! De kunst van Anne-Marie Dhaluin raakt je en raak je aan, je voelt het zware bamboe papier, de ruwe canvas, de kleurrijke draden, de lapjes geweven stof, het gaas… een fijne ervaring. Haar werk is tot in de kleinste hoekjes gelaagd. Een rode verflaag verschuilt zich achter een zacht blauwgrijs vlak, een oranje verflaag houdt roden in bedwang… De diverse kleurlagen zorgen voor dat bescheiden tikkeltje picturaliteit dat haar werk nodig heeft en optilt.
Elk kunstwerk verbergt ergens wel een levensverhaal, een anekdote of een ingrijpende gebeurtenis. De diversiteit aan materialen die Anne-Marie Dhaluin aanwendt, wekt heimwee naar een wirwar aan bobijnen, bonte draden en stiksels, naar een naaimachine die zoemend een gezellige huiskamer tot leven bracht. In haar huiskamer/atelier daar werkt ze nu, omringd door zoveel herinneringen, hier komt ze tot rust. Het sfeervol werken aan een gezellige tafel is dé verklaring voor eerder kleine formaten. Patronen zijn een weerkerend element in haar kunst. Patronen die ze overal ontdekt: in de vlakken van een landschap in vogelperspectief, in een tegelvloer… in architectuur, stoffen, mode, ongetwijfeld ook in een eenvoudige keukenhanddoek. Haar kunst is van begin tot het einde sterk persoonlijk, zelfs het inkaderen neemt ze voor haar rekening, hier komt nogmaals het verleden om de hoek kijken. Een creatieve vader liet zijn kleine meisje helpen in zijn timmer werkplaats. Zoals vaak vormt het verleden een basis voor de toekomst. In het gezelschap van het verleden neemt Anne-Marie Dhaluin een vlucht naar de toekomst.
WILMA DIJKMAN
The other side
Wilma Dijkman noemt zichzelf een kunstenaar/onderzoeker. Door middel van creatieve processen zoekt ze een antwoord op levensvragen. Hoe verhoudt de mens zich tot zijn leefgebied? Onze relatie met onze natuurlijke omgeving zijn we ergens onderweg verloren, het evenwicht is zoek. Ze attendeert hierop, niet met rebelse agressieve kunst, neen ze legt heel voorzichtig de vinger op de wonde, zacht en teder. Wilma Dijkman beseft de onmacht van agressieve kunst en kiest resoluut voor verstilling in deze gepolariseerde wereld. Enkele jaren terug had ze nood aan inventarisatie. Wat boeit haar; de verhouding van de natuur ten op zichtte van het zelf, het kijken van buiten naar binnen of is het van binnen naar buiten? Ze brengt geen boodschap, geen slogans, haar thema is onderzoek. Het resultaat is schoonheid, onwerelds. Ik refereer graag naar haar in-situ installatie ‘The other side’ op de Brug der Keizerlijke Geneugten, die was te zien tijdens de Kunst biënnale Prinsenhof 2025. Haar installatie was één en al Japanse schoonheid en esthetiek. ‘The other Side’ nodigde uit om de brug te vieren als symbool van verbinding, reflectie en transformatie. Wilma Dijkman is uitermate nieuwsgierig, dat verklaart het gebruik van sterk uiteenlopende technieken zoals fotografie, textielkunst, borduurwerk, tekenen, werken met en op papier, hout, karton en onlangs nog video. Niet alledaagse werkwijzen zijn haar instrument om schoonheid te creëren. Esthetiek ervaren is helend, graag zien is in elke context belangrijk. Voor Wilma Dijkman mag kunst mooi zijn.
Tijdens de expo Binnenwegen brengt ze maskerobjecten ‘We are many’. Wie zijn we? Een masker versluiert ons zijn. De maskers stapelt ze. Ze verwijst hiermee naar muziekinstrumenten die ze op haar beurt associeert met de mens als instrument, als middel tot het bewandelen van BINNENWEGEN van de ziel, het zijn.
KATRIEN EVERAERT
Katrien Everaert is overtuigd: als kunstenaar ben je geboren. Ze was voorbestemd het pad van de kunst te bewandelen. Een creatieve pa, die haar de schoonheid liet liefhebben, een ma-naaister, wonen in een stoffenwinkel, dit zijn ingrediënten die Katrien gevormd hebben tot wie ze nu is. Katrien Everaert beweegt zich vlot tussen verschillende disciplines. De kunstenaar is immer op zoek om materie met de ruimte te verbinden. Keramiek, textiel, touw … zijn haar instrumenten. Het begon figuratief. Aan de keukentafel schilderde ze voor haar vijf kinderen. Later kwam keramiek op de proppen tijdens het lesgeven aan blinden en slechtzienden.
Als de ruimte op voorhand gekend is, gaat haar kunstwerk volledig op in de ruimte, kiest ze materiaal in functie van de locatie. Ze werkt intuïtief, naar waar haar techniek haar heenbrengt. Ooit las ik: ‘Kunst is onderdeel van een oeuvre. Het proces is het maken zelf’. En misschien kunnen we dat op de kunst van Katrien Everaert toepassen. Hoewel ze zich geen textielkunstenaar wil noemen, houdt ze van de eenvoud van batik. Door de therapeutische kracht van kleuren en techniek betekende de kunst van het batikken voor haar een nieuwe start. Haar batikken spreken een poëtische taal zonder woorden. Haar hart ligt bij tactiele zintuiglijke materies zoals klei, was, hout… Op de expo BINNENWEGEN brengt ze sleutelwerken in keramiek, klei… een concept met vele laagjes, zoals het leven zich aanbiedt, symbool voor wat was en nog komen zal, voor een leven in beweging. Het bouwmateriaal voor haar toren doet denken aan een blokkendoos of bouwdoos. Is dit een knipoog naar een heerlijk creatieve kindertijd? Het brengt in elk geval mijn jeugdjaren terug. De toren, hoewel de materie mij hout lijkt, is een speels bewegend sculptuur in klei. Wellicht is het sculptuur ook demonteerbaar wat het werkelijke leven, gelukkig maar, niet is. Zowel haar batikken als sculpturen laten me dromen en wekken een nostalgisch verlangen naar een heerlijke nieuwe wereld.
ARIANE VERSTRAETE
In de kunst van Ariane Verstraete is haar nu en verleden sterk aanwezig. Via haar website https://www.stapelartmusic.com/ariane maak ik voor het eerst kennis met haar werk. Haar installatie LIFE, een sculptuur van knopen en touwen, bleek achteraf, een therapeutisch werk. De wirwar van geweven draden en knopen die uiteindelijk één worden is symbolisch voor de chaos van het leven waarin ze haar weg zoekt met de kunst als bondgenoot. Een spel van touwen, licht en schaduw appelleert aan een broodnodige verbinding in deze onrustige tijd en draagt sporen van haar verleden als fotografe. Alles is inspiratie voor de kunstenaar maar soms beweegt de creativiteit zich in een doodlopend straatje. ‘Painted Black’ is letterlijk en figuurlijk een zwarte reeks. Canvassen in de kleuren van het regenboogspectrum overschilderde ze met zwart. Na de reeks kon ze terug vol verwondering haar omgeving observeren als grondstof voor nieuwe creaties. Ik bekijk haar recente serie ‘Troostwolken’ die ze straks presenteert in de galerie. De reeks is geschilderd naar aanleiding van de dood van haar vader, de vader van wie ze het creatieve, artistieke DNA erfde. Ik erken en herken de kracht van kunst. Door kunst overleven geliefden in de schaduw van de herinnering. Ariane schildert dagelijks wolken, gefotografeerd in de haven van Gent, de plaats waar haar vader werkte. Ze verbindt de ervaring van het verlies met de eeuwige wolken boven de haven. Daarna stopt ze de wolken in een koester- of troostdoosje. Is ze bang dat de wolken verdampen, opgaan in lucht, de herinneringen ontsnappen? ‘Kunst is geen antwoord op de dood. Het is een oefening in blijven’. Yves Joris
De kunstenaar is op zoek naar zichzelf, naar haar plaats in de maatschappij, naar verbinding. Vandaag focust ze zich ook op recyclagekunst want kunst creëert bewustzijn. Ze is dankbaar voor de natuur, het leven en daar wil ze zorg voor dragen. Arianne vindt het haar missie de wonde bloot te leggen en de lichtzinnigheid waarmee de mens met zijn leefmilieu omspringt aan te klagen.
Leeg is Galerie Drie een witte ruimte zonder prikkels, met een groot venster en glazen deur, uitkijkend op een rustig stadsstraatje. Maar tijdens BINNENWEGEN open je die deur en wandel je in het verleden, heden en toekomst van de vier tentoonstellende kunstenaars. Je treedt binnen in een wondere zintuiglijke wereld van gevoelens. Langs binnenwegen het innerlijke landschap van emoties en gevoelens verkennen, dat is een optie.
Galerie Drie “Binnenwegen” van 21.11 tot 14.12.2025 Sint-Amelbergastraat 3A, Gent vernissage vrijdag 21 november van 9u tot 22u vrijdag en zaterdag van 9u tot 18u zondag van 9u tot 14u https://www.instagram.com/galeriedrie/
De expo ENTER kan je bezoeken in de Pastorie van het landelijke Munte. Annick Wallaert, Begga Vermaelen, Els Malyster en Tom Van Nuffel stellen er tentoon. Het viertal studeerde vrije grafiek maar daar bleef het niet bij. Hun artistiek pad maakte zijsprongen naar diverse andere technieken. Het viertal stelt het leven centraal, het persoonlijk leven, het leven van elke dag. De kunstenaars vertonen betrokkenheid met hun omgeving, de mens en de wereld van vandaag. ENTER is een dialoog tussen bevriende kunstenaars over het onuitgesprokene, over wat nog leeft, ook als woorden ontbreken. Annick Wallaert.
ANNICK WALLAERT
Annick Wallaert communiceert het liefst via haar schilderkunst. Annick was voor mij de kunstenaar van expressieve, kale bomen, grafisch van opzet, bijna getekend, ze staan mooi te wezen op een effen kleurig vlak. Deze periode is verleden tijd. Bij het aanschouwen van de nieuwste canvassen vorm ik me een beeld over het hoe en waarom, over de gedachte die ze wil overbrengen.
Arbreuit de reeks ‘Sangatte’
Wat de reeks ‘Our unlived Life’ betreft, sla ik de bal compleet mis. Haar felle roden en rozen roepen bij mij passie en rebellie op. Niets is minder waar. De heftige kleuren zijn de vertolkers van haar gebarsten ziel, van haar droefheid, haar kwetsbaarheid en veerkracht, van haar emotionele landschap. De kleuren staan volgens Annick symbool voor een huid die leeft, zacht en kwetsbaar tegelijk. Door mijn verdriet zijn de roden hevig, vertrouwt Annick me toe. En leven dat wil ze… de kunst helpt haar hierbij; kunst is voor haar hét middel om te overleven.
Our unlived Life – pastel
Mij lijken de werken spontaan geschilderd. Ook hier heb ik het mis. Annick benoemt ze als SLOW ART. De canvassen bouwt ze heel traag op, laag op laag. Ze start heel zachtjes om later heftig te eindigen. In de dominante verticalen vermoed ik een tralies, een hek… metaforen voor een zekere onvrijheid waar de kunstenaar wil aan ontsnappen. Annick repliceert: Sangatte, daar ligt de oorsprong van die geschilderde verticalen, Sangatte het dorp waar de vluchtelingen vertoeven om van daaruit de overtocht te wagen. De rechtopstaande lijnen zijn houten spijlen van neergewaaide hekkens maar voor mij zijn het beenderen van de ontheemden op zoek naar andere betere horizonten. Deze reeks ‘Sangatte’ is gestart in 2022 vanuit een maatschappelijke universele achtergrond en evolueerde naar ‘Unlived life’ die vertrekt vanuit mijn persoonlijke beleving. Ik lees veel boeken over psychologie, de reeks is genoemd naar een quote van Carl Gustav Jung: ‘Our unlived life, the unseen – unfelt parts of our psyche’ . De quote verwijst volgens Annick Wallaert naar ‘… dingen die er altijd zijn maar niet aan de oppervlakte komen of mogen komen’, naar het collectief onbewuste.
uit de reeks Our unlived Life
Het niet negeren van haar verdriet, het op het canvas wegschilderen van een donkere tijd, helpt de kunstenaar deze periode in haar leven af te sluiten.
BEGGA VERMAELEN
Kunst is de rode draad in het leven van Begga Vermaelen. Kleurpotloden waren de poppen van haar kindertijd. Na haar middelbare studies kunstonderwijs kiest ze uit onzekerheid voor conservatie en restauratie van muurschilderingen. En toch de drang naar creatie blijft kriebelen. Nu is vrije grafiek onder de vorm van houtsneden haar passie. Laatst verschenen ook mezzotinten op het appel.
Houtsnede en boekje, handmatig vervaardigd door Begga Vermaelen, met Japanse binding – houtsneden aangevuld met partijen in potlood
Hoe komt het toch dat jij moeilijke technieken als mezzotint, houtsneden… zo snel beheerst, vroeg ik haar. Waarschijnlijk omdat ik door mijn beroep als restaurateur vertrouwd ben met vele technieken, je pikt gemakkelijker in op handelingen, was het antwoord. Ze heeft het in de vingers, dat zie je zo.
Houtsnede, 6 lagen, 2 verschillende drukken van eenzelfde werk
Ze aanbidt de schoonheid van het alledaagse. De straat, haar omgeving en haar persoonlijke leefwereld… voeden haar kunst. De houtsneden ogen desolaat, geen spoor van mensen en toch zijn ze ergens aanwezig. Dit heeft ze gemeen met Koen van den Broek: de fascinatie voor stoepranden, straatstenen en modernistische architectuur. Licht, schaduw, rechte lijnen en een subtiele vlakverdeling zijn de basis bouwstenen, de fundamenten waarop haar werk gebouwd is. Wellicht brengt deze zoektocht, deze queeste naar een ruimtelijk onderwerp haar dichter bij de abstractie. Bij Begga Vermaelen ligt volgens mij deze mogelijkheid voor de hand. Bij restauratie heb je oog voor het detail daarom waren haar vroeg schilderijen meer verhalend realistisch nu opteert Begga Vermaelen resoluut voor de essentie, de eenvoud, zelfs voor eliminatie, het uitpuren van een onderwerp. Een boom bestaat uit 2 lijnen, een weg is een vlak, een huis telt horizontale lijnen en verticale… Wie woont in het huis, waar zijn de tafel, de stoel, de zetel, het bed? Bij haar heeft het publiek het laatste woord. De beschouwer verbeeldt zich een verhaal, zoekt tekst bij het beeld, vult de ruimte in. Haar werken halen het creatieve in de toeschouwer naar boven. En dat is fijn.
ELS MALYSTER
Els Malyster studeerde vrije grafiek, voelde zich niet thuis in die richting en koos zoals Begga Vermaelen voor de restauratie. Na 25 jaar werken als restaurateur was de passie op de vlucht en studeerde ze avondles keramiek. Ze startte met gebruiksvoorwerpen maar nu zoekt Els Malyster het artistieke op. De ideeën om beelden te creëren hopen zich op, dwalen rond in haar dromen, klaar om uit te breken. De materiaal kennis en vaardigheden, verworven tijdens de restauratie van muurschilderijen, zijn nuttig voor haar kunst van nu. Oude materialen boeien haar, afval containers zijn voor haar een schatkist met uniek materiaal. In het atelier stapelen de verzamelde voorwerpen zich op. Ze maakt er objecten mee waar niet altijd een concept in terug te vinden is. Dat hoeft ook niet voor haar, iets moois maken dat wil ze wel. Kunst mag toch ook amusement zijn? Het maakproces vindt ze fantastisch en dat kan je zien aan de schopjes die ze omtoverde tot kunstvoorwerpen. Ook werk dat spreekt toont ze hier in de Pastorie. Wat in de wereld gaande is beroert haar. Als reactie creëerde ze een pot met een tekst die de mensen wil aansporen te communiceren, met elkaar te praten, wie weet helpt dat de wereld vooruit. De werken met de neuzen en oren hebben dezelfde bedoeling. De oren zijn gelabeld met de tekst LUISTER, in vele talen, Chinees, Russisch…. De neuzen… die wijzen in dezelfde richting, eentje niet, altijd is er die ene dwarsligger. En dat hoeft niet negatief te zijn.
Haar beelden zijn verstild, doen me denken aan dodenmaskers, zonder uitdrukking. De inspiratiebron blijkt een Weens museum, een ziekenhuis, een soort rariteiten kabinet waar wassen afgietsels van psychisch zieke mensen te zien zijn. Tijdens covid trok de kunstenaar zich terug in haar atelier om deze werken te maken. Zo kwam ze er tot rust, haar beelden vertolken die stilte, die concentratie, het alleen zijn ver van de turbulente wereld buiten het atelier, het berusten. De psyche, het fysische en medische zijn drie pijlers die je terugvindt in het werk van Els. ‘Is dat niet wat depri?’ vraag ik de kunstenaar. Els Malyster: ‘Helemaal niet, het is pure fascinatie.’ Haar oma had een Larousse médical illustré. De prenten met afwijkingen van het menselijk lichaam, van allerlei vreemde ziektes die de huid en het uiterlijk van de mens extreem veranderen, die waren het meest bekeken. Bij oma werd het zaadje geplant, nu zie je de vruchten waar elke kunstliefhebber mag en kan van genieten.
TOM VAN NUFFEL
Tom Van Nuffel is graficus van opleiding maar grafiek verdween op de achtergrond, fotografie neemt sinds 2002 de overhand. Bij de opstelling fotografeer ik zijn werk. Rapper gezegd dan gedaan. Zijn foto’s voorziet Tom Van Nuffel met een laagje epoxy en dat maakt mijn taak oh zo moeilijk. De herfstzon speelt met het glanzend oppervlak, brandt optisch witte vage vlekken in het beeld, creëert een nieuwe foto, een gelaagdheid die de fotograaf niet voor ogen had. Fotografie is spelen met licht, hier in de Pastorie speelt het zonlicht met de foto. Ik beleef een magisch moment. Ook zonder het spelende zonlicht zijn de foto’s één en al mysterie. Ze omarmen de poëzie van het onvolmaakte. Soms is het raden naar het onderwerp. Zie ik een vlieg of is het een zwarte vlek? Is dat varkentje wel echt? Wat verstopt dat vervuilde glas, die aangeslagen ruit? Zoals Begga Vermaelen vindt hij inspiratie in zijn dagelijkse omgeving of onderweg. Op reis, in een museum… overal komen de onderwerpen naar hem toe. Als professioneel fotograaf, illustrator, grafisch vormgever (bij onder andere Collect, de Gentenaar, het jaarboek Snoecks, De Standaard… ) werkte hij met haarscherpe foto’s, de perfectie nabij. Hier in Munte toont hij creatieve fotografie, ver van de glossy magazines. Zijn foto’s zijn digitaal met een analoge uitstraling. Misschien omdat Tom Van Nuffel als graficus het niet laten kan de foto’s bij te werken met potlood en inkt?
links werk van Els Malyster en Tom Van Nuffel – rechts foto Tom Van Nuffel
foto Tom Van Nuffel
Ook lichaamsdelen bevolken de foto’s. Zoals bij zijn partner Els Malyster heeft het menselijk lichaam een plaats in zijn kunst. Een fascinatie voor skeletten, beenderen en rariteiten ligt aan de oorsprong. Zijn grootvader woonde tegenover een slachthuis. Tom Van Nuffel: ‘Ik zag horens van een stier, oren van een koe….ook dat liet zijn sporen na, ik was er niet vies van.’ In de kunstschool Sint-Lucas kwam de betovering nogmaals de kop op steken tijdens het waarnemingstekenen en modeltekenen waar een geraamte de klas sierde. Op een vorige expo, een tijdje terug toen AI nog weinig bekend was bij het grote publiek, hadden kijkers het vermoeden dat hij AI benutte, wat helemaal niet het geval was. Sculpturen, gefotografeerd in musea overal ter wereld, geeft hij een ander aanzicht. Ook zonder AI kan de fotograaf Tom Van Nuffel zijn foto’s een twist geven.
Het sterk persoonlijk werk van deze vier kunstenaars maakt indruk. Zoals de herfstzon tijdens mijn bezoek aan de Pastorie, zet ik de expo graag in het zonnetje.
Tekst en foto Kathleen Ramboer gefotografeerd tijdens de opbouw van de tentoonstelling
INFO
Pastorie Munte Munteplein 6 Merelbeke – Melle za 1 nov van 15u tot 20u open 2nov 7 nov 8nov 9nov telkens van 11u tot 18u
Een expo in deWeverij met textielkunstenaars Katrien Everaert, Trui Demarcke, Janne Gistelinck, Ina Hillewig, Mileen Malbrain en Hilde Windels curator Lieve Vanmaele soundscape Eline Vanduyver – E_Mousai
tekst en foto Kathleen Ramboer
Ik ga op pad in deWeverij, kijk voorbij de keerzijde tot de verwondering me overvalt en me onderdompelt in een nieuwe wereld, die van de textiel. De ontdekking van de vele materialen doet me beseffen dat deze textiele wereld nog alle richtingen uit kan, wacht om ontdekt te worden. In deWeverij blaast een nieuwe frisse wind de kunstwereld een geweten. Textiele kunst is te lang in de catacomben gebleven. In deWeverij overstijgt textielkunst het ambachtelijke. Geschiedenis, zelfs cultureel erfgoed gaan hier gepaard met conceptuele kunst. De expo oogt niet alleen ruimtelijk en visueel aantrekkelijk maar vertelt tevens een verhaal, het verhaal van de kunstenaar en van uiteenlopende technieken, van traditioneel materiaal op een eigentijdse manier verwerkt. Textiel bezit een organisch leven, overstijgt de intensiteit van andere materialen. Textiel beroert de zintuigen voelen: ruiken en zien. Daarom is een bezoekje aan ‘SUBTIEL TEXTIEL – Voorbij de keerzijde’ een fysische, tastbare en gevoelsmatige ervaring.
Lieve Vanmaele en Marc Mestdagh
Aan de expo ging een rijpingsproces vooraf. Februari 2025 bedachten organisator Marc Mestdagh en curator Lieve Vanmaele de eerste krijtlijnen. In april 2025 waren er atelierbezoeken. Daarna volgde een samenkomst met de kunstenaars in deWeverij, de persoonlijke verwerking van het thema plus nog een meeting in deWeverij met try-out, belangrijk voor de plaatsbepaling. Tussendoor waren er nog tal van atelierbezoeken, het vertrouwen groeide, de opstelling kreeg vorm. Later gebeurde de accrochage in samenspraak.
De curator Lieve Vanmaele stelde ik de vraag hoe de selectie tot stand kwam. Wat was hoofdzaak of minder belangrijk? Voor Lieve stond de inhoud vooraan in de rij. Eenzijdig denken daar is ze a priori tegen, je moet ook de keerzijde, de gelaagdheid, willen zien. Dat is te merken aan de opstelling. De curator verlaat het klassieke pad van het presenteren aan de wand, zoekt de ruimte op en brengt een dialoog tussen de werken onderling. Dit gebeurde in overleg met de kunstenaars. Daarnaast gebruikte ze ook haar eigen creatieve geest om het werk van de zes kunstenaars onderling te verbinden. Een pad van gebroken spiegels, spelend met licht, ruimte en de kunstwerken, plus een web van bijna onzichtbare draden, leiden de kijker door deWeverij en de tentoonstelling.
Laten we het gesuggereerde pad volgen. (Later realiseer ik me dat ik mijn eigen pad heb uitgestippeld.)
interventie van Lieve Vanmaele
Bij het binnenwandelen ervaar ik, niettegenstaande heel wat werken aanwezig zijn, een ongelooflijke lichtheid; het resultaat van een inventieve opbouw van de expo. De batikken en de werken met sisal van Katrien Everaert heten me welkom. De schuine opstelling van ‘It’s looking like a beautiful day’, los van de wand maken indruk. Details en ‘tekening’ van de batik, subtiel belicht door het daglicht, vragen om verder te kijken dan een eerste blik of indruk. Trouwens Katrien Everaert schrijft in haar beschouwing ‘The pure and simple truth is rarely pure and never simple’ Oscar Wilde Sisal touw, een prachtige materie vervaardigd door vezels uit de bladeren van de agave plant te winnen, is verwerkt in ‘Soon this tears will have cried’. Beide werken vertolken volgens Katrien Everaert, dat aan elke situatie een keerzijde is die de weg effent naar nieuwe inzichten en perspectieven.
Katrien Everaert ‘It’s looking like a beautiful day’
Het werk van Katrien Everaert gaat in gesprek met de ‘Velvet-reeks’ van Ina Hillewig. Deze reeks is sober van kleur en vorm. Minder ruimtelijk siert deze serie in alle stilte de witte muur. Het werk heeft een aaibaar karakter maar vergis je niet, de kunstenaar zet de beschouwer op het verkeerde been. Ze toont de keerzijde, de schaduwzijde van ons comfortabel luxeleven. De ‘velvet-reeks’ is vervaardigd met pluizen uit de droogtrommel. Zo krijgt afvalmateriaal een tweede leven als kunst en schopt Ina Hillewig de kunstliefhebber een geweten. Niet alle restafval verdwijnt in de eeuwigheid of is afbreekbaar.
Ina Hillewig
De sculpturen in zijde van Trui Demarcke hangen in een ongewone opstelling. Het klassieke naast elkaar opstellen is vervangen door een originele, dynamische, verticale ophanging die in dialoog gaat met de ruimte, een goede vondst. Wat me treft in de sculpturen van Trui Demarcke is hoe ze een feeërieke sfeer creëert met licht en kleur. Ze ogen fragiel en vooral licht. Klei en lijm maken de sculpturen zwaarder. En toch Trui Demarcke vraagt de kijker de keerzijde op te zoeken, de zwaarte naast de lichtheid, drama naast harmonie, twee begrippen die deel uitmaken van de complexe tekening van ons leven. Haar vier meter hoog doek ‘Tsimtsoem Sequel I’ verbeelden het ‘lichte’ en ‘zware’ in onze wereld door een minder opvallende, verfijnde tekening boven een zwaardere, expressieve te plaatsen als symbool voor de zwaartekracht.
Trui Demarcke
Mileen Malbrain is het buitenbeentje, de wetenschapper in het gezelschap. Ze schept een imaginaire wereld, fantaseert over kruisingen, hybriden, het uitbreiden van de biodiversiteit, over natuur die hardnekkig broeikasgassen kan trotseren. Haar handen toveren yoghurtpotjes om tot kweekpotjes. Hoe weeft ze die rode wol? Het blijkt rode ijzerdraad te zijn vernuftig gehaakt tot grillige organische sculpturen, tot kiemmateriaal. Een werkschrift informeert je over het kiemproces. Is Mileen Malbrain een dromer, een idealist, een kunstenaar, een wetenschapper, een conceptueel kunstenaar, een textiel kunstenaar, een natuurminnaar, een wereldverbeteraar…? In mijn dagdromen is ze een boeiende persoonlijkheid die met kunst de wereld kan redden.
Mileen Malbrain
Van het artistieke labo van Mileen Malbrain is het een kleine stap naar de weefkunst van Janne Gistelinck. De blauwen van Janne Gistelinck vormen een prettig contrast met de rode draad van Mileen Malbrain. Ik zie een majestueus tapijt ‘Terra Incognito’ de muren van deWeverij negerend. Het wandtapijt in Jacquard techniek, een klassieke rechthoek, is vrij opgehangen aan het ijzeren gebinte van de expo ruimte en raakt net niet de grond. Het 2D kunstwerk krijgt zo een bijkomende dimensie. Op die manier krijgt het publiek de gelegenheid de keerzijde te beschouwen; een vondst van de curator die een meerwaarde voor de expo betekent. Janne Gistelinck verwerkt foto’s van lichaamsdelen, techniek en natuur in één werk. Maar nu wil ze verder gaan dan illustreren, dan het zien. Ze zoekt om het bevreemdende landschap van lichaamsdelen en technische onderdelen te doorprikken en te kiezen voor de keerzijde: ervaring en beleving.
Janne Gistelinck ‘Terra Incognito’
Het organische dynamische sculptuur ‘Reach out’ van Hilde Windels is de perfecte tegenpool voor het statige rechthoekige wandtapijt van Janne Gistelinck. ‘Reach out’ kroont zich tot meester van de ruimte en moderator van de dialogen. Het materiaal in de handen van Hilde Windels zijn vlasvezels. Textielvezels leiden een eigen intens leven, ze trillen, bewegen en zijn moeilijk te manipuleren. Hilde Windels communiceert met haar materiaal, de vezels nemen de leiding maar de kunstenaar biedt ook weerstand en verzet. ‘Reach out’ is speciaal voor de ruimte en expo gecreëerd. Ik citeer Hilde Windels: ‘Ik zie mijn werk als een manier om een ruimte opnieuw te laten ademen. … Vaak zoek ik bewust contrasten op: het zachte, vloeiende dat zich tastend een weg zoekt tegenover de strakke lijnen en het onwrikbare van de architectuur. … Het werk groeit uit tot bemiddelaar, een huid tussen mens en ruimte, die uitnodigt om opnieuw te voelen en de omgeving met andere ogen te ervaren.’ Daar is Hilde Windels wonderwel in geslaagd. Vele malen bezocht ik deWeverij, dit keer zie ik niet alleen de ruimte maar word ik ze ook gewaar, ik voel ze aan. Door de verbinding en confrontatie met de andere werken aan te gaan, wordt de exporuimte voor het publiek tastbaar. ‘Reach out’ reikt de hemel de hand maar blijft toch met de voeten op de grond. Misschien vinden we in de sculptuur de kunstenaar terug?
Hilde Windels ‘Reach out’
Geluidskunstenares en DJ Eline ‘E_Mousai’ Vanduyver zorgde voor een passende ‘Soundscape’: je hoort de kadans van weefgetouwen, het gesuis van draden, het tikken van een spoel… gemengd met geluiden gelinkt aan de kunstenaar: het geluid van het behandelen van vlas door Hilde Windels, stemmen van de kunstenaars… Ook de soundscape benadrukt de ruimte, vult deWeverij. Eline Vanduyver in Weefsel 2025/3: ‘De keerzijde laat zich niet zien, maar horen. Want elk doek draagt niet alleen de kleuren en patronen van de hand van de maker, maar ook het ritme van machines, de adem van arbeid, en het gewicht van de tijd.’ Lieve Vanmaele stelt zich de vraag: Kan je ruimte begrenzen en kan je grenzen ruimte geven? De soundscape maakt de beleving compleet, het publiek ervaart hoe het leven en werken in deWeverij ooit moet zijn geweest; we luisteren naar een vleugje nostalgie, nostalgie waar we graag naar teruggrijpen in deze onzekere tijden. Te beluisteren via deze link https://deweverij.wordpress.com/wp-content/uploads/2025/09/de-keerzijde-fragment.mp3
De zeven kunstenaars blijken filosofen, nadenkend over kunst, het leven en de kunst van het leven. Hun werk oogt esthetisch, afwisselend warm en koel. Met de tentoonstelling ‘SUBTIEL TEXTIEL –voorbij de keerzijde’ verheffen ze deWeverij tot een unieke belevingsruimte die rust uitstraalt en zo het publiek aanspoort tot nadenken over de chaotische wereld waarin wij leven. Toch raad ik iedereen aan een ogenblik alleen maar te genieten van zoveel schoonheid en dan pas de keerzijde te bekijken, de verborgen betekenissen op te zoeken. De expo zal ongetwijfeld door zinderen in het creatieproces van de deelnemende kunstenaars.
Het Objectief is meer dan een printcenter. Het gonst er van de bedrijvigheid. Bijwonen van workshops, fotograferen in de studio, printen, werken in de donkere kamer, tentoonstellen… zijn maar een greep uit het gevarieerd aanbod. Het Objectief, onder de drijvende kracht van Marieke Selhorst, is een broedplaats voor creatieve ideeën. Onder haar impuls gaan fotografen onder andere van de community ‘Vrienden van Het Objectief’ op zoek naar een beeld met net dat ietsje meer. Door tentoonstellingen te organiseren in een Artist Pop-Up Ruimte weet Het Objectief de foto/kunstliefhebber warm te maken voor foto’s anders dan anders. Dit maal brengt ze ESTAFETTE.
fragment startbeeld estafette Simon Debbaut L’Ecluse
ESTAFETTE
hoe het allemaal begon
In deze reeks laten negen fotografen evenveel beelden zien die zijn ontstaan tijdens een spel. Eén voor één maakten zij een beeld en gaven het door aan de volgende fotograaf op het parcours, die er vervolgens een nieuw werk op baseerde. De race begon ongeveer een jaar geleden met een vriendenbabbel van Het Objectief. Vanuit de wens om een collectief werk te maken, startte een estafette waarbij de doorgeefstok werd vervangen door een foto. Eén beeld strooide zaadjes uit die in een ander beeld geplant werden en zo vormde zich een reeks over beginnen, eindigen en het primaire van de natuur. Het startpunt lag bij Simon Debbaut L’Ecluse, het einde bij Hilde Daem. De stops daartussen waren Louise Degraeve, Inge Stam, Peter Scherps, Kathleen Ramboer, Thomas Boussu, Marieke Selhorst en An Debie. Het resultaat is verrassend divers: zwart wit en kleur, twee- en drie dimensionaal, groot en klein, analoog, fotogram en digitaal…
Op voorhand kwamen de deelnemende fotografen samen om de inlijsting, plaats en manier van ophanging… vast te leggen, om elkaar te helpen waar nodig. Het resultaat is een kleine maar boeiende expo. Meer hoeft dat niet te zijn.
Info
Het Objectief Blekerijstraat 75 9000 Gent 3 t.e.m. 25 oktober 2025 di en woe 9u tot 13u do en vrij 14u tot 18u za 13u tot 17u
Een expo in het Platform voor actuele kunsten – PAK
tekst en fotografie Kathleen Ramboer
Een bezoekje aan de tentoonstelling ‘Le Merle Noir #2’ in het PAK te Gistel heeft me ontroerd. Hoe hartverwarmend kan dat zijn; zoveel kunstenaars, zoveel schoonheid op een locatie middenin het groen. De expo zindert nog na in mijn kunstenaars gemoed. Le Merle Noir #2 is geen vrijblijvende tentoonstelling, de werken verplichten de toeschouwer na te denken over de wereld, de mensheid, over ons ‘zijn’
Curator Frank Demarest toont van 7 september tot 12 oktober het tweede luik van Le Merle Noir. Hij brengt stuk voor stuk goede kunstenaars samen, de meeste van eigen bodem, wat ik weet te waarderen, enkele van buiten België. Ze brengen geen gemakkelijk consumeerbare kunst, leggen hun ziel bloot voor de kijker die hun kunst binnendringt. Negentien kunstenaars brengen in diverse disciplines een eigenzinnige interpretatie van de symboliek en de mystiek rondom de zwarte merel. Geen vrolijkheid siert de muren, maar op deze rustige zondagnamiddag maken de ruimtes vol licht en de kraaknette witte muren van het PAK de kunst verteerbaar. Een mystieke sfeer vergezelt me op mijn tocht doorheen de ‘kamers’ van het PAK. Onmiddellijk bij het binnentreden ben ik in de ban van de expo, de toon is gezet. Fotograaf Sébastien Van Malleghem toont het resultaat van een onderdompeling in het project Réagir in Tourcoing. Mensen, werkloos, vaak met drugsproblemen en een onzekere toekomst voor ogen, kunnen er terecht bij een team van artsen, opvoeders, psychologen, verpleegkundigen… Er is een dag- en nachtopvang voorzien. De geëngageerde fotojournalist Sébastien Van Malleghem volgde ‘Réagir’ enige tijd en toont hier doorleefde beelden van pijn en smart. De foto’s zijn stuk voor stuk getuigenissen van een diep menselijk medeleven van de fotograaf.
foto’s Sébastien Van Malleghem
‘Rood’ Tamara De Prest
De indrukken zijn talrijk, het geheel is museaal. Het valt me moeilijk enkele werken uit te pikken. Ik mis een cataloog, gelukkig heb ik foto’s gemaakt, een beetje lukraak. De reden? Fotograferen en daarbij opgaan in een expo gaan moeilijk samen. Het fotograferen breekt je echte kijkbeleving.
Tamara De Prest kennen we van haar kleine werken. Ook hier schildert ze op klein formaat waardoor je letterlijk en figuurlijk geen afstand kunt nemen van het fysieke en de inhoud. Haar materiaal gebruik, ik vermoed olieverf op flinterdun papier, blijkt uiterst kwetsbaar, parallel aan het onderwerp. Op één van haar werken ‘Rood’ staat een rode stoel met ballon centraal. De eenvoud en vooral de rode kleur van het beeld dragen bij tot de intensiteit van het schilderij. Deze kleur roept zowel positieve gevoelens op van liefde en passie als gevoelens van gevaar en woede. De toeschouwer vangt het signaal op dat bij zijn identiteit hoort.
Kim Van Daele ken ik van haar bruin getinte natuur tekeningen: bomen, struiken, landschappen… tekent ze in evenwichtige donkere en lichtere partijen, geduldig, levendig en nauwkeurig, met een gevoel voor compositie. In het PAK toont ze de vergankelijkheid van wat de mens voortbrengt: verweerde gebouwen, getransformeerd door weelderige graffiti, gevangen in een overwoekerende natuur. Ik suggereer een etiket ‘bevreemdend realisme’.
Kim Van Daele
Barbara Bervoets creëert collages met eigen foto’s en drukwerk. Ze ogen mooi en aantrekkelijk maar blijken meer te zijn dan geslaagd knip- en plakwerk. Het zijn hermetische donkere werken, niet altijd te vatten voor de kunstliefhebber. Het is aan de beschouwer het werk compleet te maken door er een interpretatie aan te geven.
Barbara Bervoets
Karl Mechnig
Een kunstenaar die ik kost wat kost wil vermelden is Karl Mechnig. Hij heeft een hoog Félicien Rops gehalte. Karl Mechnig bezit een ongelooflijk persoonlijke beeldtaal waarin de fantasie hoogtij viert. Figuren lijken uit zijn dromen ontsnapt om te dansen op het witte blad, feest te vieren en met oneindig veel sarcasme ons grijnzend aan te staren, het publiek op de korrel te nemen. De kunstenaar tekent schijnbaar met het grootste gemak speels de menselijke gekte en comedie. Geen enkele bezoeker kan deze A4 potloodtekeningen links laten liggen. Uitdagend slepen ze de toeschouwer mee in zijn onvoorstelbare bonte wereld en zetten de kijker aan het denken.
Ik weet, ik doe veel kunstenaars oneer aan door niet dieper op hun kunst in te gaan. Ik kan alleen maar schrijven dat alle werken een bezoek aan het PAK waard zijn. ‘Le Merle Noir #2’ is ongetwijfeld een ommetje waard en zet Gistel op de kaart van de kunst.
Deelnemende kunstenaars
Danielle van Zadelhoff – Gery De Smet – Kim Vandaele – Valentine Lari – Nico Vaerewijck – Sébastien Van Malleghem – Frow Steeman – Barbara Bervoets – Pascale Pollier – Sandra De ClercK – Gert Jochems – Milan Jespers – Bryan Green – Annemarie Casteleyn – Karl Mechnig – Eleanor Crook – Mathieu Lobelle – Tamara De Prest – The Colckwork Collective
Info expo
PAK Dullaertweg 80 8470 Gistel
7 september tot 12 oktober 2025 open zaterdag en zondag van 13u tot 18u
SVELTE THYS LODE LAPERRE DANIEL MATTAR MEREL VAN DE CASTEELE MARC VAN CAUWENBERGH
Introductietekst expo door Wim Lambrecht
THE SURFACE HOLDS NO SECRETS
– Over zichtbare sporen van het maakproces –
In deze tentoonstelling staat het schilderoppervlak centraal als drager van handeling, geheugen en betekenis. De kunstenaars tonen hoe elke penseelstreek, kras of laag verf niet alleen een beeld vormt, maar ook een spoor achterlaat van de actie zelf.
Wat op het eerste gezicht zichtbaar is, vormt tegelijk een sluier over wat eronder ligt: suggestie en verhulling wisselen elkaar af. In plaats van geheimen te bewaren, onthult het oppervlak de gelaagdheid van het denken en doen. Hier opent de schilderkunst een veld van sporen: deels zichtbaar, deels tastbaar en bij momenten onontkoombaar.
In een tijd waarin beeld en betekenis voortdurend in beweging zijn, richt deze tentoonstelling de blik op het schilderoppervlak als plek van handeling, proces en onthulling. The Surface Holds No Secrets brengt een groep hedendaagse kunstenaars samen die de schilderkunst benaderen als een tastbaar en levend medium waarin elke laag verf, elke geste, elke overschildering haar sporen nalaat.
Het oppervlak verbergt niets: het toont de fysieke actie van het schilderen, de twijfel, de correctie, de impuls. De schilderijen in deze tentoonstelling spreken niet zozeer in beelden, maar in gebaren in wat zichtbaar is én wat net verhuld blijft onder een sluier van verf. De lagen vormen een visuele geschiedenis, een geheugen van keuzes en veranderingen.
Centrale motieven zijn suggestie, transparantie en het spanningsveld tussen openbaring en verborgenheid. Wat is bron, wat is toeval, wat is constructie? De werken laten zien hoe schilderkunst vandaag niet alleen draait om wat wordt afgebeeld, maar vooral hoe iets ontstaat en wat daarvan bewust of onbewust zichtbaar blijft.
In plaats van een venster naar een andere werkelijkheid, presenteert de schilderkunst zich hier als een autonoom oppervlak; een veld van handelingen en sporen. Het doek wordt een plek waar betekenis niet eenduidig is, maar ontstaat in het spanningsveld tussen onthulling en verhulling, tussen wat zichtbaar is en wat slechts gesuggereerd wordt. Het oppervlak draagt geen geheimen; het is het verhaal.
Enkele impressies over het werk van de kunstenaars:
Svelte Thys Schilderen aan de rand van de hemel.
Hoewel ze over een atelier beschikt, vindt Svelte Thys haar plek aan de rand ervan; letterlijk tegen de buitenmuur. Een eenvoudige bakstenen muur, voorzien van twee nagels: één voor klein werk, één voor groter werk. Het licht speelt er vrij spel. Haar bijzondere band met licht en haar fascinatie voor natuur vormen een essentieel onderdeel van haar praktijk.
Haar schilderijen en tekeningen zijn nauw verweven met de natuur. Ze ontstaan uit wandelingen langs de randen van haar leefomgeving, of keren terug naar de achtertuin die haar wereld begrenst. Het werk toont fragmenten uit de natuur: uitsnedes waarin de seizoenen lijken op te lossen. Gestolde momenten in de tijd, waarin de stille woede van een hommel op zoek naar nectar voelbaar wordt, grassprieten hun rug richten naar het hemelgewelf of paddenstoelen zich wringen uit de grond.
Het zijn die zichtbare penseelstreken die we willen vasthouden, versterkt door de poëtische titels die Svelte hen toedicht, die zich dieper in de lente van ons geheugen graven.
Lode Laperre Een Voettocht doorheen een landschap in wording
Het lijkt wel of het oeuvre van Lode Laperre door generaties werd doorgegeven. Het heeft de uitstraling van fragmenten uit een ander tijdperk, alsof ze afkomstig zijn van archeologische artefacten uit een ver verleden, diep ingeslepen door de tand des tijds. Het is een werk dat herinneringen draagt van een tijd waarin het klimaat diepe groeven trok, bewerkt door de hand van de tijd zelf.
De werken die Lode creëert, herinneren aan de schil van de sequoia, ingesneeuwd tijdens de ijstijd, verschoven door tektonische platen en uitgespuwd door vulkanen. Ze zijn aangetast door de vurigheid van lava, geblust door water, aangespoeld door de onstuimige zeeën. Ze dragen het spoor van nomaden die hen gebruikten als schild tegen zandstormen, door de eeuwen heen geruild op de zijderoutes, verloren in anonimiteit, bedolven door rotsen en uiteindelijk bevrijd door erosie, en opnieuw bedekt door een kleed van korstmossen.
Van dichtbij lijken ze op huiden die worden beteugeld door de leerlooier. Van verre verwijzen ze naar oosterse landschappen, gezien vanuit een goddelijk standpunt — ver voorbij de winter van het leven, bloedend in pracht, lavend aan de blik van de vele pelgrims die even halt houden, om daarna hun voettocht verder te zetten.
Lode Laperre’s werk is opgewekt uit de dood, gedoemd om te overleven.
Daniel Mattar Miniatuur van het onzichtbare.
Het werk van Daniel Mattar is een verkenning van technologie en verf in hun puurste, meest geconcentreerde vorm. Het lijkt te ontspringen aan een mechanisch oog, dat verder kijkt dan de menselijke waarneming, en een ode brengt aan de kracht van de verf. Elke druppel die hij aanbrengt, elke bolling en stolling, doet denken aan industrieel ontwerp, maar verwijst tegelijk naar de elementaire puurheid van de oervorm.
Zijn achtergronden zijn geen zachte colorfields, maar kleurvlakken die ongenadig de ruimte ontkennen, het vlak opeisen en het fundament vormen voor de uitvergrote verfdruppels of vegen, die zich als een levend mechanisme in de ruimte bevindt. Het werk is als een aankondiging van een bas-reliëf, een toenadering tot de gene zijde, een verlangen dat zich uitstrekt naar de aanraking die nooit komt, afgeschermd door het glas dat de afstand bewaakt.
Wat Mattar creëert is een werk dat zowel de stolling van de tijd als de vloeibaarheid van de moment bevat, een spanning die slechts op het grensvlak tussen de mechanische en de organische wordt begrepen.
Merel Van de Casteele Schilder van oorsprong, kunstenaar in veelvoud.
Zowel het grafische als het plastische liggen haar nauw aan het hart, en ze weet beide werelden ogenschijnlijk moeiteloos te verbinden in een hybride praktijk. Ze beweegt zich tussen nacht en dag, tussen donkerte en lichtheid, tussen kern en oppervlak.
Haar werk is soms open en leesbaar, dan weer gesloten en ongrijpbaar maar altijd onrustig. Wie goed kijkt, en meer nog: wie goed luistert, voelt de spanning onder het oppervlak. Het zijn de zogenaamde tegenstellingen die de tussenruimte voeden. En het is precies die tussenruimte die Merel opzoekt en nodig heeft om zichzelf te voeden.
Buiten het atelier zoekt ze de publieke ruimte op, waar ze haar objecten bezweert en deelt via haar kenmerkende performatieve geste.
Het jonge oeuvre van Van de Casteele is matuur en gelaagd, geworteld in een fascinatie voor het etnografische en het academische. Een combinatie waarin vergeten geschiedenissen transformeren tot urgente getuigenissen.
Marc Van Cauwenbergh Dance among Friends
Binnen de ogenschijnlijke beperkingen van een vast formaat, openbaart zich een ongrijpbare vloeibaarheid. Verflagen lijken traag en bedachtzaam aangebracht, maar in werkelijkheid zijn ze snel, trefzeker, bijna vluchtig gepenseeld. Marc blijft ongemeen trouw aan zijn kleurenpalet, een constante die hij al veertig jaar met precisie aanhoudt. De verfhuid leeft, trilt, houdt nooit de adem vast. Het werk beweegt, speelt met zwaartekracht, met leesrichting, alsof de elementen altijd in transitie zijn; niets is vast, niets is definitief.
Marc gedraagt zich als een orkestleider die de partituur nauw volgt, maar altijd ruimte laat voor improvisatie. In zijn composities verschuift de vertrouwde orde, scherpe dieptes worden plots verstoord, en een moment wordt verlevendigd door een onverwachte kleurflits. Elke penseelstreek is een nieuwe beweging, een wending die zich voortdurend aanpast aan de vloeibaarheid van de ruimte: nooit afgebakend, altijd overlappend, altijd in dialoog met zichzelf.
De kleine formaten verhalen over de pols, de snelle bewegingen, het onmiddellijke gebaar. De grotere formaten begrijpen dan weer het lichaam, de arm die zich uitstrekt, die ruimte zoekt. Deze doeken verbergen niet alleen de muzikaliteit van het schilderproces, maar onthullen een kracht die voorbij de afgebakende ruimte breekt. Zoals een dans die zich niet laat beperken door regels, die vrijheid zoekt in haar eigen beweging, haar eigen vloeibare expressie.
Kleine choreografieën, verfijnde innerlijke bewegingen die de pure abstractie bezingen, altijd in beweging, ongrijpbaar zoals een vissenlijf.
De tekeningen van Marjan Brabants intrigeren me mateloos. Ik ontdekte haar op Instagram, met enthousiasme reageerde ik keer op keer op haar tekeningen. Haar sterk persoonlijke, hermetische poëzie liet me ook niet onberoerd. Toen ik de dichtbundel DAG ZEGGEN FAALT (geïllustreerd met tal van zelfportretten) in mijn handen kreeg, besloot ik Marjan Brabants te contacteren. ‘Had ze zin in een interview?’ mailde ik haar. Marjan wou liever schrijven.
Mailverkeer
naar aanleiding van het lezen van haar dichtbundel met zelfportretten DAG ZEGGEN FAALT beeldend werk en poëzie Cursieve teksten zijn fragmenten overgenomen vanhttps://www.marjanb.com/boek
Dag Marjan b
Via Instagram leerde ik je poëzie en tekenkunst kennen en appreciëren. Massa’s zelfportretten verrassen me opnieuw en opnieuw, je tekeningen zijn telkens verrassend anders en toch altijd Marjan; Marjan met de grote ogen, soms vragend, dromerig, uitdagend, kwaad, onzeker, starend, ongelooflijk expressief….. En kijk plots veroverde ook poëzie je account. Tekeningen en poëzie vechten nu samen om aandacht. ‘Na mijn vaders dood, begon ik routineus te schrijven. Beeldend werken absorbeerde de schok niet en ik zocht intuïtief een uitweg.’ Nu boort poëzie zich een weg tussen potlood en markers. Was de dichtkunst latent aanwezig en kwam die pas aan de oppervlakte bij het heengaan van je vader?
In je nawoord lees ik ‘We zijn ruim een jaar na de uitgave van mijn bundel DAG ZEGGEN FAALT. Het stof van een vader verdwenen ligt bedaarder, kroppen moeten minder weggeslikt.’ Is de drang naar het schrijven van poëzie nu minder? Of zal er altijd een gebeurtenis, ontmoeting en dat gevoel zijn die je laten grijpen naar de pen?
3 augustus ‘23 overgenomen uit boek DAG ZEGGEN FAALT
hoe harmonieus de tak die telkens ’t juiste ritme vindt op elke vlaag van wind
Ik hoop nog jaren te ontdekken stille verzen als deze, ze zachtjes te lezen, dromend van een welklinkende wereld in balans.
Het potlood was het attribuut van je pa om merkwaardige zaken te onderlijnen, jij gebruikt het als tekeninstrument. Wie weet hou je zoals je pa teksten bij, onderlijn je wat je boeit…. ‘Hij was de literaire stem in ons gezin en die ruimte had hij verlaten, een plek om met hem te blijven praten.’ Ben je tevreden over je eigen schrijvende stem? Mis je een goedkeurende blik, het ultieme oordeel van je vader?
‘Mijn vader had een enorm egard voor Chet Baker en zijn muziek landde vol in mijn oren. Misschien werd daar mijn schrijfstem geboren? Één die, zoals Baker, net in een beperkt bereik kan zeggen wat er te zeggen valt.’ Misschien zou hij je aansporen meer volzinnen te schrijven?
Wat me opvalt. Je tekent jezelf niet als een vrolijke, blije Marjan die het leven toelacht, gulzig genietend van het ‘zijn’. Op één van je tekeningen ligt zelfs de tuin er kleurloos bij. Je portretten ogen droefgeestig en toch is er ook die andere Marjan, dat ben ik zeker. De melancholie haalt het van de lach. ‘Ik was een ernstig kind.’ schrijf je in je nawoord, ik vermoed, nu een ‘ernstige vrouw’ Op je tekening maakt de kat zich geen zorgen en knijpt de ogen dicht, waarom stel ik dan zo veel vragen? ik weet niet wie anders te zijn schrijf je in een gedicht, dat hoeft ook niet… zolang je maar gelukkig bent.
Ook je handen zijn suggestieve, expressieve zelfportretten, portretten in de stijl van je ogen. Ze verraden de goede tekenaar in je. Ik zoek wat ze te vertellen hebben. Het valt moeilijk te vatten voor mij als buitenstaander.
Uit je tekeningen spreekt zoveel liefde voor je hond en je kat maar ik hoop ook voor de mens. Peren en appels zijn bij jou geen stillevens, ze leven op het dode papier.
Kan een dag leeg zijn; een dag zonder tekst, zonder sprekende tekeningen, met heel veel rust in je hoofd?
Dit zijn vele vragen van mij aan jou. Wat je kwijt wil aan de wereld, mag je me vertellen, het hoeft niet, maar graag. Dank je.
Lieve groeten Kathleen Ramboer Bewonderaar en reporter van Kunst
Dag Kathleen
De ontmoeting tussen werk en kijker of lezer, het blijft iets mysterieus, en je brief is voor mij als gluren door een sleutelgat. Ik pik dadelijk in op “Tekeningen en poëzie vechten nu samen om aandacht.” Voor mij zijn het parallelle sporen. Misschien schrijf ik meer denkend en teken ik meer voelend, maar dat zijn twee kanten van dezelfde medaille. De innerlijke noodzaak om een lijn te trekken of een woord te typen, alsof ik me van iets moet bevrijden. Poëzie was inderdaad al latent aanwezig, en de dood van mijn vader stookte het vuur om te schrijven op. Met tekenen alleen kon ik de schok niet dragen. Vandaag voelt het minder urgent, maar ook het alledaagse, mijn hond of een tak, geeft op dezelfde manier aanleiding tot creëren. Wie weet wat morgen brengt, beeld noch gedicht laten zich tegenhouden of afdwingen.
Je vraagt of ik tevreden ben met mijn schrijfstem. Wel, ze is wat ze is. Ze is mijn vertaling van de horten en stoten van rouw, de flarden van herinneren, de opgebroken vader. Ik kon alleen zo schrijven: fragmentarisch, wegkappend op zoek naar iets wezenlijks. Eerder hermetisch besef ik, misschien een artistieke vorm van zelfregulatie, maar niet onlogisch gezien parallel mijn beeldend werk en de muzikale laag in mijn leven.
Ik mis het oordeel van mijn vader niet. Ik weet dat hij fier was, ongeacht. En voor volzinnen kan hij een roman openslaan.
Je wenst me toe gelukkig te zijn, en dat is wat mijn werk wel vaker oproept. “Gaat het goed met jou?” Onlangs ontdekte ik een zelfportret van Giorgio de Chirico uit 1911, met de Latijnse inscriptie “Et quid amabo nisi quod aenigma est?”: “En wat zal ik beminnen, zo niet het raadsel?”. Dat resoneerde omwille van zijn invalshoek. Is dit wat ik doe? Het enigma van zijn proberen te omhelzen? Niet iedere dag nee, alhoewel, en soms is leeg gewoon vol…
22 januari ‘23
wie zichzelf niet draagt in de vullende leegte van wegdeemsterend licht zwicht
Merci voor de ontmoeting Kathleen, alle goeds,
marjan b
PS: waar zag je die appels? En ik die dacht dat ik een peer kon tekenen, ik oefen nog wat.
Dag Marjan
Dank voor je eerlijke antwoord. Ik bekijk wanneer ik je tekst kan inplannen. In elk geval hou ik je op de hoogte.
En inderdaad, het zijn wel degelijk fantastisch getekende peren die appels van je. Er is geen twijfel mogelijk. Ik dacht bij het kijken onmiddellijk aan de geaquarelleerde appels van Cézanne. Hij illustreerde er enkele brieven mee. De manier waarop je de bolle vorm plastisch weergeeft is voor mij à la Cézanne. Dat is de enige echte reden van mijn mis schrijven en niet je tekentalent.
DICHTBUNDEL DAG ZEGGEN FAALT 21 x 28 cm 64 pagina’s paperback ISBN 9789464986709 prijs 22,95 euro afhalen gratis / verzending met bpost 6,85 euro (BE) formulier invullen zie https://www.marjanb.com/boek
Een tentoonstelling met vier boeiende kunstenaars in Galerie drie – Gent
Tekst Kathleen Ramboer
Een groepsexpo samenstellen is geen sinecure en toch brengt Galerie Drie dit telkens opnieuw tot een goed einde. FRAGMENTS is de volgende collectieve tentoonstelling in de galerie. In een ongedwongen sfeer kan ik kennismaken met de vier kunstenaars en hun werk. Op een met zon overgoten ‘zon’dagmorgen stappen de kunstenaars voorzichtig met hun zorgvuldig ingepakt werk over de drempel;. Bij het uitpakken kost het me wat moeite de rode (of is het de blauwe draad?) voor deze expo te vinden. Wat verbindt de sterk uiteenlopende werken van de vier kunstenaars? Alhoewel… de titel licht al een tipje van de sluier op: Janne, Stijn, Pieter en Long vertrekken van fragmenten. Dat kan inhouden: fotografische of getekende onderdelen van een landschap, machine of figuur, collages, stukjes van vroeger werk, lapjes klei… Met hun puzzelstukken dragen ze bij tot het totale landschap van de expo.
Thanh Long Lam
Desolate landschappen in houtskool met een voorzichtig vleugje kleur in krijt zijn het handelsmerk van de kunstenaar. Identiek is het formaat: 20,5cm x 29,2cm x 0,8cm. Thanh Long Lam presenteert ze telkens samen op een wand, netjes geordend, gestructureerd in een raster. De werken benoemt hij als HYPERSONIC HISTORY. ‘Zie ik één groot kunstwerk of een installatie, is elke tekening slechts een onderdeel van het totale plaatje?’ De tekeningen zijn meer dan de som van het geheel. Stil word ik van ongerepte verwondering om zoveel poëzie in zwart/wit. Nieuw is de interactie die de kunstenaar vraagt aan het publiek. Via een bordje dat nu nog achteloos op een stoel ligt, vraagt hij het publiek voor één keer zelf curator te spelen.
foto Thanh Long Lam
Dit is een slimme zet van de kunstenaar. Hij vraagt de kijker te vertragen en met een creatieve flow binnen te stappen in de eenzaamheid van zijn landschappen. Het is een middel om het publiek langer aan het werk en de locatie te binden. Als ik hem vraag waarom er geen mens op zijn werk te bespeuren valt, antwoordt de kunstenaar kordaat: je ervaart het desolate landschap, de stilte na een vlaag van intens geweld. De menselijke voetafdruk is er nog en laat sporen na. Thanh Long Lam verrast me ook met nieuw werk dat niet nieuw is. AIN’T NO LANDSCAPE HIGH ENOUGH is de toepasselijke titel. Vijf vroegere werken verknipte hij in gelijke vierkantjes. De stukjes zijn gekleefd op MDF van diverse diktes. Het resultaat is een tekening met een derde dimensie, schaduwen bezorgen het vlakke land reliëf. Is dit spielerei of geeft het de werken meer zeggingskracht? De kijker heeft het laatste woord. De stapels tekeningen in zwart/wit zijn een gevolg van zijn studies grafiek. Stilaan sluipt er meer kleur in zijn werk. Tegenwoordig gebruikt de kunstenaar gekleurde houtskool en/of krijt. Dit nieuw kleurrijk pad belooft voor de toekomst.
Stijn Ovaere (Sijs Ovaere)
Stijn Ovaere is niet de fotograaf van mooie plaatjes met verzadigde kleuren, super scherp in beeld gebracht, ideaal om de wandelaar, fietser of toerist te verleiden tot een dagje natuur. Zijn landschappen dwingen te vertragen, om schoonheid in stilte te ervaren. De berglandschappen beleef je als zachte dromen tussen hemel en aarde. Terug wakker laten ze je verweesd achter want zijn beelden balanceren op de grens tussen het bestaan en verdwijnen. De gletsjers op zijn foto’s fluisteren het verhaal van hun teloorgang, van de verstoorde relatie tussen mens en natuur.
foto Stijn Ovaere
De ondergrond waarop Stijn Ovaere bepaalde gletsjer foto’s laat printen is zorgvuldig uitgekozen. Door te printen op beton benadrukt hij op magistrale wijze de rauwe, donkere kant van het verhaal: het wegsmelten van een gletsjer die hij 20 jaar geleden in volle pracht mocht ervaren. Zijn titel zegt alles: In memoriam 2024-4 / This was a glacier. Het eindresultaat van een print op beton is voor de kunstenaar onvoorspelbaar, een doelgerichte beeld verwerking in een fotoprogramma is er niet daarom volgt hij gefocust eigenhandig het drukproces. Stijn Ovaere komt graag uit zijn comfort zone. Naast trekkers reizen bewandelt hij zonder aarzelen ook onconventionele paden in zijn kunst. Dat kan variëren van het samensmelten van twee beelden, printen op plaaster… tot foto’s integreren in een glas in lood raam. Ongetwijfeld zal hij de kijker in de toekomst blijven verrassen met innovatieve kunst.
Janne Gistelinck
Textielkunst heeft een rijk, cultureel verleden. Daarom is het fijn dat voor Janne Gistelinck, een jonge kunstenares, de weefkunst een medium blijkt te zijn voor haar creatieve expressie. Ze weet ons te prikkelen, te verrassen en mee te nemen op reis in haar universum. Haar werk bevat enkele belangrijke elementen: natuur, technologie en de medische wereld. Ze verzoent technologie met lichaam en natuur. Eerst zijn er de collages. Hiervoor put ze uit haar persoonlijk uitgebreid foto archief, medische boeken, röntgenfoto’s… In de montage is de inhoud, het materiaal nog herkenbaar, de betovering en omtovering start pas bij de digitale verwerking van de collage om na het weven bijna abstract te eindigen. De ontwerpen schipperen tussen het figuratieve en het abstracte. Haar filosofie is het mijden van het herkennen van techniek en natuur als twee afzonderlijke componenten. Om die reden gebruikt ze een uitsluitend blauw palet. Felle kleuren vechten om de aandacht, blauwe tinten bedaren de chaos. Zo kan ze gemakkelijker spelen met structuren. Haar tekeningen dwingen de beschouwer tot nader onderzoek, roepen tal van vragen op waar je als kijker zelf een antwoord mag aan geven. Haar ontwerpen zijn zelfstandige kunstwerken. Er is ongetwijfeld veel talent van doen om deze ontwerpen in textiel om te zetten en dat kan Janne Gistelinck dat is duidelijk.
Ook in haar werkproces, manueel en automatisch, is er de relatie tussen mens en techniek. Haar techniek bepaalt uiteindelijk het beeld. In het MIAT WERKT Janne Gistelinck manueel, met TC2, een Noors semiautomatisch weefgetouw, geschikt voor kleinere oplagen. Verder werkt ze samen met een bedrijf en maakt ze gebruik van een volautomatisch jacquardgetouw. Dit biedt tal van mogelijkheden zoals kleurnuances en diverse structuren maar vergt een intense samenspraak met het bedrijf onder de vorm van een doordachte voorbereiding, goochelen met codes, een voorbereiding die zo weinig mogelijk aan het toeval overlaat. ‘100% in de hand heb je het niet want textiel is gevoelig aan licht en omgeving’ vertelt Janne ‘maar ik vind het fijn verrast te worden’. Janne Gistelinck houdt van een uitdaging. Ze stelde zich kandidaat voor Salon de jeunes in het MSK Gent. Het museum vroeg jonge kunstenaars in dialoog te gaan met werken uit het museum, een mooie manier om een museum met oude meesters uit vorige eeuwen nieuw leven in te blazen. Janne Gistelincks realiseerde het werk ‘De oorlog in jou, de oorlog in mij’ in zwart/wit, geïnspireerd op ‘Jupiter en Antiope’ van de Vlaamse meester Antoon van Dyck. ‘Het moeilijke aan dit werk van Van Dyck is dat het heel geïdealiseerd en ook licht erotisch is’, legt Janne Gistelinck uit. ‘Vroeger werden nog niet dezelfde vragen over verkrachting gesteld als nu. Ik heb Jupiter gereduceerd tot de actie van zijn grijpende hand. Antiope is een deel van het landschap geworden. Ik wilde de worsteling van beide personages weergeven.’ Info MSK Gent Janne Gistelinck is ongetwijfeld een kunstenares die nog van zich zal laten horen.
Pieter Wyseur (pwkeramiek)
foto Galerie Drie
Pieter Wyseur combineert vakmanschap met artistieke expressie. Keramiek wordt vaak in het hoekje geduwd van functionele, decoratieve ambachten maar Pieter Wyseur verheft zijn voorwerpen tot kunst. Vooral zijn Nerikomi werk bezit een artistieke uitstraling, dit is kunst. Vergis je niet, enkele voorwerpen hebben de vorm van een schaal maar zijn onbruikbaar in het dagelijkse leven. De bewuste keuze voor een matte, fluweelachtige afwerking zonder glazuur benadrukt de esthetische vorm. Deze schoonheid stemt me lyrisch en is ongetwijfeld van artistieke waarde. What’s in a name? Nerikomi? Pieter Wyseur: ‘Nerikomi is de naam van een Japanse decoratietechniek. Het woord verwijst naar het proces waarbij ingekleurd porselein in verschillende kleuren wordt gemengd en samengevoegd om patronen te creëren. Deze patronen zijn uniek omdat ze door het hele stuk porselein lopen, zowel aan de binnen- als buitenkant. Je kan er oneindig veel patronen mee creëren.’
Verrassend, één van zijn inspiratiebronnen heeft hij gemeen met de andere kunstenaars: de natuur. Luchtfoto’s van landschappen helpen hem op weg naar nieuwe patronen. Met zijn interesse voor textiel heeft hij in Janne Gistelinck een bondgenoot. Florentijnse tapisserie en de Bargello-techniek helpen hem aan ideeën voor nieuwe dessins. Piet Wyseur is een onderzoeker, gaat geen enkele moeilijkheid uit de weg. Hij houdt van de kwetsbaarheid van porselein, van de fijne structuur. Het porselein wil hij zo dun mogelijk verwerken; een heuse uitdaging! Door het gebruik van een steunmal probeert de kunstenaar vervorming en de neiging tot krimpen te lijf te gaan. Toch sluit deze manier van werken verrassingen niet uit, het blijft spannend tot de oven open gaat. Pieter Wyseur vervangt tegenwoordig een gipsen mal door een zelfontworpen, 3D-geprinte mal (vierdelig); een innovatieve combinatie van de oude ambachtelijke Nerikomi-techniek en nieuwe technologieën.
foto pwkeramiekfoto pwkeramiek
De kunstenaar volgde een keramiekopleiding aan de academie in Wetteren. Opmerkelijk, hij is autodidact wat de Nerikomi techniek betreft, een techniek die hij onder andere via workshops doorgeeft aan andere kunstenaars. Dat opent nieuwe perspectieven voor deze oude Japanse magische techniek (van oorsprong Egyptisch en Chinees) die klei in poëtische, fragiele kunst kan omtoveren.
Tekst Kathleen Ramboer Fotografie Kathleen Ramboer, Pieter Wyseur, Thang Long Lam, Galerie Drie
FRAGMENTS INFO
Met Janne Gistelinck, Thanh Long Lam, Sijs Ovaere en pwkeramiek
22.08 – 07.09.2025 vernissage 22 augustus 19u tot 22u
Galerie Drie Sint-Amelbergastraat 3A, Gent Vrijdag, zaterdag 9u-18u Zondag 9u-14u