Mechelse Platenhoezen


videograaf Bert Vannoten

Mechelse Platenhoezen

Bart Pepermans en Jeroen Van der Auwera

Laat mij misschien starten met een uitleg wat aan de basis van deze tentoonstelling ligt. Ik ben een fervent verzamelaar van kunstwerken of kunstuitingen van in de eerste plaats Mechelse kunstenaars of kunstenaars die iets over Mechelen hebben gemaakt. Ik heb zo mijn favorieten, met op de eerste plaats Ray Gilles. Van deze kunstenaar wist ik dat hij voor Eufoda, indertijd het platenlabel van het Davidsfonds, 3 hoezen heeft ontworpen. Hij heeft ook voor een schoolkoor uit Brugge twee singels van een tekening voorzien. Uiteraard kan je nagenoeg alles op Discogs terugvinden, een gigantische databank én wereldwijde verkooplaats, maar rommelmarkten en kringwinkels afschuimen is wat mij betreft veel leuker. Het moet een zoektocht en een jacht blijven. Uiteraard zijn de kringwinkels niet zo goed georganiseerd als platenwinkels en dien ik mij elke keer door tientallen tot honderden platen te wrochten op zoek naar die ‘Ray Gilles’ hoezen. Ik kan de accordeonmuziek, muzette, Neil Diamonds en Nana Mouskouris niet meer aanzien … Maar toch, om de zoveel keer kom ik een ‘Ray Gilles’ tegen. Maar door deze zoektocht kwam en kom ik ook andere platenhoezen tegen die mij kunnen bekoren. Soms voor de muziek, maar veelal voor “The Artwork” zoals dat dan mooi omschreven wordt. Want op zich is een grappig en bijzonder gegeven dat je in platenbakken gaat snuisteren en het visuele beeld je al dan niet doet besluiten een album te kopen, zonder die ook maar beluisterd te hebben.

Beetje bij beetje vond ik platen die een “Mechels” tintje hebben. de Sint-Romboutstoren of de beiaard, jeugdnostalgie met het stadspoppentheater, … zolang het maar een link met Mechelen heeft op één of andere manier … en dat vat ik ruim op. Als ik ergens niet zeker over was, of wat meer duiding wou, dan kon en kan ik beroep doen op Bart Pepermans, wat Vlaamse muziek en wat specifiek de Mechelse scène betreft een wandelende encyclopedie, getuige ook zijn vlogs op youtube en zijn medewerking aan verschillende lokale radioprogramma’s.

Zo begon ook het plan te rijpen of er misschien niet een bescheiden tentoonstelling in zat rond “Mechelse” platenhoezen. Marc Van Camp, het Paradijs en het VOC waren bereid logistiek te ondersteunen, Bart en ik konden inhoudelijk onze gangen gaan ….

Albumhoezen, die we tegenwoordig als vanzelfsprekend beschouwen, gaan terug tot de jaren dertig. Tot eind jaren ‘30 werden platen aangeboden en verkocht zonder gedrukte omslag, in een typische bruine hoes. In het midden was een cirkel uitgesneden, waardoor men het label op de plaat kon zien. In een volgende stadium werden de bruine hoezen bedrukt met louter de informatie van de platenmaatschappij. His Master’s Voice, Decca, enz. Als je een plaat ging kopen vroeg je in de winkel naar een bepaalde uitvoering, je ging niet zoals nu snuisteren in platenbakken.

Als we aan Mechelse plaatjes denken dan kunnen we alvast niet buiten de Sint-Romboutstoren.

Een voorbeeld vinden we in de getekende toren door een onbekende kunstenaar op de hoes van het Angelakoor. Dit koor werd opgericht in 1954 in de Ursulinen Mechelen onde leiding van Madeleine Jacobs. Wat begin als een gelegenheidskoor groeide uit tot succeskoor dat in 1960 onder meer de hoofdprijs won in de prestigieuse wedstrijd “Radioschoolkoor”. Ze wonnen een vleugelpianio die nog steeds in de school staat.

Bij Eufoda, het platenlabel van het Davidsfonds werd begin jaren ’70 een beiaardplaat uitgebracht. Volgens de info op de plaat werd de tekening verzorgd door “Grafiek Whaest”, maar we konden hierover geen info vinden. Piet Van den Broek daarentegen, was de enige Nederlander die zich ooit stadsbeiaardier mocht noemen. Afgestudeerd aan het Lemmensinstituut en de Beiaardschool, werd hij in 1965 de opvolger van Staf Nees als stafsbeiaardier en directeur van de beiaardschool. Hij overleed in 2008 op 92-jarige leeftijd.

Als we over de beiaard spreken kunnen we bijna niet anders dan Jo Haazen vernoemen met één van zijn platen “Jo Haazen bespeelt de beiaard van Mechelen”. De plaat dateert uit begin jaren ’80, is duidelijk ook bestemd voor de Japanse markt én is voorzien van een beiaard van de hand van de Nederlander Anton Pieck. Die is vooral bekend geworden om zijn romantische tekeningen met levendige taferelen uit een geïdealiseerd nostalgisch verleden. Maar vooral ook om zijn sprookjesbos in de Efteling.

Bij de Maneblussers is zo’n Mechels hebbeding. 12 liedjes voor liefhebbers van voetbal, basketbal, volkse leute en eigen schoon. De tekenaar van de toren is ons niet bekend, de uitvoerders onder leiding van Mechelaar Marcel Sterckx uiteraard wel.

Van het Angelakoor van daarnet naar het O-L-Vrouwkoor. Dit koor werd opgericht in 1955 door pastoor Bob Peeraer en in de loop der tijd brachten ze een vijtigtal platen uit. Eentje ervan sprong in het oog met een tekening van Rik Daze. Rik had zijn studies genoten aan het Gentse Sint Lucasinstituut en heeft vooral als zelfstandig fotigraaf en vormgever gewerkt, onder meer voor Chiro, Broederlijk Delen etc. Medewerker aan deze plaat is ook Francis Bay met zijn orkest. Het is exact 20 jaar geleden dat Francis Bay, of Frans Bayetz bij geboorte, overleden is. Hij studeerde aan het Mechelse muziekconservatorium en maakte deel uit van verschillende dansorkesten en timmerde aan een eigen orkest dat begin jaren ‘50 aan de BRT verbonden was. Freddy Sunder en Jo Leemans waren bekende medewerkers. Vanaf de Expo van 1958 gaat het Francis Bay voor de wind: hij sloot een platencontract met het Omega-label die zijn elpees in Engeland en Amerika ging verdelen. Vooral zijn Latijns-Amerikaans getinte elpees deden het in het buitenland ontzettend goed en hij durfde zich gerust te meten met orkesten als die van Edmundo Ros en vooral Perez Prado. In 1958 produceerde Francis Bay zo maar liefst 22 elpees, waaronder de allereerste stereo-opname in Europa.
Vanaf 1959 duikt Francis Bay op als dirigent van de BRT-deelnames aan het Eurovisiesongfestival. Hij zal trouwens vanaf 1961 ook de Cansonissima-preselecties begeleiden. Bay blijft dat volhouden tot aan zijn pensioen wanneer hij in 1979 samen met Micha Marah naar Jeruzalem gaat.

Hula Hoop: Francis Bay and his orchestra (Philips)
Charleston: Francis Bay and the Boone City Blowers
Vlaamse Kermis: Francis Bay
Trekkersliederen: Francis Bay

Jan De Winter, schilder uit de Hanswijkenhoek, verleende zijn medewerking aan een plaat van de Kadullen, een volksmuziekgroep, dat uit de startblokken schiet eind jaren ’60. Jan De Winter is niet de enige Mechelse link, Sjarel Van den Bergh en Bobo Van de Voorde waren dat ook.

Bobo Van de Voorde verzorgde voor een van de 4 LP’s die ze uitbrachten het ontwerp.

Een kunstenaar die mijn persoonlijke voorkeur wegdraagt is Ray Gilles. Een begaafd schilder, maar die door zijn grafisch werk en cartoon in zeer specifieke stijl erg bekend werd vanaf de jaren ’60 tot midden jaren ’80. Van zijn hand zijn – voor zover ik weet – 3 vinylplaten en 2 singles. 1 ervan is nochtans met een foto, maar in een typische Ray Gilles lay-out. Theo Mertens is in Mechelen ook geen onbekende. Hij was verbonden aan het conservatorium.

Mechelaar Ray maakte er ook de prachtige tekening voor liefdespoëzie door Tine Ruysschaert. Die liet me inderijd per mail weten dat ze het een prachtige cover vond, maar dat het de keuze van het label was en ze er niets in de pap te brokken had.

Om bij koren te blijven… Ray verzorgde ook twee singels voor ‘Ons Dorado’, een jeugdkoor verbonden aan het Sint Lodewijkscollege in Brugge. Ray Gilles had verschillende boeken geillustreerd, waardonder pedagogische muziekboekjes voor de lagere school bij een ondertussen teloorgegane uitgeverij in Brugge. Waarschijnlijk is hij zo in contact gebracht met Ons Dorado.

Een tweede single Ons Dorado.

Zoals ik aanhaalde is Ray Gilles vanaf de jaren ’60 een bekende cartoonist geworden. Hij is evenwel niet de enige cartoonist/graficus die zijn medewerking verleende aan albumhoezen. Wies Peleman, geboren Mechelaar, maar overleden in Willebroek, heeft naast zijn boekillustraties, cartoons en later keramiek en juweelontwerp ook enkele mooie platen gemaakt. In de jaren ’50 maakte hij enkele mooie exemplaren voor Buck Clayton en Francis Bay. Hij liet zich inspireren door anderen die vooral in de Jazzplaten hun artistiek kunnen wensten te etaleren. Hij heeft ook ontwerpen gemaakt die niet zijn uitgegeven.

In de jaren ’70 versierde hij nog een plaat van Concordia Tisselt in zijn typische cartoonstijl.

Nu we toch even buiten Mechelen zijn. Gommar Timmermans, zoon van, maar als cartoonist beter bekend als GOTT heeft ook een pareltje gemaakt. ‘Vertellingen voor de jeugd”. Het is de enige plaat die we zowel laten zien in de tentoonstelling aan de voor- en achterkant. Het platenlabel is de Nederlandse pocketplaat. In tegenstelling wat je zou denken betreft het wel degelijk een Belgisch label gesticht in 1960 door Jo Van Eetvelde met vooral aandacht voor Nederlandstalige kleinkunst en poëzie. Jo Van Eetvelde spreekt zelf de teksten in.

Datzelfde label wist ook Marc Sleen te strikken voor Jef Burm en Denise De Weerdt zingen liedjes uit Allo Sjoe. De Mechelse link is Denise De Weerdt, geboren Mecheles en oud-leerling van Pitzemburg.

Een laatste cartoonist die we vanavond aanhalen is Hugoké, pseudoniem voor Hugo De Kempeneer, geboren in Vilvoorde, gestorven in Oostende. Hij heeft op alle grote cartoonfestivals tentoongesteld, boeken geïllustreerd en hij wordt beschouwd als één van de grote cartoonisten die België heeft gekend. Wat minder bekend was is dat hij ook albumhoezen heeft ontworpen. 1 exposeren we hier, één van de Mechelse sjansonié, Kor Van der Goten. Toeval of niet, maar het betreft hier ook weer een album van de Nederlandse pocketplaat. Jo Van Eetvelde wist naast Kor Van der Goten ook Hugo Raspoet te strikken. Beiden gaven meerdere LP’s uit. Het kleine label had daarmee ook de verdienste grote platenlaatschappijen tegen de schenen te stampen en de aandacht voor Nederladstalige muziek aan te scherpen.

Als we Kor Van der Goten vernoemen, kunnen we niet anders dan Louis Neefs erbij nemen. Een waar stadsicoon. Drie bijzondere plaatjes presenteren we. Bij Eufoda verscheen een album rond Tijl Uilenspiegel, waar Louis Neefs 13 luisterliedjes voor inzong. De expressieve tekening is van Frans Ivo Vandamme uit Merksem. Hij studeerde af aan de Antwerpse Academie en specialiseerde zich in allerlei druktechnieken: ets, lino, houtsnede en in het bijzonder ex-librissen.

Louis Neefs verleende ook zijn medewerking aan de sportbienale 70. De singel heeft vooraan en achteraan een cartooneske tekening. De ontwerper hebben we jammer genoeg niet kunnen achterhalen.

Een laatste singeltje van Louis Neefs is in combinatie met een speech van Jos De Saegher, minister van openbare werken begin jaren 70. Een leuke cover maar de tekenaar hebben we niet kunnen achtehalen.

In het rijtje “ik verleen mijn stem aan een plaat …” komen we uit bij de Voetbalplaat van Zjef Vanuytsel. Niet direct een link met Mechelen, ware het niet dat Mechelaar en Pitzemburger Rik De Saedeleer erop te horen is. De mooie sleef van de hand van de voor mij illustere onbekende Jan Van den Bergh. Zijn stijl doet evenwel wel heel erg denken aan de Klare Lijn zoals ze gehanteerd wordt door Ever Meulen en de Nederlander Joost Swarte.

Onder het moto “nodig ook eens een onbekende uit” presenteren we hier Expo58, een plaat uit midden jaren ’80 van de Mechelaar Luc Vanlaere. Theo Mertens heeft er ook trompet op gespeeld. De pasteltekening is van Wim de Bruyne, voor mij ook een nobele onbekende.

Als we dan toch kleinkunst aanboren, dan komen we uit bij Bert De Coninck. Mechelaar die de laatste 30 jaar zich terugtrok in Portugal en exact 1 jaar geleden overleed. Bekend van het prachtige nummer Evelyn, wat eigenlijk een lied is over … overspel. Zijn tweede plaat is getiteld Carpule De Luxe uitgebracht samen met de Brugse zangeres Fran. Gitarist Jean Marie Aerts en toestenist Serge Feys, beiden later doorgebroken met TC Matic van Arno speelden mee. De zus van Fran, Lieve De Geyter, een artieste afgestudeerd aan de academie van Breda maakte de hoes. Voor ik het vergeet, Bert was oud-leerling van Pitzemburg. Binnen twee weken op 13 december wordt er hulde aan hem gebracht in de stadsschouwburg …

Wie ongetwijfeld ook daar veel op het podium heeft gestaan met de warmste stem van Vlaanderen is Francis Verdoodt. Ook hij heeft talloze platen uitgegeven. Twee presenteren we hier: “Pa er zit een dichter in mijn boom”

4 platen en x aantal singels

Hiermee zijn we aanbeland bij het einde van onze albumhoezen.
Jeroen Van der Auwera


Videograaf: Bert VANNOTEN

INFO

MECHELSE PLATENHOEZEN-TENTOONSTELLING
VC De Schakel
Steenweg 32
Mechelen
Gratis te bezoeken: iedere zaterdag van 10u00 tot 14u00 tot en met 13 december 2025

RE-ASSEMBLED

Tekst en foto Kathleen Ramboer

Een groepsexpo naar aanleiding van drie jaar Tale Art Gallery

Tanja Leys, bezieler van Tale Art Gallery, zei in 2022 haar loopbaan als ingenieur in de farmawereld vaarwel om haar passie voor kunst te volgen. Ze opende een kunstgalerie in het kleine dorp Vlierzele, wat een sprong in het ongewisse betekende. Nu drie jaar later organiseert Tanja Leys een expo met 11 kunstenaars van het eerste uur, kunstenaars die deelnamen aan haar eerste tentoonstellingen. Heel nieuwsgierig aanvaard ik de uitnodiging tot een preview.

Eenmaal de deur geopend, valt mijn blik op een explosief kleurrijk werk van Manon De Craene, geflankeerd door een sculptuur van Hilde Van de Walle. Beide houden de belofte in van een kleurrijke, feestelijke expo. De inkomhal en de opvallende benedenruimte, geschilderd in een gewaagd diepblauw gelijkend op Yves Kleins ‘International Klein Bleu’, verwelkomen me met werk van Anne Vanoutryve, Manon De Craene, Hilde Van de Walle, Inge Dompas, Hervé Martijn, Chris Vanderschaeghe. We zijn benieuwd naar wat Tale Art Gallery nog te bieden heeft en nemen de trap naar boven om het werk van nog meer kunstenaars te ontdekken: Johan Clarysse, Kathleen Ramboer, Inge Dompas, Stephanie Gildemyn en Philippe Badert. Daar knoop ik een gesprek aan met Tanja Leys over de voorbije drie jaar en de nieuwe expo RE-ASSEMBLED.

Het gesprek

Kunstpoort Je galerie bestaat drie jaar. Is je kijk op de kunstwereld gedurende deze drie jaren veranderd? Dacht je een andere wereld aan te treffen?
Tanja Leys Aanvankelijk focuste ik me vooral op gevestigde waarden, kunstenaars die reeds hun sporen verdiend hebben in de wereld van de kunst. Ik werkte ook af en toe samen met andere galeries. Nu ga ik liever zelf op ontdekking, op zoek naar originele, unieke talenten waarmee ik mijn publiek kan verrassen. Jong talent heeft nood aan aanmoediging, moet en mag een kans krijgen. Om die reden bezoek ik regelmatig het atelier van jonge, pas afgestudeerde kunstenaars. Zij krijgen soms moeilijk de kans tentoon te stellen in een galerie.
Op de sociale media presenteert kunst zich in een stroom van afbeeldingen. Deze nieuwe platformen zijn voor mij een unieke mogelijkheid om intrigerende kunstenaars te ontdekken.

Kunstpoort Heb je kunstvormen, kunstenaars, kunstwerken, stijlen… leren appreciëren waar je vroeger minder voor openstond?
Tanja Leys Ik sta nu meer open voor abstracte kunst, vooral poëtisch abstract, en conceptuele kunst, kunst buiten een traditionele context. Christine Adam introduceerde me bij een aantal kunstenaars die kiezen voor eenvoud, minimale uitgepuurde kunst, voor een eerlijke abstractie. In de galerie kon het afgelopen jaar de kunstliefhebber abstracte kunst beschouwen.

Kunstpoort De expo RE-ASSEMBLED toont vooral figuratieve kunst. Is dit een bewuste keuze?
Tanja Leys Ik vind het belangrijk diverse stijlen te brengen. Een coup de coeur kan mij overkomen bij zowel figuratieve als bij abstracte kunst. Graag wil ik beide vertegenwoordigen.

Kunstpoort Het is ongelooflijk welke boeiende kunstenaars je bracht, kijk je tevreden terug op de voorbije drie jaar?
Tanja Leys Absoluut, ik betreur mijn beslissing een galerie te starten zeker niet! Trots ben ik op de 16 expo’s die de revue passeerden, fier op de kunstenaars die ik kon presenteren aan een geïnteresseerd kunstpubliek. Dankbaar kijk ik terug op het vertrouwen dat ik van de kunstenaars kreeg, nodig om knappe, originele tentoonstellingen op te bouwen. Ze lieten me binnen in hun passionele wereld met vele verhalen over inspiratie, technieken, verleden en toekomst.

Kunstpoort Een curator werkt soms mee aan een tentoonstelling, heb je dan het laatste woord? Aanvaard je zijn keuze onvoorwaardelijk?
Tanja Leys Ik verkoos 5X met een curator samen te werken. We zochten samen een thema, ook de selectie gebeurde in samenspraak. Het is gewoon fijn met zijn tweetjes een expo te realiseren, visies te delen, feedback te ontvangen. Samenwerken met een curator helpt mij nog beter de taal van de kunst te begrijpen, dat is voor mij een boeiend leerproces.
Bij de meeste expo’s nodig ik een spreker uit voor de introductie en het schrijven van een korte tekst over de expo. Dit kan zowel een curator, kunstcriticus of kunstminnend persoon zijn.

Kunstpoort Voor de tentoonstelling RE-ASSEMBLED ben je zelf curator. Het zijn niet alleen 11 kunstenaars die je nauw aan het hart liggen maar ook kunstenaars die sterk uiteen liggen wat stijl en techniek betreft. Een moeilijke opgave?
Tanja Leys Ongetwijfeld, de opstelling bleek een uitdaging. Het resultaat mag er zijn. De expo weet te verrassen. Verwondering, bevreemding, verrassing… schuilt om elke hoek.
RE-ASSEMBLED is dan ook bewust gekozen. De expo is een dynamische tentoonstelling, een ontmoeting tussen diverse kunstenaars die me gesteund hebben, een assemblage van stijlen en kunstvormen. RE-ASSEMBLED is een expo van gelijkgestemden die niet alleen goede kunst creëren maar ook kunstenaars zijn met een warm hart.

De preview

Wat valt me op bij een eerste kijk op de expo?
Ontelbare indrukken komen op me af. RE-ASSEMBLED brengt vooral tijdloze kunst.
Is de expo een staalkaart van wat er in de kunstwereld te zien en te beleven is? Enigszins wel. Ik ontdek een magische combinatie van stijlen en kunstenaars. Deze mix wil ik laten bezinken om later, bij een tweede bezoek, de draad terug op te nemen.
Bij de ene kunstenaar staat de mens centraal, bij de andere de natuur. En ergens ontstaat er een match made in heaven, toepasselijk bij het koningsblauw van de ruimte bij het binnenkomen.


De kunstenaars

Hervé Martijn

Zijn schilderijen ogen esthetisch, verhullend en onthullend. Ze hebben de kracht om te behagen. ‘Het meisje’ op het canvas intrigeert en ontlokt een innerlijke vraag: ‘Wat wil de kunstenaar ons vertellen?’ Als toeschouwer mag jezelf een verhaal bedenken.
De blauwen van de intimistische schilderijen zijn mysterieus en sereen, de roden warm oranje. Rood en blauw contrasteren niet maar vullen elkaar aan in de bedachtzaam geschilderde werken. Als ik kijk laat ik de schoonheid binnen in mijn ziel.

Philippe Badert

Het benadrukken van silhouetten, het compositorisch afbakenen met warm gele lijnen blijft me bij, telkens ik werk van de kunstenaar aanschouw. Hij beklemtoont niet alleen het specifieke van een houding maar het is ook een picturaal aspect dat vrolijk stemt. Dit opvallende gebruik laat hij achterwege in enkele recente schilderijen. De nadruk ligt meer op de inhoud dan op de vorm. Hij onderzoekt de invloed van de sociale media op de mens en specifiek op de kunstenaar. De kunstenaar die wil gezien worden en toch zijn gevoelens, emoties niet wil te grabbel gooien. Hij doet dat met ongekunstelde, gestileerde figuren en gezichten vermomd als pixels.

Chris Vanderschaeghe

Chris Vanderschaeghe schildert zijn mysterieuze ingetogen omfloerste portretten in zachte, poëtische pastel kleuren. De portretten kijken niet vrank en vrij de wereld tegemoet, alsof ze niet recht in de lens durven te kijken. Vaak maakt hij het perfecte plaatje op een zachte stijlvolle manier lichtjes onherkenbaar net of de geportretteerden hun ware gezicht niet willen tonen aan de kijker. Misschien toont niemand zijn ware ik aan de buitenwereld?

Anne Vanoutryve

Anne Vanoutryve interpreteert de natuur expressief, zonder rem op borstel en verf. In haar werk bruist de natuur van leven, voel je de buitenlucht, de wind waaien, de zon branden. Hier schildert een kunstenaar die de natuur en de verf liefheeft. Bekijk daarbij de penseelstreken veroorzaakt door een fors gebaar van de borstel en je moet er geen verhaal bij vertellen. Het is puur genieten.

Johan Clarysse

De werken van Johan Clarysse zijn narratief, hij bekijkt de wereld, schildert de mens, gaat in op sociale issues die de wereld raken. Vaak geven de schilderijen van Johan Clarysse een onaffe indruk. Het werkproces, de onderschildering blijft zichtbaar aanwezig. Zo wint zijn werk aan picturaliteit en gelaagdheid. Zijn tekeningen verwijzen vaak naar de schilderijen. Wat was er eerst, de tekening of het schilderij? Het speelt geen rol, het zijn aparte pareltjes die je los van elkaar kunt zien maar ook samen. Zien we een geschilderde tekening of een getekend schilderij?

Inge Dompas

Inge Dompas observeert en registreert. Ze schildert de stad in al zijn facetten: een vluchtig moment, een weerspiegeling, een reflectie. Ze borstelt dromerig een realiteit, ziet de bizarre schoonheid van een drukke stad. Vaak gebruikt de kunstenaar vogelperspectief waardoor ze afstand neemt van haar onderwerp en de compositie een speelse allure bezorgt.

Stephanie Gildemyn

Stephanie Gildemyn verdiept zich in de mythologie en verwerkt een oeroude beeldtaal in een persoonlijk werkproces. Het resultaat is werk dat de verbeelding prikkelt. De blauwen vallen op en zijn intens. Het werk dat ze hier toont doet me verlangen om nog ander werk van haar te ontdekken.

Anouk Thys

Anouk Thys zorgt voor afwisseling in de expo. Vindingrijke kleine keramieken sieren de witte muur en brengen stilte en rust middenin de kleurenovermacht van de andere kunstenaars. Het is alsof haar wandsculpturen mediteren en samen overleggen luid te roepen: ‘hier zijn we!’ Dit is helemaal overbodig, haar werk dwingt de toeschouwer dichtbij te kijken naar de fijne structuren, speciale natuurlijke kleuren en het gebruikt materiaal. Ik wil ze aanraken maar blijf er toch wijselijk af.

Manon De Craene

Manon De Craene schildert explosief met warme kleuren die elkaar dreigen te verdringen maar toch samen hun eigen plaats veroveren op het canvas. Op haar doeken vind ik een geordende chaos terug. Ik zie vormen en kleuren samen op reis naar een bestemming, het definitieve schilderij. Haar schilderijen lijken me intuïtief en spontaan in één ruk geschilderd. Maar zoals zo vaak het geval is, misschien sla ik de bal volledig mis en schildert ze bedachtzaam, vlak na vlak, streep na streep.

Kathleen Ramboer

Kathleen Ramboer houdt van de natuur en dat merk je in al haar werken. Maakt ze foto’s, schilderijen of tekeningen, alles gebeurt in de buiten lucht, en plein air, zonder vooropgesteld plan. Bomen blijken door de jaren heen haar belangrijkste inspiratiebron. Bomen in het bos, in het park, op de wei, op foto, op doek, op papier, op karton…, getekend met potlood, geschilderd met acrylverf.. in alle seizoenen, onder diverse hemels…  het kan allemaal.
De kunstenaar schuwt het experiment, noch mislukkingen, dat houdt de drang om te creëren levendig. Haar reeks ‘Grenzeloos’ is daar het levendig bewijs van.

Hilde Van de Walle

Ook Hilde Van de Walle zorgt voor diversiteit. Haar beeldend werk omvat sculpturen in brons en composiet. Blauwgrijze en aardkleurige figuren vullen sierlijk de ruimte, zijn discreet aanwezig. Haar grootse zorg is niet de juiste anatomie nastreven maar door weglaten van lichaamsdelen een boeiende vorm scheppen met een sterke uitstraling. Enkele sculpturen groeien vanuit een bol- of peervorm, alsof de beelden balanceren op de rand van de wereld, op de grens tussen droom en daad. Onbewust maken ze, zonder armen, een evenwichtsoefening die ze met glans doorstaan.

Het is geen uitgesproken stille tentoonstelling. Enkele werken roepen luidop en kleurrijk, andere fluisteren zacht. Ik raad de bezoeker aan zijn intuïtie te volgen, vaak op zijn stappen terug te keren, open te staan voor wat op je afkomt, te genieten van RE-ASSEMBLED met de ogen wijd open maar ze ook even te sluiten  om weg te dromen en een verhaal te verzinnen want tenslotte ben je in Tale Art Gallery.

Tekst en foto Kathleen Ramboer

INFO EXPO

Expo ‘RE-ASSEMBLED’
TaLe Art Gallery
Vlierzeledorp 12A, 9520 Vlierzele
+32 476 50 49 52
21nov tot 21 dec
https://taleartgallery.be/expo-21-11-2025-21-12-2025/

Open
vrijdag . zaterdag 14>18h
zondag 11>17h

Hervé Martijn
Anne Vanoutryve
Chris Vanderschaeghe
Anne Vanoutryve
Johan Clarysse
Philippe Badert
Stephanie Gildemyn
Annouk Thys
Manon De Craene
Inge Dompas
Hilde Van De Walle

opening en receptie
vrijdag 21.11 18h > 22h
de kunstenaars zijn aanwezig

INFO KUNSTENAARS

curator @tanja_leys
@kramboer
@hervemartijn
@philippe.badert
@chrisvanderschaeghe
@anne.vanoutryve
@johanclarysse.art
@ingedompas
@stephanie_gildemyn
@annoukthys
@manon.de.craene
@hilde_van_de_walle

BINNENWEGEN


groepsexpo in Galerie drie met Anne-Marie Dhaluin, Wilma Dijkman, Katrien Everaert, Ariane Verstraete

Tekst en fotografie Kathleen Ramboer

Bestaat er een allesomvattend antwoord op de vraag: ‘Wat is kunst?’
Wat maakt van een creatie, een goed kunstwerk? En wanneer krijgt iets waarde? Helpt een galerie of een expo in een galerie deze pertinente vraag te beantwoorden? Moeilijk, niet echt, denk ik dan. Je ontdekt er wat de kunstwereld beroert of wat de kunstmarkt biedt, een bevredigend antwoord krijg je niet of is er niet. Maar Galerie Drie houdt de kunstliefhebber wakker, of is het andersom? De nog jonge galerie toont kunst rijk aan diversiteit, niet traditionele en minder vanzelfsprekende kunst, ze maken er plaats voor. Dat houdt de vinger aan de pols.

Onlangs las ik een tekst van Yves Joris: Kunst is iets wat gebeurt…. Je kent dat gevoel misschien. Je loopt door een zaal, zonder verwachting, en plots blijft je blik haken aan één werk. Niet het grootste, niet het luidste. Iets kleins, bijna onopvallends. En toch word je even stil. Dat moment tussen herkenning en verbazing is, denk ik, waar kunst begint. Niet in het materiaal, maar in wat het aanraakt…

Langs BINNENWEGEN stel ik me open voor de kunst, het herkennen, voor wat er op me af komt.

Tijdens het leveren van de werken, maak ik kennis met de kunstenaars, Anne-Marie Dhaluin, Wilma Dijkman, Katrien Everaert, Ariane Verstraete en hun werk.
Een dialoog laat niet op zich wachten. Voor het viertal is kunst hoe wonderlijk het ook klinkt van levens belang, kunst is meer dan een goed medicijn; roept emoties op, activeert herinneringen en raakt de kunstenaar en zijn publiek diep. In de aha-erlebnis begint de kunst. De expo BINNENWEGEN brengt een pad emoties gekanaliseerd in kunst. De vier kunstenaars beschikken over een arsenaal aan persoonlijke technieken om die beleving intens en zachtjes te verbeelden. Geen rebellie, wilde, felle, agressieve kleuren maar gevoelige, lichtvoetige schoonheid sleept de kijker mee in hun verhaal en in dat van de Galerie. Hun taal is die van de schone kunsten. Het beeld op de uitnodiging zit in de juiste sfeer.

ANNE–MARIE DHALUIN

Het werk van Anne-Marie Dhaluin is me bekend. Ik ben blij haar kunst hier in -’t echt- te mogen beschouwen, weg van de hapklare sociale media winkel. Haar textielwerkjes zijn klein maar oh zo tactiel. Enkele nodigen uit om er heel voorzichtig overheen te strijken, dat mag en kan… geen glas om je af te remmen! De kunst van Anne-Marie Dhaluin raakt je en raak je aan, je voelt het zware bamboe papier, de ruwe canvas, de kleurrijke draden, de lapjes geweven stof, het gaas… een fijne ervaring.
Haar werk is tot in de kleinste hoekjes gelaagd. Een rode verflaag verschuilt zich achter een zacht blauwgrijs vlak, een oranje verflaag houdt roden in bedwang… De diverse kleurlagen zorgen voor dat bescheiden tikkeltje picturaliteit dat haar werk nodig heeft en optilt.

Elk kunstwerk verbergt ergens wel een levensverhaal, een anekdote of een ingrijpende gebeurtenis. De diversiteit aan materialen die Anne-Marie Dhaluin aanwendt, wekt heimwee naar een wirwar aan bobijnen, bonte draden en stiksels, naar een naaimachine die zoemend een gezellige huiskamer tot leven bracht. In haar huiskamer/atelier daar werkt ze nu, omringd door zoveel herinneringen, hier komt ze tot rust. Het sfeervol werken aan een gezellige tafel is dé verklaring voor eerder kleine formaten.
Patronen zijn een weerkerend element in haar kunst. Patronen die ze overal ontdekt: in de vlakken van een landschap in vogelperspectief, in een tegelvloer… in architectuur, stoffen, mode, ongetwijfeld ook in een eenvoudige keukenhanddoek.
Haar kunst is van begin tot het einde sterk persoonlijk, zelfs het inkaderen neemt ze voor haar rekening, hier komt nogmaals het verleden om de hoek kijken. Een creatieve vader liet zijn kleine meisje helpen in zijn timmer werkplaats. Zoals vaak vormt het verleden een basis voor de toekomst. In het gezelschap van het verleden neemt Anne-Marie Dhaluin een vlucht naar de toekomst.

WILMA DIJKMAN

The other side

Wilma Dijkman noemt zichzelf een kunstenaar/onderzoeker. Door middel van creatieve processen zoekt ze een antwoord op levensvragen. Hoe verhoudt de mens zich tot zijn leefgebied? Onze relatie met onze natuurlijke omgeving zijn we ergens onderweg verloren, het evenwicht is zoek. Ze attendeert hierop, niet met rebelse agressieve kunst, neen ze legt heel voorzichtig de vinger op de wonde, zacht en teder. Wilma Dijkman beseft de onmacht van agressieve kunst en kiest resoluut voor verstilling in deze gepolariseerde wereld. Enkele jaren terug had ze nood aan inventarisatie. Wat boeit haar; de verhouding van de natuur ten op zichtte van het zelf, het kijken van buiten naar binnen of is het van binnen naar buiten? Ze brengt geen boodschap, geen slogans, haar thema is onderzoek. Het resultaat is schoonheid, onwerelds. Ik refereer graag naar haar in-situ installatie ‘The other side’ op de Brug der Keizerlijke Geneugten, die was te zien tijdens de Kunst biënnale Prinsenhof 2025. Haar installatie was één en al Japanse schoonheid en esthetiek. ‘The other Side’ nodigde uit om de brug te vieren als symbool van verbinding, reflectie en transformatie.
Wilma Dijkman is uitermate nieuwsgierig, dat verklaart het gebruik van sterk uiteenlopende technieken zoals fotografie, textielkunst, borduurwerk, tekenen, werken met en op papier, hout, karton en onlangs nog video. Niet alledaagse werkwijzen zijn haar instrument om schoonheid te creëren. Esthetiek ervaren is helend, graag zien is in elke context belangrijk. Voor Wilma Dijkman mag kunst mooi zijn.

Tijdens de expo Binnenwegen brengt ze maskerobjecten ‘We are many’. Wie zijn we? Een masker versluiert ons zijn. De maskers stapelt ze. Ze verwijst hiermee naar muziekinstrumenten die ze op haar beurt associeert met de mens als instrument, als middel tot het bewandelen van BINNENWEGEN van de ziel, het zijn.

KATRIEN EVERAERT

Katrien Everaert is overtuigd: als kunstenaar ben je geboren. Ze was voorbestemd het pad van de kunst te bewandelen. Een creatieve pa, die haar de schoonheid liet liefhebben, een ma-naaister, wonen in een stoffenwinkel, dit zijn ingrediënten die Katrien gevormd hebben tot wie ze nu is. Katrien Everaert beweegt zich vlot tussen verschillende disciplines. De kunstenaar is immer op zoek om materie met de ruimte te verbinden. Keramiek, textiel, touw … zijn haar instrumenten. Het begon figuratief. Aan de keukentafel schilderde ze voor haar vijf kinderen. Later kwam keramiek op de proppen tijdens het lesgeven aan blinden en slechtzienden.

Als de ruimte op voorhand gekend is, gaat haar kunstwerk volledig op in de ruimte, kiest ze materiaal in functie van de locatie. Ze werkt intuïtief, naar waar haar techniek haar heenbrengt. Ooit las ik: ‘Kunst is onderdeel van een oeuvre. Het proces is het maken zelf’. En misschien kunnen we dat op de kunst van Katrien Everaert toepassen.
Hoewel ze zich geen textielkunstenaar wil noemen, houdt ze van de eenvoud van batik. Door de therapeutische kracht van kleuren en techniek betekende de kunst van het batikken voor haar een nieuwe start. Haar batikken spreken een poëtische taal zonder woorden.
Haar hart ligt bij tactiele zintuiglijke materies zoals klei, was, hout… Op de expo BINNENWEGEN brengt ze sleutelwerken in keramiek, klei… een concept met vele laagjes, zoals het leven zich aanbiedt, symbool voor wat was en nog komen zal, voor een leven in beweging.
Het bouwmateriaal voor haar toren doet denken aan een blokkendoos of bouwdoos. Is dit een knipoog naar een heerlijk creatieve kindertijd? Het brengt in elk geval mijn jeugdjaren terug. De toren, hoewel de materie mij hout lijkt, is een speels bewegend sculptuur in klei. Wellicht is het sculptuur ook demonteerbaar wat het werkelijke leven, gelukkig maar, niet is. Zowel haar batikken als sculpturen laten me dromen en wekken een nostalgisch verlangen naar een heerlijke nieuwe wereld.

ARIANE VERSTRAETE

In de kunst van Ariane Verstraete is haar nu en verleden sterk aanwezig.
Via haar website https://www.stapelartmusic.com/ariane maak ik voor het eerst kennis met haar werk.
Haar installatie LIFE, een sculptuur van knopen en touwen, bleek achteraf, een therapeutisch werk. De wirwar van geweven draden en knopen die uiteindelijk één worden is symbolisch voor de chaos van het leven waarin ze haar weg zoekt met de kunst als bondgenoot. Een spel van touwen, licht en schaduw appelleert aan een broodnodige verbinding in deze onrustige tijd en draagt sporen van haar verleden als fotografe.
Alles is inspiratie voor de kunstenaar maar soms beweegt de creativiteit zich in een doodlopend straatje. ‘Painted Black’ is letterlijk en figuurlijk een zwarte reeks. Canvassen in de kleuren van het regenboogspectrum overschilderde ze met zwart. Na de reeks kon ze terug vol verwondering haar omgeving observeren als grondstof voor nieuwe creaties.
Ik bekijk haar recente serie ‘Troostwolken’ die ze straks presenteert in de galerie. De reeks is geschilderd naar aanleiding van de dood van haar vader, de vader van wie ze het creatieve, artistieke DNA erfde. Ik erken en herken de kracht van kunst. Door kunst overleven geliefden in de schaduw van de herinnering. Ariane schildert dagelijks wolken, gefotografeerd in de haven van Gent, de plaats waar haar vader werkte. Ze verbindt de ervaring van het verlies met de eeuwige wolken boven de haven. Daarna stopt ze de wolken in een koester- of troostdoosje. Is ze bang dat de wolken verdampen, opgaan in lucht, de herinneringen ontsnappen? ‘Kunst is geen antwoord op de dood. Het is een oefening in blijven’. Yves Joris

De kunstenaar is op zoek naar zichzelf, naar haar plaats in de maatschappij, naar verbinding. Vandaag focust ze zich ook op recyclagekunst want kunst creëert bewustzijn. Ze is dankbaar voor de natuur, het leven en daar wil ze zorg voor dragen. Arianne vindt het haar missie de wonde bloot te leggen en de lichtzinnigheid waarmee de mens met zijn leefmilieu omspringt aan te klagen.

Leeg is Galerie Drie een witte ruimte zonder prikkels, met een groot venster en glazen deur, uitkijkend op een rustig stadsstraatje. Maar tijdens BINNENWEGEN open je die deur en wandel je in het verleden, heden en toekomst van de vier tentoonstellende kunstenaars. Je treedt binnen in een wondere zintuiglijke wereld van gevoelens. Langs binnenwegen het innerlijke landschap van emoties en gevoelens verkennen, dat is een optie.

Tekst en fotografie Kathleen Ramboer

INFO kunstenaars

https://www.instagram.com/annemariedhaluin/
https://www.instagram.com/wilma_dijkman/
https://www.instagram.com/katrieneveraert/
https://www.instagram.com/arianeverstraete/

INFO expo

Galerie Drie
“Binnenwegen”
van 21.11 tot 14.12.2025
Sint-Amelbergastraat 3A, Gent
vernissage vrijdag 21 november van 9u tot 22u
vrijdag en zaterdag van 9u tot 18u
zondag van 9u tot 14u
https://www.instagram.com/galeriedrie/

ALBATROS

videograaf Bert Vannoten

ALBATROS
Solotentoonstelling Jesse Willems in Huis Cabuy, Mechelen.

De Belgische kunstenaar Jesse Willems (°1984), woonachtig en werkend in Antwerpen, ontwikkelt een beeldtaal die laveert tussen fotografie, collage en assemblage. Zijn werk vertrekt vaak vanuit kleine, alledaagse fragmenten die gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Door die banale details los te weken uit hun oorspronkelijke context, geeft Willems ze een nieuwe betekenis en nodigt hij de toeschouwer uit tot verstilling en contemplatie. Zijn oeuvre vormt zo een tegengewicht voor de drukte en chaos van de hedendaagse wereld.

Hoewel Willems zijn composities zorgvuldig opbouwt, laat hij altijd ruimte voor toeval. Zijn collages bestaan uit fotografische fragmenten die hij met de hand snijdt, plakt en verpakt in lagen van papier. Vaak gebruikt hij hiervoor vergeten archiefmateriaal of oud papier uit kantoorboekhandels, waardoor zijn werk een gelaagde textuur en een zekere tactiliteit krijgt. Iconografie, letters of duidelijke symbolen worden bewust vermeden: de kunstenaar wil geen eenduidige lezing opleggen, maar de blik van de kijker vrij laten dwalen.

Stilaan evolueerde zijn werk naar een meer abstracte en ingetogen stijl, waarin zachte kleuren en geometrische ritmes de boventoon voeren. Fotografie blijft het vertrekpunt: hij vindt abstracties in de werkelijkheid en transformeert die via collage tot composities die balanceren tussen orde en toeval, tussen controle en verrassing.

Willems stelde de afgelopen jaren tentoon in binnen- en buitenland, onder meer in België, Frankrijk en Oostenrijk. Zijn werk werd opgenomen in publieke en privécollecties, waaronder die van het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Verbeke Foundation. Zo bouwt hij gestaag verder aan een oeuvre dat niet luidruchtig, maar eerder verstild en geconcentreerd aanwezig is in de hedendaagse kunstwereld.
De keuze voor de schaduw

Elk werk heeft een naam. Ottavia. Chiringuito. Achilles. Calavera. Namen zorgen voor uniciteit. Namen zorgen voor nieuwe mogelijkheden.

Er is geen albatros bij, zoek er niet naar. Niet naar de titel, niet naar de vorm. De vorm bepaalt zichzelf, Jesse Willems werkt er niet naartoe. De titels geven kansen, maar laten alles open. Het is de schaduw van een lijmstift die de vorm bepaalt Een omgevallen stoel. De verkeerd gelegde stoeptegel in Barcelona. Het blad van de plataan. De schilfer op de huid van diezelfde boom. Waar de passant achteloos aan voorbij loopt, stopt het oog van de kunstenaar.

Je kan de stoel zien of je kan zijn schaduw zien.

Allitererend bestaat de neiging om naast die albatros het woord abstract te gebruiken, maar laat niemand dat doen. Over elke lijn is nagedacht omdat juist weerhaken interessant zijn. Zijn collages leven van weerhaken. Zijn foto’s leven van zijn collages. Alles heeft alles nodig.  Hoe het licht valt op plooien, formaten, voorwerpen, flora, hoeken, zonder zoeken, enkel door aandacht, door twijfelen, door stilstaan, achterover leunen, herbekijken, door binnen te halen, op te slaan, te herdenken, zo ontstaan zijn nieuwe vormen. Uitgesneden kaders, ingepakt in lagen van oud papier, gevonden op het Vossenplein, al betekend door architecten of ontworpen door behangpapierontwerpers. Dan volgt de titel. Moonshine I. Moonshine II. Moonshine III.

Zoek dus geen albatros in het werk, die staat al in dit Huis Cabuy dat architect Jos Chabot tekende en dat oprees aan de Mechelse Auwegemvaart. Deze villa, modernistisch, waar de zon doorluchtig zijn weg zoek via glas-in-lood, hoeken, muren en de trap met de gesculpteerde vogel, past uitstekend bij het werk van Jesse Willems. Huis en werk versterken elkaar omdat zijn fragmenten van de werkelijkheid, ooit vertrokken (en soms nog vertrekkend) van uitvergrote foto’s, baat hebben bij diezelfde zonneslagen. Wat het daglicht in het huis aan schaduwen schenkt, kan de basis zijn van nieuwe ideeën. Maar nu staan ze zij aan zij. De dialoog is vanzelfsprekend, maar het contrast met de albatros zelf is groot. Steeds verder weg vliegt die, recht door zee. ‘Ik cirkel veel meer rond’, zegt de kunstenaar. ‘Ik twijfel meer dan de vogel. Hij is vastberaden. Er is wel een grote liefde. Mijn opa was gids in Het Verdronken Land van Saeftinghe. Hij leerde me de vogels kennen.’

Wie leerde hem kijken? Het is een belangrijke vraag, want alles draait rond kijken. ‘De manier waarop ik kijk, is hoe ik iets met andere mensen kan delen’, zegt hij. Kijken is zijn connectie. Als kind al een buitenbeentje, liever zocht hij de rand op dan het middelpunt. Je zou kunnen schrijven: de schaduw van het sociale. Aan die buitenzijde is er ruimte voor kijken, voor beschouwing, voor associëren.

Kijken, voelen en de wereld monsteren, hebben met genetica te maken. Een moeder die van kunst houdt en die liefde doorgeeft. Een vader die van gesprekken houdt. Een bompa die naar de vogels in de lucht wijst en ze benoemt. Maar kijken, voelen en de wereld monsteren, hebben ook met invloeden te maken. Het werk van Saul Leiter, bijvoorbeeld. Zeker in de beginjaren van Jesse Willems van grote indruk. Het werk van Richard Diebenkorn. Het werk van Luigi Ghirri. Hun blik op de werkelijkheid was herkenbaar. Was, want zij zijn dood. Teju Cole, de Nigeriaans-Amerikaanse schrijver, kunsthistoricus en ook fotograaf, leeft nog. In ‘Pharmakon’, zijn jongste boek, staat een foto die Jesse Willems lang voordien zelf maakte. Een exact beeld. Allebei op andere momenten gezien in Parijs, door vier verschillende ogen. Die van Cole en die van Willems. Los van elkaar, maar dus in elkaar gehaakt door eenzelfde manier van kijken. Zo communiceren ze met elkaar. In de taal van het kijken zit het wederzijds begrip. In die taal zit tijdloosheid. Je ziet iets in de tijd, maar die taal geeft het een eeuwigheid.

In Huis Cabuy zijn vijftien werken te zien. Nieuwe werken, ingepakt en uitgepakt, ontstaan dus door dat kijken en door die schaduwen, maar vooral organisch. Hij noemt het Darwinistisch. Wat van papier, ooit 80 jaar opgerold, overbleef gebruikte hij voor nieuw werk. Het sterkste overleefde. Zijn werk vloeit voort uit vroegere manieren van werken. Eerst waren er echte foto’s. Van mensen, van gebouwen, zelfs van frietkoten. Later bleken de lijnen steeds interessanter dan de mensen. Stilaan kwamen de weerslagen. Dan het plooien. Nu dit werk. ‘Het is evolutie, geen revolutie.’

Zo ontstaat identiteit, maar wie zegt wat de volgende stap wordt? Evolutie staat niet stil. Evolutie rijmt niet toevallig op entropie. Daarrond draait alles. Het gaat om nooit stoppen. ‘If you are disappearing from yourself, but you’re still writing, then there is a kind of activity of thinking going on, which in my world is similar to what’s going on in music’, schreef Karl Ove Knausgård. Vervang schrijven en muziek door kijken en vormen en de taal wordt weer dezelfde. Niet toevallig ligt Knausgård dit jaar op Jesse Willems’ nachtkastje. Waar ooit Kerouac lag en vorig jaar Camus, zal volgend jaar weer iemand anders liggen.

Het is evolutie. Geen revolutie.

Er is alleen de keuze voor het kijken de schaduw. Die blijft. De albatros vliegt weg.
Bert Vannoten: Videograaf

INFO

Tentoonstelling Albatros
Jesse Willems
Huis Cabuy Mechelen
Auwegemvaart 70, 2800 Mechelen
8 tot 16 november 2025
Open: 08–09.11 • 11–18h
11.11 • 11–18h
14–16.11 • 11–18h
https://www.instagram.com/cabuy.be/
https://www.instagram.com/jessewillems/

Amazone

videograaf Bert Vannoten

Tentoonstelling Amazone in De Schakel  – 31-10 t/m 16-11-2025

Op vrijdag 31 oktober 2025  19u30 opent Vrijzinnig Centrum De Schakel aan de grote Markt in Mechelen (Steenweg 32) zijn deuren voor een zeer bijzondere tentoonstelling. 15 kunstenaars uit het regenwoud van Peru tonen er hun geïnspireerde kunst waarin het regenwoud en de ‘kosmovisie’ van de stammen centraal staan. Het doel is om bewustzijn te creëren voor de kwetsbare ecosystemen in onze wereld via kunst en de schoonheid van de natuur. De opbrengst van de schilderijen gaat naar de kunstenaars in Peru en naar de projecten in de Amazone en Cerrado. De tentoonstelling is een co-creatie tussen Picaflores.org (organisator), De Schakel en vzw Het Paradijs uit Mechelen.

De schilders van de Neo-Amazonische stijl uit Peru combineren een exacte weergave van de natuur in het regenwoud met de rijke symboliek van de indianenstammen. De inheemse bevolking van de Amazone in Ecuador, Peru en het Oosten van Brazilië delen een ‘kosmovisie’: hun visie op de Aarde en het Heelal, die zeer rijk is aan symboliek. In die symboliek spelen de hemellichamen, hemelse sferen, planten en dieren van de Amazone, lichtwezens en hun traditionele medicijnman een rol. Naast deze visionaire kunst maken de kunstenaars realistische schilderijen van het regenwoud waarvan er een aantal te zien zijn. Deze realistische stijl is de oorspronkelijke stijl die op de academie in Peru werd onderwezen. Er zijn werken te zien van 15 vertegenwoordigers van de stijl waaronder van de filantropische oprichter van de kunstschool Amaringo die in 2009 is overleden.

De tentoonstelling wordt georganiseerd door Picaflores.org en de opbrengst komt ten goede aan de schilders (die zelf ook weer gratis les geven aan kinderen) en aan projecten in de Amazone en Cerrado.

Sinds het begin van 2019 werden zo’n 45 grotere en kleinere tentoonstellingen in 5 landen georganiseerd waarbij de Kempen steeds de thuisbasis zijn voor de exposities. De betrokkenheid van de EU-ambassade van Peru heeft geleid tot grotere exposities in Brussel en Den Haag waarbij regelmatig ambassadeurs aanwezig waren.

U kunt de tentoonstelling op zaterdagen van 10u00 tot 14u00 en op afspraak (015 21 24 71 of contact@vcdeschakel.be) bezoeken in de weken erna.

Info/rondleiding (o.a. met 3D-brillen en UV-lamp) na afspraak via Info@Tonkiry.org
Met de aanwezige UV-lampen laten de mystieke schilderijen diepere lagen zien.

Videograaf: Bert VANNOTEN

ENTER

tekst en foto Kathleen Ramboer

De expo ENTER kan je bezoeken in de Pastorie van het landelijke Munte. Annick Wallaert, Begga Vermaelen, Els Malyster en Tom Van Nuffel stellen er tentoon. Het viertal studeerde vrije grafiek maar daar bleef het niet bij. Hun artistiek pad maakte zijsprongen naar diverse andere technieken. Het viertal stelt het leven centraal, het persoonlijk leven, het leven van elke dag. De kunstenaars vertonen betrokkenheid met hun omgeving, de mens en de wereld van vandaag. ENTER is een dialoog tussen bevriende kunstenaars over het onuitgesprokene, over wat nog leeft, ook als woorden ontbreken. Annick Wallaert.

ANNICK WALLAERT

Annick Wallaert communiceert het liefst via haar schilderkunst. Annick was voor mij de kunstenaar van expressieve, kale bomen, grafisch van opzet, bijna getekend, ze staan mooi te wezen op een effen kleurig vlak. Deze periode is verleden tijd. Bij het aanschouwen van de nieuwste canvassen vorm ik me een beeld over het hoe en waarom, over de gedachte die ze wil overbrengen.

Wat de reeks ‘Our unlived Life’ betreft, sla ik de bal compleet mis. Haar felle roden en rozen roepen bij mij passie en rebellie op. Niets is minder waar. De heftige kleuren zijn de vertolkers van haar gebarsten ziel, van haar droefheid, haar kwetsbaarheid en veerkracht, van haar emotionele landschap. De kleuren staan volgens Annick symbool voor een huid die leeft, zacht en kwetsbaar tegelijk. Door mijn verdriet zijn de roden hevig, vertrouwt Annick me toe. En leven dat wil ze… de kunst helpt haar hierbij; kunst is voor haar hét middel om te overleven.

Our unlived Life – pastel

Mij lijken de werken spontaan geschilderd. Ook hier heb ik het mis. Annick benoemt ze als SLOW ART. De canvassen bouwt ze heel traag op, laag op laag. Ze start heel zachtjes om later heftig te eindigen.
In de dominante verticalen vermoed ik een tralies, een hek… metaforen voor een zekere onvrijheid waar de kunstenaar wil aan ontsnappen. Annick repliceert: Sangatte, daar ligt de oorsprong van die geschilderde verticalen, Sangatte het dorp waar de vluchtelingen vertoeven om van daaruit de overtocht te wagen. De rechtopstaande lijnen zijn houten spijlen van neergewaaide hekkens maar voor mij zijn het beenderen van de ontheemden op zoek naar andere betere horizonten. Deze reeks ‘Sangatte’ is gestart in 2022 vanuit een maatschappelijke universele achtergrond en evolueerde naar ‘Unlived life’ die vertrekt vanuit mijn persoonlijke beleving. Ik lees veel boeken over psychologie, de reeks is genoemd naar een quote van Carl Gustav Jung: ‘Our unlived life, the unseen – unfelt parts of our psyche’ . De quote verwijst volgens Annick Wallaert naar ‘… dingen die er altijd zijn maar niet aan de oppervlakte komen of mogen komen’, naar het collectief onbewuste.

uit de reeks Our unlived Life

Het niet negeren van haar verdriet, het op het canvas wegschilderen van een donkere tijd, helpt de kunstenaar deze periode in haar leven af te sluiten.

BEGGA VERMAELEN

Kunst is de rode draad in het leven van Begga Vermaelen. Kleurpotloden waren de poppen van haar kindertijd. Na haar middelbare studies kunstonderwijs kiest ze uit onzekerheid voor conservatie en restauratie van muurschilderingen. En toch de drang naar creatie blijft kriebelen. Nu is vrije grafiek onder de vorm van houtsneden haar passie. Laatst verschenen ook mezzotinten op het appel.

Houtsnede en boekje, handmatig vervaardigd door Begga Vermaelen, met Japanse binding – houtsneden aangevuld met partijen in potlood

Hoe komt het toch dat jij moeilijke technieken als mezzotint, houtsneden… zo snel beheerst, vroeg ik haar. Waarschijnlijk omdat ik door mijn beroep als restaurateur vertrouwd ben met vele technieken, je pikt gemakkelijker in op handelingen, was het antwoord. Ze heeft het in de vingers, dat zie je zo.

Houtsnede, 6 lagen, 2 verschillende drukken van eenzelfde werk

Ze aanbidt de schoonheid van het alledaagse. De straat, haar omgeving en haar persoonlijke leefwereld… voeden haar kunst. De houtsneden ogen desolaat, geen spoor van mensen en toch zijn ze ergens aanwezig. Dit heeft ze gemeen met Koen van den Broek: de fascinatie voor stoepranden, straatstenen en modernistische architectuur.
Licht, schaduw, rechte lijnen en een subtiele vlakverdeling zijn de basis bouwstenen, de fundamenten waarop haar werk gebouwd is. Wellicht brengt deze zoektocht, deze queeste naar een ruimtelijk onderwerp haar dichter bij de abstractie. Bij Begga Vermaelen ligt volgens mij deze mogelijkheid voor de hand.
Bij restauratie heb je oog voor het detail daarom waren haar vroeg schilderijen meer verhalend realistisch nu opteert Begga Vermaelen resoluut voor de essentie, de eenvoud, zelfs voor eliminatie, het uitpuren van een onderwerp. Een boom bestaat uit 2 lijnen, een weg is een vlak, een huis telt horizontale lijnen en verticale… Wie woont in het huis, waar zijn de tafel, de stoel, de zetel, het bed? Bij haar heeft het publiek het laatste woord. De beschouwer verbeeldt zich een verhaal, zoekt tekst bij het beeld, vult de ruimte in. Haar werken halen het creatieve in de toeschouwer naar boven. En dat is fijn.

ELS MALYSTER

Els Malyster studeerde vrije grafiek, voelde zich niet thuis in die richting en koos zoals Begga Vermaelen voor de restauratie. Na 25 jaar werken als restaurateur was de passie op de vlucht en studeerde ze avondles keramiek. Ze startte met gebruiksvoorwerpen maar nu zoekt Els Malyster het artistieke op. De ideeën om beelden te creëren hopen zich op, dwalen rond in haar dromen, klaar om uit te breken. De materiaal kennis en vaardigheden, verworven tijdens de restauratie van muurschilderijen, zijn nuttig voor haar kunst van nu. Oude materialen boeien haar, afval containers zijn voor haar een schatkist met uniek materiaal. In het atelier stapelen de verzamelde voorwerpen zich op. Ze maakt er objecten mee waar niet altijd een concept in terug te vinden is. Dat hoeft ook niet voor haar, iets moois maken dat wil ze wel. Kunst mag toch ook amusement zijn? Het maakproces vindt ze fantastisch en dat kan je zien aan de schopjes die ze omtoverde tot kunstvoorwerpen.
Ook werk dat spreekt toont ze hier in de Pastorie. Wat in de wereld gaande is beroert haar. Als reactie creëerde ze een pot met een tekst die de mensen wil aansporen te communiceren, met elkaar te praten, wie weet helpt dat de wereld vooruit. De werken met de neuzen en oren hebben dezelfde bedoeling. De oren zijn gelabeld met de tekst LUISTER, in vele talen, Chinees, Russisch…. De neuzen… die wijzen in dezelfde richting, eentje niet, altijd is er die ene dwarsligger. En dat hoeft niet negatief te zijn.


Haar beelden zijn verstild, doen me denken aan dodenmaskers, zonder uitdrukking. De inspiratiebron blijkt een Weens museum, een ziekenhuis, een soort  rariteiten kabinet waar wassen afgietsels van psychisch zieke mensen te zien zijn. Tijdens covid trok de kunstenaar zich terug in haar atelier om deze werken te maken. Zo kwam ze er tot rust, haar beelden vertolken die stilte, die concentratie, het alleen zijn ver van de turbulente wereld buiten het atelier, het berusten.
De psyche, het fysische en medische zijn drie pijlers die je terugvindt in het werk van Els. ‘Is dat niet wat depri?’ vraag ik de kunstenaar. Els Malyster: ‘Helemaal niet, het is pure fascinatie.’ Haar oma had een Larousse médical illustré. De prenten met afwijkingen van het menselijk lichaam, van allerlei vreemde ziektes die de huid en het uiterlijk van de mens extreem veranderen, die waren het meest bekeken. Bij oma werd het zaadje geplant, nu zie je de vruchten waar elke kunstliefhebber mag en kan van genieten.

TOM VAN NUFFEL

Tom Van Nuffel is graficus van opleiding maar grafiek verdween op de achtergrond, fotografie neemt sinds 2002 de overhand. Bij de opstelling fotografeer ik zijn werk. Rapper gezegd dan gedaan. Zijn foto’s voorziet Tom Van Nuffel met een laagje epoxy en dat maakt mijn taak oh zo moeilijk. De herfstzon speelt met het glanzend oppervlak, brandt optisch witte vage vlekken in het beeld, creëert een nieuwe foto, een gelaagdheid die de fotograaf niet voor ogen had. Fotografie is spelen met licht, hier in de Pastorie speelt het zonlicht met de foto. Ik beleef een magisch moment. Ook zonder het spelende zonlicht zijn de foto’s één en al mysterie. Ze omarmen de poëzie van het onvolmaakte. Soms is het raden naar het onderwerp. Zie ik een vlieg of is het een zwarte vlek? Is dat varkentje wel echt? Wat verstopt dat vervuilde glas, die aangeslagen ruit? Zoals Begga Vermaelen vindt hij inspiratie in zijn dagelijkse omgeving of onderweg. Op reis, in een museum… overal komen de onderwerpen naar hem toe. Als professioneel fotograaf, illustrator, grafisch vormgever (bij onder andere Collect, de Gentenaar, het jaarboek Snoecks, De Standaard… ) werkte hij met haarscherpe foto’s, de perfectie nabij. Hier in Munte toont hij creatieve fotografie, ver van de glossy magazines. Zijn foto’s zijn digitaal met een analoge uitstraling. Misschien omdat Tom Van Nuffel als graficus het niet laten kan de foto’s bij te werken met potlood en inkt?

links werk van Els Malyster en Tom Van Nuffel – rechts foto Tom Van Nuffel

foto Tom Van Nuffel

Ook lichaamsdelen bevolken de foto’s. Zoals bij zijn partner Els Malyster heeft het menselijk lichaam een plaats in zijn kunst. Een fascinatie voor skeletten, beenderen en rariteiten ligt aan de oorsprong. Zijn grootvader woonde tegenover een slachthuis. Tom Van Nuffel: ‘Ik zag horens van een stier, oren van een koe….ook dat liet zijn sporen na, ik was er niet vies van.’ In de kunstschool Sint-Lucas kwam de betovering nogmaals de kop op steken tijdens het waarnemingstekenen en modeltekenen waar een geraamte de klas sierde. Op een vorige expo, een tijdje terug toen AI nog weinig bekend was bij het grote publiek, hadden kijkers het vermoeden dat hij AI benutte, wat helemaal niet het geval was. Sculpturen, gefotografeerd in musea overal ter wereld, geeft hij een ander aanzicht. Ook zonder AI kan de fotograaf Tom Van Nuffel zijn foto’s een twist geven.

Het sterk persoonlijk werk van deze vier kunstenaars maakt indruk. Zoals de herfstzon tijdens mijn bezoek aan de Pastorie, zet ik de expo graag in het zonnetje.

Tekst en foto Kathleen Ramboer
gefotografeerd tijdens de opbouw van de tentoonstelling

INFO

Pastorie Munte
Munteplein 6
Merelbeke – Melle
za 1 nov van 15u tot 20u
open 2nov 7 nov 8nov 9nov
telkens van 11u tot 18u

https://www.instagram.com/wallaertannick/

https://www.instagram.com/begga_vermaelen/

https://www.facebook.com/tomvannuffel

https://www.instagram.com/ateliergloed/