TALE ART GALLERY
Vlierzeledorp 12A
9520 Vlierzele
21/09/25 > 19/10/25
Vrijdag-zaterdag : 14u > 18u
Zondag : 11u > 17u
info www.taleartgallery.be
SVELTE THYS
LODE LAPERRE
DANIEL MATTAR
MEREL VAN DE CASTEELE
MARC VAN CAUWENBERGH

Introductietekst expo door Wim Lambrecht
THE SURFACE HOLDS NO SECRETS
– Over zichtbare sporen van het maakproces –
In deze tentoonstelling staat het schilderoppervlak centraal als drager van handeling, geheugen en betekenis. De kunstenaars tonen hoe elke penseelstreek, kras of laag verf niet alleen een beeld vormt, maar ook een spoor achterlaat van de actie zelf.
Wat op het eerste gezicht zichtbaar is, vormt tegelijk een sluier over wat eronder ligt: suggestie en verhulling wisselen elkaar af. In plaats van geheimen te bewaren, onthult het oppervlak de gelaagdheid van het denken en doen. Hier opent de schilderkunst een veld van sporen: deels zichtbaar, deels tastbaar en bij momenten onontkoombaar.
In een tijd waarin beeld en betekenis voortdurend in beweging zijn, richt deze tentoonstelling de blik op het schilderoppervlak als plek van handeling, proces en onthulling. The Surface Holds No Secrets brengt een groep hedendaagse kunstenaars samen die de schilderkunst benaderen als een tastbaar en levend medium waarin elke laag verf, elke geste, elke overschildering haar sporen nalaat.
Het oppervlak verbergt niets: het toont de fysieke actie van het schilderen, de twijfel, de correctie, de impuls. De schilderijen in deze tentoonstelling spreken niet zozeer in beelden, maar in gebaren in wat zichtbaar is én wat net verhuld blijft onder een sluier van verf. De lagen vormen een visuele geschiedenis, een geheugen van keuzes en veranderingen.
Centrale motieven zijn suggestie, transparantie en het spanningsveld tussen openbaring en verborgenheid. Wat is bron, wat is toeval, wat is constructie? De werken laten zien hoe schilderkunst vandaag niet alleen draait om wat wordt afgebeeld, maar vooral hoe iets ontstaat en wat daarvan bewust of onbewust zichtbaar blijft.
In plaats van een venster naar een andere werkelijkheid, presenteert de schilderkunst zich hier als een autonoom oppervlak; een veld van handelingen en sporen. Het doek wordt een plek waar betekenis niet eenduidig is, maar ontstaat in het spanningsveld tussen onthulling en verhulling, tussen wat zichtbaar is en wat slechts gesuggereerd wordt. Het oppervlak draagt geen geheimen; het is het verhaal.
Enkele impressies over het werk van de kunstenaars:
Svelte Thys
Schilderen aan de rand van de hemel.
Hoewel ze over een atelier beschikt, vindt Svelte Thys haar plek aan de rand ervan; letterlijk tegen de buitenmuur. Een eenvoudige bakstenen muur, voorzien van twee nagels: één voor klein werk, één voor groter werk. Het licht speelt er vrij spel. Haar bijzondere band met licht en haar fascinatie voor natuur vormen een essentieel onderdeel van haar praktijk.
Haar schilderijen en tekeningen zijn nauw verweven met de natuur. Ze ontstaan uit wandelingen langs de randen van haar leefomgeving, of keren terug naar de achtertuin die haar wereld begrenst. Het werk toont fragmenten uit de natuur: uitsnedes waarin de seizoenen lijken op te lossen. Gestolde momenten in de tijd, waarin de stille woede van een hommel op zoek naar nectar voelbaar wordt, grassprieten hun rug richten naar het hemelgewelf of paddenstoelen zich wringen uit de grond.
Het zijn die zichtbare penseelstreken die we willen vasthouden, versterkt door de poëtische titels die Svelte hen toedicht, die zich dieper in de lente van ons geheugen graven.
Lode Laperre
Een Voettocht doorheen een landschap in wording
Het lijkt wel of het oeuvre van Lode Laperre door generaties werd doorgegeven. Het heeft de uitstraling van fragmenten uit een ander tijdperk, alsof ze afkomstig zijn van archeologische artefacten uit een ver verleden, diep ingeslepen door de tand des tijds. Het is een werk dat herinneringen draagt van een tijd waarin het klimaat diepe groeven trok, bewerkt door de hand van de tijd zelf.
De werken die Lode creëert, herinneren aan de schil van de sequoia, ingesneeuwd tijdens de ijstijd, verschoven door tektonische platen en uitgespuwd door vulkanen. Ze zijn aangetast door de vurigheid van lava, geblust door water, aangespoeld door de onstuimige zeeën. Ze dragen het spoor van nomaden die hen gebruikten als schild tegen zandstormen, door de eeuwen heen geruild op de zijderoutes, verloren in anonimiteit, bedolven door rotsen en uiteindelijk bevrijd door erosie, en opnieuw bedekt door een kleed van korstmossen.
Van dichtbij lijken ze op huiden die worden beteugeld door de leerlooier. Van verre verwijzen ze naar oosterse landschappen, gezien vanuit een goddelijk standpunt — ver voorbij de winter van het leven, bloedend in pracht, lavend aan de blik van de vele pelgrims die even halt houden, om daarna hun voettocht verder te zetten.
Lode Laperre’s werk is opgewekt uit de dood, gedoemd om te overleven.
Daniel Mattar
Miniatuur van het onzichtbare.
Het werk van Daniel Mattar is een verkenning van technologie en verf in hun puurste, meest geconcentreerde vorm. Het lijkt te ontspringen aan een mechanisch oog, dat verder kijkt dan de menselijke waarneming, en een ode brengt aan de kracht van de verf. Elke druppel die hij aanbrengt, elke bolling en stolling, doet denken aan industrieel ontwerp, maar verwijst tegelijk naar de elementaire puurheid van de oervorm.
Zijn achtergronden zijn geen zachte colorfields, maar kleurvlakken die ongenadig de ruimte ontkennen, het vlak opeisen en het fundament vormen voor de uitvergrote verfdruppels of vegen, die zich als een levend mechanisme in de ruimte bevindt. Het werk is als een aankondiging van een bas-reliëf, een toenadering tot de gene zijde, een verlangen dat zich uitstrekt naar de aanraking die nooit komt, afgeschermd door het glas dat de afstand bewaakt.
Wat Mattar creëert is een werk dat zowel de stolling van de tijd als de vloeibaarheid van de moment bevat, een spanning die slechts op het grensvlak tussen de mechanische en de organische wordt begrepen.
Merel Van de Casteele
Schilder van oorsprong, kunstenaar in veelvoud.
Zowel het grafische als het plastische liggen haar nauw aan het hart, en ze weet beide werelden ogenschijnlijk moeiteloos te verbinden in een hybride praktijk. Ze beweegt zich tussen nacht en dag, tussen donkerte en lichtheid, tussen kern en oppervlak.
Haar werk is soms open en leesbaar, dan weer gesloten en ongrijpbaar maar altijd onrustig. Wie goed kijkt, en meer nog: wie goed luistert, voelt de spanning onder het oppervlak. Het zijn de zogenaamde tegenstellingen die de tussenruimte voeden. En het is precies die tussenruimte die Merel opzoekt en nodig heeft om zichzelf te voeden.
Buiten het atelier zoekt ze de publieke ruimte op, waar ze haar objecten bezweert en deelt via haar kenmerkende performatieve geste.
Het jonge oeuvre van Van de Casteele is matuur en gelaagd, geworteld in een fascinatie voor het etnografische en het academische. Een combinatie waarin vergeten geschiedenissen transformeren tot urgente getuigenissen.
Marc Van Cauwenbergh
Dance among Friends
Binnen de ogenschijnlijke beperkingen van een vast formaat, openbaart zich een ongrijpbare vloeibaarheid. Verflagen lijken traag en bedachtzaam aangebracht, maar in werkelijkheid zijn ze snel, trefzeker, bijna vluchtig gepenseeld. Marc blijft ongemeen trouw aan zijn kleurenpalet, een constante die hij al veertig jaar met precisie aanhoudt. De verfhuid leeft, trilt, houdt nooit de adem vast. Het werk beweegt, speelt met zwaartekracht, met leesrichting, alsof de elementen altijd in transitie zijn; niets is vast, niets is definitief.
Marc gedraagt zich als een orkestleider die de partituur nauw volgt, maar altijd ruimte laat voor improvisatie. In zijn composities verschuift de vertrouwde orde, scherpe dieptes worden plots verstoord, en een moment wordt verlevendigd door een onverwachte kleurflits. Elke penseelstreek is een nieuwe beweging, een wending die zich voortdurend aanpast aan de vloeibaarheid van de ruimte: nooit afgebakend, altijd overlappend, altijd in dialoog met zichzelf.
De kleine formaten verhalen over de pols, de snelle bewegingen, het onmiddellijke gebaar. De grotere formaten begrijpen dan weer het lichaam, de arm die zich uitstrekt, die ruimte zoekt. Deze doeken verbergen niet alleen de muzikaliteit van het schilderproces, maar onthullen een kracht die voorbij de afgebakende ruimte breekt. Zoals een dans die zich niet laat beperken door regels, die vrijheid zoekt in haar eigen beweging, haar eigen vloeibare expressie.
Kleine choreografieën, verfijnde innerlijke bewegingen die de pure abstractie bezingen, altijd in beweging, ongrijpbaar zoals een vissenlijf.
Teksten: Wim Lambrecht – Varken Aarde, 2025





